32
‘Zal ik je dus maar vertellen wat hier fout aan is?’
Het grote glazen kantoor was onveranderd; de accessoires op Sues bureau waren onveranderd. In de keuken hing zelfs nog de oude poster, een vergeeld Gezondheids en Veiligheidsvoorschrift wat je moest doen als iemand dreigde te stikken. Eronder had iemand geschreven Laat ze met rust. Waarschijnlijk is het boulimia. Kate had nooit geweten of het serieus bedoeld was of niet. Ze wist het nog steeds niet. De proeven die wachtten op Sues goedkeuring lagen er nog net als vroeger, een hoge stapel in Sues postbakje; Kate kon de opmerkingen zien die erop gekrabbeld waren. Maar toch voelde alles bij Venus anders, voornamelijk Kate zelf. Het was zoals ze zich voelde bij haar ouders. Ze kon zich niet herinneren dat ze ooit bij die besprekingen aanwezig was geweest, de anderen vertelde wat ze moesten doen, en vooral kon ze zich niet herinneren dat ze dat leven dan achter zich liet, naar huis ging naar Sean, naar hun flat. Kate zat tegenover Sue, die een uitdraai van Kates artikel in de hand hield. Haar pony viel in haar ogen, ze blies de haren zenuwachtig weg.
‘Doe maar,’ zei ze, heen en weer geslingerd tussen het gevoel van een diepe vernedering en plotseling, onverklaarbaar, het verlangen om hardop te lachen.
‘Goed,’ zei Sue, en ze klemde haar kaken op elkaar. ‘Daar gaat-ie dan. “Het was de aanleg van de kanalen, samen met de opkomst van de stoommachine in Engeland, die de Industriële Revolutie bespoedig de en bijdroeg tot het ontstaan van het grootste – en meest contro ver siële – imperium sinds de Romeinse tijd.”’ Ze keek mismoedig naar Kate. ‘En dat is nog een van de interessantere delen. De rest gaat alle maal over de goeie ouwe tijd van de rantsoenering! Hoe verzín je het! Dit is een prettig leesbaar, informatief lifestylemagazine voor jonge vrouwen. Dit wordt geacht een leuke, geestige column te zijn over de ervaringen van een jonge vrouw in Londen. Het is geen diavoorstelling met Isambard Kingdom Brunel en Dame Vera Lynn!’
‘Ik hou van Dame Vera Lynn!’ protesteerde Kate.
‘Lieverd, ik ben dol op Dame Vera Lynn,’ zei Sue. “A Nightingale Sang in Berkeley Square” was de eerste dans op het huwelijk van mijn ouders. Ik ben dol op die vrouw. Ik hou van haar. Maar dat is verdom me niet waar het hier om gaat, oké?’
‘Niet vloeken tegen Dame Vera Lynn,’ zei Kate.
‘Kate.’ Sue schudde haar hoofd. ‘Snap je dan niet waarover ik het heb?’
‘Ja.’ Kate beet op haar lip. ‘Ik weet het.’
‘Je bent een jonge Londense vrouw. Gedraag je ernaar.’
‘Sue! Ik ben dertig, zo jong ben ik niet meer.’
‘O, in godsnaam, stel je niet zo aan. Zie je, dat is het probleem.’ Sue bonsde gefrustreerd op de tafel, boog zich half naar Kate toe. Kate wist niet of ze haar wilde slaan of omhelzen. ‘Kate, Kate. Je bent jong, je bent echt nog jong. De helft van de opiniepagina of lifestyle-columns of wat dan ook, wordt geschreven door vijfenveertigjarigen die net doen of ze dertig zijn.’ Ze kalmeerde enigszins, haar stem verzachtte en deze keer bereidde Kate zich op het ergste voor. ‘Ik vergiste me in wat ik tegen je zei na tante Eileens begrafenis.’
‘Wat heb je dan gezegd?’
