*
Op de dinsdagavond na haar arrestatie was Lucy weer liefdevol opgenomen in de boezem van haar familie. Ze was weer thuis en bracht weer exemplaren rond van Koken met Bitsy en haar vriendinnen. Alle te laste leggingen waren ingetrokken. Met andere woorden: haar leven was weer precies zoals voor het Archie fiasco.
Oftewel: Lucy voelde zich ellendig. Grappig eigenlijk, dacht ze. dat ze zich in de tijd dat haar leven min of meer één grote leugen was. eerlijker en oprechter had gevoeld dan toen ze een werkelijk oprecht leven leidde. Maar misschien was dat eigenlijk wel helemaal niet zo grappig. Misschien was dat gewoon hartstikke stom.
Ze moest echter wel toegeven dat ze voor het eerst in weken weer vrij was om te gaan en staan waar ze wilde. Eindelijk hoefde ze niet meer bang te zijn dat ze werd gesnapt. Het toeval of een andere mysterieuze kracht zonder gevoel voor humor wilde dat Archie een genie bleek te zijn in het ontwikkelen van technologie op miniatuurformaat Hij was echter nog steeds een eikel, want hij had die technologische uitvinding van hem willen verkopen aan de hoogste bieder in plaats van haar over te dragen aan zijn werkgever de Verenigde Staten van Amerika zoals hij bij zijn aanstelling had moeten zweren in een eed. Hij had zijn status als eikel zelfs ruimschoots overtroffen door de technologie niet slechts te verkopen aan de hoogste bieder, maar aan iedereen die een enigszins redelijk bod deed. Tegen elke koper beweerde hij vervolgens dat die de enige was. Maar dat was nog niet alles: hij verkocht de technologie aan sommige bieders voor minder geld dan aan andere. Het was niet zo vreemd dat hij ook duistere figuren als klant had en dat die mensen er niet zo blij mee waren toen ze erachter kwamen dat zij niet het alleenrecht op de technologie hadden gekregen.
Eén bende in het bijzonder was nogal beledigd en had een huurmoordenaar op Archie afgestuurd om er, tja, letterlijk op te hameren met een bolhamer dat Archie nooit meer zoiets zou doen. En voor het geval de hamer niet afdoende was, had de huurmoordenaar schuilnaam: Georgie Jakes ook een kleine revol ver meegenomen. En een uitbeenme s. En arsenicum. En een baksteen. Archie had echter onraad geroken (hoe was die eikel dat in godsnaam gelukt?) (waarschijnlijk omdat hij al regelmatig met de dood werd bedreigd) en had een MAC lO mitrailleur aangeschaft. Die dus goed van pas kwam toen Georgie opeens op de stoep stond.
Om een lang verhaal kort te maken: Archie was niet vermoord, maar Georgie wel, hoewel de politie op het moment dat het lijk werd gevonden er nog niet het fijne van wist. Toen ze die eikel van een Archie echter hadden gearresteerd en zijn versie van het verhaal hadden aangehoord en gedegen onderzoek hadden verricht, waren ze tot de conclusie gekomen dat de grootste misdaad die hij had begaan waarschijnlijk Gebrek aan een Goed Stel Hersens was. De geluidsbanden die Archie had bewaard, met daarop de bedreigingen aan zijn adres, hadden het onderzoek versneld, net als de video opname van de ruzie in zijn huis naast het feit dat hij een ongelofelijke eikel en een technologisch genie was, was hij ook een megaparanoïd e mannetje dat lang geleden al veiligheidscamera's in zijn appartement had laten installeren.
Hij had het bewijs trouwens niet zelf bewaard, maar aan Lucy gegeven, omdat hij op dat moment niemand meer vertrouwde, ook de politie niet. Archie had een manier gevonden om die informatie te laten 'krimpen' tot microchip formaat. De chip met het bewijs dat hem vrij zou spreken had hij vervolgens verborgen in de afschuwelijkste verlovingsring die ooit was gemaakt. En toen had hij die ring letterlijk om Lucy's vinger geschoven.
Zonder dat ze het wist, droeg ze het bewijs van rijn, maar ook hiér onschuld, al die tijd bij zich. Tot de nacht dat ze de liefde bedreef met Max natuurlijk.
Waarbij ze weer op hetzelfde punt in haar gedachten was aangekomen. Ze leek de laatste dagen aan niets anders te kunnen denken dan aan Max En zodra ze aan hem dacht, begon ze de woorden weer te herhalen die ze tegen hem zou zeggen als ze hem weer zou zien. Want dat ze hem weer zou zien, stond voor haar vast dat had ze zichzelf beloofd Ze was er alleen niet zeker van wanneer dat zou gebeuren, onder welke omstandigheden dat zou zijn, of Max dan wél zou luisteren naar haar en haar verklaring zou accepteren en of hij nog steeds om haar zou geven, nadat hij haar verklaring had geaccepteerd.
