33

‘Ik ben sinds mijn elfde jaar niet meer bij het kanaal geweest.’ Zoe las haar tekst zorgvuldig over. ‘En nu, na een wandeling in Regent's Park en een lekkere kop thee aan het kanaal, raad ik het iedereen aan die een gezellig dagje in Londen wil doorbrengen. Je kunt bijvoorbeeld ook in een taxi springen en naar Fortnum and Mason gaan voor thee. Ook al ben ik nu volwassen, toch geloof ik dat het juist de simpele dingen zijn waaraan je vaak de plezierigste herinneringen overhoudt. Ik vind dit een heerlijk dagje uit omdat het ideaal is als je alleen bent, of als je kinderen hebt, of een weekend in Londen bent, of zelfs voor een romantisch afspraakje. En toen ik in New York was droomde ik ervan. Ik zou heel graag willen weten wat jullie suggesties zijn voor je eigen droomuitstapje. Tot de volgende keer. Liefs uit Londen van Katy’

Zoe keek op van het artikel. ‘Heel goed,’ zei ze. ‘Wauw, ik heb nooit geweten van dat boottochtje op het kanaal. Of dat die mannen in de klok de heren Fortnum en Mason zijn. Hoe wist je dat?’

‘Je kent me,’ zei Kate. Ze tikte tegen haar hoofd. ‘Ik ben een opslagplaats voor nutteloze informatie.’

‘De enige die de lessen Algemene Kennis op school leuk vond. Dat was ik vergeten.’

Zoe legde het papier neer. ‘Hm, je bent briljant. Kijk eens naar mij nu. Ik ben een Tevreden Consument. Meer niet.’

‘En ik ben Katy in Londen die haar werk doet,’ zei Kate en nam een slok wijn. Ze zaten in Zoes achtertuin te wachten op Francesca, en deden net of het juli was en geen april, terwijl een waterig zonnetje op het gras scheen en Flora en Harry achter een bal aanholden. Er was nog weinig groen te zien in de tuin, maar alles had knoppen, en de narcissen en hyacinten bloeiden volop, reikten omhoog uit de zwarte aarde. Een vogel zong loom in de avond en aan de andere kant van de afscheiding kon Kate een andere familie luid horen praten, en de keukendeur open en dicht gaan.

‘Dus dit heb je geschreven in…’

‘Anderhalve dag.’

‘En wanneer hoor je weer van Sue?’

‘Morgen.’

‘Dus je bent pas twee weken terug en je hebt nu al een baan. Wauw.’

Kate hield van Zoes optimistische kijk op de dingen. ‘Het is geen baan,’ zei ze en ze boog zich naar voren om Zoe nog een zoutje aan te bieden. ‘Het is één column. En waarschijnlijk vindt ze het vreselijk.’

‘Dus je gaat ermee door?’

Kate dacht aan de baan die Sophie had gehad, het voorschot op het honorarium dat Sue had genoemd, zesentwintig columns per jaar plus tien artikelen, meer geld als Venus een weekblad zou worden, wat nu hun streven was. Ze zou er niet rijk van worden, maar ze had uitgerekend – heel terloops, op de achterkant van een envelop – dat het voldoende zou zijn voor haar hypotheek en rekeningen, en dat ze dan nog voldoende over zou houden voor nu en dan een glas wijn en een tochtje naar Zara's Delicatessen. Als ze hier bleef, wat ze niet deed. Maar als ze bleef, was het mogelijk. Ze had keuzes. Plotseling leek het haar nogal bizar.

Ze bofte, dat wist ze nu. Het was geluk, maar toen ze eraan dacht, hoe het gebeurd was – omdat mevrouw Allan was gestorven en ze Sue weer was tegengekomen op de begrafenis – verdween de zon even achter een wolk.

‘Ik weet niet,’ antwoordde ze. ‘Ik geloof dat ik het wel zou willen. Het is alleen zo vreemd. Ik wou dat het niet gebeurd was… vanwege mevrouw Allan.’

‘O, Kate,’ zei Zoe toen Harry de keuken binnenkwam met een soort bol die onder de modder zat in zijn hand. ‘Je moet leren het goede met… Hé, Harry, geweldig. Ben je aan het tuinieren geweest?’

‘Ja,’ zei Harry. ‘Kijk.’ Hij hield de bol nog iets hoger. Het ding zwaaide rond, raakte Kate en Zoe in het gezicht, zodat ze onder de modder kwamen.

