26
Ze hoorde Steves stem achter zich. Hij was buiten adem, drong het vaag tot haar door. Zijn stem klonk alsof hij onder water sprak, of van heel, heel ver weg.
‘Kate… Kate, het is…’
Het was niet Steve die in bed lag met Charly, haar beste vriendin.
Het was Sean.
Seans handen drukten hard op Charly's heupen toen hij in haar klaarkwam met een luid, kreunend gebrul. Steve greep Kates hand vast en wilde haar wegtrekken, maar ze bewoog zich niet. Waarom konden ze haar niet zien, waarom merkten ze haar niet op, waarom stopten ze niet?
‘Shit. Shit,’ zei Sean plotseling, en Kate keek hem aan, besefte dat hij haar gezien had terwijl ze in de deuropening stond. ‘Kate. Kate! Hij kreunde weer, terwijl Charly wild met haar lichaam tegen hem aan wreef.
‘Ik ben Charly, lul,’ siste ze in zijn oor. ‘Charly.’
Hij duwde haar van zich af. Ze viel achterover op het bed, draaide zich om en keek loom omhoog, haar verwarde haren vielen over haar naakte lijf. Ze haalde diep adem en keek op naar Kate.
‘Verdomme,’ zei ze en ze sperde haar ogen open. ‘Verdomme.’ Toen ademde ze weer diep in en sloot haar ogen. Ze huiverde even, streek met haar hand door haar haar, greep het vast. Sean stond op en trok zijn onderbroek aan.
‘Kate, Kate,’ zei hij en hij liep struikelend naar haar toe. ‘Shit.’
Het was zo vreemd, hem zo naakt te zien, nadat hij een paar seconden geleden in Charly was klaargekomen; hij wist zich geen houding te geven, frutselde aan zichzelf, zijn kleren. Kate deinsde achteruit, als of hij een enge, bezopen kerel was op straat. Ze botste tegen Steve aan, die haar opving.
‘Ik dacht dat jij het was,’ zei ze.
‘Ik weet het,’ zei Steve. Met een rood gezicht keek hij naar de twee mensen achter haar. Hij haalde diep adem, kneep in haar arm. ‘Zoe belde me. Ik dacht wel dat je hiernaartoe zou komen. Ik belde met haar in de auto en jij holde voorbij…’ Er blonk medeleven in zijn ogen. ‘O, Kate.’
‘Ik dacht dat jij het was,’ zei ze weer, terwijl Charly het dekbed over zich heen trok.
‘Ik weet dat je dat dacht,’ zei Steve. ‘Maar ik kon er weinig tegen doen.’
Ze wees naar hem. ‘Maar je had een afspraak met haar… Ik heb jullie gezien…’
‘Ik had met haar afgesproken om te proberen haar over te halen ermee op te houden, ze allebei te laten ophouden.’ Steve schudde zijn hoofd. ‘We hebben het over mij, Kate! Hoe kón je denken dat ik zoiets zou doen…’
‘O, mijn god,’ zei Kate. De gal kwam omhoog in haar keel. Ze wilde die inslikken, maar stikte bijna. Sean duwde haar naar de badkamer. De badkamer, met de tegels waarop ze zo lang hadden gewacht. ‘Ga weg,’ zei ze, en ze ging achteruit. Ze draaide zich om en gaf over. Sean en Steve stonden in de deuropening van de badkamer naar haar te kijken. Daarbinnen was het licht en zonnig, in haar mooie grote badkamer waar ze zo van hield. Kate fronste haar voorhoofd, terwijl ze onwillekeurig aan de badkamertegels dacht, en gaf weer over. Stomme gedachten gingen door haar heen, stomme vragen. Wat zou er nu met de badkamer gebeuren? Het duizelde haar. Ze zou hier niet meer kunnen terugkomen, dat wist ze zeker.
‘Kate, het spijt me,’ zei Sean, toen ze een paar seconden later overeind kwam. Zijn haren stonden bijna grappig overeind. ‘Je… Het spijt me. Ik hou van je. Dit betekent… O, shit… Serieus. Ik weet niet hoe het gebeurd is.’
Hoe moest ze hem aankijken, welke houding moest ze aannemen in deze schandalige, afgrijselijke situatie? Ze wist het niet, kon niets bedenken. En Charly – die was er nog steeds, in háár bed.
Ze bleef onbeweeglijk staan. Ze veegde haar mond af, haalde zo kalm mogelijk adem. Haar hals, keel en borst voelden beklemd, alsof ze elk moment kon flauwvallen.
‘Ga weg,’ zei ze, zonder hem aan te kijken. ‘Ik wil je niet meer zien.’ Ze liep de gang door, keek door de deur naar Charly, die nog steeds stil bleef liggen, met een vreemd uitdrukkingsloos gezicht, en op dat moment sloegen de stoppen bij Kate door. Ze voelde het gebeuren, het was een bizarre ervaring. Met grote stappen liep ze de kamer door naar het bed, kaarsrecht en agressief. Ze pakte Charly vast aan haar lange haren, wilde haar pijn doen, haar doden. Een moordzuchtige woede maakte zich van haar meester. Ze sleurde Charly van het bed af en schreeuwde: ‘Eruit! Eruit, valse hoer! Kreng! Secreet!’
