Hoofdstuk 15

 

De wegen in New Mexico worden op de gewone manier gebouwd, op een kleinigheid na. Als ze het wegdek hebben aangebracht en het nog mooi zacht is, geven ze een seintje aan een dronken vent die op topsnelheid met een grote eg over het verse asfalt gaat en artistiek naar links en naar rechts slingert ...

Nou ja, misschien gaat het niet op die manier, maar ik kan geen betere verklaring vinden voor de lange, evenwijdig lopende, bochtige voren die de asfaltwegen in het zuidwesten sieren. Ze vallen niet erg op. Misschien voel je ze niet eens als je in een Cadillac met zachte veren en ballonbanden rijdt, maar in een bestelwagen met keiharde banden, is het net of je over een wirwar van tramrails rijdt die er door een idioot zijn neergelegd, uitsluitend met de bedoeling dat je met je wagen in de sloot terecht komt. Tegen het aanreken van de dag had ik er genoeg van met het stuur te vechten en ik sloeg een landweg in die in westelijke richting naar een boerderij voerde. Ik volgde de weg een kilometer of drie, tot ik in de ochtendschemering aan mijn linkerhand een soort holte zag waar de ceders dichter dan elders geplant stonden. Ik reed erheen over het hobbelige terrein.

Ik parkeerde de wagen op een kleine open ruimte onder de lage, kromme bomen, klom stram naar buiten en drukte de deur zacht dicht om Tina niet wakker te maken die opgerold onder haar stola aan de andere kant van de bank lag te slapen. Toen liep ik naar de top van het dichtstbijzijnde heuveltje en keek naar de lichter wordende, geelroze lucht in het oosten. Het zou weer een heldere dag worden. In dit deel van het land is het dat meestal.

Zwakke lichtjes kropen door de donkere vlakte onder de prachtige lucht, waar de snelweg was. Ik had dat vreemde, onwerkelijke gevoel dat je soms krijgt na een slapeloze nacht. Het leek me zo vreemd dat er, zo'n honderd vijf tig kilometer naar het noorden, in een verlaten mijn een mooi meisje lag met een werpmes in een schede op haar rug en een kogel in haar hoofd, keurig afgelegd aan de kant van de zwarte tunnel, met haar regenjas over zich heen en haar bagage naast zich, en bedekt met zoveel aarde en stenen als we maar met de ons ter beschikking staande gereedschappen bij elkaar hadden kunnen schrapen. Tina had het sentimentele tijdverspilling gevonden, en ze had volkomen gelijk gehad, maar ik voelde me beter nu ik het gedaan had. Ik was tegenwoordig inderdaad een weke jongen, zoals ze maar steeds bleef volhouden. Ik moest steeds maar denken aan beesten als ratten en prairiewolven.

Het leek me even onwerkelijk dat, op slechts een paar meter vanwaar ik stond, een mooie, donkere vrouw, die niet mijn echtgenote was, onder een nertsstola lag te slapen ...

Ik ben geen houtvuur-enthousiast als het op koken aankomt, ik geef de voorkeur aan welke kachel dan ook, maar ik was er niet toe gekomen een nieuwe fles voor het butagaskomfoor te kopen, en er hing een herfstkoelte in de lucht en om ons heen stonden enkele dode bomen. We hebben de afgelopen jaren last van een soort kever die met angstwekkende snelheid de bomen kapot maakt. Ik pakte de bijl en na een poosje vlamde er een aardig vuur onder de koffiepot en braadpan. Ik hoorde de deur van de cabine opengaan. Toen ik opkeek, stond Tina daar en ze duwde met beide handen het haar uit haar gezicht, rekte zich uit en gaapte als een ontwakende kat. Ik moest wel lachen. Ze hield meteen op met gapen.

'Is het zo leuk, Eric?'

Ik zei: 'Baby, je zou je zelf es moeten zien.'

Ze keek naar zich zelf in het licht van de nieuwe dag en maakte een gebaar van haar kleren gladstrijken, maar ze het haar handen hulpeloos langs zich vallen, de situatie was kennelijk te ernstig voor dergelijke simpele remedies. Ze zou nooit meer een grootse entree maken in deze jurk. Ze was haar handschoenen en hoed kwijt, die lagen voor oud vuil ergens in de wagen. De mooie cocktailjurk, waarvan de zoom gescheurd en gerafeld was, was besmeurd met vuil uit de mijn en gekreukeld door het slapen. Haar pumps waren stuk gegaan op de rotsen en smerig, en ze had ladders in beide kousen. Alleen de stola om haar schouders scheen niet te zijn aangetast door de avonturen van die nacht. In vergelijking met die glanzende volmaaktheid leek de rest van haar kleren nog schunniger.

