20

‘Onze verdachte rijdt de Nederlandse grens over’, meldde Hoogeboom aan Andijk. ‘De Duitsers haken af, maar blijven stand-by, mocht hij Duitsland weer in rijden. Ze gaan aan de slag met de foto's van de verdachte. Ik heb contact gezocht met het observatieteam in Limburg en die sturen twee teams.’ De informatie werd door Andijk in een journaal verwerkt.

‘De verdachte gaat via de E25 richting Maastricht. Het is een vreemde route, want hij rijdt in principe aan de andere kant van de grens weer naar het zuiden.’

‘Waarschijnlijk een soort afleidingsmanoeuvre’, merkte Andijk op. ‘Voor het geval hij gevolgd zou worden. Hij is behoorlijk alert. Dat blijkt wel. Voordat hij wegrijdt, controleert hij eerst zijn auto.’

Hoogeboom had geen tijd om hierop te antwoorden. De informatie stroomde binnen. ‘Het OT van Limburg heeft zich aangesloten. We worden gesplitst in team vier en vijf. Welkom bij deze actie. Jullie zijn door jullie commandant ingelicht?’

‘We hebben de info binnen’, liet het Limburgse team weten.

‘Prima.’ Hoogeboom controleerde zijn aantekeningen. ‘Vier lost team twee af en neemt de kop over. Twee verlaat de snelweg, neemt de volgende oprit en dicht de achterhoede. Team drie zakt af en neemt de achterste positie in. Houd voldoende afstand.’

‘Team vier meldt zich. Verdachte verhoogt zijn snelheid en schiet naar de linkerbaan. Hij klimt op naar 130, 135 kilometer. We zijn de Belgische grens gepasseerd.’

‘Team twee, heb je dat ontvangen?’

‘Ontvangen, over. Wij stoten door naar Luik en stellen ons daar op.’

‘Luik komt in zicht’, meldde team vier. ‘We rijden in hoge snelheid richting Verviers.’

‘Blijf achter hem hangen’, blafte de commandant in de microfoon. ‘Team twee probeert zijn positie in te nemen. Team vijf neemt straks de kop over. Houd hem vast.’

‘Verdachte verlaat de snelweg. We komen langs Sprimont. Links een tankstation. Ik moet afhaken. Er is bijna geen verkeer op de weg om achter te schuilen. Ik val te veel op’, reageerde team vier spijtig.

‘Begrepen. Team vijf, neem je positie in. Houd hem onder controle. Drie, blijf paraat.’

De collega's in de tapkamer luisterden gespannen naar de achtervolging die ze via de gsm van Andijk live konden volgen. Heleen had een Belgische wegenkaart uitgevouwen en markeerde de afgelegde route. Ze schudde haar hoofd toen ze de kilometerslange kronkelweg bekeek. Weinig op- en afritten. Dat betekende dat het OT straks in een sliert achter de Escort aan reed.

De commandant greep in. ‘Teams, trek je terug. We rijden ons straks stuk en dan zijn onze kansen voorgoed verkeken. Overmorgen doen we een tweede poging. Team twee en drie, melden in Nijmegen. Team vier en vijf, bedankt voor jullie inzet.’

De man had zijn snelheid opgevoerd en was de grens over-gereden. Regelmatig controleerde hij via de achteruitkijkspiegels of hij werd gevolgd. Niet dat hij wist waar hij op moest letten. Hij probeerde de auto's die achter hem opdoken te onthouden. Een witte Audi, een zwarte BMW. De tellernaald klom trillend omhoog.

Met een frons zag de man dat een donkere auto van rijbaan veranderde en zijn snelheid aanpaste. Zou deze auto hem dan volgen? Het knipperlicht van de donkere auto gaf aan dat hij de snelweg ging verlaten. Om zijn emoties onder controle te krijgen ademde de man diep in en uit.

Een tweede auto kwam in beeld. Zijn voet kwam van het gaspedaal en hij stuurde de Escort naar rechts. Zijn ogen bleven strak op de achteruitkijkspiegel gericht. De auto reed met hoge snelheid aan de linkerkant voorbij. Opgelucht schudde hij zijn hoofd. Hij begon paranoïde te worden.

Zeven kilometer ten zuiden van de stad sloeg hij af en reed een weg op die negentien kilometer lang in allerlei bochten naar het park liep.

Kreunend deed Anouk haar ogen open. De hoofdpijn had haar teruggehaald naar de werkelijkheid. Een gemene pijn flitste door haar hoofd en ze kneep haar ogen tot spleetjes. Traag nam ze de omgeving in zich op. Waar was ze? Wat was er gebeurd? De kamer kwam haar niet bekend voor. Waarom kon ze haar lippen niet bewegen? En haar handen?

