41
Afterparty
We betraden de thrash-club omringd door de synth-bodyguards van Metalles en Smoke’s, die overenthousiaste fans ruw terugduwden. Het verschil tussen de synths was opvallend: die van Metalles waren rank, slank en uitermate chic, die van Smoke’s zwaargebouwd en gespierd. Een hysterisch meisje in een superstrak rood tuniekje wist zich door ons synth-schild te wurmen en greep Ril bij de arm. Een van de bodyguards tilde haar op alsof ze niks woog en wierp haar terug in de menigte, haar armen nog steeds uitgestrekt naar Ril.
Een lange keten van verticaal zwevende buizen leidde ons de thrash-club in. De buizen braakten rook uit en vormden zo een semitransparant gordijn dat verhulde wat ons te wachten stond. Langzaam liepen we langs de gillende menigte. Ik strekte mijn nekspieren en schudde mijn armen los. Ik had geen flauw idee wat er in die hypo’s zat die Mobey ons in de lev-cruiser had opgedrongen, maar ik voelde mijn blessures niet meer en was bovendien klaarwakker.
Aan het einde van het buizenpad werden we opgewacht door niemand minder dan M. Choco. Ik had haar eigenlijk al verwacht; dit was immers een conglomfeestje en op de grootste en beste conglomfeestjes was M. Choco altijd de gastvrouw.
Ze lag languit op een enorme stoel met goudkleurige kussens. Haar lange benen bungelden over de ene leuning en ze had haar hoofd op de andere gelegd, zodat haar lange haren naar beneden hingen. Zodra ze ons zag, ging ze rechtop zitten. Ze droeg een strakke, bronskleurige jurk met een split van de hals tot net boven het kruis, zodat haar platte buik en goudkleurige borsten bijna helemaal zichtbaar waren. Om haar heen stond een groepje halfnaakte mannen die haar streelden en hapjes voerden, en glazen bij haar lippen hielden.
Mobey begon driftig te fluisteren. ‘Ik raad jullie aan iets aan die sombere smoelen te doen. We zijn hier op een feestje. En als jullie ook maar iets zeggen over wat er gebeurd is, dan... nou, dat willen jullie niet weten.’ Hij deed een stap naar achteren, weg uit het blikveld van de v-camera’s die onophoudelijk bleven flitsen.
M. Choco kwam langzaam overeind uit haar stoel en gunde iedereen een blik op haar rondingen. Haar heupen leken voller dan ik me kon herinneren. Implantaten?
‘Mijn kampioenen,’ zei ze zangerig. ‘Kom naar voren, alsjeblieft.’ Ze gebaarde naar een van haar dienaren, die een kistje vanachter haar stoel tevoorschijn haalde. Toen ze vooroverboog, kreeg ik goed zicht op haar eindeloze decolleté. Voor een man zag ze er skuttig goed uit.
M. Choco pakte een rond en glimmend voorwerp uit het kistje. ‘Graag wil ik jullie uit naam van onze genereuze sponsor, het eerbiedwaardige Metalles Conglom, een blijk van waardering geven.’ Ze overhandigde het voorwerp aan Rhunner.
We verdrongen ons om haar heen en zagen iets wat nog het best te vergelijken viel met een levende versie van het Metalles-logo: twee slangen in een doorzichtige bol die om elkaar heen kronkelden en elkaar in de staart beten. Rhunner stak een vinger in de bol, waarop de slangen naar haar vinger hapten. ‘O!’ riep ze uit, en ze tikte de sissende slangen zachtjes op hun kop.
‘Is het een holo?’ vroeg Ril, starend naar de bol die M. Choco aan hem had overhandigd.
‘Ze zien er echt uit,’ zei Rhunner.
Ril stak zijn vinger in zijn mond toen hij zelf door zijn cadeautje werd gebeten. ‘Hoef het sowieso niet te hebben. Metalles-meuk.’
Mobey boog zich voorover. Op zijn gezicht was een namaakglimlach gebeiteld. ‘Laat zien dat je het cadeau dankbaar accepteert, anders ga je er spijt van krijgen.’ Ril liet zijn bol zakken en keek hem boos aan. Even dacht ik dat hij de bol op de grond stuk zou smijten.
Tana keek onverschillig naar haar eigen happende slangen. ‘Metalles heeft een patent op dit soort dingen. Ze hebben iemand in dienst die zich uitsluitend bezighoudt met het fokken van slangen. Daarna krijgen ze een cryobehandeling en worden ze in een soort van vriestoestand in leven gehouden. Dit is niet gewoon een holo; de slangen zijn deels organisch.’
Door het onophoudelijke geflits van de v-camera’s was ik bijna verblind toen M. Choco bij mij kwam. Voordat ze me de bol overhandigde, wist ze me van mijn stuk te brengen door voorover te buigen en me een kus op de wang te geven.
