4

Jakob Willnius duwde de jaloeziedeur van de barkast omhoog en pakte de fles Laphroaigh eruit.

‘Jij ook?’

‘Slaapt Kelvin?’

‘Als een roos.’

‘Een centimetertje, niet meer. Wat was er met Jefferson?’

Kristina leunde achterover op de banaanvormige Fogiabank en probeerde na te gaan of ze geïrriteerd was of alleen maar moe.

Of dat ze zich misschien in feite opmaakte voor de grote irritatie. Een mentale voorbereiding op het stilzwijgende conflict dat de komende dagen ongetwijfeld zou tekenen. Ik moet het negeren, dacht ze. Het is belachelijk en mijn eer te na, ik laat mijn hart hier en speel het spelletje mee. Ik ben een volwassen vrouw, en het is per slot iets eenmaligs.

Jakob zette twee glazen op tafel en ging naast haar zitten.

‘Hij belde uit Oslo.’

‘Jefferson?’

‘Ja. Hij heeft tóch tijd om naar Stockholm te komen. Het zou geweldig zijn als ik hem voor de Kerst een paar uur kan spreken.’

De irritatie werd in één klap reëel.

‘Wat probeer je daarmee te zeggen?’

Jakob keek haar aan terwijl hij zijn glas in zijn hand ronddraaide. Ondoorgrondelijk, als een kat die naar teletekst zit te kijken, dacht ze. Zoals altijd. Er was geen enkele ironie in zijn glimlach, die precies dezelfde ronding als de bank had, geen glimp van berekening in zijn bleekgroene ogen, waar ze ooit met blote voeten in had willen wandelen, en het was natuurlijk deze schijnbare afwezigheid van verzet die het zo moeilijk maakte hem te verslaan. En die … ze liet hem los met haar blik en dacht na … die ervoor zorgde dat het speelveld van het naderende conflict zich geheel en al in haar bevond. Het was oneerlijk, heel oneerlijk; vier jaar geleden was ze gevallen voor deze primitieve flexibiliteit, of hoe je het ook moest noemen, en de paradoxale gedachte dat ze hem op een dag vanwege precies dezelfde eigenschappen zou verlaten, flitste voorbij in haar hoofd. Het was niet de eerste keer. Je past beter in een film, Jakob Willnius, dacht ze. Veel beter.

‘Proost, Kristina’, zei hij. ‘Ik probeer te zeggen dat als de Amerikanen tien miljoen in het Samsonproject willen investeren, het een beetje dom zou zijn om dat te laten schieten, alleen maar omdat jij bij dat weerzinwekkende familiediner in Kymlinge wilt zijn. Met “weerzinwekkend” citeer ik een welingelichte en nuchtere kenner, misschien had ik dat niet …’

‘Duidelijk. En wanneer komt die Jefferson om precies te zijn?’

‘Dinsdagavond. Woensdag vliegt hij tussen de middag alweer naar Parijs. Maar een ontbijtvergadering ligt binnen de mogelijkheden.’

‘Binnen de mogelijkheden? We zijn pas woensdagavond weer thuis.’

‘Misschien wel.’ Hij keek haar niet meer aan, bestudeerde daarentegen zijn nagels, telde ze, of wat hij ook aan het doen was. ‘Kristina, je weet dat ik mijn best doe voor dit spektakel, maar als ik me niet vergis kan ik dinsdagavond terugrijden. Of ’s nachts. Jij en Kelvin kunnen de trein terug nemen of met Robert meerijden. Hij zal sowieso wel woensdag terugrijden … Leuk dat hij komt, ondanks alles.’

Leuk? dacht ze. Wat is er in hemelsnaam zo leuk aan Robert? Ze dronk haar glas leeg en had er spijt van dat ze niet om twee centimeter had gevraagd. Of vier.

‘Als ik het goed begrijp,’ ging Jakob verder, ‘is het niet de bedoeling dat we daar de hele nacht blijven. We zitten toch in een hotel, ze hoeven niet eens te weten dat ik iets eerder vertrek. Of wat vind jij?’

Ze haalde een keer diep adem en zette zich schrap. ‘Als die Jefferson zo belangrijk is en je besluit toch al vaststaat, hoef je het ook niet met mij te overleggen, Jakob.’

Ze gaf hem een seconde om te protesteren, maar hij nipte alleen maar van zijn whisky en knikte geïnteresseerd.

