14
‘Bij jou?’ zei Charly de volgende dag toen Kate stralend het kantoor binnenkwam. ‘Waarom denk je in godsnaam dat ik bij jou wil komen wonen?’
‘O,’ zei Kate langzaam. Ze zette haar tas op het bureau en haalde de diskettte eruit met de Column van de Hoofdredactie, die ze de vorige avond in allerijl had geschreven toen zij en Sean terug waren uit het park.
‘Ik bedoel…’ Charly ging op haar stoel zitten en duwde zich met een lang, welgevormd been weg van haar bureau. ‘Je bent een beetje een loser, Kate.’ Ze begon op haar vingers af te tellen. ‘Je hebt het debuutalbum van Ace of Base én Fields of Gold van Sting.’
‘Die heb ik met een cadeaubon gekocht…’
‘Je denkt dat grijze vestjes de oplossing zijn voor alle modeproblemen,’ ging Charly verder. Ze tilde de rand op van Kates geliefde grijze vest, momenteel het kostbaarste item in haar garderobe, dat ze gekocht had van het geld dat ze met Kerstmis van haar moeder had gekregen. ‘Je houdt nota bene van Coronation Street. Als een ouwe opoe. En je houdt van tuincentra. Ik kan niet bij iemand wonen die in het weekend klimplanten koopt en dan naar huis rent voor weer een spannende aflevering van de belevenissen van Derek en Mavis.’
‘Derek is in 1997 gestorven en Mavis is verhuisd naar het Lake District,’ protesteerde Kate. ‘Je moet wél weten wat je zegt. En tuincentra zijn… cool! Je kunt er van alles kopen.’
‘Wauw.’ Charly stond op. ‘Hoor eens, als ik je daarmee kan helpen, trek ik wel bij je in.’
‘Wát?’
‘Goeie god.’ Charly rolde met haar ogen en keek quasiverveeld. ‘Ik kom bij je wonen, Miller. Oké?’ Ze sloeg haar armen om Kate heen en gaf haar een knuffel. ‘Je weet dat ik het graag wil.’
‘Echt waar?’
Charly omhelsde haar stevig. ‘Hoor eens,’ haar stem klonk een beetje gegeneerd, ‘je bent mijn beste vriendin. Ja toch?’
‘Ja.’ Kate was niet alleen blij omdat Charly bij haar in zou trekken, maar ook omdat ze haar haar beste vriendin had genoemd. ‘Ja!’ Ze beantwoordde Charly's omhelzing. ‘O god, dit is fantastisch! Wil je echt…?’ Ze keek ongerust naar Charly, die diep zuchtte.
‘Jee, dat heb ik toch gezegd?’ zei ze kriegelig. Charly hield niet van emotioneel gedoe.
‘Geweldig! Echt geweldig! Ik zal dit even aan Sue geven…’ Ze zwaaide met de Column van de Hoofdredactie naar Charly. ‘… en dan gaan we rondbellen voor een flat. Goed?’
‘Toe dan,’ zei Charly met een kinderlijk stemmetje, ‘geef de column van onze slavenleider maar aan Sue. Hé… dat heb je me nooit verteld. Wat is er gebeurd met de Tex Mex Sex Machine? Waarom wonen jullie niet meer bij elkaar? Had je er eindelijk genoeg van om te wachten tot hij met je zou vrijen?’
‘O, dat.’ Kate kuchte nerveus en draaide Charly haar rug toe, frutselend aan het papier dat ze in haar hand hield. ‘Eh…’
‘Ja?’ Charly keek haar achterdochtig aan. Ze kon een intrige op een kilometer afstand ruiken.
‘Ja,’ zei Kate. ‘Weet je, ik moet je wat vertellen.’
‘Nee, hè?’ Charly stond met over elkaar geslagen armen achter haar bureau. ‘Je doet het met je huisgenoot, Kate Miller. Hoe lang al?’
