*

Lucy was nog maar één weck als huishoudster in dienst bij de Coves, maar het was haar op de een of andere manier toch gelukt zich met acht problemen op te zadelen. Dat kwam dus neer op een gemiddelde van één probleem per dag. Maar misschien moest ze probleem nummer 1 niet meetellen: ze kon Max Hogan moeilijk uit de weg gaan, want ze woonden in hetzelfde gebouw en bovendien, het zou allemaal wel loslopen met die vent.

Als ze probleem 1 niet meetelde, had ze nog altijd zeven problemen over. En dat viel eigenlijk best mee, vond ze. Ze had wel erger meegemaakt.

Tot haar verbazing had niet een van de problemen zich voorgedaan tijdens Alexis" intieme' dineetje van afgelopen vrijdag. Dat kwam voornamelijk doordat Rosemary zo aardig was geweest om haar met van alles te helpen. Zo had zij het gastenlijstje afgewerkt, omdat Lucy er een beetje tegen opzag om allerlei wildvreemde mensen op te bellen. Vervolgens had ze Lucy op de avond van het feestje even apart genomen en haar discreet alle gasten aangewezen. Nu Lucy wist wie iedereen was, zou ze de volgende keer onbekommerd de telefoon durven pakken, was het idee.

Natuurlijk had Lucy niet tegen Rosemary gezegd dat het helemaal niets uitmaakte of ze degene die ze aan de lijn kreeg wel of niet kende, want dat het hem zat in het feit dat ze iets met een lijstje moest doen. Maar toch, het was heel aardig van Rosemary om zich zo voor haar in te spannen. Rosemary had trouwens meer voor haar gedaan dan ze wist.

Lucy deed die week wat iedereen doet als hij nog maar net ergens werkt: ze had zich gedrukt. Ze had de monteur zoveel mogelijk gemeden, het kindermeisje zoveel mogelijk gemeden, de dochter des huizes zoveel mogelijk gemeden, haar werkgevers zoveel mogelijk gemeden en zo min mogelijk werk verricht. Eén keer had ze zo'n hevige paniekaanval gehad dat ze de linnenkast op de derde verdieping was in gedoken om even bij te komen. Mevrouw Lindstrom had het huis voor haar vertrek nog een goede poetsbeurt gegeven, want welke kamer Lucy op haar zwerftochten ook binnenging, het was overal even schoon. De Coves zelf waren akelig nette mensen, maar Abby liet een spoor van rotzooi achter. Maar Rosemary had Lucy verzekerd dat zij niet alleen voor het kleine meisje zorgde, maar ook altijd haar kamer opruimde. Dat de Coves niet veel rommel maakten had waarschijnlijk ook te maken met het feit dat ze vrijwel nooit thuis waren. De oudere Coves, wel te verstaan. Abby ging iedere dag trouw naar school, maar leek verder niet zo vaak ergens heen te gaan.

In haar eerste week bij de Coves gebeurde er dus eigenlijk bitter weinig, zodat je zou verwachten dat het Lucy dan ook niet veel moeite zou kosten om uit de problemen te blijven. Maar nee hoor, ze had zich zeven problemen op de hals weten te halen. Een score van zeven problemen was voor haar doen eigenlijk helemaal niet zo slecht, vooral als je bedenkt dat het allemaal gebeurde op één dag. Op haar vrije dag nog wel, dat scheelde ook. Minder prettig was dat het haar eerste studiedag was.

Toen Phoebe inbrak op de centrale computer van de universiteit had ze Lucy ingeschreven voor drie vakken, waaronder de onvermijdelijke metafysische dichters. Iedere maandagavond moest ze drie uur college volgen bij ene meneer Besser. Het was echt de allerberoerdste dag van de week voor metafysische dichters, zo met het weekend net achter de rug. Nou ja, misschien maakte het ook niet zoveel uit: op dinsdag had Lucy er waarschijnlijk net zoveel moeite mee gehad en op woensdag en donderdag zou het niet veel anders zijn. Op woensdagavond kreeg ze college van meneer Procter over John Donne, hoe kon het ook anders. De donderdagavond was gereserveerd voor meneer Uster, die zijn studenten verblijdde met colleges die in de studiegids vermeld stonden bij de Bijzondere Onderwerpen: 'Het wezen van de scholastiek.' loost mocht weten waar dat over zou gaan.

Na lang turen op haar rooster was Lucy er eindelijk vrijwel zeker van dat ze inderdaad voor dit laatste vak stond ingeschreven. Ze had na die eerste cocktail van Phoebe toch iets beter moeten opletten! Ze volgde dus colleges bij meneer Lister, meneer Procter en meneer Besser, en ze dacht dat ze ergens gelezen had dat meneer Seuss haar studieadviseur was.