Niet dat dit alles er nu ook maar iets toe deed, want ze had op het moment wel andere dingen aan haar hoofd. Om de een of andere reden vond haar moeder het een goed idee om een cocktailparty te geven ter ere van haar dochters veilige terugkeer en ter ere van het feit dat de aanklacht wegens moord was ingetrokken. Ze had vrijwel iedereen in Newport uitgenodigd. Op dit moment was het landgoed van de Hollanders overladen met mensen die Lucy helemaal niet wilde zien, dus had ze het volgende besloten. Ze had een mouwloze, roz e, strakke zijden jurk, waarop J ackie Kennedy jaloers zou zijn geweest, en de daarbij passende lange witte handschoenen aangetrokken en de parelketting en oorbellen van haar oma omgedaan. Vervolgens was ze de brede trap naar de hal afgelopen en naar de enorme balzaal gelopen...
...Toen had ze zich weer onmiddellijk omgedraaid en zich teruggetrokken in haar slaapkamer. Ze had zich verborgen in de inloopkast, die in haar kinderfantasieën altijd dienst had gedaan als ruimteschip, dat haar naar de verste uithoeken van het universum bracht, weg van haar familie, school, leraren en klasgenoten en weg van alle plekken waar ze zich niet thuis voelde.
Voor Lucy was deze kast de enige plek waar ze zich als kind veilig voelde. Maar nu bracht zelfs deze kast haar geen gemoedsrust. Er was nog maar één plek op de wereld waar ze zich veilig zou voelen daar waar Max Hogan was. Aangezien er weinig kans op was dat hij in Newport zou opdagen, zat het er dik in dat ze zich hier nooit meer helemaal thuis zou voelen. Niet dat dat ooit wel het geval was geweest. De enige plek waar ze zich ooit thuis had gevoeld, was... zucht... bij Max.
Ze had dit nog niet gedacht of ze hoorde een vreemd geluid aan de andere kant van de kastdeur. Ze spitste haar oren en een paar seconden later hoorde ze het weer. Maar ze kon het geluid niet plaatsen. Dus ging ze de kast uit en wachtte in haar kamer tot het geluid weer kwam.
Daar. Het kwam bij het raam vandaan. Een raspende tik.
Ze draaide zich naar het raam en zag dat het al donker was geworden. De stijlvolle verlichting in de statige tuin van het deftige landgoed wekte echter de indruk dat het nog schemerde. Lucy wilde naar buiten kijken, maar bedacht zich: de laatste twee keer dat ze uit een raam had gekeken, had haar leventje een volstrekt andere wending genomen. Maar aan de andere kant. misschien had ze dat juist wel weer nodig. Ze wist in ieder geval zeker dat ze niet op deze manier wilde doorgaan.
Trouwens, haar slaapkamer keek uit op de bekroonde rozenstruiken van haar moeder, en niet op de oprijlaan, dus er was weinig kans dat ze politieauto's of FBI agenten zou zien die haar leventje kwamen verstoren.
Jammer genoeg.
Ze zuchtte en keek moedig uit het raam. Haar ogen moesten even aan de duisternis wennen, ook al was de tuinverlichting aan, maar ze zag meteen dat er geen auto's stonden, godzijdank. Maar wat was dat geluid dan geweest? vroeg ze zich a£ Want het enige dat ze kon zien, was
O, Max.
Max Hogan stond daar beneden, midden in de American Beauties van haar moeder. Hij zag er adembenemend uit. Max wreef met een hand over zijn elleboog, waarschijnlijk was hij door de doorns geprikt, en met de andere hand hield hij wat kiezels vast, merkte Lucy, want op dat moment gooide hij er weer een paar tegen haar raam.
Lucy schrok ervan en deed automatisch een stap naar achteren. Maar meteen daarop gooide ze de ramen open en liet de avondkoelte, de zware, heerlijke geur van de pioenen en de verrukkelijke warmte van de glimlach van Max binnen.
'Hé,' zei hij weer op zijn verleidelijke toon, toen hij haar op hem neer zag kijken.
Hoe hij haar ook begroette, Lucy hoorde altijd zoete verleiding in zijn stem, zoveel hield ze van hem. Hij had haar met een Mickey Mouse stemmetje kunnen aanspreken en dan nog was ze zowat in katzwijm gevallen.
'Hoi,' riep ze zachtjes terug.
Even waren ze allebei stil, alsof het genoeg was om elkaar alleen maar aan te kijken. Voor Lucy was dat ook genoeg. Dat ze Max hier zag, betekende meer dan ze nu kon bevatten. Ze wilde hem alleen maar aankijken en genieten van rijn goed geproportioneerde lijf in die vale spijkerbroek en dat zwarte T shirt. Ze had dat Ferrari shirt van hem natuurlijk gehouden en er als een smoorverliefde dwaas ze ww immers smoorverliefd elke nacht in geslapen. Het shirt was zacht en warm, net als Max. en het rook naar Max en het was de enige mogelijkheid om een heel klein beetje in de buurt van Max te zijn. Maar nu was hij er echt, tenminste, als ze hem binnenliet.