Kate slikte moeilijk. Ze had het gevoel dat haar ogen elk moment uit haar hoofd konden rollen. ‘Hoe wist je dat in vredesnaam?’
‘Ik ben niet achterlijk. Je hebt seks met Sean. Sean het schaap. Schapenscheerster! Hé! Je bent een schapenscheerstertje!’ Charlie klapte in haar handen. ‘Joehoe!’
‘Charly!’ zei Kate bits. ‘Hou op!’
Sophie en George, die op korte afstand van Kate en Charly zaten, keken nieuwsgierig op, en probeerden erachter te komen wat er aan de hand was. Claire en Phil, die weer bij elkaar waren en aan de andere kant zaten, negeerden hen angstvallig. De verhouding met die kant van het kantoor hield niet over na zijn slippertje met Charly vorig jaar.
‘Sorry,’ zei Charly. Ze kneep haar ogen halfdicht en hield haar mond. ‘Oké,’ zei ze na een ogenblik stilte. ‘Je hebt hem geneukt.’
‘Charly.’ Kate voelde zich ongemakkelijk. Ze was vergeten, dat vergat ze altijd, hoe Charly was als je je kwetsbaar toonde.
‘O, mijn god.’ Charly liep om haar bureau heen en kwam naast Kate staan. ‘Heeft hij je gedumpt? Is dat de reden waarom…’ Ze keek onderzoekend naar Kates gezicht, en Kate voelde de volle kracht van Charly's roofdierachtige ogen met de gouden vlekjes, die haar aandachtig opnamen. ‘O, nee. O, nee. Wat is er aan de hand? Vertel me niet dat je hem aardig vindt, Kate.’
‘Ik hou van hem.’ Kate probeerde het kalm te zeggen alsof het iets heel normaals was en niets bijzonders. ‘Hij houdt van mij. Ons huurcontract loopt af, dus gaan we eruit, zodat we op een goede manier opnieuw kunnen beginnen, met dates en zo. Hij gaat bij onze vriend Jem wonen. En ik wil samen met jou gaan wonen.’
‘Aha.’ Charly knikte. Ze zweeg en nam Kate weer aandachtig op.
‘Dus dat is de stand van zaken,’ zei Kate vastberaden.
‘Dus je hebt een vriendje,’ zei Charly. ‘Wat een ellende. Je wordt natuurlijk strontvervelend, gaat koken uit Jamie Olivers kookboeken, en je praat met andere stelletjes over huizen en hypotheken. Mijn god.’
‘Precies.’
‘Als je dat maar niet in onze flat doet. Anders blijf ik liever in Leigh-on-Sea met mijn moeder. Gesnapt?’
‘Beloofd.’
‘En ook geen Radio 4 in de vroege ochtend. Ik ben 's morgens al gedeprimeerd genoeg. Ik wil geen John Humphrys horen die doorzeurt over Kosovo of de regenwouden voordat ik zelfs nog maar koffie heb gehad. Ook duidelijk?’
‘Mij best.’
‘En nog iets…’ begon Charly, maar Sue verscheen in de deuropening van het kantoor, nerveuzer dan gewoonlijk.
‘Kate! Heb je…’ Ze maakte een vaag gebaar met haar handen. ‘De Column van de Hoofdredactie?’ Ze liep alweer weg, terwijl ze het jasje van haar hoofdredactionele pakje rechttrok. ‘Ik heb hem nodig voor…’
‘Ja, natuurlijk, ik kom zo.’ Kate keek naar de verfomfaaide uitdraai die ze in haar bezwete hand hield. Ze keek naar Charly. ‘Ja, is er nog iets?’
‘Ik ben blij voor je,’ zei Charly. ‘Hij is een aardige gozer.’ Ze draaide zich weer om naar haar bureau. ‘En je boft. Ik had in december een avontuurtje met een makelaar. Ik zal hem een belletje geven. Ga jij nu maar een paar ochtendjassen met bij elkaar passende monogrammen kopen, oké?’