Maandag was de zwaarste dag van de week, dacht Lucy. Het was altijd al de minst leuke dag van de week (probleem nummer 1) en, hoe ongelooflijk het ook mag klinken, drie uur gewauwel aanhoren over metafysische poëzie zou daar niet veel aan veranderen (probleem nummer 2). Toen ze bij het klaslokaal stond te wachten voor het eerste college van meneer Besser, vroeg ze zich af het wel zon gelukkige keuze was geweest om Phoebes zwarte minirokje aan te doen met een knalrood T shirt waarop te lezen stond 'Kiss Mc, You Fooi'. De blikken die haar mannelijke medestudenten haar toewierpen brachten haar ernstig aan het twijfelen en ze nam zich dan ook voor om diezelfde week nog nieuwe kleren te gaan kopen. Onder haar arm droeg ze een een dik boek dat ze die middag bij een gespecialiseerde bockhandel had gekocht en dat tijdens het college behandeld zou gaan worden (probleem nummer 3). Ze stond daar dus in een totaal verkeerde outfit met een moeilijk boek onder haar arm en vroeg zich voor de zoveelste keer af waar ze in godsnaam mee bezig was. Haar leven hing van leugens aan elkaar en nu hield ze ook zichzelf nog voor de gek. Hoe lang zou ze dat in 's hemelsnaam nog volhouden?

Ze had die dag een lift gekregen van Dimitri (probleem nummer 4, maar dat zou pas later blijken). Hij was net klaar met het snoeien van de rozen in de tuin van Harborcourt toen Lucy op het punt stond een taxi te bellen. Ze snapte nog steeds niet waarom ze eigenlijk had ingestemd met die inschrijving aan de universiteit. Waarschijnlijk omdat ze koste wal het kost wilde voorkomen dat iemand achter haar ware identiteit zou komen. Zelfs haar docenten, die haar overigens helemaal niet kenden, mochten niets vermoeden. Toen Dimitri, die net zomin een oud mannetje was of Europese voorouders had als Max, erachter kwam dat ze die avond naar de universiteit ging, zei hij dat hij ook die kant op moest en dat ze kon meerijden. Ze moest wel met hem meerijden, anders zou hij argwaan krijgen.

Tot haar verbazing verliep het college over metafysische dichters vrij vlekkeloos, totdat zich een klein incidentje voordeed. Nou goed dan, twee incidentjes. Allereerst raakte Lucy behoorlijk de kluts kwijt toen ze iets probeerde op te zoeken in haar dikke boek ze werd er zo draaierig van dat ze bijna moest overgeven (probleem nummer 5). Gelukkig kwam ze op het idee om gewoon maar wat naar de letterzee te staren en te doen alsof ze geïnteresseerd was. Even later schrok ze op toen meneer Besser haar een vraag stelde over de Europese Barok (probleem nummer 6). Ze moest hem het antwoord schuldig blijven, maar vroeg of ze naar de wc mocht.

Meneer Besser had haar over zijn leesbril heen verbaasd aangekeken, maar had haar toestemming gegeven de collegezaal te verlaten en was op een ander onderwerp overgestapt Lucy nam zich voor om later die week informatie te verzamelen over de Europese Barok (nog steeds probleem nummer 6).

Gedurende de rest van het college mijmerde ze over wat ze allemaal zou gaan doen zodra ze niet meer van moord werd verdacht. Natuurlijk zou ze allereerst die eikel van een Archie zijn nek omdraaien. Dat ze daarmee het risico liep om verdacht te worden van nóg een moord, was dan jammer. Het was het wel waard, vond ze.

Na een drie uur durende marteling was het college eindelijk voorbij en Lucy haalde opgelucht adem. Ze stopte haar dikke boek, haar kladblok en haar pen in haar rugzakje, pakte het lege blikje cola light (dat er, in combinatie met gebeuzel over de Oegandese opera, voor had gezorgd dat ze tijdens het college zo nodig naar de wc moest) op en verliet de collegezaal.

In de hal bij de deur stond een man tegen de muur geleund. Het was Max Hogan. Probleem nummer 7.

Dit was verreweg het grootste probleem, besefte ze. Toen ze Max daar zag staan, drong één vraag zich aan haar op: WZDD? Gelukkig werd de vraag snel gevolgd door het antwoord. Dino zou zich waarschijnlijk een drankje inschenken, Sinatra en de andere jongens bellen, ze begroeten en dan Mack the knife zingen. Hoewel, Mack the knife was niet zo'n gelukkige keuze, dacht Lucy, want ze kon de tekst nooit helemaal onthouden. En dat drankje zat er hier en nu ook niet in, dat zou moeten wachten tot ze thuis was. Sinatra en de jongens zouden het trouwens veel te druk hebben om de telefoon te kunnen beantwoorden.

'Hallo,' zei ze. Ze vroeg zich af wat hij daar kwam doen.

Sinds hun bizarre ontmoeting in de keuken van de Coves was ze hem zo veel mogelijk uit de weg gegaan. Ze had hem wel gezien, maar ze had er steeds voor gezorgd dat ze niet te dicht bij hem in de buurt kwam. Ze keek door het raam van haar appartement naar hem als hij in zijn blote bast aan het werk was. Ze genoot van de aanblik van zijn gespierde lijf, dat glinsterde van het zweet en dat onder de vegen zat. en van zijn vale spijkerbroek die zijn billen zo mooi omspande. Maar verder probeerde ze hem zo veel mogelijk te ontlopen.