Opeens leek hij veel te ver weg. Hoewel ze hem pas een paar dagen had moeten missen, voelde het werkelijk alsof er jaren voorbij waren gegaan sinds ze hem voor het laatst had gezien.
'Wil je niet binnenkomen?' vroeg ze.
'Ik werd bij de deur tegengehouden door een klein vrouwtje met wit haar en een gemeen karakter. Ze zei dat ik niet voor de gelegenheid was gekleed en deed stomweg de deur weer dicht'
Lucy glimlachte. 'Dat was mevrouw Bloom, onze huishoudster. Ze is heel strikt wat kledingvoorschriften betreft.'
'Ik weet er alles van,' zei Max. En toen zei hij plotseling: 'Je ziet er mooi uit. Lucy.'
Ze voelde haar wangen warm worden bij zijn woorden en bij de warme blik die hij in zijn ogen kreeg. 'Dank je.' zei ze haast onhoorbaar. 'Wacht even.'
Ze rende haar kamer uit naar de slaapkamer van haar ouders, trok de kast open en pakte het eerste het beste pak en hemd van haar vader. Ze trok een das van het rek en graaide een paar schoenen weg en snelde weer terug naar haar eigen kamer.
'Pas op,' zei ze en gooide de kleding uil het raam.
Maar Max paste niet op, want de kleding viel over hem heen. Ze wist het niet zeker, maar volgens haar was hij geraakt door een Gucci schoen.
'Sorry.' zei ze.
'Geen probleem,' verzekerde hij haar terwijl hij over zijn voorhoofd wreef. Oeps.
Hij kleedde zich ter plekke om en bleef Lucy al die tijd strak aankijken, behalve toen hij zijn T shirt over zijn hoofd moest trekken. Hij bleef haar zelfs aankijken toen hij zijn overhemd dichtknoopte en zijn das strikte, waardoor hij er, toen hij eenmaal alle kleren aanhad... tja... uitzag als iemand die geen idee had hoe je een pak moest dragen. Haar vader was ook nog twee maten groter dan Max en ze had niet echt gekeken of de stropdas en het overhemd wel bij het colbert pasten. Ze had haast sorry hoor. Hoe dan ook, ze moest glimlachen toen ze hem zo zag staan. En ze hoopte dat hij nooit zou veranderen.
'Je ziet er prachtig uit,' zei ze. 'Bel nog maar eens aan. Als mevrouw Bloom je weer niet binnenlaat, zal ik haar ontslaan.'
Zonder op antwoord te wachten rende Lucy weer haar kamer uit Ditmaal regelrecht de trap af naar de voordeur. Ze kwam gelijk met mevrouw Bloom aan en er ontstond een worsteling wie de deur zou openen. Een worsteling die ze uiteraard won zij had tenslotte de liefde aan haar kant staan... en de jeugd en een gemene halve nelson die ze van Emory had geleerd toen ze nog klein waren. Ze trok de deur open en daar stond Max. Hij zag er nog verfomfaaid« en heerlijker uit van zo dichtbij en ze trok hem meteen naar binnen. Ze hield zijn hand stevig vast en leidde hem snel het huis door.
Ze wilde hem meenemen naar haar slaapkamer — waar anders? maar zag haar zus Antoinetta de trap afkomen. Snel duwde ze Max de muziekkamer binnen. Heiaas stonden er in die kamer een drietal muziekliefhebbers rond de vleugel, dus Lucy moest verder, Max met zich mee slepend. Ze vervolgde haar weg naar de serre waar een g roepje mensen van de bloemschikcl ub van haar moeder stond samengeklonterd door naar de bibliotheek, die tot haar grote opluchting leeg was.
Deze kamer had Lucy als kind altijd gemeden, omdat ze zich er zo ongemakkelijk vodde. De boeken hadden haar altijd angst ingeboezemd. Met Max erbij vond ze de kamer opeens heel wat minder bedreigend. Sterker nog, de kamer leek haar opeens een zee van heerlijke mogelijkheden te bieden.
Ze sloot de deur achter zich en leunde ertegenaan, om zo de buitenwereld buiten te sluiten. Het enige licht in de kamer kwam van een dikke kaars op een standaard van melkglas. Deze stond in een hoek van de kamer en verspreidde een mysterieuze, esoterische gloed die alle hoeken en gaten van de kamer een warme uitstraling gaf. Alle muren van de kamer waren van plafond tot grond bedekt met boeken, rij na rij na rij. Het logge meubilair was van mahonie en leer met sierspijkers en had een stoere en mannelijke uitstraling. Max hoorde hier helemaal thuis.