‘En hoe kan ik nou weten wat ze van plan zijn? Het is de veertigste verjaardag van mijn zus en de vijfenzestigste verjaardag van mijn vader. Het is de eerste keer dat je de hele familie bij elkaar ziet en waarschijnlijk ook de laatste, ze willen immers het huis verkopen en naar de Bejaardenkust verhuizen. De familie is te schande gemaakt, papa heeft zijn hele leven geprobeerd een soort kleinburgerlijke steunpilaar en prachtkerel te zijn, en dan staat zijn enige zoon zich op televisie af te trekken … Nee, ik weet niet wat ons daar te wachten staat, maar jij moet ontbijten met een Amerikaanse hotemetoot, dus laat dit je er niet van weerhouden.’

Hij koos de makkelijkste weg. Nam haar letterlijk, deed alsof hij de ironische afgrond niet zag. ‘Goed’, zei hij kort en neutraal. ‘Ik heb woensdagochtend om negen uur voorgesteld, dan bel ik hem even om het te bevestigen.’

‘En als het feest nou niet voor middernacht afgelopen is?’

‘Ik rij er direct vandaan. ’s Nachts doe je er maar drie uur over. Vier, vijf uur slaap, meer heb ik niet nodig.’

‘Je doet maar’, zei Kristina. ‘Wie weet, misschien rijden Kelvin en ik wel met je mee.’

‘Ik zou niets liever willen’, zei Jakob met een nieuwe, milde glimlach. ‘Wil je niet nog een centimetertje? Hij smaakt goed, deze ezelinnenmelk.’

Die nacht werd ze om half drie wakker en het duurde een uur voor ze weer in slaap viel. Dit was doorgaans niet hét tijdstip voor positieve gedachten, en dat was deze keer ook zo.

Dit gaat niet werken, dacht ze. Het houdt geen stand tussen Jakob en mij. We spelen niet in hetzelfde toneelstuk.

Onze instrumenten klinken niet goed samen … Langzaam, zonder weerstand dreven de argumenten en metaforen naar de oppervlakte … We zijn nooit in dezelfde ruimte, we spreken niet dezelfde taal, olie en water, hij heeft nooit een gedachte die lijkt op iets waar ik aan denk. Over vijf jaar … over vijf jaar zit ik als alleenstaande moeder bij de eerste ouderavond op school. En waarom zou ik moeite doen om een nieuwe vent te zoeken? Ik geef het op.

Ik stel te hoge eisen, dacht ze een minuut later.

Zo zou Ebba het formuleren. Haar brave zus, Ebba. Wees niet zo verdomde arrogant, zusje. Wees blij dat je iemand hebt, je had het veel slechter kunnen treffen.

Niet dat Kristina het ooit in haar hoofd zou halen om dit met Ebba te bespreken.

Maar als. Je stelt te hoge eisen en je wilt te veel, zou ze zeggen. Hoe kom je erbij dat er iemand zou kunnen zijn – en ook nog eens een man! – die iets denkt te winnen met omzwervingen in jouw verwarde feministische ziel? Neem dat manuscript nou waar je mee zit te worstelen! Alle anderen in je team kiezen eieren voor hun geld en werken volgens het contract, jij bent de enige die het jezelf moeilijk maakt en twee keer zo veel tijd nodig hebt voor de nabewerking. Herschrijven, herschrijven en nog eens herschrijven. Je bent voorbestemd om rotzooi te produceren, leer te doen wat je moet doen en laat het dan voor wat het is! De wereld zal je genialiteit toch nooit erkennen.

Zou Ebba gezegd kunnen hebben. Als ze wist hoe de zaken ervoor stonden.

Nog een minuut later kwam de onvermijdelijke onzekerheid. Toen ze op Ebba’s barricade ging staan en tegen zichzelf van leer trok. Er zit geen genie in je verborgen, Kristina Hermansson! Je bezit geen greintje originaliteit. Geen echte creativiteit. Je bent gewoon een ontevreden jonge bitch met grootheidswaanzin. Altijd al geweest; dat je eerst een bitch van middelbare leeftijd wordt en daarna een oude zullen de enige kwalitatieve veranderingen in je leven zijn.

Ze stond op en dronk wat appelsap. At een cracker met cheddar. Ging voor de badkamerspiegel staan en bekeek haar lichaam. Het was haar oude vertrouwde lichaam, het was ooit jonger geweest, maar haar borsten waren nog net zo groot, haar buik was plat en haar heupen waren niet te breed. Geen cellulitis. Ze zag eruit als een echte vrouw, als ze een man was geweest, zou ze vermoedelijk waarderen wat ze zag.