‘Ik vind je wel iets charmants hebben,’ fluisterde ze in mijn oor voordat ze zich omdraaide naar de reporters en een arm om mijn schouder sloeg. Toen de reporters hun foto’s hadden genomen, schreed ze weer naar haar podium.
Met onze beloning in de hand liepen we achter Mobey en zijn synths aan de club in. Net als Raven hadden de eigenaren het interieur flink opgeknapt. Door de zilverkleurige wanden, de enorme lampen in de vorm van libellen en de brandschone dansvloer en -podiums leek het alsof we in de duurdere districten van Europaplex waren aanbeland. Ook hadden ze een paar nieuwe afgeschermde ruimtes gecreëerd: waarschijnlijk voor de vips, die vanavond in groten getale aanwezig waren. Zelfs de thrash klonk anders. Wat bezielde de eigenaren? Celslompers klaagden altijd over de bulkers en congloms van Zilverland, maar zodra ze de kans kregen, zetten ze alles op alles om erbij te horen.
Terwijl we door de club liepen, vielen vooral de bulkers in hun dure kleren en ik-ben-beter-dan-jij-houding op. Een meisje in een goudkleurige tuniek, waarvoor een fabrieksarbeider waarschijnlijk een half jaarsalaris moest neertellen, keerde een sjofele jongen die haar stond aan te gapen de rug toe. Hij bood haar een JetBlue aan, maar ze sloeg die uit zijn hand. Hij wilde haar wat toeroepen, maar hield zich toch maar in terwijl ze in de mensenmassa verdween – waarschijnlijk omdat hij wist dat heel Europaplex meekeek.
Ineens klonk er opgewonden gegil. Een paar meisjes die op een podium aan het dansen waren, riepen naar Ril of hij mee kwam doen. Ik zag dat hij dolgraag wilde, maar toch schudde hij zijn hoofd en bleef bij ons.
Eindelijk stonden we in de vipruimte die voor ons was gereserveerd.
‘Honger?’ vroeg Ril.
Tana knikte, maar ik trok slechts mijn schouders op.
Toch floot ik toen ik al het eten zag dat op drie tafels was uitgestald. Ik had nog nooit zoveel vers voedsel op één plek gezien. Je zag meteen wie er uit Celstad kwamen: degenen die zich bij de tafels verdrongen om hun borden vol te scheppen en hun mond vol te proppen. Mobey liep meteen naar de bar en Danzer naar een groepje fans om een praatje te maken.
Ik pakte drie eetbordjes en overhandigde Tana en Ril er ieder een. Ze waren vierkant en uit de hoeken kringelde gekleurde rook. Tana begon de veganistische gerechten te inspecteren en Ril en ik schepten onze bordjes vol totdat er geen kruimel meer bij kon. Terwijl ik op Tana wachtte, zag ik in de hoek Raven zitten met een paar van zijn mensen. Zijn bodyguards vormden een kordon om hem heen. Hij knikte toen we oogcontact maakten, waarna hij zich weer op zijn privéfeestje richtte.
Uiteindelijk koos Tana voor een paar armetierige groenten. We schonken onszelf een JetBlue in en liepen naar een hoger niveau, langs gloeiende letters die DEATHZONE SF spelden. Achter een glazen wand vonden we een tafeltje waar nog niemand zat, met goed uitzicht over de dansvloer. Aan een tafeltje aan de andere kant van de danszaal zat Mobey, in het gezelschap van twee officieel uitziende mannen en, een beetje op de achtergrond, een paar bodyguards.
‘Hou je van dansen, NamJu?’ vroeg Tana, en ze stak een stukje rauwe wortel in haar mond.
‘Soms vind ik het wel leuk, maar ik bak er meestal weinig van.’ Stukjes kip vlogen uit mijn mond.
‘Breek me de bek niet open,’ zei Ril. ‘Hij zit voortdurend te klunzen en zou zijn eigen oog nog uitsteken met een thrash-prop.’
Haar glimlach veranderde in afkeer toen ze zag hoe ik de gele rijst met mijn vingers van mijn bord veegde en in mijn mond propte. Ook Ril at op die manier. ‘Kunnen jullie geen bestek gebruiken? Lag gewoon op tafel hoor.’ Ze zwaaide met haar eetstokjes.
‘Ik ben die dingen niet meer gewend. Ik eet al zo lang uit nutrizakken.’ Ik schoof een handje dikke geroerbakte noedels in mijn mond.
‘Ik ook,’ zei Ril met volle mond. Hij keek begerig naar mijn bord. ‘Eet je die garnaal nog op?’ Hij griste hem weg voordat ik wat terug kon zeggen.
Tana schoof de groenten op haar eigen bordje wat heen en weer. Ik kon er maar niet bij dat er mensen waren die alleen maar dierenvoer aten. Ze keek me vol afschuw aan toen ik een reepje gegrild rundvlees naar binnen zoog.