'Nou,' begon Lucy nerveus. Ze was buiten adem. maar dat had volgens haar minder te doen met hun sprintje door het huis dan met het simpele feit dat Max hier aanwezig was. Voor het eerst in dagen waren ze alleen, maar er viel nog zoveel uit te praten, dat ze niet w ist waar ze moest beginnen. Hoewel ze honderd keer in haar hoofd had herhaald wat ze zou zeggen en doen als ze weer naar Glenview terug zou keren, had ze geen idee wat ze moest zeggen of doen nu Max haar was komen opzoeken.
Hij leek daar echter geen last van te hebben, want voor rij iets kon zeggen, ging hij al tot actie over. En wat hij deed was iets wat mannen alleen doen als ze pre ci es weten wat ze willen. Met één stap naar voren overbrugde hij de afstand die nog tussen hen lag. Hij zette rijn handen aan weerszijden van haar tegen de deur en leunde naar voren.
Toen zei hij weer heel zacht: 'Hé'.
Lucy legde haar handen tegen rijn borst en liet de warmte en gespierdheid van zijn lichaam onder zijn overhemd tot zich doordringen. Ze wilde niets liever dan de kleren van zijn lijf rukken en hem op de bank ontvangen. Hoewel de bank zeker drie meter van hen vandaan stond. Hier tegen de deur was eigenlijk goed genoeg.
Maar voorlopig antwoordde ze hem alleen met net zo'n zachte stem: 'Hoi'.
'Je ziet er prachtig uit.' zei hij en duwde zijn lichaam nog dichter tegen haar aan, tot zijn hart tegen de hare bonkte en haar helemaal in vuur en vlam zette. 'Heel chic,' mompelde hij voordat hij zijn hoofd omlaag bracht en haar een veel te snel, veel te licht kusje gaf.
Ze wist niet zeker of dat een goed of slecht teken was zijn opmerking en de snelle zoen en het enige dat ze kon uitbrengen was een bezorgde 'o?'
Hij leek haar misvatting te hebben gevoeld, want hij voegde er snel aan toe: 'Ik bedoel het niet zo. Ik bedoel dat je... je weet wel... dat je te hoog voor mij gegrepen bent.'
'Dat is niet zo.' zei ze snel.
'Dat weet ik,' antwoordde hij al net zo snel. 'Het is gewoon. ..'
Hij haalde diep adem en blies die weer langzaam uit, terwijl hij de omgeving in zich op nam. 'Ik bedoel, kijk nou naar dit huis, Lucy. Het huis waar jij bent opgegroeid. De appartementen waarin ik met mijn moeder heb gewoond waren niet eens zo groot als deze kamer alleen, en die bank daar kost waarschijnlijk meer dan zij in een jaar verdiende.'
Lucy kon het niet ontkennen. Die bank was meer dan tweehonderd jaar oud en was door een van de beste meubelmakers in Oostenrijk gemaakt.
'lij en ik zijn in totaal andere werelden opgegroeid,' zei hij en keek haar weer aan. 'Op het eerste gezicht hebben wij helemaal niets met elkaar gemeen.'
O. Lucy was helemaal niet blij met de richting die het gesprek op ging. Maar ze kon niets anders dan luisteren.
'Maar.' ging hij verder, en ze bloeide weer even op. 'je hébt iets, Lucy, iets wat mij het gevoel geeft dat we hetzelfde zijn. Nee, meer dan dat,' voegde hij toe, terwijl hij nog zachter ging praten. Hij streek met zijn vingers door haar haren. 'Het voelt alsof we twee helften zijn van één geheel die elkaar weer hebben gevonden, tegen alle verwachtingen in.'
Haar hart ging als een razende te keer toen ze hem dat hoorde zeggen. Dit was precies hoe zij er ook over dacht! Het klikte tussen haar en Max. hoewel ze niet gedacht had dat ze ooit precies zou kunnen omschrijven wat dat was. Het was geen liefde op het eerste gezicht, want zij was ervan overtuigd dat je iemand eerst een beetje moest kennen, voor je werkelijk van hem kon houden, maar... het klikte gewoon meteen. Ze kon het niet anders verwoorden. Vanaf die ene dag had zij zich verbonden gevoeld met hem. En wat het ook was, het was sterk genoeg en oneindig genoeg om de hele wereld hun wereld voor altijd te laten stralen.
'Dit huis is inderdaad prachtig,' stemde ze in, terwijl ze haar vingertoppen over zijn stoppelbaard liet glijden. 'Er staat alles in wat de meeste mensen ooit zouden willen of ooit nodig zouden hebben om gelukkig te zijn. Maar ik heb me hier nooit op mijn gemak gevoeld, Max. Nooit Tot nu toe. En dat komt omdat jij hier bent'
Hij glimlachte en streek met zijn andere hand door haar haren.
