2
Seldon wandelde bedachtzaam door de tuinen die een toonbeeld van rust waren. Het viel moeilijk te geloven dat hij zich hier, midden in het directe keizerlijke domein, op een wereld bevond die, op dit gebied na, geheel door een koepel werd omvat. Hier op deze plek zou hij op zijn thuiswereld Helicon kunnen zijn of op Grubers thuiswereld Anacreon.
Natuurlijk was het gevoel van rust slechts een illusie. De tuinen werden bewaakt en stonden bol van de beveiligingen.
Vroeger, duizend jaar geleden, hadden de paleistuinen - veel minder groots, veel minder afgescheiden van een wereld die nog maar net begon koepels over aparte gebieden aan te leggen - open gestaan voor alle burgers en kon de keizer zelf onbewaakt over de paden wandelen en zijn onderdanen begroetend toeknikken.
Nu niet meer. Nu werd alles bewaakt en kon niemand van Trantor zelf zomaar de tuinen binnenkomen. Maar dat nam het gevaar niet weg, want als dat kwam, kwam het van ontevreden keizerlijke functionarissen en corrupte en ondergeschikte soldaten. Het grootste gevaar voor de keizer en zijn staf dreigde binnenin de tuinen. Wat zou er zijn gebeurd als Seldon die keer, bijna tien jaar geleden, zich niet in het gezelschap van Dors Venabili had bevonden?
Het was gebeurd in het eerste jaar dat hij premier was en hij nam aan (na het gebeurde) dat het normaal was dat er mensen waren die vreselijk jaloers op hem waren, omdat hij zo onverwachts voor deze post was gekozen. Vele anderen die vanwege hun opleiding veel beter voor de functie geschikt waren - en vanwege hun dienstjaren, maar vooral in hun eigen ogen - reageerden woedend op de benoeming. Zij wisten niets van psychohistorie of van het belang dat de keizer eraan hechtte, en de eenvoudigste manier om de situatie te herstellen was een van de beëdigde beschermers van de premier om te kopen.
Dors moest wantrouwiger dan Seldon zelf zijn geweest. Of anders waren haar instructies om Seldon te bewaken verscherpt, nu Demerzel van het toneel was verdwenen. De waarheid was dat ze de eerste paar jaren van zijn premierschap vaker wèl aan zijn zijde was dan niet.
En laat in die middag van een warme, zonnige dag zag Dors de weerkaatsing van de in het westen neerdalende zon - een zon die je onder de koepel van Trantor nooit te zien kreeg - op het metaal van een blaster.
'Liggen, Hari!' had ze plotseling geroepen en haar benen hadden het gras vertrapt toen ze naar de sergeant rende. 'Geef die blaster, sergeant,' had ze gespannen gezegd.
De toekomstige moordenaar, die tijdelijk verlamd was door de onverwachte aanblik van een vrouw die op hem af kwam rennen, had daarna snel gereageerd en de getrokken blaster opgeheven.
Maar ze was al bij hem en haar hand omklemde zijn rechterpols in een stalen greep en trok zijn arm ver de lucht in. 'Laat vallen,' had ze met op elkaar geklemde kaken gezegd.
Het gezicht van de sergeant vertrok toen hij zijn arm probeerde los te rukken.
'Probeer het maar niet, sergeant,' zei Dors. 'Mijn knie is tien centimeter bij je kruis vandaan. Als je maar met je ogen knippert, kun je je geslachtsdelen vaarwel zeggen. Beweeg je dus maar niet. Mooi zo. Goed, doe nu je hand open. Als je de blaster niet nü loslaat, verbrijzel ik je arm.'
Er kwam een tuinman met een hark aanrennen. Dors gebaarde hem weg te gaan. De sergeant liet de blaster op de grond vallen.
Seldon was erbij gekomen. 'Ik neem het over, Dors.'
'Dat zul je niet. Ga tussen die bomen staan en neem de blaster mee. Misschien zijn er anderen bij betrokken die nu in actie komen.'
Dors had haar greep op de sergeant niet verslapt. Ze zei: 'Nou, sergeant, ik wil de naam weten van degene die je heeft overgehaald een aanslag op het leven van de premier te plegen... en de namen van iedereen die erbij betrokken is.'
De sergeant zweeg.
'Doe niet zo idioot,' zei Dors. 'Spreek!' Ze verdraaide zijn arm, waardoor hij op zijn knieën zakte. Ze zette haar schoen in zijn nek. 'Als je vindt dat zwijgen goed voor je is, kan ik je strottenhoofd verpletteren en zwijg je voor altijd. En voordat het zover is zal ik je heel ernstig beschadigen... Ik laat geen bot in je heel. Je kunt maar beter praten.'
De sergeant had gepraat.
Later had Seldon tegen haar gezegd: 'Hoe kon je dat doen, Dors? Ik had nooit gedacht dat je in staat was tot zulk... gewéld.'
Koel had Dors gezegd: 'Ik heb hem eigenlijk niet veel pijn gedaan, Hari. Dreigen was voldoende. In elk geval was jouw veiligheid belangrijker.'
'Je had het mij moeten laten afhandelen.'
