6
Hari Seldon verdedigde zich zwaarmoedig. Hij werd om beurten door Seldon, Raych, Amaryl en Manella toegesproken. Ze spanden allemaal samen om hem te zeggen dat zestig niet oud was.
Ze begrepen het gewoon niet. Hij was dertig geweest toen de eerste ideeën over psychohistorie in hem opkwamen, tweeëndertig toen hij zijn beroemde lezing op de Tienjaarlijkse Conventie hield, waarna alles tegelijk scheen te gebeuren. Na zijn korte onderhoud met Cleon was hij over heel Trantor gevlucht en had hij Demerzel, Dors, Yugo en Raych ontmoet, om nog te zwijgen over de mensen in Mycogen, Dahl en Wye.
Hij was veertig geweest toen hij premier werd en vijftig toen hij was afgetreden. Nu was hij zestig.
Hij had dertig jaar aan psychohistorie gewerkt. Hoe veel tijd zou hij nog nodig hebben? Hoe veel jaar zou hij nog leven? Zou hij uiteindelijk sterven zonder het psychohistorie-project te hebben afgerond?
Het was niet het doodgaan dat hem dwarszat, zei hij tegen zichzelf. Het ging erom dat hij het psychohistorie-project onafgemaakt zou achterlaten.
Hij zocht Yugo Amaryl op. De afgelopen jaren waren ze verder uit elkaar gedreven naarmate het psychohistorie-project geleidelijk in omvang was toegenomen. Gedurende de eerste jaren in Streeling hadden alleen Seldon en Amaryl samengewerkt, niemand anders. Nu was Amaryl vijftig, niet bepaald jong, en was de vonk in hem enigszins gedoofd. In al die jaren had zijn enige interesse bij de psychohistorie gelegen: geen vrouwen, geen gezelschap, geen hobbies, geen nevenactiviteiten.
Amaryl knipoogde naar Seldon. Deze kon de veranderingen in het voorkomen van de andere man zien. Die zouden ten dele te wijten kunnen zijn aan het feit dat hij zijn ogen had moeten laten verbouwen. Hij kon uitstekend zien, maar hij had een onnatuurlijke blik en hij had de neiging te traag met zijn ogen te knipperen. Hij leek er slaperig door.
'Waar denk je aan, Yugo?' zei Seldon. 'Zie je licht aan het eind van de tunnel?'
'Licht? Ja, inderdaad,' zei Amaryl. 'Je kent die nieuwe knaap, Tamwile Elar, natuurlijk.'
'O ja. Ik heb hem zelf aangenomen. Heel energiek en agressief. Hoe doet hij het?'
'Ik kan niet zeggen dat ik echt blij met hem ben, Hari. Zijn harde lachen werkt me op mijn zenuwen. Maar hij is briljant. Zijn nieuwe systeem van formules past precies in de primaire radiant en het lijkt erop dat we nu rondom het probleem van de chaos kunnen komen.'
'Lijkt? Of zal?'
'Het is te vroeg om dat te kunnen zeggen, maar ik heb goede hoop. Ik heb een aantal dingen geprobeerd die er stuk op zouden zijn gelopen als de nieuwe formules waardeloos waren, maar ze hebben alles doorstaan. Ik begin ze te zien als "de a-chaotische formules".'
'Ik neem aan,' zei Seldon, 'dat we geen harde demonstratie van de werking van die formules kunnen geven?'
'Nee, dat niet, al heb ik er een half dozijn mensen op gezet, inclusief Elar natuurlijk.' Amaryl draaide zich om naar zijn primaire radiant, die in elk opzicht net zo geavanceerd was als die van Seldon, en bekeek de kromme lijnen van oplichtende formules die in de lucht krulden; te klein, te fijn om zonder versterking te kunnen lezen. 'Voeg de nieuwe formules toe en misschien kunnen we beginnen met voorspellen.'
'Elke keer dat ik nu de primaire radiant bestudeer,' zei Seldon bedachtzaam, 'verbaas ik me over de elektrozuiveraar en hoe strak die het materiaal in de lijnen en krommen van de toekomst perst. Was dat niet ook een idee van Elar?'
'Ja. Samen met Cinda Monay, die hem heeft ontworpen.'
'Het is goed dat we nieuwe en briljante mannen en vrouwen in het project hebben. Dat is een geruststelling voor de toekomst.'
'Denk je dat iemand als Elar misschien ooit aan het hoofd van het project komt te staan?' vroeg Amaryl, terwijl hij nog steeds de primaire radiant bestudeerde.
'Misschien. Nadat jij en ik ons hebben teruggetrokken - of dood zijn.'
Amaryl scheen zich te ontspannen en schakelde het apparaat uit. 'Ik zou mijn taak graag willen volbrengen voordat we ons terugtrekken of doodgaan.'
'Ik ook, Yugo. Ik ook.'
'De psychohistorie heeft ons de afgelopen tien jaar vrij goed geleid.'