Maar nu had ze haar ziel voor de rest van haar leven aan een en dezelfde man verkocht, zo was het toch? En hij vrijde het liefst in het donker. Waarschijnlijk omdat hij niet wilde dat zij zijn buikje zag. Dus was zij de enige die er zo nu en dan toe kwam om dit tot nu toe goed geconserveerde lichaam te bekijken. Eenendertig jaar oud. Jakob was drieënveertig. Als ze het leeftijdsverschil van twaalf jaar zou omdraaien, betekende dat dat zij iets met iemand van negentien kon beginnen. Een vluchtige tinteling trok over de binnenkant van haar dijen, meer was het niet. Nog niet.

Belachelijk, dacht ze. Jezus, wat zijn wij mensen toch belachelijke wezens. Waarom al die tijd en moeite nemen om over onszelf na te denken en onze vermeende levens? Onze egocentrische reis naar het graf.

Ik zou gelovig moeten worden, schoot het ineens door haar heen. Zou me ergens voor moeten gaan interesseren. Verkiezingen of Afghaanse vrouwen of andere onderdrukte soorten. Mijn man en mijn zoon? Dat is wel het minste wat je kunt verlangen.

Misschien ook voor Robert, ze wist dat ze het zichzelf amper zou vergeven als hij zich echt van het leven zou beroven.

Maar Jakob?

Hoe kon ze dat ooit opbrengen?

Hij was van begin af aan complimenteus geweest. Had gezegd dat haar manuscript outstanding was vergeleken bij de andere vierentwintig ingezonden bijdragen en hij had haar vrouwelijke ijdelheid een flinke oppepper gegeven. Haar onmiddellijk aangenomen, ze was zevenentwintig, maar ze was voor hem gevallen als een aandachtsgeile tiener.

Dat was in mei 2001, in augustus vrijden ze voor het eerst en tien minuten voordat ze begonnen, vertelde hij dat hij getrouwd was en een meisjestweeling van vijftien had.

Ook voor die directheid viel ze. En toen hij nog geen half jaar later zowaar een scheiding aanvroeg, kwam de sombere voorspelling van haar vriendin, Karen, niet uit. (Die gaan nooit scheiden! Hoe kun je zo ongelofelijk stom zijn, heb je dan nog nooit een psychologieboek gelezen? Amoeben zoals jij zouden gesteriliseerd moeten worden!) Pas toen ze zelf zwanger was en hun eigen huwelijk voor de deur stond, werd het haar duidelijk dat Annica, de moeder van de tweeling, een jaar op haar man had voorgelegen wat betreft het complexe spel van het vinden van een nieuwe partner. Het was niet Jakob die met deze onthulling was gekomen, maar Liza, een van de panterachtige dochters. (Dat je maar niet denkt dat je onze moeder verdrongen hebt of zo. Ze zat gewoon te wachten tot zo iemand als jij op zou duiken!)

Bijna tegelijkertijd met de geboorte van Kelvin verhuisde Jakobs voormalige gezin – onder leiding van het nieuwe alfamannetje – naar Londen, en de herinnering aan hen leek te verbleken als oude foto’s in te fel zonlicht. Dat was eigenlijk wel heel erg raar, er moest iets grondig mis zijn. Maar waarom wroeten in oude compost?

Het huis in Gamla Enskede was peperduur. Jakob Willnius had echter geld, status en verantwoordelijkheid; was een soort crack in de zielloze, totaaldigitale televisiewereld en had twee beruchte vrouwelijke bazen overleefd op een manier die niemand, door een man verwekt, voor elkaar had gekregen. (Ja, hij heeft iets heel bijzonders, daar ben ik het mee eens, had Karen toegegeven, maar of dat op de lange termijn positief is, durf ik niet te zeggen.) Hij heeft een twaalf jaar jongere vrouw, dacht Kristina op cynische momenten. Ik ben zijn lot uit de loterij en zolang ik twee keer per week met hem neuk zal hij me nooit uit eigen beweging verlaten. Als ik ooit omkom van de honger, is dat mijn eigen schuld.

Maar de onverbiddelijk knagende alledaagse onvrede was de laatste maanden toegenomen, dat viel niet te ontkennen. De behoefte aan … ja, waaraan? dacht ze en ze verliet de badkamer. Hem straffen? Ook belachelijk, wat zou ze ermee opschieten als ze Jakob zou straffen? Wat waren dat voor geniepige woorden die zich aan haar gedachten leenden?

Maar haar gedachten en gevoelens weigerden met elkaar op één lijn te komen. Grepen elkaar bij de strot, hier zat het, dat wist ze. Het probleem. Precies hier.

Ik ben primitief, dacht ze toen ze, op veilige afstand van hem, weer het tweepersoonsbed in kroop. Maar het is goed dat ik mijn beweegredenen ken. Het leven is niet meer dan dit. Bonjour tristesse.