‘Ik zei tegen je dat je volwassen moest worden. Dat was fout van me. Je hoeft niet volwassen te worden. Je moet ophouden met je te gedragen als een oude dame. Je kocht vingerdoekjes voor Eileens begrafenis, je deelde miniquiches rond! En die afgrijselijke chips. Ik kon wel huilen. Eileen haatte vingerdoekjes! En oom Gray ook! En jij ook!’ Sue schreeuwde bijna. ‘Kate, toen ik je overhaalde met me mee te gaan naar Venus, was het omdat je alles was wat een moderne jonge vrouw geacht werd te zijn! Je kende de belangrijkste modellen van elke prêt-à-portercollectie van dat jaar en je lievelingsboek was Middle-march! Je was de jonge vrouw par excellence!’
Kate, gefascineerd door die beschrijving van haarzelf, knikte mee op het staccato ritme van Sues toespraak. ‘Je bent geen vrouw voor vingerdoekjes!’ Sue werd weer wat rustiger. ‘Het lijkt alsof je bent opgehouden contact te zoeken met de realiteit, met de wereld waarin je leeft. Doe eens iets wilds voor de verandering. Ga naar bed met iemand met wie je dat eigenlijk niet hoort te doen. Dans op tafel! Blijf de hele nacht op! Je wordt een oude dame terwijl je nog een jonge vrouw bent.’
Kate stak haar hand op, alsof ze in een klaslokaal zat en iets belangrijks te berde wilde brengen. ‘Eh…’
‘Dat bén je! Laat me uitspreken.’ Sue zwaaide met haar potlood. ‘Bij je moeder en stiefvader wonen bijvoorbeeld. Waar slaat dat op?’
Kate, die op het punt stond zichzelf boos te verdedigen, moest plotseling denken aan de laatste zaterdag voor haar vertrek, toen Oscar een spontaan pianofeestje had gegeven. Mevrouw Da Costa en de Cohens van verderop in de gang en Maurice de portier (praktisch, besefte ze, haar beste vriend in New York) waren langsgekomen om goedendag te zeggen. Maurice had enthousiast ‘Making Whoopee’ gezongen, en ze hadden gin fiz gedronken, die Venetia had gemixt, en Kate en Oscar hadden een duet gevormd met ‘Baby, It's Cold Outside’.
‘O, mijn god,’ zei ze toen de schellen haar van de ogen vielen.
‘En wat heb je gedaan sinds je terug bent? Ben je met iemand van je eigen leeftijd omgegaan?’
Ik hou niet van mensen van mijn eigen leeftijd, wilde Kate zeggen. In plaats daarvan zei ze verontwaardigd: ‘Natuurlijk. Doe niet zo gek. Met Zoe… en…’
‘Zoe? Die alleenstaande vrouw met kinderen?’
‘Zo was het niet. Sue, we moesten bijpraten en…’
‘Nou ja, wat dan ook. Een vrouw die in een twee-onder-één-kap woont en jam maakt en een huisjurk draagt telt niet mee. Nog iemand anders?’
‘Eh… ik spreek meneer Allan regelmatig.’
Sues begonnen te fonkelen. ‘Ja, natuurlijk. Maar hij is bijna jonger dan jij bent, lieverd. Hij is naar Mallorca, zal waarschijnlijk lid worden van een band en daar blijven, en voor vakantiegangers spelen. Wie nog meer?’
‘Nou, mijn vader en Dani zie ik bijna dagelijks. En Lisa…’
‘Wie is Lisa?’
‘Mijn stiefmoeder.’
‘Hoe oud?’
Kate dacht even na. Lisa deed geheimzinnig over haar leeftijd, maar Kate herinnerde zich te hebben gehoord dat ze haar veertigste verjaardag een paar jaar geleden gevierd had. ‘Ongeveer tweeënveertig.’
‘Precies,’ zei Sue. ‘Dus afgezien van mij en mijn onlangs weduwnaar geworden oom en de moeder van een stel kinderen, heb je voornamelijk in gezelschap verkeerd van je stiefmoeder. En dát is de reden waarom dit artikel niet deugt.’
Meer dan alleen dat artikel. Kate liet haar hoofd zakken, maar veerde plotseling weer op.
‘Wacht, wacht!’ zei ze. ‘Mijn vriendin Francesca. Ik ben met haar uit geweest.’
‘O?’ Sue keek iets opgewekter. ‘Wat doet Francesca?’
‘Ze is bankier.’
‘Cool. Waar zijn jullie naartoe geweest?’ vroeg Sue.