Kate negeerde haar en ging weer zitten om haar kopij nog een keer uit te printen, terwijl Charly de telefoon opnam. Een minuut later sprak ze met een ex-vriend die ze net de vorige maand had gedumpt en die toevallig als makelaar werkte voor een verhuurkantoor in Kilburn en West Hampstead. Tegen lunchtijd hadden ze vijf flats die ze konden bezichtigen. Charly was, zoals ze Kate in herinnering bracht, erg goed in bed.
‘Ga je samen met Charly wonen?’ Sue keek niet op van haar bureau, maar draaide heen en weer met haar stoel terwijl ze Kates column las, kauwend op een potlood, haar korte blonde haar roerloos om haar knikkende hoofd. ‘Goed, Kate. Uitstekend. Ik dacht dat je een jongen had met wie je een flat deelde? Is hij niet je vriend?’
Beduusd door die onsamenhangende toespraak antwoordde Kate: ‘Dank je. Ja, nu wel, eerlijk gezegd. Eh…’ Ze krabde op haar hoofd, probeerde het simpel te houden. ‘Vóór die tijd waren we huisgenoten, maar het leek ons beter een tijdje gescheiden te wonen, om zeker te weten dat het goed zat tussen ons.’
Sues belangstelling was van korte duur. ‘Hm, hm…’ zei ze, en keek over de column heen naar Kate. ‘Nogmaals bedankt. Weet je…’ Ze staarde voor zich uit. ‘Je bent een interessant meisje. Wist je dat? Je Bent Een Interessant Meisje.’
Kate wipte van de ene voet op de andere, onzeker wat ze moest antwoorden. Dat had ze altijd bij Sue, die een scherp inzicht had en tegelijk van een brute eerlijkheid kon zijn.
‘Interessant,’ zei Sue weer. Ze tikte met een potlood op de tafel en sloeg ritmisch de maat met haar slanke vingers. ‘Hoe lang ben je hier nu al?’
‘Bijna twee jaar.’
Sue knikte. ‘Ik dacht aan iets. Vergeet het maar. Het is alleen… Jij, ja.’
Kate trok hoopvol haar wenkbrauwen op.
‘Jij, Kate. Je bent zo'n grappige mix.’
‘Hoezo?’ Kate voelde zich plotseling ongeduldig.
‘Hm. Van gereserveerdheid en openhartigheid. Je bent zo verlegen, je zegt nog geen “Boe!” tegen een gans…’ het ‘Boe!’ klonk zo luid dat Kate een luchtsprong maakte, ‘maar tegelijkertijd ben je intuïtief heel goed. Je snapt wat mensen willen lezen. Wat ze interesseert. Dat heb je altijd gehad. Ik was bang dat je misschien een klein excentriek ding was met haar hoofd vol boeken. Maar ik ben blij dat ik het mis had.’ Sue nam haar van onder tot boven op. ‘En je ziet er tegenwoor dig ook goed uit, nu je zwart hebt ontdekt en niet langer experimenteert met geruite minirokjes. Dat is alles. Dank je.’
‘Eh…’ begon Kate, maar ze zweeg abrupt. Sue gebaarde gebiedend dat ze moest gaan.
‘Ik denk aan je, dat is alles,’ zei ze. ‘Wacht maar tot je meer hoort.’
‘Wat bedoel je daarmee?’ kon Kate niet nalaten te vragen. ‘Sorry.’
‘Oké.’ Sue zuchtte en keek behoedzaam, als een samenzweerder om zich heen. Ze barstte kennelijk van verlangen om het te vertellen. ‘Heb je gehoord over dat nieuwe tijdschrift dat Broadgate financiert? Heb je gehoord over… Venus?’ Ze zei het fluisterend, alsof het een staatsgeheim betrof.