Wat moet ik doen? dacht ze vervolgens. Of eerder: wat zou ik wíllen doen?

Wat is er toch met mijn leven waardoor het ineens bijna ondraaglijk voor me is geworden?

Maar voor ze kon beginnen met het beantwoorden van deze vraag had de slaap zich eindelijk meester van haar gemaakt. Hoog tijd, het zou waarschijnlijk minder dan drie uur duren voordat Kelvin haar aandacht zou opeisen. Op zijn stille manier.

Toen het schandaal nog maar een dag oud was, had haar moeder gebeld om te vragen of Jakob er misschien de hand in had gehad dat Robert geselecteerd was voor dat programma.

Kristina had die gedachte afgedaan als absurd, maar ze had het niet kunnen laten het hem diezelfde avond te vragen.

Bij wijze van uitzondering had hij tekenen laten zien van iets wat op boosheid leek. ‘Kristina, wat wil je daarmee insinueren? Je weet toch verdomme wel beter. En je weet toch hoe ik over Lindmanner en Krantze denk.’

‘Sorry, mijn moeder vroeg het zich af. Ze zijn nogal geschokt daar.’

‘Dat kan ik me voorstellen’, had Jakob geconstateerd. ‘Eerlijk gezegd vind ik het wel goed dat het is gebeurd. Dan wordt het in de toekomst moeilijker om zulke investeringen te motiveren.’

‘Dus je denkt dat Roberts bijdrage op de lange termijn iets positiefs kan opleveren?’

‘Waarom niet? Als mensen meer van dit willen, hoeven ze maar een paar treden op de schaal af te dalen en naar pornozenders te gaan kijken. Toch?’

Daar had hij natuurlijk gelijk in. Maar de schaal zelf ergerde haar. Grofweg was er – op pornofilms na – in de productie-industrie van het televisieamusement sprake van drie kwaliteitsniveaus. Helemaal onderaan bungelden de realitysoaps, met Fucking Island als een soort All Time Low. In het midden bevonden zich de series en de spelletjesprogramma’s. De talkshows, discussieprogramma’s en zogenaamde maatschappelijke analyses. Maar helemaal bovenaan troonde het oude vertrouwde Drama – dat weliswaar eigenlijk niet meer bestond of in elk geval sinds een paar jaar een andere naam had en in feite vooral leunde op voorraden uit de jaren zeventig en tachtig. Op dit niveau bevond Jakob zich en had hij de grootst denkbare verantwoordelijkheid. Zelfs de kijkcijfers werden hierbij niet echt serieus genomen. Alleen kwaliteit en internationale prijzen.

Kortom, hoewel de schalen van tijd tot tijd bespreekbaar waren en aangepast konden worden, bevond Robert Hermansson, haar broer, zich onder op de bodem. Hopelijk was het een kortdurende beroemdheid, maar twee miljoen kijkers waren er toch meer dan Jakob Willnius bij zijn laatste zes producties had gehaald.

Een nieuwe laatste-film van de kluizenaar op Fårö niet meegerekend. Daar hoefde je niet hypocriet over te doen en the show must go on.

Tijdens haar moederschapsverlof wist ze zeker dat ze niet terug zou gaan naar de Fabriek, maar toen puntje bij paaltje kwam had ze geen keus. Nog één jaar, had ze gedacht, ik geef het nog één jaar.

Op 1 november was dat jaar voorbij. Nu was het bijna Kerst en nog steeds broedde ze ideeën uit en schreef ze manuscripten voor het mogelijke vervolg op een bekritiseerde dramaserie over een premier en een land in crisis. Plus wat andere dingen van ongeveer hetzelfde kaliber, vanaf 20 januari hadden ze twee weken op de Malediven geboekt; vooruit, had ze als compromis bedacht, tot dan, en dan is het afgelopen. In februari moet ik met iets nieuws beginnen.

‘Je rijdt te hard’, zei Jakob. ‘We hebben toch geen haast?’

Ze minderde vaart naar honderd. ‘Wil je ergens stoppen om te eten?’

Hij keek even naar Kelvin. ‘Kunnen we niet beter wachten tot ons prinsje wakker is?’

‘Goed. Waar denk je aan?’

Hij aarzelde een paar tellen met antwoord geven. ‘Je familie, om eerlijk te zijn. Je zou een script over ze moeten schrijven.’

‘Ben je bela…’

‘Nee, ik meen het. Een soort docusoap, in de Verenigde Staten zijn er al verschillende gemaakt, maar hier is dat nog niet gedaan. Over wat er in een familie gebeurt als …’

‘Hou op, Jakob. Nog één woord over die toestand en ik rij tegen de eerste de beste bergwand aan.’