Dat was waar, maar Seldon wist dat je daar niet al te veel waarde aan moest hechten. De zaken hadden zich soepel en zonder grote verrassingen ontwikkeld.
De psychohistorie had voorspeld dat het centrum zou standhouden na Cleons dood, al was die voorspelling erg vaag en onzeker geweest. En het centrum had standgehouden. Op Trantor was het redelijk rustig. Zelfs na een moord en het eind van een dynastie had het centrum standgehouden.
Dat was mogelijk geweest onder de druk van een militaire regering. Dors had volkomen gelijk als ze de junta 'die militaire schooiers' noemde. Ze had zelfs nog ergere beschuldigingen kunnen uiten, zonder ernaast te zitten. Toch hielden ze het Imperium samen en zouden ze dat nog een tijdlang doen. Lang genoeg misschien, om de psychohistorie een actieve rol te laten spelen in de toekomstige gebeurtenissen.
Later had Yugo gesproken over de mogelijke instelling van Foundations - afgescheiden, geïsoleerd en onafhankelijk van het Imperium zelf - die als het zaad moesten dienen voor de ontwikkeling tijdens het komende Duistere Tijdperk naar een nieuw en beter Imperium. Seldon had zelf aan de uitwerking van zo'n regeling gewerkt.
Maar hij had gebrek aan tijd en hij voelde (met een zekere ellende) dat hij ook gebrek aan jeugd had. Zijn geest, hoe krachtig en standvastig ook, bezat niet meer de veerkracht en creativiteit die hij had bezeten toen hij dertig was en hij wist dat het elk jaar minder zou worden.
Misschien moest hij de jonge, briljante Elar op het probleem zetten en hem van al het andere werk weghalen. Seldon moest vol schaamte tegenover zichzelf toegeven dat de mogelijkheid hem niet aansprak. Hij wilde niet dat het zover zou komen dat hij de psychohistorie had uitgevonden en dat de een of andere jongeman binnenkwam en uiteindelijk de vruchten van zijn roem plukte. Op zijn grofst gezegd was Seldon jaloers op Elar, wat hij maar net voldoende besefte om zich ervoor te schamen.
Toch zou hij, ongeacht zijn minder rationele gevoelens, afhankelijk zijn van andere jongere mannen, hoe vervelend hij het ook vond. De psychohistorie was niet meer iets dat hem en Amaryl was voorbehouden. Gedurende de tien jaar dat hij premier was geweest, was zij uitgegroeid tot een grote, door de regering ondersteunde en betaalde onderneming en nadat hij ontslag had genomen als premier en naar de Streelinguniversiteit was teruggekeerd, was de psychohistorie tot zijn verbazing nog verder uitgegroeid. Hari trok een grimas toen hij dacht aan de zwaarwichtige, pompeuze, officiële naam: Het Seldon Psychohistorie Project van de Streelinguniversiteit. Maar de meeste mensen spraken gewoon van het Project.
De militaire junta zag het Project kennelijk als een mogelijk politiek wapen en zolang dat zo bleef, was geld geen probleem. De kredieten stroomden binnen. Daarentegen moest hij jaarlijkse verslagen maken, die echter nogal ondoorzichtig waren. Daarin werd slechts over bijzaken gerapporteerd en zelfs de mathematica daarvan viel waarschijnlijk buiten de kennis van de leden van de junta.
Het was duidelijk, toen hij zijn oude assistent verliet, dat Amaryl in elk geval meer dan tevreden was over de manier waarop de psychohistorie zich ontwikkelde, maar toch voelde Seldon de deken van neerslachtigheid weer over zich neerdalen.
Hij kwam tot de conclusie dat het kwam doordat het komende verjaardagsfeest hem dwarszat. Het was bedoeld als een feest vol plezier, maar voor Hari was het zelfs geen gebaar van troost. Het benadrukte slechts zijn leeftijd.
Het verstoorde trouwens zijn routine en Hari was een gewoontemens. Zijn kantoor en een aantal ruimten ernaast waren uitgeruimd en hij kon al dagenlang niet meer normaal werken. Zijn eigen kantoren zouden in grote feestzalen worden veranderd, nam hij aan, en het zou weer dagen duren voordat hij normaal aan het werk kon gaan. Alleen Amaryl weigerde pertinent te wijken en had zijn kantoor kunnen houden.
Seldon had zich knorrig afgevraagd wie dit allemaal had bedacht. Niet Dors natuurlijk. Die kende hem te goed. Niet Amaryl of Raych, die zelfs hun eigen verjaardagen niet onthielden. Hij had Manella ervan verdacht en had haar er zelfs over aangesproken.
Ze had toegegeven dat ze er helemaal achter stond en alles had georganiseerd, maar ze zei dat Tamwile Elar met het idee voor het verjaardagsfeest bij haar was gekomen. De briljante geest, dacht Seldon. Briljant in alles. Hij zuchtte. Was de verjaardag maar voorbij.