Ze tilde haar hoofd omhoog, maar liet het ook weer direct met een kreun zakken. Een pijnscheut schoot door haar hoofd en bleef een paar seconden aanhoudend boven haar ogen kloppen. Ze begon overmatig te zweten en een plotselinge duizeligheid stak de kop op. Haar geheugen leek gewist. Ze lag op een matras, vastgesnoerd en hulpeloos. Waarom? Er kwamen geluiden uit de aangrenzende kamer. Een toilet werd doorgetrokken, stromend water, voetstappen.

De pijn in haar hoofd nam in hevigheid toe en ze kneep stevig haar ogen dicht in de hoop dat hij zou verdwijnen. Tranen stroomden langs haar wangen en haar ademhaling kwam met horten en stoten. En ook dat deed pijn. Langzaam gleed ze weg in een nachtmerrie over demonen die haar achtervolgden. Haar moeder, die haar schreeuwend de juiste weg probeerde te wijzen, en haar vader, die gelaten van een afstand de boel in zich opnam.

Het kon een uur zijn geweest, misschien wel vijf uur. Ze schrok wakker met eenzelfde pijn en gevoel van duizeligheid als de laatste keer. Ze slikte zodat het speeksel haar droge keel kon smeren. Het was benauwd en drukkend warm, ze had het gevoel dat de temperatuur in de kamer alleen maar gestegen was. De kleding zoog zich vast aan haar rug en slierten haar plakten op haar voorhoofd.

Langzaam bewoog ze haar hoofd. Ze had direct spijt toen de pijn dieper in haar schedel boorde. Ze sloot haar ogen en wachtte totdat het gevoel afnam tot een aanvaardbaar niveau. Haar voeten zaten vast, ze voelde het. Ze tilde haar armen omhoog en bekeek de grijze isolatietape die stevig rond haar polsen was aangebracht. Haar rechterhand was ingepakt met een wit stuk laken. Waarschijnlijk was het een vervanging voor verband. Ze fronste haar voorhoofd. Was ze gewond?

Het duurde even voordat de werkelijkheid tot haar doordrong. Langzaam zakten haar armen terug op haar buik en sloot ze haar ogen. Wanneer kwamen ze haar redden? Naar haar gevoel lag ze hier een eeuwigheid. Ze hield haar hoofd schuin en luisterde naar de stilte, naar het suizen van het bloed in haar oren. Naar het totale niets. Geen klok die tikte, geen piepende deur of krakende vloerplanken. Niets. Alleen haar ademhaling die de stilte doorbrak. Daarnaast was er de angst. Tijd genoeg om alle scenario's door te nemen, en de meeste die ze kon verzinnen waren gruwelijk. Het was moeilijk om iets positiefs naar boven te toveren. Een vakantiemoment bijvoorbeeld. Dat was positief. Ze zou eigenlijk met Wilfried een weekje willen gaan kamperen. Dat leek haar leuk en gezellig. Zodra ze weer thuis was, zou ze het hem vragen. Als ze nog thuis kwam tenminste.

Weer een pijnscheut. Ze probeerde zich zo min mogelijk te bewegen. Beweging zorgde voor pijn, had ze ondertussen ondervonden. Positief denken, sprak de stem in haar hoofd haar streng toe. Geen nare gedachten. Positief.

Simona… Wat moest ze doen met haar gevoelens voor Simona? Was er maar iemand met wie ze het kon bespreken. Iemand met ervaring. De lucht van een diepe zucht kwam via haar neus naar buiten. Maar als ze niet meer thuiskwam, was dat probleem ook opgelost. Hoefde haar moeder zich ook geen zorgen meer te maken over haar reputatie.

Ze slikte moeizaam. Haar tong leek op een stuk uitgedroogd leren zeem en haar keel was geïrriteerd en pijnlijk. Zou het vandaag een schooldag zijn? Of was het weekend? Waarschijnlijk…

Haar gedachten stokten. Met gespitste oren luisterde ze naar het geluid dat van buiten kwam. Het geronk van een auto kwam naderbij. De motor sloeg af, het kraken van een deur en het dichtslaan. De klap suisde na in haar oren. Het was even stil, maar de geluiden kwamen terug. Alleen nu aan de andere kant van het pand. Er liep iets langs de slaapkamerdeur. Zware voetstappen over de stenen vloer. Stromend water, gekuch, en dan weer diezelfde voetstappen. Ze had willen roepen: ‘Hallo, ik ben er ook nog. Ik voel me beroerd. Help me.’ Maar dat ging moeilijk door de tape.

Tranen vulden haar ogen. Ze waren haar vergeten. Ze lag hier gewoon weg te rotten op een schuimrubberen matras. Vastgebonden als een offerdier. Verdomme, help me dan.

De man kwam binnen en knipte het licht aan. Er verscheen een glimlach op zijn gezicht toen hij haar zag liggen.