Soms zag ze hem 's avonds laat met een bord eten vanuit het grote huis naar het koetshuis lopen. Hij had er blijkbaar echt moeite mee om de maaltijd in de grote keuken te nuttigen. Zijn donkere haar glansde in het maanlicht en met zijn knappe gezicht deed hij haar denken aan Heathcliff, die moederziel alleen ronddwaalde over de moors. Ze stelde zich dan voor hoe het zou zijn om in het donker naast hem te zitten, de weerschijn van het maanlicht in zijn dromerige ogen te zien en haar mond op zijn volle lippen te drukken. Ze zou haar handen op zijn gespierde schouders leggen en hem zachtjes achterover duwen, zodat ze hem kon kussen, en kussen, en kussen. Maar verder besteedde ze geen aandacht aan hem, hoor. Ze probeerde hem immers zoveel mogelijk te ontlopen?

Op een avond kon ze de slaap niet vatten. Het was al laat en ze zat verveeld naar een suf tv programma te kijken. Plotseling hoorde ze dat er een auto stopte voor het koetshuis. Ze liep naar het raam en zag Max uitstappen. Hij had meneer en mevrouw Cove zeker ergens heen gebracht, want hij droeg een chauffeursuniform, compleet met een donkergrijs jasje met glimmende knopen, een nette broek en glanzende zwarte laarzen.

Lucy had zichzelf nooit beschouwd als zo'n rijk trutje dat kwijlend achter het personeel aanliep, maar de aanblik van Max in dat uniform met die mooie laarzen bracht haar het hoofd op hol. Ze stelde zich voor hoe het zou zijn om die glimmende koperen knopen los te maken, het jasje van zijn schouders te laten glijden en hem op de achterbank van de Duesenberg eens te vragen hoe dat nou werkte, zo'n versnellingspook. Terwijl ze hem door het raam gadesloeg, was hij zelf bezig de knopen van zijn jasje één voor één los te maken, zodat ze steeds meer van zijn blote, gespierde borst te zien kreeg. Hij had waarschijnlijk gemerkt dat er naar hem gekeken werd (nou, goed dan, gegluurd), want hij keek onverwacht omhoog naar het raam. Lucy had zich vlug weer op de bank laten zakken. Die nacht had ze niet veel geslapen. Er schoten onophoudelijk flitsen door haar hoofd van een fantasie waarin een halfnaakte Max en de met leer beklede achterbank van een dure auto de hoofdrol speelden. Maar verder besteedde ze geen aandacht aan hem, hoor. Ze probeerde hem immers zoveel mogelijk te ontlopen?

Ze snapte er niets meer van. Zij was helemaal niet zo'n vrouw die zich alsmaar verloor in dit soort fantasieën. Hoewel ze op seksueel gebied geen onbeschreven blad was en met een paar mannen een langdurige intieme relatie had gehad, had Lucy zichzelf nooit als een seksbeest beschouwd Haar vriendjes hadden die mening gedeeld (dit was een van de redenen waarom deze relaties op niets waren uitgelopen). Een van die vriendjes had zelfs tegen haar gezegd dat hij hun relatie niet spannend genoeg vond.

Maar sinds het moment waarop ze Max voor het eerst zag, had Lucy zich juist wel een seksbeest gevoeld. De opwinding die ze voelde was zo sterk dat ze zichzelf haast niet meer herkende. Hij leek haar zo'n man die een vrouw, zonder het zelf in de gaten te hebben, het idee gaf dat ze van hem alles kon leren wat er maar te leren viel. Dat kwam niet alleen omdat hij zo knap was. Hij had gewoon iets heel speciaals. Iets dat ze niet kon benoemen. Uitstraling of zo. Hij zag eruit als een man die meer levenswijsheid bezat en meer had meegemaakt dan alle andere mannen bij elkaar. Toch was hij maar een eenvoudige monteur, in dienst bij meneer en mevrouw Cove in Kentucky. Hoe kon het dan, vroeg Lucy zich af, dat hij op haar overkwam als een man van de wereld?

Hoezeer ze ook haar best deed er niet meer aan te denken, toch had ze de scène die zich tussen hen had afgespeeld in de keuken eindeloos herkauwd. Ze hield zichzelf voor dat ze het zich maar verbeeld moest hebben dat hij haar zo teder had aangeraakt toen hij dat beetje boter van haar lip veegde en dat ze verkeerd had geïnterpreteerd dat hij warme gevoelens voor haar had gekoesterd toen hij zijn vingertoppen langs haar wang had laten glijden. Ze had vast niet goed gezien dat hij haar intens en liefdevol had aangekeken. Ze prentte zich ook in dat ze het zich maar verbeeld had dat ze vlinders in haar buik had gevoeld en dat ze niets liever had gedaan dan zijn aanraking liefdevol beantwoorden.

Maar dat kon ze nu niet meer zo goed volhouden. Want toen ze hem in die gang nonchalant tegen de muur zag leunen, kreeg ze meteen weer kriebels in haar buik. Max zag er weer heel aantrekkelijk uit. Hij droeg een vale spijkerbroek en een donkergrijs T shirt waarop in rode koeienletters 'Ferrari' stond. Ze herkende het logo met het steigerende paard, want haar broer Emory had een Ferrari. Zelfs in die kleren had Max iets fascinerends, iets betoverend». Ze moest zich er maar bij neerleggen dat hij niet veel meer hoefde te doen om indruk op haar te maken dan simpelweg te ademen.