'Maar als we nu weg zouden gaan,' voegde ze toe, en ze streek met haar wijsvinger langs zijn lippen, 'als we nu ergens anders heen zouden gaan, zou ik daar ook tevreden zijn. Zolang jij maar bij me bent Jij bent het enige wat ik nodig heb om gelukkig te zijn, Max.'
Hij keek haar lange tijd zwijgend aan, en knikte toen ook. 'Ja. dat geldt ook voor mij,' zei hij uiteindelijk. 'Misschien dat ik dat wat later doorhad dan jij. Het is lang geleden Lucy, dat ik mezelf geluk gunde. En hoewel ik mijn best heb gedaan om niet te gehecht aan je te raken, is me dat nooit gelukt. Ik dacht dat jij de beloning was voor de manier waarop ik jarenlang heb geleefd.'
Dat dacht ji)Y zei ze, en een angstig gevoel bekroop haar. 'Verleden tijd?'
'Nee, tegenwoordige tijd,' corrigeerde hij zichzelf snel. Toen glimlachte hij weer. 'En beter nog: toekomstige tijd. Je hebt me de laatste drie weken gelukkig gemaakt, Lucy. Je maakt me nu gelukkig. En ik kan me niet voorstellen dat je me ooit ongelukkig zou maken, zolang je maar bij mij blijft'
'Ik zal altijd bij je blijven,' beloofde ze.
'Het spijt me van zaterdag,' zei hij ernstig.
'Ja, mij ook. Het is geen lolletje om gearresteerd te worden. Vooral voor iets dat je niet hebt gedaan.'
Hij schudde zijn hoofd.'Nee, ik... ik bedoel, het spijt me natuurlijk dat je gearresteerd bent, maar ik bedoel vooral dat het me spijt voor mijn manier van doen. Ik had niet zo snel mijn conclusies moeten trekken. Ik had je de kans moeten geven het uit te leggen.'
'En wat heeft je op die gedachten gebracht?' vroeg ze.
Hij grinnikte schaapachtig. 'Een zekere roodharige Ierse heeft me eens flink de waarheid gezegd.'
Hij aarzelde even en keek haar aan alsof hij niet kon geloven dat ze echt was. Toen vroeg hij: 'Wist je dat ze gaat trouwen?'
'Rosemary?' vroeg Lucy verrast. 'Met wie? Met die aardige meneer Finn?'
'Nou, die aardige meneer Finn bleek niet zo aardig te zijn als we dachten,' zei Max.
'Wat heeft hij dan gedaan?'
Max schudde zijn hoofd 'lk weet het niet precies. Iets met een paard. Maar het klonk heel erg. Weerzinwekkend,' zei hij. 'Rosemary noemde het "weerzinwekkend ".'
'Maar toch gaat ze met hem trouwen?' vroeg Lucy verward.
Max knikte. 'Ze zei dat hij een tweede kans verdiende. Rosemary geeft mensen blijkbaar graag tweede kansen.' Hij streelde met zijn knokkels over haar jukbeen, wat haar deed zinderen van genot, ik vond dat een heel goed idee van haar. wat vind jij ervan?' vroeg hij. 'Ben jij klaar voor een tweede kans?'
Ze knikte enthousiast. 'O, ja Ik wil niets liever dan een tweede kans van je, Max.'
Hij keek even verward, schudde toen zijn hoofd 'Nee, ik bedoel: wil jij mij een tweede kans geven?'
Ze glimlachte, langzaam en bedachtzaam. Nu begon het ergens op te lijken. Ze konden beiden wel een tweede kans gebruiken.
'Op één voorwaarde,' zei ze.
Hij keek een beetje bezorgd. 'Wat voor voorwaarde?'
'Dat jij jezelf ook een tweede kans geeft.'
Zijn bezorgdheid verdween onmiddellijk en hij kreeg een tevreden blik in zijn ogen. 'Afgesproken,' zei hij.
Maar Lucy wist dat het niet zo gemakkelijk zou gaan als het klonk. Beiden moesten er flink aan werken om met zichzelf in het reine te komen. Maar dat was niet erg. Ze hadden daar tijd genoeg voor. Een heel leven zelfs, zo zag het ernaar uit.
'Goed,' zei ze, 'wil je dat ik je aan mijn ouders voorstel vóór of nadat je mij genomen hebt op deze bank. die waarschijnlijk meer kost dan jouw moeder in tien jaar heeft verdiend?'
Hij trok zijn wenkbrauwen vragend op. Maar hij was niet zozeer verbaasd over de waarde van de bank. 'Ga ik je op die bank nemen?' vroeg hij.
'O, kom nou,' zei ze, 'je gaat me toch niet zeggen dat je daar nog helemaal niet aan gedacht hebt.'
'O, jazeker wel,' zei hij. 'Maar ik had niet verwacht dat jij ook zulke gedachten zou hebben.'
Ze sloeg haar ogen ten hemel. 'Nou. waaraan had ik anders moeten denken?'