‘Heb je wat uit kunnen rusten?’

Het Duitse accent werd vergeten. Waarschijnlijk omdat hij opgelucht was dat ze weer bij kennis was.

‘Gisteren zag je er zo beroerd uit.’ Weer die glimlach. ‘Ik heb een verrassing voor je meegenomen.’

Hij stak het colaflesje in de lucht en peilde haar reactie. Haar ogen stonden vol tranen en ze humde wat.

‘Ach, natuurlijk. Dat praat een beetje moeilijk’, grapte hij. Hij hurkte naast haar neer en trok voorzichtig de tape van haar mond. Een pijnlijk gebeuren.

Opgelucht deed Anouk wat lippengymnastiek en kuchte. Haar stem was hees en zacht. ‘Ik heb dorst’, liet ze hem weten.

Hij knikte en draaide de schroefdop van de colafles los. Ze hief haar handen in de lucht om aan te geven dat ze het flesje niet kon aanpakken, en hij begon schaapachtig te lachen. Met een verontschuldigend gebaar verwijderde hij de tape rond haar polsen.

Ze bekeek vluchtig de roodbruine vlekken die aan de binnenkant van haar hand door het katoen schenen. Haar armen trilden toen ze zich omhoogdrukte. Een nieuwe pijnscheut flitste door haar hoofd en kreunend sloot ze haar ogen.

Met een bezorgde blik ondersteunde hij haar rug terwijl ze uit het flesje dronk. ‘Heb je trek in pizza? Het is een pizza quattro formaggi. Vier kazen’, vertaalde hij.

Zachtjes stemde ze in, meer om van zijn vragen af te zijn. Ze voelde zich ongemakkelijk omdat hij zo dicht achter haar zat en haar rug ondersteunde.

Hij hielp haar omhoog en begeleidde haar naar de keuken, waar de eettafel gedekt was voor twee personen. ‘De jongens zijn boodschappen doen’, loog hij toen hij zag dat ze nerveus rondkeek. ‘Ze komen pas vanavond laat terug.’ Hij liet haar los en gebaarde naar de stoel waar ze moest gaan zitten. Verdwaasd staarde Anouk naar de eetkamertafel. De ruimte om haar heen draaide en schommelde. Ze wist dat ze zou vallen en zocht steun met haar handen. Haar benen trilden, knikten dubbel en voordat ze de grond raakte, werd ze door twee sterke armen opgevangen. De plotselinge steun bracht haar weer bij haar positieven.

‘Gaat het?’ vroeg hij bezorgd. ‘Je staat te tollen op je benen.’ De man begeleidde haar naar de stoel.

‘Het voelt zo raar binnen in mijn hoofd. Ik heb een zeurende hoofdpijn en ik ben duizelig… Ik word misselijk van de pijn.’

‘Dat komt waarschijnlijk door de val van gisteravond’, zei de man en hij schoof de stoel onder haar. ‘Je knapt wel op zodra je iets hebt gegeten. Je zult zien. De pizza is bijna klaar. Wil je nog iets drinken? Misschien wat water?’

Met haar ogen knipperend tegen de tranen knikte ze met haar hoofd. ‘Ja, graag.’

‘Het was ook behoorlijk dom wat je gisteravond deed. Karl en Eric waren in alle staten. Ze zijn jong en heetgebakerd. Dat zijn ze allemaal in het Oostblok. Gevaarlijk en agressief. Het heeft me behoorlijk veel moeite gekost om hen tot bedaren te brengen. Ze zijn explosieven gaan halen. Als je weer zo'n stunt uithaalt of als je wordt bevrijd voordat het losgeld binnen is, dan blazen ze je ouders op. Dan gaat er een brandbom naar binnen en is jullie huis binnen een paar seconden van de aardbodem verdwenen. Boem!’

Met een weids gebaar illustreerde hij de explosie.

‘Houd je dus in het vervolg koest. Als je tenminste wilt dat je ouders en je broer blijven leven.’

Ineengedoken zat ze aan de eetkamertafel en met grote angstige ogen knikte ze met haar hoofd.

Het belletje van de oven gaf aan dat de pizza's klaar waren. Met een spatel tilde hij onhandig de pizza's van de bakplaat en schoof ze op een bord.

‘Als er geen gekke dingen gebeuren, zit je over drie dagen weer thuis op de bank.’

Hij hield zijn gezicht zo neutraal mogelijk. Hij moest wel liegen om haar die laatste dagen rustig te houden. Maar zodra ze contact met haar vader had gehad dan… dan… Hij wilde er liever nog niet over nadenken.

‘Maar dan moet iedereen wel meewerken’, zei hij. ‘Geen geintjes meer.’