'Hallo,' antwoordde hij, op precies dezelfde toon als die avond waarop hij was komen vragen of er nog iets te eten voor hem was.

'Hallo Max,' antwoordde zij op haar beurt. Ze was vergeten dat ze hem al had begroet, zo beduusd was ze door zijn aanwezigheid. 'Wat, eh... wat doe jij hier nou?'

ik kom je ophalen,' zei hij.

Hij had een zware stem, die altijd vol seksuele spanning leek te zitten, ook al zei hij dingen die in de verste verte geen seksuele toespeling konden bevatten.

'Hoezo?' vroeg Lucy, die dat een heel logische vraag vond.

'Dimitri's college is al een uur geleden afgelopen, en hij was bang dat je hier niet meer weg zou komen.' zei hij. 'Hij wist dat ik niet thuis was, dus hij belde me op mijn mobieltje om te vragen of ik jou even wilde oppikken. Hij kon zelf niet komen. Een afspraakje, geloof ik.'

'o:

Lucy deed verschrikkelijk haar best daar nog iets op te laten volgen, maar het gegeven dat een razend knappe man haar zojuist een lift naar huis had aangeboden zorgde ervoor dat ze geen woord kon uitbrengen. Het liefst had ze haar vrouwelijke medestudenten luidkeels geattendeerd op haar sexy metgezel. Wie zou er nu niet graag door hem naar huis gebracht willen worden? Als ze niet zo in de penarie zat, zou ze heel anders tegen Max aankijken, dan zou ze misschien best iets met hem willen beginnen... Als ze nu maar niet gezocht werd door de FBI. Als de Russische maffia haar nu maar niet voor de leeuwen wilde gooien. Als die eikel van een Archie nu maar niet zo'n afgrijselijke verlovingsring aan haar vinger had geschoven.

Max maakte een hoofdbeweging in de richting van haar T shirt en vroeg: 'Weet je het zeker? Mag het? Hoewel, als ik je kus. dan geef ik toe dat ik een sufferd ben, of niet soms? Toch zou ik daar wel mee kunnen leven er zijn wel ergere dingen.'

O god, dacht Lucy, die haar mond weer kurkdroog voelde worden. Daar ging ie weer. Hij zei weer alleen maar dingen waarvan haar knieën gingen knikken. En hij keek er zo gewoon bij het gaf haar het idee dat ze zich alles maar inbeeldde.

'Eh. ..' zei ze, welbespraakt als ze was, en hield de klank voor haar gevoel wel vijfendertig seconden aan. 'Ja, dat T shirt... ik heb het eh... ik heb het gekregen," wist ze uiteindelijk uit te brengen. Ze stond versteld van dit antwoord, dat toch ook weer niet zo heel erg lang op zich had laten wachten en dat bovendien nog de waarheid was ook. 'Een geintje van een vriendin,' voegde ze eraan toe. Het was opnieuw geen sprankelende volzin, maar hij mocht natuurlijk niet denken dat een jongen het haar cadeau had gedaan.

Hij knikte, maar onthield zich goddank van verder commentaar. 'Zeg het maar,' zei hij toen ze maar bleef zwijgen, 'wil je meerijden?'

Lucy slikte en knikte instemmend. 'Hmm,' zei ze en werd vervuld van trots dat ze een geluid had kunnen uitbrengen terwijl ze zo in bes Lag werd genomen door de manier waarop zijn T shirt zijn gespierde lijf omspande. Het was een geluid dat niet verkeerd kon worden opgevat, tenminste, zolang ze zichzelf ervan kon weerhouden haar blik nog iets verder omlaag te laten glijden, hoe graag ze dat ook wilde. 'Als Dimitri al naar huis is, dan rijd ik graag met je mee,' vervolgde ze. Wow. Ze was nu goed op stoom, zeg. Het woord 'Dimitri' had toch op zijn minst drie lettergrepen, ik snap geloof ik nog niet zoveel van de busroutes hier.' zei ze in een ongekend staaltje welsprekendheid.

'Er rijden helemaal geen bussen naar Glenview,' vertelde Max. die zich losmaakte van de muur. 'Tenminste, niet naar het centrum. Het is nog een flink stuk lopen vanaf de bushalte.'

'Ik houd wel van een stevige wandeling.' zei ze.

Hij haalde zijn schouders op. 'Ook goed,' zei hij. 'Dan ga ik maar weer eens.'

Hij maakte aanstalten van haar weg te lopen, maar Lucy riep uit: 'Nee. wacht Wacht op mij!'

Toen hij zich weer naar haar omdraaide, zag ze dat hij lachte. Hij lachte haar plagerig toe, waardoor zij het gevoel kreeg dat ze... dat ze zojuist een huizenhoge golf over zich heen had gehad die haar zo hard omver had geduwd dat ze niet meer wist wat onder en boven was. Wat gebeurde er toch allemaal met haar?