‘Eh… naar Kettners.’
Sue keek teleurgesteld. ‘Hemel. Geopend in 1964 of zoiets. Deprimerend. En dat is alles?’
Nou, nee, wilde Kate antwoorden, ik heb ook Mac gesproken, die, denk ik, mijn grote liefde is, maar hij vertelde me dat hij me eigenlijk haat, en toen ben ik gillend als een idioot de straat op gerend en daarom was het eten op de receptie niet bijzonder geslaagd. Moet je hierop doorgaan?
O, en Charly, je oude assistente, herinner je je haar nog? Nou, ze schrijft me brieven die voortdurend persoonlijk in mijn flat worden bezorgd. En die zijn alarmerend.
Als je wist wat ik gezien heb op de dag dat Steve is omgekomen, als je de afgelopen drie jaar hebt geleefd met de wetenschap dat je verantwoordelijk was voor zijn dood, als je te horen had gekregen van zijn weduwe, je beste vriendin, dat het beter zou zijn als je hen met rust liet en wegging, als je dat alles wist, zou je misschien begrijpen waarom ik zo graag rondhang met meneer Allan en naar zijn verhalen luister over de avond dat hij met een of andere oude jazzlegende speelde in de 606 Club, of Dean Martin-liedjes zong met mijn stiefvader, of waarom ik mijn vierjarige zusje naar school bracht.
In plaats daarvan stak Kate haar hand uit over de glazen tafel en nam het artikel terug. Ze scheurde het doormidden en gooide het in de prullenmand.
‘Begrepen,’ zei ze. ‘Ik zal het herschrijven. Je krijgt het aan het eind van de week.’
‘Zo ken ik je weer.’ Sue stond op en gaf Kate een hand. ‘En ga je nu bezatten. Of ga naar een of andere club. Pik iemand op.’
Kate lachte. ‘Hemel, Sue! Als ik hier nog werkte zou ik een aanklacht kunnen indienen wegens machtsmisbruik.’
Sue liep met haar naar de deur. ‘Je werkt hier niet,’ zei ze, terwijl ze iets overhandigde aan haar assistente. ‘Reserveer bij Orso voor de lunch, wil je? Bedankt.’ Ze gaf Kate een zachte por in haar rug. ‘Ik breng je naar de lift.’
Toen ze door de wit met grijze, lichte, luchtige kantoren van Venus liepen, viel het Kate op hoeveel drukker het was, hoe het veranderd was. Catalogussen van vroegere edities stonden op planken langs de muur; archiefkasten waren gesleten; ze zag nauwelijks bekende gezichten. Het tijdschrift was nu drie jaar oud, praktisch een oudgediende op de markt.
‘Kijk,’ zei Sue achteloos. ‘Dat is Rachel.’ Ze wees naar Kates oude kantoor.
‘Doet zij nu mijn werk?’ Kate keek naar het tengere, pittige blonde meisje dat aan de telefoon druk tegen iemand zat te gebaren. Ze keek op, zag Sue en zwaaide.
Sue zwaaide terug. ‘Nee, kind. Jij deed haar werk. Vroeger. Dus ga terug naar je bureau en ga die column schrijven. Je kunt het.’ Ze stonden bij de lift. Sue gaf Kate snel een zoen op haar wang. ‘Ik verheug me erop je artikel weer onder ogen te krijgen. Laten we het deze week rondmaken, anders moet ik naar andere opties uitkijken.’
Kate knikte. ‘Dat is logisch.’ Ze ging kaarsrecht staan, met het gevoel dat ze eindelijk voor het eerst in jaren door iemand weer werd uitgedaagd. ‘Geweldig, Sue.’ Ze legde haar hand op haar arm. ‘Heel erg bedankt.’
‘Goed, goed.’ Sue ging een eindje achteruit. ‘Dit is geen Celine Dion-video. Niet sentimenteel worden. Stuur me gewoon een e-mail als je het af hebt. Morgen?’
‘Absoluut,’ beloofde Kate.
‘En denk eraan: amuseer je.’