Ze bleef Charly's haar stevig vasthouden en rukte het heen en weer, en Charly's hoofd, weerloos in Kates sterke vingers, schudde heen en weer. ‘Mijn god, Charly, ik heb altijd geweten dat je een slet was, maar – dit! DIT! SMERIG SERPENT! ERUIT!’ Ze smeet haar zo ver mogelijk van zich af. Charly rolde over de grond.
‘Verdomd klotewijf!’ gilde Charly, die ineens tot leven kwam. Ze viel uit naar Kate, haar lange, klauwachtige nagels krabden over Kates arm, maar Kate voelde zich plotseling onoverwinnelijk. Ze liep naar Charly toe en pakte haar weer beet, zonder na te denken, zonder iets te voelen. Charly struikelde en viel tegen de deurpost, terwijl Kate haar heen en weer slingerde en wenste dat ze haar de hele kamer door kon smijten, haar haren uittrekken, elk bot in haar lichaam breken… De adrenaline maakte haar duizelig. Ze had haar kunnen vermoorden. Ze had hem kunnen vermoorden… En al die tijd schreeuwde Charly scheldwoorden, smerige, pesterige woorden in haar oor, terwijl ze krabde en klauwde als een dier. Zonder daarop te letten, deed Kate haar voordeur open en smeet haar naakt de overloop op. Charly gilde toen ze tegen de trapleuning sloeg en bijna achterover in het trapgat viel. Een secondelang bleef ze zo hangen, alsof ze elk moment omlaag kon vallen, maar toen ontblootte ze haar tanden, haar donkere ogen glinsterden, ze keek naar Kate, richtte zich op en glimlachte.
‘Ik heb altijd geweten dat hij van mij was, schat,’ zei ze duidelijk. Kate sloeg de deur voor haar neus dicht toen Charly op haar afkwam en leunde er hijgend tegenaan. Sean en Steve stonden als aan de grond genageld en keken haar vol ontzetting aan. Charly begon op de deur te bonzen.
‘Laat me binnen!’ gilde ze. ‘Laat me binnen, verwaand, stom, zielig kreng! Hij is van mij! Al maanden… jaren, als je het wil weten. Ik kan krijgen wie ik wil, Kate, stomme trut, waarom is dat nooit tot je doorgedrongen?’
Sean zat ineengezakt in de gang, met zijn hoofd in zijn handen. Hij keek niet eens naar haar, scheen daar niet toe in staat. Kate begon te beven. Ze moest daar weg, maar wist niet hoe. Steve duwde haar zachtjes opzij, en toen hij de deur opendeed om Charly binnen te laten, dook Kate langs haar heen, vloog de trap af, weg van die flat, weg weg weg. Ze hoorde de stem van Charly en de voetstappen achter haar.
‘Kate!’ schreeuwde Sean plotseling. ‘Kom terug!’ Nee, ze zou zich niet laten inhalen. Nee, nee, nee. Ze rende de hal door, rukte de deur open. Ze gunde zich geen tijd om adem te halen, ze moest verder, ze moest, ze moest. De voetstappen achter haar werden luider en Kate holde de straat op, met wapperende haren, als een waanzinnige, alsof ze achtervolgd werd door honden. Ze voelde dat Charly haar inhaalde, en ze rende door, naar de winkels, naar geborgenheid, ze wist niet waarheen.
Ze bleef doorhollen toen ze in de hoofdstraat kwam, de voetstappen waren vlak achter haar, hard en luid, en ze spoorden haar steeds meer aan. De lichten stonden op groen, ze kon ze zien, maar die waren voor het verkeer, niet voor haar, die zag ze niet.
Er klonk een koor van claxons, bestuurders hielden hun hand erop om haar te doen stoppen, ze hoorde het gepiep en geknars van remmen, en minderde in paniek haar vaart, op hetzelfde moment dat iemand begon te schreeuwen.
‘Kate! Kate, ga aan de…’
Toen ze zich omdraaide zag ze een enorme bus naderen, en iemand gaf haar uit alle macht een duw, zodat ze over de weg vloog en op haar rug op de grond terechtkwam. En van daaruit zag ze wat er gebeurde. Ze zag het gezicht vol afgrijzen van de chauffeur, hoorde het wanhopige remmen van de bus vlak naast haar, toen Steve geraakt werd, Steve, die haar vlak voor de bus had weggeduwd en haar leven had gered.
Kates been en arm zaten onder het bloed toen ze op de plek waar ze gevallen was op handen en voeten overeind kwam en naar de man holde die slap voor de bus lag, zijn nek in een onnatuurlijke, vreemde houding, zijn lichaam languit midden op het kruispunt. Ze staarden naar haar, durfden bijna niet te dichtbij te komen.
‘Steve?’ zei ze met hese stem. ‘Steve? Nee! Nee! Steve?!’