Dat lachje vertelde haar dat hij haar zat te plagen. En dat hij maar al te goed wist hoe graag ze met hem mee wilde gaan.

'Ik vind het echt niet erg om de volgende keer een stuk te lopen, hoor,' zei ze. 'Maar vanavond maak ik graag van je aanbod gebruik. Als het niet te veel moeite is, natuurlijk.'

'Het is geen enkel probleem, miss French,' zei hij. ik ben te allen tijde bereid je een lift aan te bieden.'

Hoewel die laatste opmerking van Max moeilijk kon worden opgevat als een seksuele toespeling, leek het toch alsof er meer achter stak. Hij klonk een beetje mistroostig. Of beeldde Lucy zich dat maar in? Het kwam waarschijnlijk gewoon doordat hij beleefd probeerde te klinken. Mannen waren nooit mistroostig. Dat was niet mannelijk.

Hij zette een paar passen in haar richting, en zelfs die doodgewone bewegingen gaven hem iets stoers, iets dat haar opwond. Maar ze zocht er niets achter, Max Hogan probeerde haar niet te versieren, hij was gewoon zo. Waarom reageerde ze dan toch zo heftig op zijn aanwezigheid?

'Zal ik die tas van je overnemen?' vroeg hij.

Op dat moment kwam er iemand zonder te kijken de collegezaal uit gelopen. Hij botste hard tegen Lucy op, waardoor zij richting Max gekatapulteerd werd Hij ving haar moeiteloos op en wist hun lichamen op veilige afstand van elkaar te houden. Toen haar rugzak van haar schouder gleed, ving hij die ook meteen even op en hing hem in een vloeiende beweging over zijn eigen schouder.

'Tsjee, hoeveel boeken heb je wel niet nodig voor dit college?' vroeg hij.

Ze trok een grimas. 'Eentje maar.'

'Zware kost!'

'Ja, die meneer Besser weet wel hoe hij ons van de straat moet houden,' zei Lucy. 'Mijn buurvrouw zei net dat de colleges van meneer Lister reuze zijn en dat meneer Procter adembenemend kan vertellen.'

Max keek haar meewarig aan. 'Het lijkt wel of ik in een Danny Kaye film ben beland! Wat een oubollig taalgebruik!'

Lucy glimlachte. Zou h ij net zo dol zijn op oude films als zij?

Hij glimlachte eveneens. 'Houd jij ook van oude films?'

Ze knikte. 'Ja. ik ben er dol op!'

'Ik ook,' zei hij. Het leek of hij even iets moest overwinnen voor hij deze bekentenis deed. 'Zonder die films had ik mijn jeugd misschien niet overleefd.'

Er waren drie dingen die Lucy opmerkelijk vond aan deze bewering. Ten eerste dat een man toegaf dat hij van oude films hield Ten tweede dat ze hem door een moeilijke periode hadden gesleept. En ten derde dat die laatste woorden net zo gemakkelijk uit haar mond hadden kunnen komen. Als kind had ze geleefd voor die oude films. Net als Phoebe trouwens.

Ze keek Max lachend aan en zei: 'Voor mij geldt precies hetzelfde.'

Ze wisten geen van beiden nog iets te zeggen na deze ontboezemingen, dus daarom liepen ze maar zonder iets te zeggen naar de trap. Lucy deed haar best zich te ontspannen. En ze deed haar best geen acht te slaan op het feit dat hij zoveel langer was dan zij, zoveel breder, gespierder. Ze deed ook haar best geen acht te slaan op het feit dat hij zich kort daarvoor geschoren moest hebben. De donkere stoppels die doorgaans zijn wangen bedekten en die hem zo'n spannende, avontuurlijke uitstraling bezorgden waren verdwenen, maar gladgeschoren zag hij er nog even spannend en avontuurlijk uit, vond ze. In ieder geval zou ze geen last hebben van die stoppels als hij vanavond spannende en avontuurlijke dingen met haar uithaalde. De gedachte daaraan bracht een stevige blo» op haar wangen. Ze wendde haar hoofd af hij mocht natuurlijk niet zien dat ze bloosde.

Ze verlieten zij aan zij het grote universiteitsgebouw en stapten de donkere, zwoele avond in. Plotseling was Lucy zo blij dat ze niet met de bus naar huis hoefde, ik sta op de plek van een van de docenten geloof ik.' zei Max, terwijl ze tussen de geparkeerde auto's door liepen. 'Maar hij of zij maakt ct op dit tijdstip waarschijnlijk toch geen gebruik van.'

'Maar meneer, dat is tegen de regels!' zei ze plagerig.

'Ik ben eigenlijk heel braaf hoor. Tegenwoordig wel,' antwoordde hij.

Er was iets in de toon waarop hij dat zei wat haar ervan weerhield door te vragen, hoe graag ze dat ook had gewild. Ze liep zwijgend met hem mee tot ze tot haar verbazing een van de auto's van Justin Cove zag staan. Het was niet een van de zeldzaamste of kostbaarste exemplaren uit zijn collectie, maar de Porsche Carrera. Maar toch, het was een peperduur en prachtig staaltje techniek dat daar in het donker stond te glimmen. Max leek te raden wat ze dacht, want terwijl hij de auto met een druk op zijn sleutel ontgrendelde, verscheen er een brede glimlach op zijn gezicht.

