Hoofdstuk 5
Ken kleine, donkere man in een onberispelijk wit jasje stond aan het hoofd van het buffet, met de gratie, waardigheid en ontspannen zekerheid van een oude familiebutler, hoewel ik wist dat hij voor de gelegenheid gehuurd was, omdat ik hem al jaren op feestjes in Santa Fe had gezien.
'Wodka?' zei hij. 'Nee, nee, dat kan ik niet doen, señorita! Ken Martini is een Martini en u bent hier gast in huis. Por favor, vraagt u me niet een gast van de Darrels het gefermenteerde sap van aardappels en andere gewassen in te schenken!'
Barbara Herrera gaf de man lachend in het Spaans antwoord en ze trokken wat heen en weer, maar toen stemde ze ermee m het te doen met een eerlijke, kapitalistische cocktail in plaats van over te gaan op de bastaardvariatie uit het land van het communisme. Toen hij haar glas gevuld had, hield ik hem bet mijne voor om uit dezelfde shaker gevuld te worden. Het meisje keek om, glimlachte en draaide zich om met veel getinkel van armbanden en een geruis van petticoats.
Ik wees op haar jurk. 'Santa Fe is u dankbaar dal u de plaatselijke industrie steunt, juffrouw Herrera.'
Ze lachte. 'Lijk ik erg veel op een wandelende kerstboom? Ik had vanmiddag niets anders te doen en ik was gefascineerd door de winkels. Ik ben bang dat ik door het dolle heen ben geraakt.'
'Waar komt u vandaan?' vroeg ik.
'Californië,' zei ze.
'Dat is een grote staat,' zei ik, 'en u mag hem helemaal houden.'
Ze glimlachte. 'Zeg, dat is niet aardig.'
'Ik heb een paar keer een paar maanden in Hollywood gewoond,' zei ik. 'Niets voor mij. Ik ben er aan gewend adem te kunnen halen.'
Ze lachte. 'U schept op, meneer Helm. Wij krijgen tenminste nog wat zuurstof binnen. En dat kun je hierboven, op vijfentwintighonderd meter, niet zeggen. Ik heb gisternacht de hele nacht wakker gelegen en naar adem liggen happen.' Met haar warme, donkere huid en de brede jukbeenderen zag ze er in de squawjurk beter uit dan de meeste andere vrouwen. Ik keek op haar neer, zuchtte eens en zette me schrap om mijn plicht te doen als een nestor van het schrijversgilde. Op vriendelijke toon vroeg ik: 'U zei dat u ook iets geschreven had, juffrouw Herrera?'
Haar gezicht begon te stralen. 'Oh, ja, en ik had er zo graag met iemand over willen praten... Het ligt in mijn motel, meneer Helm. Daarnaast is een aardige bar. Ik weet dat u morgenochtend vertrekt, maar als u en uw vrouw op weg naar huis misschien even willen meegaan en een borreltje nemen, dan haal ik het... Het is alleen maar een kort verhaal, dat kost u maar een paar minuten en ik zou het geweldig op prijs stellen als u het even zou willen inkijken om me te zeggen ...' New York is vol redacteuren die betaald worden om verhalen te lezen. Het enige wat je nodig hebt is hun schriftelijke reactie. Maar dit soort jongelui schuift de producten van hun zweet en fantasie aanhoudend onder de neus van vrienden, verwanten, buren en iedereen die ze maar te pakken kunnen krijgen, die ooit drie luizige versregels gepubliceerd heeft. Ik snap het niet. Misschien ben ik een harde cynicus, maar toen ik aan dit vak begon verknoeide ik mijn tijd en moeite bepaald niet door mijn werk aan iemand te laten zien die noch het geld om het te kopen, noch de persen om het te drukken had. Zelfs aan mijn vrouw liet ik het niet lezen. Het is al belachelijk genoeg een ongepubliceerd schrijver te zijn, waarom zou je het nog erger maken door die dingen aan iedereen te laten lezen?
Ik probeerde het meisje dit te vertellen, ik probeerde haar te vertellen dat ook al vond ik het verhaal aardig, ik er niets mee kon doen en dat het, als ik het niet aardig vond, geen enkel verschil maakte. Ik was tenslotte niet de man die het kon kopen. Maar ze drong aan en vóór ik haar kon afschudden had ik nog twee Martini's gedronken en haar beloofd morgenochtend als ik tijd had langs te komen om een blik te werpen op haar meesterwerkje. Daar ik van plan was voor het aanbreken van de dag te vertrekken, leek het. me niet dat ik er tijd voor zou hebben en dat besefte ze vermoedelijk wel; maar ik was niet van plan mijn laatste avond thuis te verknoeien met het lezen van haar manuscript of wiens manuscript dan ook.
Ze het me tenslotte alleen en liep naar de andere hoek van de kamer om afscheid te nemen van haar gastvrouw en gastheer. Het kostte me enige tijd om Beth in een van de achterkamers van het grote, uitgestrekte huis te vinden. In dit land hebben we flink de ruimte en weinig huizen, hoe groot ze ook zijn, hebben meer dan één verdieping, en dat is maar goed ook. Op deze hoogte wil je liever geen trappen klimmen. Toen ik mijn vrouw tenslotte vond, zat ze te praten met Tina. Ik bleef in de deuropening naar hen staan kijken. Twee goed uitziende, goedgeklede gasten, die hun drankje vasthielden als een talisman, en die zaten te babbelen op de stralende manier van twee vrouwen die pas kennis met elkaar gemaakt hebben en meteen al niet bijzonder op elkaar gesteld zijn. Ja, in de oorlog zat hij bij de afdeling Public Relations van het leger,' hoorde ik Beth zeggen toen ik naderbij kwam. 'Ik geloof dat er tijdens een werkbezoek aan Parijs een jeep op hem is gekanteld, waardoor hij nogal flink verwond raakte.