'Waarom? Om je manlijke trots te redden? In de eerste plaats was je niet snel genoeg geweest. In de tweede plaats: wat je ook zou hebben gedaan, je bent een man en van jou zou hij het verwachten. Ik ben een vrouw en in het algemeen verwacht men niet dat vrouwen net zo gewelddadig zijn als mannen en meestal hebben ze niet de kracht om te doen wat ik deed. Het verhaal hierover zal steeds verder worden aangedikt en iedereen zal doodsbang voor me zijn. Niemand zal het nog wagen iets tegen je uit te halen. Uit angst voor mij.'
'Uit angst voor jou en uit angst te worden terechtgesteld. De sergeant en zijn trawanten zullen worden gedood, wist je dat niet?'
Nadat hij dit had gezegd, werd Dors' gewoonlijk bedaarde gezicht versomberd door een geschrokken blik, alsof ze niet tegen de gedachte kon dat de verraderlijke sergeant ter dood zou worden gebracht, zelfs al zou hij zonder er een moment bij te hebben stilgestaan haar geliefde Hari hebben neergemaaid.
'Maar,' riep ze uit, 'het is nergens voor nodig om de samenzweerders te executeren. Verbanning is genoeg.'
'Nee, niet,' zei Seldon. 'Het is te laat. Cleon wil alleen maar over een executie horen. Ik kan hem citeren, als je wilt.'
'Bedoel je dat hij al een besluit heeft genomen?'
'Meteen. Ik heb hem gezegd dat verbanning of gevangenisstraf meer dan genoeg waren, maar dat wilde hij niet. Hij zei: "Elke keer dat ik een probleem door middel van een directe en gewelddadige actie probeer op te lossen, had eerst Demerzel, maar nu jij ook, het over despotisme en tirannie. Maar dit is míjn paleis. Dit zijn míjn tuinen. Dit zijn míjn bewakers. Mijn veiligheid is afhankelijk van de beveiliging van deze omgeving en de loyaliteit van mijn mensen. Vind je soms niet dat iedereen die niet absoluut loyaal is, moet worden opgeruimd door middel van een onmiddellijke dood? Hoe kun je anders veilig zijn? Hoe kan ìk anders veilig zijn?"
Ik zei dat er een rechtszaak zou moeten komen. "Natuurlijk," zei hij, "een kort militair proces, en ik verwacht niet dat iemand voor iets anders dan een terechtstelling zal stemmen. Dat zal ik heel duidelijk maken.'"
Dors keek ontzet. 'Wat neem je dit kalm op. Ben je het met de keizer eens?'
Seldon knikte met tegenzin. 'Ja.'
'Omdat het een aanslag was op jóuw leven. Heb je je principes opzij gezet om gewoon maar wraak te kunnen
nemen?'
'Kom nou, Dors, ik ben niet wraakzuchtig. Maar niet alleen ik of zelfs de keizer verkeerden in gevaar. Als er iets is dat de jongste geschiedenis van het Imperium ons toont, is het dat keizers komen en gaan. Het gaat om de psychohistorie, die moet worden beschermd. Zelfs al gebeurt er iets met mij, dan zal de psychohistorie ongetwijfeld toch eens worden ontwikkeld, maar het Imperium stort snel in en we kunnen niet wachten. Ik ben de enige die ver genoeg is om op tijd de benodigde technieken te ontwikkelen.'
'Dan moet je wat je weet aan anderen onderwijzen,' zei Dors op ernstige toon.
'Dat doe ik. Yugo Amaryl is een redelijk goede opvolger en ik heb een groep technici verzameld die eens bruikbaar zal zijn, maar ze zijn niet zo...' Hij pauzeerde.
'Ze zijn niet zo goed als jij... zo wijs, zo bekwaam? Echt?'
'Toevallig vind ik dat,' zei Seldon. 'En toevallig ben ik menselijk. De psychohistorie is van mij en, als het me maar enigszins lukt, wil ik met de eer strijken.'
'Menselijk,' zuchtte Dors, terwijl ze bijna verdrietig met haar hoofd schudde.
De executies vonden plaats. Zo'n zuivering had al minstens geen eeuw meer plaatsgevonden. Twee ministers, vijf beambten van lagere rang en vier soldaten, inclusief de onfortuinlijke sergeant, werden ter dood gebracht. Elke bewaker die niet door het grondigste onderzoek kwam, werd van zijn plicht ontheven en naar de verre Buitenwerelden verbannen.
Sindsdien werd er niet meer gefluisterd over trouweloosheid, en de heftigheid waarmee de premier werd beschermd, om te zwijgen over de angstaanjagende vrouw - door velen 'De Tijgervrouw' genoemd - die over hem waakte, was zo berucht, dat het voor Dors niet meer nodig was om overal met hem mee te gaan. Haar onzichtbare aanwezigheid was een adequate afscherming en keizer Cleon genoot bijna tien jaar van rust en een absolute veiligheid.
Maar nu bereikte de psychohistorie ten slotte een punt waarop er voorspellingen konden worden gedaan, en toen Seldon door de tuinen liep van zijn kantoor (premier) naar zijn laboratorium (psychohistorisch), was hij zich er pijnlijk van bewust dat het tijdperk van rust wellicht tot een eind zou komen.