'Justin vindt het prima als ik nu en dan een ritje maak in zijn 'gewone' auto's. Hij weet maar al te goed dat hij me daar een groot plezier mee doet.'

'Heb je zelf geen auto?' vroeg Lucy.

Max schudde zijn hoofd. 'Mag niet'

Ze vond dit maar een vreemd antwoord en ze had er graag over doorgevraagd (waarom zouden de Coves hem verbieden een eigen auto te kopen en waarom zou hij zich zo gemakkelijk bij deze regel neerleggen?), maar hij opende het portier voor haar en wierp haar rugzak achter in de auto. Tegen de tijd dat hij om de auto heen gelopen was en achter het stuur had plaatsgenomen, had ze zo sterk de indruk dat hij totaal geen zin had om hierop door te gaan, dat ze haar mond maar hield Hij startte de motor en de compacte, zwarte bolide brulde. Het geluid van de motor was zo allesoverheersend dat hij er toch niets van verstaan zou hebben.

En voor het geval het haar misschien toch nog steeds niet helemaal duidelijk geworden was zei hij, terwijl hij de auto in zijn achteruit zette: 'Laten we het ergens anders over hebben.'

De auto maakte zoveel herrie toen hij achteruit de weg op reed dat het Lucy beter leek nog maar even geen nieuw gespreksonderwerp aan te snijden. Niet dat ze op dat moment iets had kunnen uitbrengen, want toen Max zich omdraaide om bij het achteruitrijden beter zicht te hebben op de weg, had hij zijn hand haar nek even geraakt. En hoewel Lucy ervan was overtuigd dat hij het niet met opzet had gedaan, zette deze aanraking haar weer in vuur en vlam.

'Sorry,' zei hij.

Het klonk helemaal niet alsof het hem oprecht speet Integendeel, zijn stem klonk geïrriteerd. Zodra de auto eenmaal goed op de weg stond richtte hij zijn blik weer naar voren. Hij schakelde en de auto spoot brullend de straat uit.

Ze hadden een eindje in stilte gereden toen Max met een druk op een knop de raampjes opende. 'Mag het?' vroeg hij. 'Het is zo'n lekkere avond'

'Natuurlijk mag het,' zei ze. 'Ik vind het heerlijk om met open ramen te rijden.'

Hij lachte. Van enige ergernis was geen sprake meer. ik ook. Zullen wc de toeristische route maar nemen?'

Ze knikte. Wist zij veel, hij kon iedere route nemen die hij maar wilde zij kende de weg toch niet.

Hoewel, ze wist natuurlijk wel hoe Dimitri gereden was op weg naar de faculteit. Hij was over secundaire wegen en een stukje snelweg gegaan, maar met Max reed ze langs een woonwijk met grote huizen in Victoriaanse stijl. Ze passeerden ook wat winkeltjes, een wasserette en een drankhandel. Neonverlichting, straatlantaarns en trottoirs werden afgewisseld door reusachtige eikenbomen. Door de open raampjes kwam een zwoele avondlucht de auto binnen en Lucy's haar wapperde alle kanten op. Ze was nog steeds niet gewend aan dat korte haar. Vroeger was het altijd langer en zette ze het met elastiekjes of haarspelden vast. Het gevoel van de losse haren die haar wangen streelden maakte iets in haar los.

'Kom je oorspronkelijk uit Kentucky?' vroeg Max plotseling, zijn best doend om boven het geluid van de motor uit te komen.

'Nee,' zei Lucy. ik kom uit Rho... eh...' 'lsja, hoe moest ze zich hier nu weer uit redden? Koortsachtig dacht ze na over een andere geboorteplaats dan Rhode Island. Rhodesië? Rome? Romulus? 'Eh...' probeerde ze weer. 'Roanoke,' zei ze opgelucht en iets harder dan nodig was om boven het geronk van de motor uit te komen. 'Roanoke, Virginia.'

'Woont je verloofde daar ook?' vroeg hij, zijn blik strak op de weg gericht.

'Mijn verloofde?' vroeg ze. Ze schrok van die vraag.

ia,' zei hij. 'De kerel die die ring om je vinger heeft geschoven.'

O, die, dacht Lucy. Grappig, ze vergat steeds dat ze eigenlijk verloofd was. En niet alleen in haar tweede leven.

Automatisch bracht ze haar rechterhand naar haar linker en frunnikte aan het lompe ding. Hij zat gelukkig iets minder strak dan in het begin, maar daar was alles dan ook mee gezegd. Hoeveel zeep, boter, olijfolie, vaseline, ijsblokjes of wat voor spul ze ook op haar vinger deed, het ding wist van geen wijken. Het was haast alsof die afgrijselijke ring haar moest brandmerken als de verloofde van een man zonder smaak. En wat zei dat over haar? vroeg ze zich af. Ze durfde er eigenlijk niet over na te denken. Want Max Hogan zou precies hetzelfde denken.