Tina lachte en haalde opgewekt haar schouders op. 'Oh, nou ja,' zei ze, terwijl ze het haar uit haar gezicht streek, 'c'est la guerre. Je koopt wel wat nieuwe kleren voor me als we ergens in een stad komen, nicht wahr?'

'Si, si,' zei ik, om te bewijzen dat ik mijn talen ook kende. 'De kleedkamer is achter de derde ceder in westelijke richting, en ik hoop dat je vlug bent, want die eieren zijn bijna klaar.' Toen ze weg was, spreidde ik een legerdeken voor ons uit, deed het ontbijt op bordjes en schonk de koffie in. Toen ze terugkwam, had ze haar haar gekamd, haar kousen opgetrokken en lipstick opgedaan, maar ze was nog steeds niet de mooiste vrouw ter wereld, zelfs niet om vijf uur in de ochtend. De damesbladen waar Beth op geabonneerd is, zouden haar geval met deernis en afschuw bekeken hebben. Ze was niet elegant en fris en ze rook niet verfijnd, het was duidelijk dat het arme meisje in haar huidige onttakelde toestand geen enkele kans had de aandacht van een man te vangen.

Soms vraag ik me af waar die tijdschriften hun opvattingen over de psychologie van de man vandaan halen. Ik vraag u, heren, wordt het beest in u het meest gewekt door een knappe dame die er uitziet als een engel en ruikt als een roos? Ik heb het nu niet over liefde en tederheid. Als u iets zoekt om te beschermen en te koesteren, okay, misschien hebben die redactrices dat wel op het oog, maar als het om de lage hartstochten gaat, geloof ik dat u een stinkend, onappetijtelijk menselijk wezen zoals u zelf wilt hebben, geen glanzend en onberispelijk bovenaards visioen.

Ze ging naast me zitten. Ik gaf haar haar bordje aan, zette haar kopje op de grond naast haar, schraapte mijn keel en zei: 'We hebben onze sporen overal op die heuvels daar achtergelaten, maar als iemand kien genoeg is om ze te volgen, weten ze toch al teveel. Wil je wat whisky in je koffie?'

Ze keek me aan. 'Zou ik het doen?'

Ik haalde mijn schouders op. 'Het schijnt goed te zijn tegen de kou, en ook voor het willoos maken van leden van de andere sekse.'

'Heb je oneerbare bedoelingen, chéri?'

'Natuurlijk,' zei ik. 'Het zit er dik in dat ik mijn vrouw ontrouw word voor ik met jou klaar ben. Dat was onvermijdelijk vanaf het moment dat ik je gisteravond zag. Nou, dit is een mooie, rustige plek. Laten we het maar doen, dan kan ik weer tot rust komen en ophouden te worstelen met mijn geweten.'

Ze glimlachte. 'Soms geloof ik dat je niet erg hard worstelt, mijn beste.'

Ik haalde mijn schouders op en spreidde mijn handen. 'Ik heb ook niet veel geweten.'

Ze lachte. 'Je avances zijn me te grof en ik heb zo'n honger. Wacht tot ik mijn ontbijt op heb, voor je me verkracht. Maar ik wil wel een beetje whisky in mijn koffie, alsjeblieft.' Ze keek hoe ik de whisky in haar kopje en in het mijne schonk. Even later zei ze: 'Je hebt een erg knappe vrouw.'

'En ze is erg aardig ook,' zei ik, 'en in een ander bestaan houd ik ook erg veel van haar, maar laten we nou ophouden over mijn vrouw. Dat daar in de vallei is de Pecos-rivier. Je kunt hem niet zien, maar daar stroomt hij.'

'Meen je dat?'

'Het is een bijzonder historische rivier,' zei ik. 'Er is een tijd geweest dat 'ten westen van de Pecos' synoniem was aan woest en prachtig. Charles Goodnight en Oliver Loving zijn niet ver vanhier door Indianen, Comanches geloof ik, in een hinderlaag gelokt. Ze brachten een kudde koeien van Texas naar het noorden. Loving werd aan zijn arm gewond. Goodnight kon ontsnappen en kwam terug met hulp, maar Loving kreeg infectie, en hij overleed aan bloedvergiftiging. De Comanches waren uitstekende ruiters, en ze behoorden tot de beste krijgers die ooit een boog in de hand namen. Ik heb er nooit veel over geschreven.'

'Waarom niet, Liebchen?'