Hij legde zijn hand heel even op haar arm en leek na te denken. ‘Het spijt me’, zei hij na een tijdje. ‘Ik bedoel alleen maar dat jullie een interessante groep mensen zijn … Misschien ook typerend.’

‘Hoezo typerend?’ vroeg ze.

‘Voor deze tijd’, zei hij. Ze wachtte op een vervolg, maar dat kwam niet. In plaats daarvan bladerde hij in Aftonbladet. Een interessante groep mensen? dacht ze. Ja, hij had makkelijk praten. Enig kind uit een welgestelde familie uit Stocksund. Zijn ouders waren overleden aan kanker, verschillende soorten en op verschillende plekken in het lichaam, maar met minder dan tien maanden tussentijd. Dat was zeven jaar geleden. Jakobs levende stamboom ging alleen maar omhoog en bevatte hemzelf en de verbleekte tweeling in Hampstead. En Kelvin. Een oude oom lag al tien jaar op sterven in het Deense Gilleleje en zou een aanzienlijke erfenis nalaten als de tijd daar was. Ze kon zich terecht afvragen wat hij met het woord ‘typerend’ bedoelde. En met ‘deze tijd’.

‘Je hebt helemaal gelijk’, zei ze. ‘We hebben vast een grote amusementswaarde, als je erover nadenkt.’

Deze keer besloot hij de dubbele bodem wel te horen. ‘Je mag niemand van hen’, wierp hij tegen. ‘Ik snap niet waarom je ze zo halsstarrig blijft verdedigen. Ik vind het een beetje kinderachtig.’

‘Het is niet makkelijk om lichaamsdelen te amputeren waar je niks mee hebt’, legde ze geduldig uit. ‘Ook al zegt Jezus van Nazaret dat je dat moet doen. Verder heb ik nooit iets tegen Robert gehad … Niet tot dit gedoe in elk geval.’

Hij nam een nieuwe denkpauze. Vouwde de krant dicht en bekeek haar van opzij.

‘Je bent nu al een paar dagen boos op me. Kun je niet zeggen wat er is en me zo een eerlijke kans geven?’

Maar voor ze antwoord kon geven, werd Kelvin met een hik en een snik wakker en werd er niets meer over de kwestie gezegd.

De Man Zonder Hond
manzonderhond1.xhtml
manzonderhond2.xhtml
manzonderhond3.xhtml
manzonderhond4.xhtml
manzonderhond5.xhtml
manzonderhond6.xhtml
manzonderhond7.xhtml
manzonderhond8.xhtml
manzonderhond9.xhtml
manzonderhond10.xhtml
manzonderhond11.xhtml
manzonderhond12.xhtml
manzonderhond13.xhtml
manzonderhond14.xhtml
manzonderhond15.xhtml
manzonderhond16.xhtml
manzonderhond17.xhtml
manzonderhond18.xhtml
manzonderhond19.xhtml
manzonderhond20.xhtml
manzonderhond21.xhtml
manzonderhond22.xhtml
manzonderhond23.xhtml
manzonderhond24.xhtml
manzonderhond25.xhtml
manzonderhond26.xhtml
manzonderhond27.xhtml
manzonderhond28.xhtml
manzonderhond29.xhtml
manzonderhond30.xhtml
manzonderhond31.xhtml
manzonderhond32.xhtml
manzonderhond33.xhtml
manzonderhond34.xhtml
manzonderhond35.xhtml
manzonderhond36.xhtml
manzonderhond37.xhtml
manzonderhond38.xhtml
manzonderhond39.xhtml
manzonderhond40.xhtml
manzonderhond41.xhtml
manzonderhond42.xhtml
manzonderhond43.xhtml
manzonderhond44.xhtml
manzonderhond45.xhtml
manzonderhond46.xhtml
manzonderhond47.xhtml
manzonderhond48.xhtml
manzonderhond49.xhtml
manzonderhond50.xhtml
manzonderhond51.xhtml
manzonderhond52.xhtml
manzonderhond53.xhtml
manzonderhond54.xhtml
manzonderhond55.xhtml
manzonderhond56.xhtml
manzonderhond57.xhtml
manzonderhond58.xhtml
manzonderhond59.xhtml
manzonderhond60.xhtml
manzonderhond61.xhtml
manzonderhond62.xhtml
manzonderhond63.xhtml
manzonderhond64.xhtml
manzonderhond65.xhtml
manzonderhond66.xhtml
manzonderhond67.xhtml
manzonderhond68.xhtml
manzonderhond69.xhtml
manzonderhond70.xhtml
manzonderhond71.xhtml
manzonderhond72.xhtml