Kate schudde langzaam haar hoofd. ‘O. Tja…’
Natuurlijk had ze veel over Venus gehoord, maar er werd zoveel geroddeld in de tijdschriftenwereld dat Kate haar best deed om het meeste van wat ze hoorde te negeren. Sophie, Jo en George waren de grootste roddelaars ter wereld, volkomen onbetrouwbaar en met een oneindige fantasie. Charly had een hekel aan roddels over het vak, omdat het impliceerde dat je belangstelling had voor je baan. Het was onmogelijk het kaf van het koren te scheiden. Bovendien had het haar de laatste paar maanden weinig geïnteresseerd; ze had gewoon zo hard mogelijk gewerkt om zo gauw mogelijk naar huis te kunnen, naar Sean.
Maar Venus was iets wat iedereen op kantoor bezighield. Het zou glossy en trendy worden, groter, hipper, jeugdiger en mooier dan alles wat ooit was uitgegeven, werd er gezegd. Er zouden nu al nieuwe kantoren aan de rivier worden ontworpen en het interieur zou verzorgd worden door Philippe Starck. Venus zou revolutionair worden, een tweewekelijkse glossy voor jonge vrouwen, met mode en celebs en roddels en ook interessante artikelen. Aan de lancering ervan zou meer geld worden uitgegeven dan de gezamenlijke jaaromzet van Woman's World, Lovely Life en zelfs het machtige Great!. Ze zeiden… Nou ja, ze zeiden zoveel, fluisterend achter hun hand, wat de toch al supergeheime onderneming nog fascinerender maakte.
‘Je houdt van je werk, hè?’ vroeg Sue na een ogenblik.
Het was een onverwachte vraag. Kate keek haar nieuwsgierig aan. ‘Natuurlijk.’
‘Hou je van tijdschriften? Werk je graag voor een tijdschrift?’
‘Het allerliefst,’ zei Kate simpel. ‘Ik kan niets leukers bedenken.’
‘Dus je wilt de rest van je leven bij Woman's World blijven?’
‘Nee,’ zei Kate eerlijk. Ze wilde dat Sue het begreep. ‘Maar ik bedoel, ik vind het heerlijk. Weet je, ik vind het zalig om hier met iedereen samen te werken. Maar ik hou ook van het blad zelf. Ik vind het leuk om de brieven van lezers te beantwoorden, en erachter te komen waarover ze willen lezen, en met mensen te praten en over een deel van hun leven te schrijven. Het goede deel, bedoel ik.’ Ze besefte dat ze te veel praatte, ze begon altijd te ratelen als ze zenuwachtig was – ze wist het. Plotseling zag ze een flits van Macs gezicht die hetzelfde zei. Vreemd. Ze schudde haar hoofd, alsof ze het beeld wilde uitbannen, verjagen.
‘Ja,’ zei Sue langzaam, en Kate wist niet zeker of ze dacht dat ze gek was of niet. ‘Dank je, Kate. Heel erg bedankt.’ Ze tikte ongeduldig met haar potlood op het bureau. ‘En succes met je huizenjacht. Ik denk wel dat je gek bent om met Charly te willen samenwonen. Na zes maanden heb je geen leven meer, geen vriend en geen geld. Ze zal alles van je stelen. Maar ieder zijn meug.’
‘Je zou wel eens gelijk kunnen hebben,’ zei Kate opgewekt, maar de telefoon ging en Sue luisterde al niet meer.
De volgende week vonden Kate en Charly hun flat, een kleine, maar zonnige driekamerwoning op de bovenste verdieping van een hoog, smal victoriaans huis, tussen Kilburn en Queen's Park, dicht bij Zoe en Steve. De makelaar zei dat ze nu meteen moesten beslissen of ze het wilden hebben. Het was een drukke tijd en de markt was gek geworden. Het ging allemaal heel snel, te snel voor Kate. Nauwelijks een week geleden had ze dit besloten en nu…? Maar Charly was niet meer te houden nu ze wist dat ze uit LeighonSea zou vertrekken en haar eigen flat zou krijgen, samen met Kate. ‘Twee maffe meiden in de stad,’ zei ze toen ze het huurcontract tekenden.