'Ze vormden een volk van grote krijgers. Ik heb niet genoeg de pest aan ze, om ze tot schurken te maken, en aan de andere kant moet ik kotsen van de meeste boeken waarin de roodhuiden van die edele figuren zijn, zelfs als het mijn eigen boeken zijn. De Apachen zijn veel beter geschikt voor literaire doeleinden. Ik vermoed dat ze op hun manier ook groots waren, ze hebben in elk geval het Amerikaanse leger verdomd lang in een kringetje laten rondlopen, maar ik heb nooit veel bewonderenswaardige karaktertrekjes bij ze kunnen ontdekken. Voor zover ik uit de beschikbare gegevens heb kunnen opmaken, was de grootste dief en leugenaar de meest gerespecteerde Apache. Wat hen betrof was moed iets voor idioten. Oh, een Apache kon dapper genoeg sterven als hij beslist moest, maar het zou altijd een smet op zijn blazoen zijn: hij werd geacht daar te slim voor te zijn. En ze hadden een nogal smerig gevoel voor humor. Ze vonden het geweldig leuk om een eenzame ranch te overvallen, de muilezels op te eten - ze waren dol op muilezelvlees - en de bewoners achter te laten in wat ze een enorm grappige toestand vonden. Ik bedoel, ze namen één gevangene, scalpeerden hem, sneden oren en neus af, staken hem de ogen uit, doorboorden zijn tong, sneden de borsten af als het een vrouw en het geslachtsdeel als het een man was, en sneden de achillespezen door. En dan, als het Apachen van de oude stempel waren - ze zijn nu natuurlijk allemaal beschaafd en fatsoenlijk - lachten ze zich gek terwijl ze toekeken hoe dat bloederige, hulpeloze ding blindelings rond hupte in de modder. En dan reden ze weg en lieten hun gevangene in leven, zodat de volgende blanke die langs kwam hem moest doodschieten als hij barmhartig genoeg was om die verantwoording op zich te nemen. Dit was geen ritueel, snap je, geen ceremoniële proeve van moed, zoals de martelingen van sommige andere stammen. Het was voor de jongens onder mekaar gewoon een lolletje. Ja, die Apachen waren in hun tijd mooie heren. Ze zorgden ervoor dat New Mexico en Arizona jarenlang praktisch woestenij bleven. Het zijn mooie schurken voor een boek. Ik zou niet zonder ze kunnen leven.' Ik pakte haar bordje toen ze het wegzette. 'Lust je nog wat?' Ze schudde glimlachend haar hoofd. 'Je wekt de eetlust niet bepaald op, Eric. En je hebt een rare manier om stemming voor liefde te kweken, met dat gepraat over uitgestoken ogen en afgesneden borsten.'

'Ik zei maar wat,' zei ik. 'Dat was om op te scheppen met mijn grote kermis. Een man moet toch ergens over praten, terwijl hij zit te wachten tot een vrouw klaar is met eten. Ik praat liever over de Apachen dan over mijn vrouw en kinderen, waarover jij net begon.'

'Jij was het eerst over haar begonnen.'

'Ja,' zei ik, 'om de zaken duidelijk te stellen, maar het was niet de bedoeling dat jij er op door zou gaan ... Wat doe je nou?'

Ze keek een tikje verbaasd over de vraag. Ze lag achterover tegen een tas, haar jurk slordig opgeschort en haar lange benen

zichtbaar. Gedachteloos plukte ze met een scherpe nagel aan een van haar kousen en keek toe hoe een ladder in een bleke streep over haar knie en langs haar scheenbeen en wreef gleed en in haar stoffige schoen verdween. Ook al waren die nylons niet meer te redden, het leek me iets onfatsoenlijks om te doen. '

Ze bewoog haar schouders. 'Ik ... ik vind dat kietelen zo lekker. Wat doet het er toe? Hij was toch al stuk. Eric?'

'Ja?'

'Ben je steeds van me blijven houden?'

Ik zei: 'Ik heb in geen tien jaar aan je gedacht, engel.'

Ze glimlachte. 'Dat vroeg ik niet. Je hoeft niet te denken om van iemand te houden.'

I'aen, hoewel de ochtend nog kil was, deed ze haar glanzende stola af en legde hem voorzichtig op een hoek van de deken. Ze draaide zich om en keek me aan in haar verkreukelde, mouwloze jurk. De blote armen maakten haar bij deze temperatuur erg kwetsbaar, ik moest haar vasthouden om haar te warmen. Haar lippen gingen een stukje vaneen, en haar half gesloten violette ogen keken tegelijk slaperig en helder, als dat mogelijk is. Haar bedoeling was duidelijk. Ze had het enige ding dat ze netjes wilde houden opzij gelegd. De rest, die toch al haveloos was, deed er niet toe, ik hoefde me er geen zorgen om te maken. Dat deed ik dan ook niet.