Kate liep over Waterloo Bridge, terwijl de wind met haar haren speelde, en negeerde de gedachten die in haar hoofd om voorrang streden. De Theems stroomde grijs en woelig onder haar, de lucht erboven was al even grauw. Ze draaide zich om en keek over de South Bank en London Eye naar de Houses of Parliament en het witte Shell Mex-gebouw met het grote zwarte laadperron boven een balkon, waar Churchill tijdens de Tweede Wereldoorlog naar de Duitse bommenwerpers stond te kijken die zijn hoofdstad verwoestten. Een tijdje bleef ze staan en dacht na. Dacht aan het gesprek met Sue, aan haar vader. Maar vooral aan de brieven van Charly, aan haar woede op Kate. Het was vreemd. Kate had zich nooit goed gerealiseerd dat iemand die zo sterk en mooi leek, en die haar eigen leven zo onder controle leek te hebben, in werkelijkheid zo… zo zwak was, was dat het woord? Nee, waarschijnlijk niet. Ze wist niet wat het was met Charly. Maar gek genoeg, besefte ze, kon het haar niet zoveel meer schelen. Als ze dacht aan haar vader, Zoe, Dani – zelfs aan het orde op zaken stellen met Mac – trok ze zich het liefdesleven van Charly en Sean niet meer zo aan als vroeger. Ze draaide zich om en liep de brug over. Toen ze aan de andere kant was, haalde ze haar mobiel te voorschijn en belde.
‘Hoi, Francesca,’ zei ze. ‘Met mij, Kate.’
‘De mysterieuze Kate Miller,’ zei een sarcastische stem aan het andere eind van de lijn. ‘Voor het laatst gezien toen ze een week geleden hysterisch mijn huis uit holde. Ze leeft nog.’
‘Sorry dat ik je op je werk bel. Heb je even?’
‘Ja, een minuut,’ zei Francesca. ‘Ik ben blij dat ik wat van je hoor. Ik begon al te denken dat je dood was. Wat is er in vre des naam verle den week gebeurd?’
Het was een riskante strategie, maar Kate besloot te kiezen voor onbezorgd vergeetachtig. Na een paar woorden besefte ze dat het een verkeerde keus was. ‘Wat, o, nadat we waren uitgegaan? De volgende dag bij jou thuis?’ Haar stem ging de hoogte in. ‘O, je weet wel. Herinner je je het niet meer? Ik moest weg, de vrouw van mijn buurman was gestorven en…’
‘Goeie genade,’ zei Francesca geamuseerd. ‘Je bent net zo erg als hij.’
‘Wie?’
‘Hij. Mac. Jullie beiden.’
Jullie beiden.
‘O, heus? Waarom?’ Kate deed haar best om beleefd geïnteresseerd te klinken. ‘Wat zei hij?’
‘Hij zei niks. Hij zei dat hij er niet over wilde praten en dat ik er niet naar moest vragen. Bedankt dat je mijn paar vrije momenten thuis zo gespannen en stressvol maakte.’
‘O, god, Francesca. Het spijt me, dat weet je. Ik had je moeten bellen. Ik was een beetje doorgedraaid en… je weet wel.’
‘Nee, ik weet het niet. Dat is het ‘m nou juist.’
‘Hoor eens, het is verleden tijd. Het is oud zeer. Ik verzeker je dat je je nergens zorgen over hoeft te maken. Ik had me niet zo mogen gedragen. Het was… kinderachtig van me. Oude dame met vingerdoekjes misschien.’
‘Hè?’
‘Niks.’ Kate ging haastig verder. ‘Niks. Eh, ben je morgenavond te bereiken? Ik heb een freelancebaan.’
‘Dat is fantastisch, Kate.’ Kate hoorde de blijde toon in Francesca's stem. ‘Bij wie?’
‘Sue weer. Voor Venus… Ik zal je alles erover vertellen. Ik moet het vanavond schrijven, voor morgen. Kunnen we daarna een borrel gaan drinken, om te vieren dat ik de klus geklaard heb?’
Zelfs lopend over straat kon Kate de aarzeling in Francesca's stem horen.
‘Eh,’ zei ze na een tijdje. ‘Weet je, ik zou eigenlijk naar Zoe gaan, en…’
‘Nou, dat is toch prima. Ja toch?’
