45
Ik ben nu een vrij burger, althans tot mijn volgende hersentumor. Cal heeft Genevieves voicemailbericht naar de media laten uitlekken, waardoor ik in het kielzog van de sensationele berichtgeving over Lloyds manipulaties mijn naam heb kunnen zuiveren tot de twijfelachtige status van vóór het proces. De verkoop van mijn boeken blijft stijgen.
Een hulpsheriff bevestigde mijn verhaal over het incident in de gevangenis, maar voordat ik een officiële beschuldiging tegen Kaden en Delveckio kon indienen werden alle lopende aanklachten tegen mij ingetrokken. Morton Frankel wacht op zijn proces, maar ik heb gehoord dat hij – zoals ze dat noemen in de heilige hallen van het hoofdbureau – de lul is.
Soms komt Cal even langs en roken we sigaren op het terras, terwijl we over de stad uitkijken. Hij heeft nog geen promotie gekregen, maar zijn hoofdinspecteur zoekt een gaatje en het kan niet lang meer duren. We hebben veel over de zaak gepraat, Cal en ik, maar opeens was het over.
Ik heb nog steeds niets van de Bertrands gehoord, en dat zal ook wel niet gebeuren. Per slot van rekening had ik toch iets te maken met de ellende van hun dochter en ben ik daarom schuldig in hun ogen, al is dat niet zo. Ik kan hun dat idee niet kwalijk nemen.
Sissy Ballantine herstelde spoedig en kon uiteindelijk haar beenmerg aan haar broer afstaan. Ik heb hem ontmoet bij een brunch, die in theorie een beter idee was dan in de pijnlijke werkelijkheid. Zijn magere schouders staken door zijn oude bowlinghemd heen, hij was ongeschoren en hij leek geschrokken en timide door alle commotie om hem heen. Toen ik hem een hand gaf, kon ik duidelijk zijn botten voelen onder de huid. Sissy liep met me mee naar buiten en omhelsde me snel. ‘Dank je,’ zei ze, met de brede lach van iemand die weer helemaal gezond was, en verdomd als ik me niet even net zo voelde als Derek Chainer.
In feite hadden de Broaches het ene kind verloren omdat ze jaren geleden al een ander waren kwijtgeraakt. Denk daar maar eens over na als je je weer zo zeker voelt van je plaats in de goddelijke orde der dingen.
De thuis toegepaste chemo had Janice Wagners botten ontdaan van het merg, als voorbereiding op de tweede transplantatie, die nooit kwam. En er was niets om het te vervangen. Janice stierf ongeveer een week na Lloyds dood. Niet echt gerechtigheid, maar ook geen karma.
Het leven zelf, zal ik maar zeggen.
De Broaches gaven toestemming om het lichaam van hun dochter op te graven. Toen de patholoog de geschaafde huid op Kaseys heup wegtrok, ontdekte hij daaronder de gaatjes van de naalden die vlak voor haar dood in het bot waren gestoken. De foto’s vonden hun weg naar de schandaalpers.
Zoals verwacht sloeg Kaseys merg niet aan in Janice’ botten. Het is niet een érg ingewikkelde procedure, heb ik gehoord, maar wel zo lastig dat ze geen doe-het-zelfsetjes op de markt brengen. Lloyd had niet voldoende merg gewonnen uit Kaseys rechterheup alleen. Hij had het ook uit haar linkerheup moeten halen, maar de rechercheurs vermoedden dat hij haar geen identieke schaafwonden op beide heupen wilde toebrengen, om geen argwaan te wekken.
Vanaf het eerste begin was het krappe tijdschema een enorm probleem geweest voor Lloyd. Toen Janice’ botten waren verwoest moest hij Kasey Broach zo snel mogelijk ontvoeren; vandaar het pistool en het risico dat de buren gewoon thuis waren. Bij Sissy Ballantine was de haast nog groter geweest. Een van de artsen die Janice behandelden zei later dat Lloyd het technisch wel goed had opgelost en met zijn chemococktails Janice’ leukemie tijdelijk had beteugeld, waardoor de tweede transplantatie misschien succes had kunnen hebben. Maar natuurlijk was de rest van Sissy Ballantines merg – voor alle zekerheid wel uit beide kanten van haar bekken gehaald – nooit via het filter in Janice’ aderen terechtgekomen. Het was uit het apparaat verwijderd en op ijs bewaard voor Sissy’s broer, voor wie het bedoeld was.