Hij boog naar haar toe, leunde met zijn arm boven haar hoofd tegen de deur en duwde haar met zijn lichaam ertegenaan. De warmte en druk van zijn lijf zette haar onmiddellijk in vuur en vlam. 'Aan hoeveel je wel van mij houdt,' zei hij. en aan zijn stem was te merken dat hij niet minder opgewonden was dan zij. 'Net ab ik eraan heb gedacht hoeveel ik van jou hou.'
'O, maar daar heb ik ook wel aan gedacht,' verzekerde ze hem. terwijl ze haar armen om zijn nek sloeg en met haar vingers door zijn haren woelde. 'En niet pas sinds ik die bank daar zie staan.'
Hij raakte zachtjes met zijn lippen haar wang aan, haar kaak en haar keel, waardoor ze kirde van verrukking, 'ja ja, zeker al vanaf het moment dat ik onder je raam stond, hè?'
Ze opende haar mond om te zeggen dat ze al veel eerder aan hem dacht, maar vroeg in plaats daarvan: 'Hoe wist je eigenlijk dat je onder mijn raam stond?'
Hij grinnikte. 'Geen kunst aan. Dat was verreweg het schoonste raam van het huis. Je was altijd al een verwoed ramen zemer op Harborcourt. Ik weet zeker dat Alex nog ie mand heeft gevonden die jou kan evenaren.'
'Dus mijn baan is nog vacant?' vroeg Lucy.
Hij keek verbaasd. 'Wil je die nog terug dan?'
Ze moest er even over nadenken. 'Tja... misschien niet per se die baan. Hoewel ik Alexis nog wel een paar dingen te zeggen heb ab ik terugkom."
Dat was waar. Max was niet de enige aan wie Lucy had gedacht sinds ze weer in Newport zat. Ze had ook veel moeten denken aan de kleine Abby. En aan de moeder van Abby. Lucy wilde graag vijf minuten van Alexis' tijd Ze zou wel een bot voorwerp willen gebruiken, maar het laatste wat ze wilde was een nieuwe moordaanklacht tegen zich, en dus zou Lucy botte taal gebruiken. Hoewel ze de afgelopen dagen nog niet precies wist wat ze zou gaan zeggen tegen Max had ze weer terug was in Glenview, wist ze wel precies wat ze tegen mevrouw Cove zou zeggen:
Weer u, mevrouw Cove, ik kan u er niet van weerhouden zo met Abby om te gaan als u doet. Maar ik kan u wel dit zeggen. Ik ben opgegroeid met een moeder die net zo was als u. Ze was egoïstisch en gemeen en ze heeft nooit om mijn gevoelens gemaald. Ik haatte mi jn moeder toen ik klein was, mevr ouw Cove.
En ik praatte nauwelijks met haar toen ik volwassen was geworden. Ik wilde bij iedereen liever zijn dan bij mijn eigen moeder. En ik hoop dat als ik kinderen krijg, ik in d e verste verte niet zal lijken op haar. Ma ar ooit zal ze oud en moe en ziek en eenzaam zijn en dan zal ze willen dat ik er voor haar was . En weet u? Ik heb nog niet besloten of ik er dan wel voor haar zal zi jn.
Maar als ze eerlijk was, moest ze toegeven dat de geforceerde relatie tussen haar en haar moeder de laatste dagen veel minder geforceerd was. Er waren momenten geweest dat ze haar moeder naar haar zag staren met een droevig soort verlangen, alsof er dingen waren die haar moeder wilde zeggen tegen haar, maar gewoonweg niet wist hoe ze dat moest aanpakken. Lucy kende dat gevoel. Ze wist dat zij nog een lange weg had af te leggen met haar moeder, voordat alles weer koek en ei zou zijn, maar voor de eerste keer in haar leven voelde het alsof de kloof tussen haar en Francesca niet meer zo onoverbrugbaar was als ze altijd had gedacht.
Ze vond het echter niet nodig om dat ook aan Alexis Cove te vertellen. Laat die vrouw maar een tijdje zweten, laat haar maar met de rusteloze gedachten rondlopen of zij door haar gedrag op latere leeftijd misschien eenzaam achter zou blijven.
'Dus je gaat het opnemen tegen Alexis?' vroeg Max. Lucy schrok wakker uit haar dag dro me rij.
Ze knikte, 'jazeker. Wat weer een reden is om er maar niet vanuit te gaan dat ik mijn baan nog terug zal krijgen.'
'Maar je komt terug?' vroeg hij. En hij leek nog steeds, ondanks alles wat ze hadden gezegd tegen elkaar, bang voor haar antwoord.
'Natuurlijk kom ik terug,' zei ze.
'Zelfs zonder baan?'
Ze glimlachte. 'Wie wil er nou werk als ik jou heb?"