'Eh, ja. Ik ben er opgegroeid en hij woont daar nu nog steeds.' zei ze, blij dat ze de waarheid kon spreken. Wat deze laatste vraag betreft, dan. Wat had ze in deze ene week al veel leugens verkocht.

Ze wilde helemaal niet liegen. Ze wilde zeggen dat die eikel van een Archie haar verloofde helemaal niet was omdat ze nooit gezegd had dat ze met hem wilde trouwen. Maar iets weerhield haar ervan. Misschien was het wel beter als Max dacht dat ze verloofd was, dacht ze. En misschien was het wel beter als ze er af en toe aan werd herinnerd dat ze verloofd was. Want het was haar wel duidelijk dat er iets in de lucht hing tussen hun tweeën. Wat het precies was, wist ze nog niet. Ze wist alleen dat het beter zou zijn als het daar nog even bleef hangen. De situatie was behoorlijk explosief, ze moest er niet aan denken wat er zou gebeuren als er een vonkje oversprong.

Daar moest ze nu maar niet te veel over nadenken. Ze moest zich gedeisd houden, niet te veel nadenken, dat was wel zo veilig. Ze betrapte zich er echter op dat haar gedachten de laatste dagen maar al te graag met haar op de loop gingen.

'En wanneer is de grote dag?' vroeg Max. Deze opmerking zette haar weer met beide benen op de grond.

'Grote dag?' herhaalde ze.

'Het huwelijk,' zei hij. Hij sprak deze twee woorden heel nadrukkelijk uit, alsof het hem ergerde dat ze dat niet meteen gesnapt had.

'O, dat,' zei ze. 'Wc hebben de knoop nog niet echt door kunnen hakken.'

Max keek haar van opzij aan. Ze hield zich voor hij dat deed omdat ze voor een rood stoplicht moesten wachten en niet omdat hij het zo'n vreemd antwoord gevonden had. Maar hij leek heel geïnteresseerd in haar laatste antwoord. Iets té.

'De knoop nog niet doorgehakt?' zei hij, overduidelijk brandend van nieuwsgierigheid.

Ze knikte, maar wist niet meer uit te brengen dan: 'Uhu.'

'Hebben jullie nog geen geschikte feestlocatie gevonden of zo?'

'Zoiets ja.' Hij moest eens weten. Ze werden allebei gezocht door de politie. Details, details.

'We hebben ons nog maar kort geleden verloofd,' voegde ze eraan toe, blij dat ze weer iets kon beweren dat waar was. Hoewel ze natuurlijk wel verzweeg dat ze formeel gesproken niet verloofd was omdat ze geen 'ja' gezegd had. Daarom vervolgde ze: 'Hij heeft me een paar weken geleden ten huwelijk gevraagd.' Zo. Weer een waarheid als een koe.

Niet dat ze daar iets aan had, want Max' honger naar meer informatie was allerminst gestild. 'Dan moeten jullie alles dus nog organiseren,' zei hij. 'En dan duurt het dus nog een hele tijd voordat de grote dag daar is. Ik bedoel, dat is best lastig lijkt me, gezien het feit dat hij in Virginia woont. Lat relaties...'

Hoe verder ik bij Archie vandaan ben, hoe beter het is voor onze relatie, dacht Lucy. Maar dat bedoelde Max natuurlijk niet. Ze liet hem in de waan.

'Studeert hij ook?' vroeg hij, terwijl het licht op groen sprong. Hij zette de auto in zijn één en Lucy deed haar best niet stil te staan bij het feit dat hij zo soepel reed. Hoe zou het voelen om aangeraakt te worden door iemand die zo trefzeker met de versnellingspook omging, vroeg ze zich af. Hoe zou het zijn om door hem aangeraakt te worden?

'Dat valt wel mee hoor, hij is een ei ' gelukkig maakte ze haar zin niet af. Ze moest beter opletten wat ze zei en zich niet zo laten afleiden door zijn handen die

'Een wat?' vroeg Max.

'Een ei... een ei... eigen baas,' flapte Lucy eruit. Verdorie, waarom had ze dat nu weer gezegd. Toch had het erger gekund, dacht ze. Ze had ook kunnen vertellen dat rijn hoofd de vorm van een avocado had.

'Echt waar? Wat doet hij dan?' vroeg Max.

'Hij is lijkbezorger.' Het leek hem totaal geen moeite te kosten om zich voor te stellen dat Lucy ging trouwen met iemand die overledenen volpompte met een afschuwelijke mix van chemicaliën en ervoor zorgde dat hun haar netjes zat. 'Dat hoor je niet 7.0 vaak,' voegde hij eraan toe.

'Dat is waar," gaf ze toe. 'Archie komt uit een familie met veel... lijkbezorgers.'

'Misschien moet je dan wel over heel specifieke kwaliteiten beschikken voor zo'n vak,' zei Max.

'O ja, Archie beschikt over heel bijzondere kwaliteiten, geloof me maar.' Homo ereetus eikelus, voegde ze daar in gedachten aan toe.

'Archie, dus,' zei Max.