‘Nou, ik ben trots op je,’ zei Zoe, half tegen Harry, half tegen Kate. ‘Kate, vertel eens, hoe gaat het met je vader?’

‘Steeds beter. Ze zeggen dat hij over een week of zo weer mag auto rijden. Hij kleedt zich nu iedere dag aan en gaat naar buiten. Niet lang, maar het doet hem goed.’

Zoe nam nog een zoutje. Ze keek op haar horloge. ‘Francesca zal zo wel komen. Ik zal het eten vast opzetten. Vertel eens, maakt Lisa je stapelgek? En hoe gaat het met Dani? Nog steeds lastig?’

Kate begon zich steeds meer verbonden te voelen met Dani en Lisa. ‘Goed,’ zei ze. ‘Eigenlijk valt Lisa best mee, weet je. En Dani is echt heel lief.’

Ze had die middag met Dani gespeeld, in de gemeenschappelijke tuin van hun pittoreske straatje, genietend van de zon en de warmte. Dani was vuil geworden en Lisa had zelfs niet geklaagd, ze had gezegd dat het goed voor haar was om buiten te zijn.

Het was een prachtig voorjaar, dat al vroeg was begonnen. De zon scheen in de prille ochtend door de ramen, de knoppen barstten open en vormden groene bladeren, de mensen koesterden zich in de warme lentezon. Kate kon zich niet herinneren zo'n voorjaar te hebben meegemaakt. Ze was vergeten hoe groen en ruim en ontspannend Londen was, hoe wit en elegant de gebouwen waren, hoe heerlijk het was om er rond te lopen. Ze moest lachen als Londenaren klaagden over de drukte en het jachtige tempo van de stad. Ja, Londen was hooghartig en snoeverig. Ja, Londen was rommelig en chaotisch en vaak deprimerend, maar het was een welkome afwisseling na de non-stopanonimiteit en adrenaline van New York. Ze had het zich nooit eerder gerealiseerd, maar nu wist ze het.

En Londen in de lente was mooi, vooral deze lente. Later zou het in juni en juli de hele maand regenen, zou de atmosfeer vochtig en het weer onbetrouwbaar zijn, en zouden de mensen tegen elkaar snauwen en de pest in hebben vanwege het weer, maar nu was het april en de lucht was blauw, onbewolkt en warm, en de bloesems prijkten aan de bomen, en narcissen en vergeet-me-nietjes bloeiden in de parken. Nu was het een verrukkelijke, verfrissende plek om te vertoeven.

Het had haar veranderd, besefte ze. Ze was nu elf dagen terug en ze sliep goed, urenlang. En de zon scheen naar binnen op de parketvloer van haar flat. Ze voelde zich hier steeds meer thuis, vond het prettig in haar eentje rond te scharrelen. Ze zette bloemen in vazen, gooide ramen open, zette 's morgens fluitend thee. 's Morgens haalde ze de post voor meneer Allan uit de bus en gaf de planten in zijn flat water, ze ging elke dag op bezoek bij haar vader, en ruimde de rommel op in de keuken en de oude ladenkast in de zitkamer. Ze zat aan haar bureau en schreef en herschreef de columns van Katy uit Londen tot ze er tevreden over was. Sue had gelijk, ze was een oude dame. Ze at kool en dronk wijn en deed dingen waar ze niet over gepiekerd zou hebben in New York, waar ze alles onder controle had, waar ze in haar eigen wereldje leefde.

Maar er waren dingen die ze nog onaangeroerd liet liggen. De brie ven van Charly lagen alle drie nog ongelezen op een stapeltje, en de makelaars voor de verhuur werden niet door haar lastiggevallen, en nog steeds belde ze Perry & Co niet; ze dacht bij zichzelf dat ze het morgen zou doen, nee overmorgen, en ze zou Charly bellen, al haar moed bijeenrapen en zeggen dat ze kon opdonderen, dat ze haar niet wilde zien, dat ze haar niets kwaads toewenste maar niet wilde weten dat haar kind op de wereld zou komen, het kind van iemand als Charly. Kate keek naar Zoes kinderen die ronddraafden in de tuin, en knikte bij zichzelf, bedacht weer waarom ze dat niet wilde, waarom ze niet kon…

‘O, Mac heeft gebeld. Hij komt vanavond,’ zei Zoe plotseling en ze stond op om nog een fles wijn te halen.