Hoewel hem dat duidelijk goed deed om te horen, antwoordde hij een beetje nerveus. 'Aha. Nou. Weet je. Ik weet niet, eh... ik heb geen, eh... wat ik wil zeggen, is...' Hij haalde diep adem en blies langzaam weer uit. 'Ik heb niet bepaald een bruidsschat voor je.' zei hij uiteindelijk.
Lucy giechelde. Alsof een bruidsschat, zelfs één van triljoenen dollars, hem nog waardevoller zou maken dan hij al was. 'Dat geeft niet,' zei ze. 'Er is een fonds voor mij in het leven geroepen.'
Hij zuchtte weer, maar nu opgelucht. 'Dat ik daar zelf niet op ben gekomen.' zei hij.
Lucy haalde haar schouders op en vouwde haar handen om zijn hals.
'Even onder ons gezegd,' zei ze, 'ik weet zeker dat wc wel een manier zullen vinden om dat geld te besteden.'
'Het klinkt alsof je allang met een plan rondloopt.'
'O, ik heb plannen genoeg, ' zei ze.
Hij keek haar weer een beetje bezorgd aan. 'O, hm. .. en wat ben je precies van plan?' vroeg hij.
'Precies?' herhaalde ze.
Hij knikte.
Ze grinnikte. Toen pakte ze zijn gezicht in haar handen en hield haar mond dicht tegen rijn oor en begon te fluisteren ze zei wat ze allemaal met hem van plan was, ze fluisterde erotische dingen in rijn oor. Toen ze klaar was, zag ze dat Max de bank inmiddels wel zag ritten. En het bureau. En het oosterse tapijt voor het haardvuur. En de salontafel.
'Weet je, de meeste dingen die je net opnoemde,' zei hij, 'hebben helemaal niets met geld te maken.'
'Nee, dat klopt, ze hebben meer te maken met een liefdevolle, respectvolle, monogame en wettelijke relatie,' gaf ze toe.
'Zoiets als het huwelijk?' vroeg hij.
'Bijvoorbeeld, ja,' zei ze. 'Hoezo? Weet je misschien iemand die daarin is geïnteresseerd?'
'In het huwelijk, of in al die dingen die je net in mijn oor fluisterde?'
'In beide.'
Hij glimlachte weer, maar nu op een wellustige en vastberaden manier, waardoor Lucy zich helemaal warm voelde worden en alleen nog maar naar meer kon smachten.
ia. misschien wel,' zei hij.
'Wat een toeval,' zei ze, terwijl ze zich steviger tegen hem aandrukte, ik ken iemand die misschien ook wel in die dingen is geïnteresseerd.'
Max gleed met rijn handen over haar heupen en kneep zachtjes in haar billen. Ze voelde het vuur in zich oplaaien toen ze hem tegen haar buik voelde groeien, en ze hield rijn hoofd vast om hem eens lang te kussen.
Voordat ze dat kon doen, zei hij echter: 'Dusse.. . dus je vindt het geen bezwaar om mij aan je ouders voor te stellen nadat ik je op de bank heb genomen?'
Ze schudde haar hoofd
'Denk je met dat je vader er boos om zou worden als hij ziet wat ik aan heb? Ik bedoel, als ik straks alles weer aan heb?' 'Integendeel,' verzekerde Lucy hem. 'hij zal blij zijn dat je dezelfde smaak hebt als hij.' Ze zei maar niet dat haar vader deze kleren nooit in deze combinatie zou dragen.
'Goed dan.' besloot Max. 'laten we er maar eens helemaal voor gaan.'
Lucy moest giechelen. 'Ia.' antwoordde ze, 'laten we er inderdaad maar eens helemaal voor gaan.'
En toen zij op haar tenen ging staan, boog hij naar voren en begonnen ze aan de rest van hun leven.
Epiloog
Het enige waaraan Lucy een grotere hekel had dan de maandag, was een koude maandag. En januari in Kentucky, wist ze sinds jaar en dag, was bijna altijd kouder dan januari in Rhode Island. En het enige dat een koude maandag nog erger kon maken dan die al was, was een minibusje dat een vreemd geluid maakte en vol zat met gillende kinderen die laat waren voor school
O, ja, dacht ze. Ze haatte maandag ook omdat het haar dag was om de kinderen naar school te brengen. En zelfs als je die schreeuwende kinderen in de bus van haar waren geweest, vond ze dat nog steeds een hel.
'Max,' riep ze toen ze de achterdeur van hun grote Victoriaanse huis opende een huis dat ze zeven jaar geleden, drie jaar na hun huwelijk, hadden gekocht in de Highlands, vlak voor Sophie, hun eerste kind, werd geboren 'het busje maakt weer zo'n raar geluid'. Hun tweeling Tucker en Tanner maakten ook rare geluiden, maar dat was vrij normaal. Vijfjarigen deden wel vaker raar.