Janice was al zo zwaar ziek dat ze niet echt ondervraagd kon worden, en ze stierf zonder dat iemand had kunnen vaststellen hoeveel ze wist van Lloyds praktijken in dat kamertje, verderop in de gang. Ik geloof dat ze zelfs nooit heeft geweten dat haar man in die kamer, vlak bij haar, is gestorven.
De dag na haar dood liet Cal me een notitie uit Lloyds dagboek zien, vol spijt, smekend om vergiffenis en met een heldere visie op verdriet en verlies die me een kort moment van meegevoel bezorgde.
Een kort moment.
Ik neem aan dat Lloyd op zijn lange reis over de rivier de Styx enige troost zal putten uit de gedachte dat zijn vrouw nooit het hele verhaal heeft hoeven weten.
Wat wás zijn verhaal eigenlijk? Simpele zaak, zoals Chic zou zeggen. Lloyd was een man als alle andere, met dezelfde spanningen en emoties. Een man die zijn vrouw zag sterven in een trage, hartverscheurende doodsstrijd. Dag in dag uit opende hij dat transplantatieregister op zijn computer en staarde hij naar de namen van die twee koppige donoren met het geschikte beenmerg, terwijl hij koortsachtig een manier – welke manier dan ook – probeerde te vinden om nog samen met Janice hun vijfentwintigjarig huwelijksfeest mee te maken. Maar anders dan de meeste mensen bezat Lloyd een uniek talent om weerstand te bieden aan die spanningen. In de tuin of bij het loket van de drive-in herinner ik me soms weer een technisch detail dat Lloyd handig had geregeld. Nooit had ik de gevolgen kunnen beseffen van de eerste keer dat hij me enthousiast belde over een moordscène, jaren geleden, een bizarre dood in een hot-tub in Manhattan Beach. Mijn gretigheid als schrijver had me hierin meegesleurd. Ik had me zelf als zijn slachtoffer aangeboden toen ik Lloyd betrok bij het verzinnen van mijn verhalen. Mijn plots moesten nog realistischer zijn dan ik ze zelf kon maken. Dus had ik iemand nodig die er echt iets van wist, iemand die de stank geroken had. En zo iemand had ik gevonden.
Een verhaal hoeft immers niet waar te zijn, als het maar overtuigend is.
De lente komt laat dit jaar, hoewel je geen peil kunt trekken op het weer. Ik heb een geduchte waakhond die kussens, schoenen en gebonden boeken verslindt, ik heb een Little Brother die veel te mooie graffiti maakt en veel te handig sloten kan forceren voor iemand van zijn leeftijd. Hij neemt me mee naar wedstrijden en trainingen van de Dodgers en – nog vaker – naar de rechtbank als hij weer iets heeft uitgehaald om zijn proeftijd te verlengen. Soms zie ik Genevieve weer, door de stoom van de douche, of naast me in de auto, als ze zachtjes zit te neuriën, maar dat komt steeds minder voor.
En raad eens wie er vanochtend na het ontbijt op het terras verscheen? Gus. Daar zat hij, met een brede grijns, dikke wangen en vooruitstekende tanden, als een zelfvoldane schooljongen, terug van een mysterieus avontuur met geheimen waarvan wij nooit iets zullen weten. Hij hobbelde over het terras en begon ijverig een gat te knagen in de tuinslang. Ik stond op en opende de glazen schuifdeur. Caroline kwam met me mee naar buiten en gooide Gus een stukje toast toe. Hij keek ons onverschillig aan en verdween toen weer door zijn gat in de klimop.
Net als wij allemaal probeert hij de coyotes één eekhoornstapje voor te blijven.
Dankbetuiging
Aaron Priest en Lisa Erbach Vance overtroffen deze keer zelfs hún reputatie met hun vakmanschap en charme. Marc H. Glick, Rich Green van caa en Jess Taylor stonden zoals altijd klaar met hun steun en belangrijke adviezen. Ik prijs me gelukkig met een energieke en scherpzinnige redacteur als Josh Kendall. Ik ben hem veel dank verschuldigd, evenals Clare Ferraro en al die anderen bij Viking voor hun enthousiasme over mij en dit boek. Dank ook aan Melissa Hurwitz (MD), Lucy Childs, Nicole Kenealy, Richard Kim, James Kryzanski (MD), Michael Sebastian en Maureen Sugden. En ten slotte aan Delinah, die overal bij was en me niet één keer vroeg op safe te spelen.