‘Wát?’ Kate schrok op. Ze was totaal vergeten dat Francesca had gezegd dat hij misschien langs zou komen. ‘Hij… wat?’

Zoe pakte een paar schaaltjes met zoutjes, ze stond met haar rug naar Kate. ‘Ik weet niet of Francesca je verteld heeft dat hij misschien zou komen. Nou, hij komt dus. Hij wil de kinderen zien. Hij heeft een cadeautje voor Harry.’

‘Waarom?’

‘Hij is hun oom, Kate,’ zei Zoe langzaam, alsof Kate niet helemaal bij haar verstand was. Ze keek even naar haar vriendin en kwam met een zucht overeind. ‘Oef. Ik ben kapot. Denk je dat die vitaminen die je neemt voor je huid iets helpen? Ik slik er ongeveer vijftig per dag en ik krijg nog steeds dat puistje op mijn kin… Hier, kun je het zien? Kijk.’ Ze prikte met haar vinger tegen haar kin. ‘Wat heeft het voor zin?’

‘Doe het toch maar,’ zei Kate sussend. ‘Blijf die vitaminen maar nemen. Die zijn goed voor je. Vooral zink. Eh… Zoe? Weet hij dat ik… dat Francesca en ik komen?’

‘Ja, natuurlijk.’ Ze staarde Kate aan. ‘Hij vroeg of het kon. Hij komt alleen maar even langs, hij wil niet blijven. We zullen hem moeten overhalen.’

Kate knikte, probeerde enthousiast te lijken, inwendig protesterend tegen het puur Engelse fenomeen van ‘even langskomen’. In New York kwam je niet ‘even langs’ bij iemand. Hemel, nee. Je sprak af in een restaurant of een bar in de buurt. Je organiseerde het. Zelfs als je met iemand omging, organiseerde je waar en wanneer je met elkaar omging. Waarom had Mac niet meteen kunnen zeggen of hij kwam of niet kwam? Waarom kon ze, nu hij op ditzelfde moment onderweg was naar hen toe, nog steeds niet aan hem denken zonder het gevoel te hebben dat iemand letterlijk haar hart op tafel had gelegd en doormidden had gesneden?

‘Oom Mac komt!’ zei Flora, en ze gaf Kate plechtig een por tegen haar been.

‘Ja,’ zei Kate. Kate was bijna overdreven dol op Flora, die ze pas een week geleden had leren kennen. Ze leek een heel kleine versie van Zoe, van haar zwarte haar tot haar grote, vastberaden voeten, die zelden in schoenen staken en net als hun eigenaresse een eigen wil hadden.

‘Jippie!’ zei Flora, die op haar tenen ging staan en zich toen weer omlaag liet zakken, wat haar manier van springen was.

Er werd gebeld en Zoe ging opendoen. ‘Dat zal Francesca zijn,’ zei ze. Harry holde naar Kate, en Flora holde terug naar het grasveld, alsof ze stuivertje wisselden. Kate keek naar ze toen ze weer samen in de tuin speelden. Ze leken op Steve, allebei, zoveel dat het pijn deed. Ze zag een uitdrukking op Harry's gezicht die haar deed denken aan die keer, in hun beginjaren aan de universiteit, toen ze Steve had betrapt toen hij dronken thuiskwam, samen met Sean en Jem, terwijl hij eigenlijk met Zoe had afgesproken in een bar. Hij had toen net zo gekeken: angst vermengd met schuldbesef. Het resultaat was kluchtig en aanbiddelijk, alleen Steve kwam daarmee weg.

‘Ik zal het tegen niemand zeggen,’ had Kate hem gerustgesteld. Ze had zich toen een beetje schuldig gevoeld en wist niet zeker wat Zoe zou zeggen als ze het hoorde.

Francesca verscheen bij de ingang van de keuken en zwaaide. Kate zei kordaat: ‘Goed, ga mee naar binnen en was je gezicht, zodat jullie klaar zijn als je oom straks komt.’

‘Waarom wil hij dat we ons gezicht wassen?’ vroeg Harry, die Kate kennelijk niet helemaal vertrouwde.

‘Hij…’ Kate beet op haar lip en pakte het handje van Flora. ‘Hij vindt dat het in de wet hoort te staan. Om een schoon gezicht hebben. Eh… Vraag het hem maar als hij er is.’