Nogmaals knikte Anouk. Geen haar op haar hoofd die nog aan vluchten dacht. Drie dagen. Drie dagen hel, dat moest lukken. Hij sneed haar pizza in vier grote punten en ging toen tegenover haar zitten. ‘Best even gezellig zo…’

Ze staarde hem glazig aan. De eikel. Dat was het eerste wat door haar hoofd schoot. Maar ze grijnsde en liet niets merken. Aarzelend zette ze haar tanden in de pizza en nam een hap. Drie dagen. Drie, gonsde het door haar hoofd. Ze kauwde en slikte, maar proefde niets. Al haar zintuigen leken verdoofd. Drie dagen! Het was bijna niet te bevatten.

De pizza was voor de helft verorberd en het leek goed te gaan. Maar plotseling begon haar maag te protesteren en voelde ze dat het eten naar boven kwam. Ze kwam veel te snel omhoog en greep zich snel vast aan het tafelblad. Ze wankelde en begon te kokhalzen.

‘Vlug.’ Hij duwde met zijn handen op haar schouders. Ze ging door haar knieën en hing met haar hoofd boven een plastic emmer. Haar maag verkrampte en een golf bitter, warm vocht kwam naar buiten. Door de kramp en het opstuwende bloed leek haar hoofd uit elkaar te spatten, en ze kermde en kreunde. Er volgde een tweede lading en een derde.

Met een rood hoofd kwam ze snikkend omhoog. Haar shirt en haren zaten onder het braaksel. Ze trilde van ellende. Alles deed haar pijn. Haar keel, hoofd, enkels, handen en haar rug.

‘Meisje toch.’ Hij was een en al begrip. ‘Je gaat toch niet ziek worden? Kom…’ Hij duwde haar de gang in, naar de badkamer. ‘Ga je maar even lekker douchen. Daar knap je van op. Wees verstandig en doe geen gekke dingen. Denk aan je ouders. Ik pak een schone handdoek. Wacht hier maar even.’

Hij kwam terug met een handdoek en T-shirt maat L. ‘Op de vloer in de douche staat een fles shampoo. Kleed je maar uit…’ Bij de deur draaide hij zich even om. ‘Haal dat stuk laken maar van je hand. Ik heb een rol verband gekocht. Als je binnen bezig bent, wil ik dat je een liedje zingt. Zodra ik niets meer hoor, sta ik binnen een paar seconden in de badkamer. Is dat afgesproken?’

‘Een liedje?’

‘Ja. Zolang je zingt, ben je niet bezig om te ontsnappen door het raam. Dan hoor ik dat je er nog bent. Ik zet deze kruk onder de douchekop, zodat je zittend kunt douchen. Dat is veiliger in jouw situatie.’

Ze knikte en wachtte totdat hij de badkamer uit was.

‘Begin maar te zingen’, riep hij vanuit de gang.

Wat onwennig koos ze voor een kinderliedje dat haar vreemd genoeg te binnen schoot. ‘Op een grote paddenstoel, rood met witte stippen.’ Haar handen trilden toen ze haar shirt uittrok en haar bh loshaakte. Ze liet de spullen op de grond glijden en stapte uit haar broek. De veel te grote onderbroek rolde ze omlaag. Snel draaide ze de kranen open en kroop al zingend weg achter het douchegordijn. Voor de vierde keer zong ze het lied. Ze zat met gebogen rug op de kruk, haar armen beschermend rond haar borsten. De warme straal masseerde haar zere rug en het voelde prettig aan. ‘Krak deed toen de paddenstoel en met een diepe zucht…’ Ze spoot shampoo in haar haar en verdeelde voorzichtig de zeep over haar hoofd. Haar hoofd gloeide en was gevoelig bij elke aanraking. Een gemene pijn kwam weer tot leven en jammerend sloot ze haar ogen. Ze bleef doodstil zitten en wachtte totdat de pijn langzaam wegebde. De zeep spoelde langs haar schouders omlaag en zorgde voor een schuimlaag rond haar voeten.

‘Zingen.’ Zijn stem drong de badkamer binnen.

‘Op een grote paddenstoel…’

Ze peuterde aan de knopen van het zelfgemaakte verband en wikkelde het met ingehouden adem los. Ze schrok toen de diepe snee in haar handpalm tevoorschijn kwam. De huid was pijnlijk opgezwollen en was dieprood van kleur. Voorzichtig hield ze de hand onder de warme straal, maar ze trok snel weer terug toen de wond irritant begon te kloppen.

‘Zingen!’

‘…vlogen beide benen hoepla in de lucht. Op een grote paddenstoel…’

Na een halfuur kwam ze van haar kruk, draaide de kranen dicht en gluurde langs het gordijn naar de handdoek die de man voor haar had neergelegd. Een vreemd soort vermoeidheid was haar lichaam in geslopen. Ze trok het veel te grote T-shirt over haar hoofd en pakte de gebruikte onderbroek van de grond.