Max nam net een laatste slok van zijn koffie toen ze binnenkwam. Hij zette het kopje in de gootsteen en liep op haar af in zijn met olievlekken besmeurde werkoverall Max had een eigen bedrijf: Hogan's Import Service, de plek om uw auto een grote beurt te laten geven. Hij ging altijd vroeg naar zijn werk, want hij wilde als echte familieman niet graag laat thuiskomen. Hij trok zijn winterjas aan en gaf Lucy een kus op haar wang.
'Luister, maandag is jouw vrije dag, dus waarom laat je mij de kinderen niet naar school brengen. Ga jij maar weer je bed in, goed?'
Lucy glimlachte. Ze vroeg zich af of hij nog wel eens terugdacht aan de tijd dat hij zijn brood verdiende als Ferrari coureur. Nu reed hij namelijk rond in een Chevy minibusje! Er ging waarschijnlijk geen dag voorbij dat hij daar niet aan dacht. Het leuke eraan was dat hij meer plezier beleefde aan de minibus dan aan die raceauto. Nou ja, hij vond het leventje dat erbij
hoorde leuker dan zijn leven als autocoureur. Hij reed trouwens nog steeds rond in zijn Spyder, als hij even op zichzelf wilde zijn.
'Beloof je niet te hard te rijden?" vroeg ze toen ze hem de sleutels gaf.
'Ja, schat.'
'Goed,' zei ze.
'Zolang de kinderen erin ritten,' voegde hij meteen toe.
'Ha,' zei ze. 'Alsof de bus zo hard kan rijden. Zelfs al vroor het niet. En zelfs al maakte hij geen raar geluid.'
Hij glimlachte. 'Dat was ik nog vergeten te zeggen. Ik heb wat onder de motorkap zitten klooien.'
Ze kneep haar ogen tot spleetjes. 'Max...'
'Alleen wat aan de motor gesleuteld, hoor.'
'Wat heb je precies gedaan?'
'Ik heb er wat extra pk's aan toegevoegd.'
'Hoeveel pk?'
Hij haalde achteloos zijn schouders op. 'Twee of driehonderd. Vandaar dat getik. Dat gaat vanzelf weer over.
'Maxi'
'Ik maak maar een grapje,' zei hij en moest grinniken. 'Dat geluid heeft niets om het lijf. Dat komt door het weer. Het is volkomen veilig om te rijden. Ik zal er vandaag naar kijken en morgen kun je met een gerust hart naar je werk.'
Lucy was tevreden. Max was altijd een man van zijn woord geweest.
'Wat eten we vanavond?' vroeg hij toen hij aanstalten maakte te vertrekken.
'O, niets bijzonders,' zei ze. 'Goed eten. Goede wijn.'
'Gecombineerd met een goed gesprek,' voegde hij glimlachend toe, 'in goed gezelschap.'
'Dat ook,' stemde ze in. Toen glimlachte ze verleidelijk naar hem en trok hem naar zich toe, want dat kleine kusje op haar wang was echt niet voldoende. 'En daarna,' beloofde ze. 'gaan we wat leuks doen.'
ik hoop niet dat het al te onschuldig is,' zei hij.
Ze schudde haar hoofd. 'Zeker niet. Wat ik van plan ben, is verre van onschuldig.'
'Uitstekend.'
Lucy was inmiddels regiomanager van de zuidoostelijke divisie van Dust Bunnies, Inc. geworden. De privé leraar die de Coves hadden ingehuurd voor Abby had Lucv ook enorm geholpen. Ze was nog steeds geen supersnelle lezer, maar ze kon haar baan naar behoren uitvoeren.
'Vergeet niet,' zei ze, 'dat we dit weekend de kleintjes van de Finns te logeren hebben. Rosemary en Nathaniel en de Coves gaan dan naar Nashville met Abby, voor een bezoek aan de Vanderbilt unversiteit.'
'Dat was ik ook met vergeten," zei Max. 'Maar jeetje, ik kan nauwelijks geloven dat Abby volgend jaar naar de universiteit gaat. Het lijkt nog zo kort geleden dat ze een klein meisje was die zoveel moeite had op school mee te komen.'
'Gelukkig heeft ze hulp gekregen,' zei Lucy met een glimlach.
'Net als jij,' reageerde hij glimlachend.
'Ja, ik heb ook geluk gehad,' gaf Lucy toe. Maar niet alleen met lezen, wist ze.
Max trok haar weer tegen zich aan en gaf haar een lange zoen. Hij stopte pas toen de claxon van het busje te horen was. Sophie, dacht Lucy, wist veel te veel van auto's voor een zevenjarige. Ze werd vast een snelheidsduivel, net als haar ouwe heer. Lucy stelde zich de koppen in het tijdschrift Velocity over twintig jaar voor: Sophie Hogan, eerste vrouwelijke winnaar van d e Europese Grand Prtx, een aardj e naar haar vaartje!
'Ben je gelukkig?' vroeg ze aan Max
'Heel gelukkig,' zei hij.
'Ik ook.'
En dat, vond Lucy. was het enige wat telde.