‘Ga jij ook je gezicht wassen, Kate?’ vroeg Harry brutaal.

‘Absoluut,’ zei Kate. ‘Schiet op, jullie.’

Ze liepen naar binnen, alle drie merkwaardig ingetogen.

‘Jemig, die verrekte bussen,’ zei Francesca toen ze door de openstaande tuindeuren de keuken binnenliepen. ‘Ik haat die krengen!’ Ze trok haar donkere, glanzende haar onder de kraag van haar jas vandaan en trok haar jas uit. ‘Verdomme! Au! V…’

‘La! Lalala!’ zong Kate luid en ze pakte de handen van de kinderen. ‘O, lalala!’ schreeuwde ze, en ze rende bijna voorbij Francesca.

‘Het is oké,’ kwam Zoe tussenbeide, toen Flora en Harry om Kates benen heen tuurden en elkaar aankeken, alsof ze wilden zeggen: Help, iedereen hier is gek geworden. ‘Harry, je weet dat het een lelijk woord is wat Francesca zei, hè?’

‘Ja,’ zei Harry. ‘Heel erg lelijk. Dat mag je niet zeggen.’

‘Ik weet het,’ zei Francesca tegen hem. ‘Vertel me eens iets anders, Harry. Waar is de wijn?’

‘Oké,’ zei Zoe hoofdschuddend. ‘Harry, let maar niet op tante Kate en tante Francesca. Tante Kate speelt voor Mary Poppins, en dat jaagt me de stuipen op het lijf. En tante Francesca wordt boos als ze geen wijn bij de hand heeft. Ze is een ouwe zuipschuit.’

‘Hm?’ zei Francesca, plukkend aan een draadje van haar pakje.

‘Ik zal De kleine zeemeermin opzetten,’ zei Zoe, waarop de kinderen begonnen te jubelen. ‘Jullie mogen er dertig minuten naar kijken terwijl wij praten en dan stop ik jullie in bed, en dan komt oom Mac jullie straks een nachtzoen geven. Oké?’

Flora knikte instemmend, maar dat deed ze bij alles. Harry zei: ‘Ja, oké.’

Toen de dvd aanstond en de drie vriendinnen een paar minuten later rond de keukentafel zaten, haalde Francesca een fles champagne in een koelmanchet uit haar rugzak.

‘Ik heb een goeie zaak afgesloten vandaag. Het is eindelijk gelukt. Dat moet gevierd worden.’

‘Wauw,’ zei Zoe en ze stond op om de glazen te halen. ‘Geweldig! Gefeliciteerd. Wat was het voor zaak?’

‘Duitsers,’ zei Francesca kortaf. ‘Hier…’ Ze ontkurkte de fles geruisloos. ‘Zoe, pak aan… Kate, jouw glas.’ Ze schonk ook voor zichzelf in. ‘Meiden, een toost.’

Ze stonden met hun glas in de hand.

‘Ja,’ zei Zoe.

‘Op ons. En op mij.’ Francesca's donkere ogen glinsterden boven het champagneglas. ‘Ik verdien elke druppel van dit mooie schuimende vocht.’ Ze nam een slokje. ‘Wacht. En op jou, Kate. Op je artikel en je thuiskomst in Londen. Je gaat niet terug naar New York, we beginnen een campagne om je hier te houden. Feitelijk is dit de eerste bijeenkomst.’

‘Oké,’ zei Kate glimlachend, starend naar haar glas met de goudkleurige bubbels.

‘En ten slotte, Zoe, op jou. Bedankt dat we mogen komen. En dit is een dronk speciaal op jou, omdat je zo fantastisch bent.’ Ze glimlachte. ‘Hm, ik weet dat je Kate waarschijnlijk alles erover verteld hebt, maar je zult het nog eens moeten vertellen, want ik wil alles weten. Hoe was je date?’

Zoe liet een dringend ‘sssst’ horen.

‘Je wat?’ Het duizelde Kate.

‘Heb je het haar niet verteld?’ vroeg Francesca, met haar glas naar Kate wijzend.

‘Je had een date?’ zei Kate. ‘En daar heb je me niks van verteld?’

‘Nou zoveel stelt het niet voor,’ zei Zoe geprikkeld. ‘Staar me niet aan alsof ik een buitenaards wezen ben. Het was gewoon een date. Meer niet.’