Toen pas had Lucy in de gaten dat ze de echte naam van haar zogenaamde verloofde had gebruikt. Het kon natuurlijk een van de vele andere Archics zijn die de wereld bevolkten, maar toch had ze belangrijke informatie weggegeven. In navolging van Max' eerdere opmerking zei ze daarom vlug: 'Zullen wc het nu ergens anders over hebben?'

Ze keek hem aan en zag dat zijn wenkbrauwen verbaasd omhoog schoten bij haar verzoek. Hij richtte zijn blik nog altijd strak op de weg. Zijn lange lokken streken in de wind langs zijn knappe gezicht en in het licht van de voorbijglijdende neonreclames op de achtergrond had hij iets gevaarlijks, iets dreigends en iets heel. heel verleidelijks over zich. Haar hartslag leek zich aan te passen aan de snelheid van de auto, en terwijl ze naar hem keek spoot haar bloed met zo'n hoge snelheid door haar lijf dat ze er duizelig van werd. Ze bedacht zich dat ze nodig weer eens in moest ademen en zoog haar longen vol lucht. Nog nooit in haar hele leven was ze zich zo bewust geweest van haar omgeving als nu. En nog nooit had ze zulke hevige emoties gekend.

Wat is hij knap, dacht ze. Zo vol levenslust. Zo sterk. Ze vroeg zich af waarom hij zich zo van de buitenwereld afzonderde. Waarom hij zich zoveel dingen ontzegde.

'Ja, hoor, ik vind het best om het ergens anders over te hebben,' zei hij, en toen pas herinnerde ze zich weer dat ze aan het pralen waren. Eventjes hadden ze gecommuniceerd op een heel ander vlak. 'lk dacht alleen dat aanstaande bruiden niets liever deden dan kletsen over de voorbereidingen voor hun huwelijk,' voegde hij er nog aan toe. 'Waar wil je het dan over hebben?'

'Over jou,' antwoordde ze prompt. Ze had het misschien beter niet kunnen zeggen, maar voelde er niets voor om haar woorden te herroepen.

'Over mij?' herhaalde hij verbaasd.

'Over jou, ja,' zei ze. 'Je vertelde dat je nu vijf jaar voor de Coves werkt. Wat heb je daarvoor gedaan?'

De wending die het gesprek genomen had, beviel hem zo te zien maar niets. 'O, gewoon. Met auto's gewerkt," wuifde hij haar vraag weg.

'Wat dan precies?'

'Wat ik nu ook doe. Maar dan voor een andere baas.'

Ze keek hem wantrouwig aan. Hij liegt, dacht ze. Misschien niet in de mate waarin ik dat de laatste tijd doe, maar hij hield iets achter. Ze vroeg zich af of hij misschien ook op de vlucht was voor de FBI.

'Waar was dat? Hier in Louisville?'

'Nee, ergens anders.' 'Waar?' vroeg ze, met een wanhopige klank in haar stem.

'In het buitenland.' zei hij. Ze wist dat hij ervan baalde dat hij dat gezegd had, ook al was het antwoord nog zo vaag, want hij kneep zijn ogen tot spleetjes en mompelde iets wat leek op een... Nou ja, op een scheldwoord dat Lucy alleen gebruikte als ze zich heel, heel erg had bezeerd.

'In welk land?' vroeg ze. ik ben nog nooit in het buitenland geweest. Het was vast heel leuk daar.'

Er klonk een geërgerd geknor en het leek net of er een lichte blos op zijn wangen verscheen.

'Ja, het was best leuk. Maar aan alles komt een einde, nietwaar?' gromde hij.

'Ik weet het niet Is dat zo?'

ia,' antwoordde hij korzelig. 'Dat is zo. Ik kan het weten.'

Voor ze de kans kreeg nog iets te zeggen, zette hij de auto in de volgende versnelling en trapte het gaspedaal diep in. De Porsche ging steeds sneller en sneller, veel sneller dan was toegestaan. Als we nu maar niet worden aangehouden, dacht Lucy, toen Max op een drukke kruising nét door rood reed. Precies op het moment dat ze er iets van wilde zeggen, haalde hij zijn voet van het gas en schakelde hij terug. Ze waren inmiddels bij de rivier beland. Hij sloeg een smal straatje in en reed onder een brug door. Max reed goed, maar ging naar Lucy's smaak steeds net iets te snel, iets te soepel door de bocht.

Hij had iets ongetemds, iets wilds, dacht ze terwijl ze langs de rivier suisden. Het was iets ongeduldigs en vast ook iets gevaarlijks. Hij deed erg zijn best het te onderdrukken, maar zonder veel succes. Lucy vroeg zich af waar dat onbesuisde gedrag vandaan kwam. Ze vroeg zich af wat hij in het verleden had meegemaakt. En ze merkte dat haar blik weer van zijn stugge profiel omlaag was gegleden naar de hand die de versnellingspook ook nu met zoveel precisie hanteerde.

Hij is een vat vol tegenstrijdigheden, dacht ze. Het ene moment is hij ongeremd en het volgende zo beheerst als wat.

Wat was nu de ware Max Hogan? vroeg ze zich af.

Wilde ze dat eigenlijk wel weten?