Ik was bij de afdeling Ontspanning in Washington, toen hij daar ook heen kwam. En daar hebben we elkaar ontmoet. Hallo, lief, we hadden het net over jou.'
Ze zag er aardig uit, jong en onschuldig, zelfs in haar Fifth Avenue cocktaildress. Ik ontdekte dat ik niet langer kwaad op haar was; en kennelijk had zij mij ook vergeven. Toen ik naar haar keek, was ik blij dat ik zo verstandig was geweest haar te trouwen toen ik de kans kreeg, maar ik had ook een schuldgevoel. Dat had ik altijd al gehad, maar vanavond was het gevoel sterker. Ik had eigenlijk met niemand mogen trouwen.
Tina had zich omgedraaid en glimlachte tegen me. 'Ik vroeg uw vrouw net waar u zo'n beroemdheid in bent, meneer Helm.'
Beth lachte. 'Vraag hem niet onder welke naam hij schrijft, mevrouw Loris, anders is hij de rest van de avond niet te genieten.'
Tina glimlachte nog steeds, terwijl ze naar me keek. 'Dus u zat in de oorlog bij Public Relations. Dat moet wel interessant geweest zijn, maar was dat soms niet riskant?' Haar ogen lachten me uit.
Ik zei: 'Die jeeps waar we in rondreden hebben meer ongelukken veroorzaakt dan vijandelijke acties, tenminste bij onze dienst, mevrouw Loris. Ik ril nog als ik er eentje zie. Gevechtsmoeheid, begrijpt u wel?'
'En na de oorlog bent u gewoon gaan schrijven?'
Haar ogen bleven me uitlachen. Ze was zonder twijfel van mijn volledige dossier voorzien toen ze haar opdracht kreeg. Ze wist waarschijnlijk meer van me dan ik van mezelf wist. Maar ze vond het leuk mij m'n rol te zien spelen onder de ogen van mijn vrouw. 'Nou ja, ik had voor ik in dienst ging bij een krant gewerkt; en daardoor was ik geïnteresseerd geraakt in de geschiedenis van het zuidwesten. Na wat ik in de oorlog heb gezien, ook al heb ik nooit aan de strijd deelgenomen ...
Nou, het leek me dut mannen die in de modder en de regen tegen de nazi's vochten niet zo erg veel konden verschillen van mannen die in stof en wind tegen Apachen vochten. Ik hen teruggegaan naar mijn baan bij de krant en in mijn vrije tijd ben ik verhalen gaan schrijven. Beth werkte toen ook. Kn na een paar jaar gingen mijn boeken lopen, zo is het gegaan.'
Tina zei: 'Ik geloof dat u veel geluk hebt gehad, meneer Helm, met zo'n behulpzame en begrijpende vrouw.' Ze wendde haar glimlach tot Beth. 'Niet iedere beginnende auteur heeft zo'n geluk.'
Ik gaf het geijkte antwoord en Beth knipoogde tegen me terwijl ze iets toepasselijks bescheiden ten antwoord gaf, maar vanavond vond ik het niet leuk. In Tina's stem en houding school die beschermende arrogantie die ik zo goed van haar kende: zij was de vos tussen de kippen, de wolf onder de schapen.
Toen voelde ik een beweging achter me en Loris verscheen met zijn breedgerande hoed en Tina's bontstola in zijn handen. 'Sorry dat ik er tussen kom,' zei hij, 'maar we zouden in de stad gaan eten met een paar mensen. Klaar, liefje?'
'Ja,' zei ze, 'ik ben klaar, maar ik moet nog afscheid nemen van de Darrels.'
'Gauw dan,' zei hij. 'We zijn al laat.'
Hij probeerde haar kennelijk duidelijk te maken dat hun een dringende zaak wachtte; en ze snapte de boodschap, maar toch bleef ze nog even treuzelen om haar stola te schikken en ons plezierig toe te lachen, zoals elke vrouw die niet van plan is zich te laten opjagen door een ongeduldige echtgenoot. Toen liepen ze samen weg en Beth pakte me bij de arm.
'Ik mag haar niet,' zei Beth, 'maar zag je die nerts?' Kaatst toen we goed in de centen zaten heb ik je zo'n nertsding aangeboden,' zei ik. 'Jij zei dat je het geld liever aan een nieuwe auto wilde besteden.'
'Ik mag hem ook niet,' zei ze. 'Het lijkt me dat hij kleine kinderen knijpt en vliegen de vleugels uittrekt.'
Soms kan mijn vrouw, ondanks haar naïeve en kleine-meisjes-uiterlijk, heel clever zijn. Terwijl we naar de voorzijde van het huis liepen, tussen groepjes mensen die verbeten van plan waren het feest voort te zetten ongeacht hoe laat het was of wie er naar huis gingen, vroeg ik me af waarom Tina en haar partner zo hals over kop verdwenen waren. Nou ju, het was mijn probleem niet. Ik hoopte dat het dat ook niet zou worden.