‘Weten de kinderen het?’ vroeg Kate. De andere twee draaiden zich naar haar om.

‘Ben je gek?’ vroeg Francesca. ‘Doe niet zo raar. Nou,’ ging ze verder tegen Zoe, ‘heb je die blauw met grijze wikkeljurk gedragen?’

‘Ja, en je had groot gelijk dat wikkeljurken me zo goed staan,’ zei Zoe enthousiast. ‘Duizendmaal dank. Ik dacht altijd, met mijn tieten en zo, dat het niks voor mij was, weet je, maar ze zijn perfect! Ze houden alles op…’

‘Wacht eens even!’ zei Kate. ‘Wat is er in vredesnaam aan de hand? Je hebt een date gehad? Met wie?’

‘Hij is…’ Zoe pakte haar glas op en nam een flinke slok. ‘Hij heet Diggory. Hij is tuinarchitect. Hij werkt met me in de kwekerij.’

‘Hoe wordt hij genoemd?’ vroeg Kate.

‘Diggory. Zoals de jongen in De geheime tuin,’ zei Francesca behulpzaam.

‘Serieus?’

‘Maar zijn vrienden noemen hem Digg.’

‘Een of twee g's?’

‘Lieve help, weet ik veel!’ Zoe keek haar met een ongeduldige blik aan. ‘Daar gaat het niet om!’

‘En heb je met hem gevreeën?’ zei Francesca.

‘Wacht even,’ zei Kate. ‘Spoel eens een eindje terug. Waar zijn jullie naartoe geweest?’

‘Naar een pub in de buurt van mijn werk bij Primrose Hill.’ Zoes ogen schitterden. Kate sloeg haar gade, niet helemaal op haar gemak. ‘Het was heel gek eigenlijk, want er was geen plaats.’ Ze lachte bij de herinnering.

‘En wat gebeurde er toen?’ Francesca begon een beetje verveeld te kijken.

‘O, toen kregen we een tafeltje. Er ging een stel weg. Bij het raam, dus…’

‘Die verrekte plaatsen interesseren me niet,’ zei Francesca. Ze sloeg met haar handen op tafel. ‘Hoe was hij? Hoe was het? Was het gek om een date te hebben?’

‘Supergek,’ zei Zoe. De anderen knikten begrijpend. ‘Weet je, ik vond het eigenlijk gek om met iemand uit te gaan die niet Steve was. Natuurlijk is het gek. Maar ik deed alsof het dat niet was en probeerde het van me af te zetten, de avond er niet door te laten beïnvloeden.’

Kate ging plotseling zitten. ‘Wauw,’ zei ze, en ze streek met haar hand door haar. ‘Dat is reusachtig. Goed voor jou, Zoe.’

Zoe ging naast haar zitten. Ze keek haar bijna smekend aan. ‘O, Kate, het spijt me dat ik het je niet verteld heb. Ik wilde het echt, wilde je raad vragen en zo, maar ik… ik wilde er niet zo'n ophef van maken, en dat is bijna onvermijdelijk als je het mensen vertelt. Begrijp je?’

Je hebt het Francesca verteld, wilde Kate zeggen. Ik zou willen dat je me in vertrouwen kon nemen. Maar in plaats daarvan zei ze opgewekt: ‘Volkomen. Natuurlijk.’

‘En?’ vroeg Francesca. ‘Wat gebeurde er daarna?’ Ze schonk hun gla zen weer vol. Kate klokte de inhoud van haar glas snel naar binnen.

‘Nou, we hebben daar eeuwen zitten praten… Je weet wel, over het werk en zo, het is gemakkelijk als je al gespreksonderwerpen hebt,’ zei Zoe. Haar ernstige, lieve gezicht was ontroerend. ‘Diggy heeft veel tijd doorgebracht in Australië, hij heeft heel in teressante ideeën voor irrigatiesystemen, want dat wordt in de komen de jaren natuurlijk het grootste probleem in de tuin en park architecuur.’

‘Natuurlijk,’ zeiden Kate en Francesca in koor.

‘En toen… Nou ja, ik was een beetje roekeloos, toen heb ik een taxi genomen naar huis.’

‘Zoe Hamilton!’

‘Is er wat gebeurd?’ vroeg Francesca.