‘Ja, alleen… Ik zou bij haar gaan eten.’
‘O,’ zei Kate. Ze wist niet goed hoe ze dit aan moest pakken. Ze liep Covent Garden in, wankelend op de verraderlijke keistenen, langs de Punch and Judy, waar Sean al die jaren geleden zijn verjaardag had gevierd. ‘Tja…’
‘Hoor eens, ik weet zeker dat Zoe het enig zou vinden als je meeging, alleen… misschien komt Mac ook. Ik bedoel, hij zei dat hij niet kon komen, maar dat hij misschien wel even langskwam, dus kan ik hem misschien maar beter zeggen dat hij niet…’
Kate was plotseling een beetje pissig op Francesca, omdat ze de dingen zomaar aannam. Hoe wist zij wat Zoe wel of niet prettig zou vinden? Zoe was immers háár beste vriendin? En zij en Mac waren volwassen mensen, toch? De onzekerheid maakte haar defensief.
‘Francesca, ik zal wel met Zoe praten,’ zei ze vastberaden.
‘Weet ze het? Van jou en Mac, bedoel ik.’
‘Nee. Het is gecompliceerd. Ik bedoel dat ik er met haar niet over wil praten. Ik bedoel… misschien heeft hij het haar verteld. Ik niet.’ Ze wilde dat ze het hun allebei kon vertellen.
‘Ik dacht dat jullie elkaar alles vertelden,’ zei Francesca. ‘O.’
Kate deed haar mond open om iets te zeggen en zweeg toen. Feitelijk praatten zij en Zoe tegenwoordig over niet veel dingen meer, niet hiervóór toen ze in New York was, en niet nu ze terug was. Ze had haar een paar keer gezien sinds ze terug was, die eerste avond bij haar thuis. Het ging goed, natuurlijk ging het goed. Maar niet geweldig. Heel naïef had ze gedacht dat het dat wel zou zijn als ze terugkwam. Maar ze wilde niet dat Francesca dat wist.
‘Hoor eens, ik wil jou zien en ik wil Zoe weer zien, ik heb haar al een paar dagen niet meer gesproken. Mac en ik, dat is voorbij, en dat is goed. Als hij komt, prima. Eerlijk! Ik beloof je dat we in dezelf de ka mer kunnen zitten zonder dat jullie je ongemakkelijk hoeven te voelen. Zo lastig ben ik nou ook weer niet. Bovendien is hij geen ex.’
‘Dat is bijna letterlijk wat hij zei!’ Francesca klonk geïmponeerd omdat ze zo op één lijn leken te zitten.
‘O ja?’
‘Ja! Tot morgen dus. Fijn. Ik wil je echt graag weer zien.’ Toen ging Francesca verder. ‘Maar mijn hemel, Kate. Wat heb je gedaan?’
Kate bleef staan en een auto toeterde naar haar. ‘Ik? Wat bedoel je?’ Ze holde naar de overkant, naar de Piazza, onder de bescherming van de kerk.
Francesca's stem klonk vriendelijk. ‘Wat heb je in vredesnaam gedaan dat hij je zo erg haat?’
Kate staarde naar het plein, waar een goochelaar met een somber gezicht zijn kunsten vertoonde voor een stel onenthousiaste schoolkinderen. Ze wendden zich van hem af, naar de deur van de kerk. ‘Goeie vraag,’ zei ze kalm. ‘Ik heb met hem gerotzooid. Je zou kunnen zeggen dat ik zijn hart heb gebroken.’
Even bleef het stil. ‘Wanneer?’ vroeg Francesca. ‘O, ik wist het wel. Wanneer?’
‘Het is een lang verhaal. Ik zal het je wel eens uitleggen.’
‘Je hoeft niets uit te leggen, lieverd,’ zei Francesca. Kate kon horen dat Francesca ondertussen zat te typen en wist dat de gesprekstijd voorbij was. ‘Tot morgen.’
‘Bedankt,’ zei Kate.
‘Wat ga je vandaag doen?’
Kate dacht nog een laatste keer aan Charly's brief. Je was altijd al een loser. Ze kon verrekken. ‘O, ik ga naar huis om te werken. Ik zal Zoe ook even bellen. Tot ziens.’