‘Nee,’ wilde Kate zeggen, ‘dat zijn wij niet.’ De dag van de verhuizing had Sean geholpen hun oude flat leeg te halen, haar naar haar nieuwe flat gebracht en de verhuisdozen de trap op gedragen. Spijtig en droevig had hij haar een afscheidszoen gegeven en was vertrokken naar de pub waar hij met zijn nieuwe huisgenoot Jem had afgesproken. Kate stond op de trap van het smalle bakstenen huis dat nu haar thuis was, en had geen idee hoe ze hier ooit terecht was gekomen.
Ze draaide zich om, maakte de voordeur open en liep lusteloos de trap op. Er klonk een harde knal op de bovenverdieping, op het dak, en Kate keek behoedzaam omhoog: wat had Charly nu weer gedaan? Zou het altijd zo blijven? Ze voelde zich eenzaam, en toen ze op de eerste verdieping was, dacht ze aan Zoe. Kate vroeg zich af of ze kon profiteren van het feit dat ze nu zo dichtbij woonde, door even naar haar huis, een echt thuis, te gaan. Maar zij en Steve waren die ochtend vertrokken om Mac in Edinburgh te bezoeken. Zoe had haar een paar dagen geleden verteld dat ze gingen, met een heel zachte stem, alsof ze bang was voor Kates reactie. Kate wist niet wat het was dat Zoe zorgen baarde: dat ze niet thuis zou zijn op Kates eerste avond in haar nieuwe flat, of dat Mac nog steeds een verboden onderwerp tussen hen was, zelfs nu nog? Ze haalde haar schouders op en dacht erover na terwijl ze de trap op liep. Kalm hield ze zich voor dat ze nog maar zelden aan hem dacht. Dat hoefde nu niet meer, zich hem herinneren, wat er gebeurd was en hoe ze zich gevoeld had…
Even knipperde ze met haar ogen. Dat alles lag nu achter haar – zij had haar leven en hij had zijn leven, en ze had geen beter bewijs nodig dat hun nacht samen in het verre verleden lag dan dit: haar nieuwe leven, wat ze nu deed, de trap op lopen naar haar nieuwe thuis.
Licht hijgend bereikte Kate eindelijk haar verdieping. Ze rechtte haar schouders en deed de deur open. Vooruit, ze moest doorzetten. Om haar mond lag een geforceerde glimlach, maar ze voelde zich niet opgewekt.
Whieeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeee! Ze hoorde een hoog, fluitend geluid, en toen ze in de zitkamer kwam, niet wetend wat ze moest verwachten, vond ze Charly, met een kleine zilveren feestmuts op haar lichtbruine haar, blazend op een uitrollend feestfluitje, met een pas geopende fles champagne – de oorzaak van de harde knal, besefte Kate – in haar hand.
‘Ik dacht dat je wel een oppepper kon gebruiken,’ zei Charly lachend. Ze overhandigde haar een glas, schudde haar hoofd alsof ze heimelijk om iets lachte, en keek vrolijk, vrolijker dan Kate haar in tijden gezien had. ‘Welkom in ons nieuw thuis, Kate.’
‘Hé!’ zei Kate verrukt. ‘Wat… wat lief van je!’ Ze proostten. ‘Welkom!’
‘Op een nieuw begin,’ zei Charly. Ze knikte wijs naar Kate. ‘Wie weet wat de toekomst voor ons in petto heeft, hè?’
Kate knikte. Ze namen allebei een slok, omlijst door het raam waarachter de ondergaande zon achter de daken wegzonk.
‘Wie weet,’ zei ze, maar ze dacht slechts aan Sean, aan het leven dat voor haar lag samen met hem, en kruiste haar vingers. ‘Wie weet.’