‘Nee,’ zei Zoe. Ze keek van de een naar de ander. ‘Nou ja, nog niet.’

‘Natuurlijk,’ zeiden ze allebei. ‘Nog niet,’ voegde Francesca eraan toe.

‘Goed zo,’ zei Kate. ‘Geweldig. Heb je gezegd dat je hem nog terug wilt zien?’

‘We gaan dit weekend naar Hampstead met de kinderen.’

‘Je weet van opschieten,’ mompelde Francesca.

‘Nou, nee. Iemand van ons werk is jarig en ze geven een picknick op de Heath, dus komen er een hoop mensen die we kennen, en heel veel kinderen. Het zal erg leuk zijn. Hij heeft ze trouwens al eens ontmoet, op Jools huwelijk, een paar maanden geleden.’

Zoe had er altijd hetzelfde uitgezien in Kates ogen: een energieke, vastberaden, pretentieloze jonge vrouw, vol levensvreugde. Maar sinds Kate terug was had ze gedacht dat Zoe er vermoeid begon uit te zien. Uitgeput. Moe van het lot dat het leven haar had toebedeeld. Maar nu keek ze naar haar vriendin en zag een sprankeling in haar ogen die ze er niet meer in gezien had sinds… Nou ja, sinds die noodlottige dag toen ze samen lunchten, bijna drie jaar geleden. Toen Zoe zwanger was van Flora, zo snel na Harry, en Kate verloofd was. En moet je nu zien, dacht ze. Kijk eens naar Zoe, die op een date is aangewezen. Het was nog steeds niet goed, ze zou er nooit anders over kunnen denken. Kate schraapte nijdig haar keel.

‘En moet je ons nu zien,’ zei Zoe, alsof ze Kates gedachten had gelezen. Hun blikken ontmoetten elkaar en ze staarden elkaar aan in een ogenblik van helder inzicht. Zoe schudde haar hoofd naar haar vriendin. Er ging een schok door Kate heen. Ze had op de tafel willen slaan en schreeuwen dat het leven niet eerlijk was.

Francesca voelde dat er iets aan de stemming gedaan moest worden, stond op en haalde een fles wijn uit de koelkast.

‘Mac zal wel gauw komen,’ zei ze als een niet al te subtiele herinnering voor hen beiden. ‘Eet hij mee?’

Zoe sprong op. ‘Het eten!’ zei ze en ze sloeg zichzelf tegen haar hoofd. ‘Ik moet als de donder gaan koken!’

‘Dank je,’ zei Francesca toen Zoe haastig de keldertrap af liep. ‘Anders zouden we hier de hele nacht kunnen zitten. Ik kan niet lang blijven. Ik heb Mac gezegd dat ik vroeg weg moest.’

‘Goed,’ zei Kate, in de ruimte starend.

‘Dus ga ik weg voordat Mac komt, bedoel ik,’ voegde Francesca eraan toe.

‘Ik snap het.’

‘Dus gaat Mac in z'n eentje naar huis.’

‘Ja,’ zei Kate. ‘Dank je. Ik wou dat ik kon ontcijferen wat je precies zei. Het lijken wel rooksignalen die je uitzendt.’

‘Hou op,’ zei Francesca vriendelijk. ‘Ik probeer alleen maar te helpen.’

‘Dat weet ik. Sorry.’

‘Kom op,’ zei Francesca, toen gekletter en gesmoord gevloek uit de kelder tot hen doordrongen, waar Zoe probeerde iets te vinden. ‘Zolang ze weg is. Vertel eens wat er tussen jullie tweeën gebeurd is. Zij weet het niet, hè?’

‘Nee.’ Kate boog haar hoofd.

‘Kan ik niet geloven.’

‘Zoals ik al zei… Er zijn zoveel dingen waarover we niet meer praten.’ Ze maakte een vaag gebaar. ‘Diggory bijvoorbeeld. Digg.’

Francesca negeerde dat. ‘Dus wat is er gebeurd?’

‘Ik heb zijn stethoscoop gestolen en hij was woedend.’

‘Kate.’

‘Francesca.’

‘Ik geef het op,’ zei Francesca. ‘Ik kan alleen maar zeggen dat je iemand niet zo intens kunt haten zonder nog iets voor hem of haar te voelen. Het tegenovergestelde van liefde is niet haat, het is…’

‘Onverschilligheid, ik weet het,’ zei Kate.