Ineens verscheen er voor mijn neus een zwarte mouw. Uit de mouw stak een hand, die weer een glas vasthield. Mobey. Hij toostte mijn JetBlue zo hard, dat ik hem moest vastpakken om te voorkomen dat hij omviel.
‘Een toost op DeeZee SF.’ Ik wendde mijn hoofd af; Mobeys adem walmde naar synthohol. Hij nam een slok. ‘Hebben jullie het een beetje naar jullie zin?’
‘O, ontzettend,’ antwoordde ik. ‘Het eten is in ieder geval goed.’
‘Jammer dat Ellisen er niet bij kan zijn,’ voegde Tana bars toe.
Mobey sloeg zijn glas op tafel. ‘Ik wil niks meer over die man horen, begrepen? En doe wat aan die zure smoel van je, Renz-lijer, of ik zal...’
Ril en ik schoven onze stoel naar achteren, klaar om Tana te hulp te schieten.
‘Hola, draai die testosteronkraan weer even dicht, mannen,’ zei Mobey lacherig. ‘Vergeet niet dat jullie van mij zijn. En dat ik jullie constant in de gaten hou.’ Hij greep zijn glas, morste wat op het tafelblad, sloeg het restant van zijn drankje achterover en wankelde weg.
Ik keek naar de berg pittige gebakken rijst met tofu op mijn bord en besefte dat ik geen trek meer had. Ik veegde mijn handen af aan mijn broek. ‘Wat een kakzak. Sorry dat ik jullie in dit alles heb meegesleurd.’
Ik keek op, benieuwd naar de reden dat ik geen antwoord kreeg, en zag dat ze niet naar mij keken, maar naar iets of iemand achter me, en kennelijk waren ze nogal verrast door wat ze zagen. Ik keerde me om. ‘Moet je horen, Mobey, je...’ Maar toen viel ook mijn mond open. ‘Mia?’
Toen we elkaar in de ogen keken, wist ik het meteen. Ze was terug. Echt, helemaal terug. Daar stond ze, een glimlach op haar gezicht, gekleed in een lange blauwe tuniek en zilverkleurige legging. De glinsterende ster in haar haar verblindde me bijna.
‘Blijf je me zo aanstaren?’ vroeg ze met een lachje.
Half struikelend kwam ik overeind, blij dat ze mijn vuurrode kop niet konden zien in het halfduister. Ik sloeg mijn armen om haar heen en trok haar slanke lichaam tegen het mijne. ‘Herinner je je alles weer?’ fluisterde ik in haar fris ruikende haar.
‘Ja,’ antwoordde ze hees. Haar lippen beroerden de huid van mijn nek en een siddering schoot door mijn lichaam. ‘Het was zo vreemd... alsof ik in het lichaam van iemand anders gevangenzat.’
Ik streek met mijn handen over haar rug; tussen haar huid en mijn vingers bevond zich slechts een dun laagje textiel.
‘Maar dat weerhield je er kennelijk niet van om misbruik te maken van de situatie,’ voegde ze fluisterend toe.
Verschrikt keek ik haar aan. ‘Hoe bedoel je?’
‘Je weet wat ik bedoel.’ Weer dat lachje. Ze legde haar hand in mijn nek, trok me naar zich toe en kuste me. Met onze armen nog om elkaar heen draaiden we ons om naar het tafeltje.
Ril was al opgestaan, klaar om haar een flinke knuffel te geven. Tana wist zich geen houding te geven en stak haar hand uit. Mia keek er eventjes naar en gebruikte hem toen om Tana naar zich toe te trekken voor een knuffel. Toen Mia weer een stap terug deed, leek Tana flink van haar stuk gebracht.
‘Als je een vriendin bent van NamJu en Ril, ben je ook mijn vriendin,’ zei Mia zachtjes, en ze gaf haar een speels stompje op de schouder. Ze keek om zich heen. ‘Ongelofelijk wat jullie gedaan hebben. Ik wou dat ik erbij had kunnen zijn.’
‘Ik ook,’ riepen Ril en ik in koor.
‘Jeetje, kijk eens naar al dat eten.’ Haar ogen begonnen te glinsteren. ‘De nutrizakken in het Regenboogziekenhuis waren nog viezer dan die goedkope rommel die mijn moeder altijd koopt.’
Mia ging op mijn stoel zitten en begon van mijn bord te eten. Ik trok een stoel bij de tafel en ging naast haar zitten, en vond het prima dat ze mijn eten aan het opschrokken was. Het was absoluut de oude Mia en ik denk niet dat ik haar ooit meer had gewild dan nu. Maar toen zag ik Tana naar haar bordje staren en begon ik me schuldig te voelen. Ze had me immers nog proberen te kussen. Skut. Ik hoopte dat ze niet kwaad was, maar ik had gezegd dat er iemand anders was...
‘Dus ze hebben je eindelijk laten gaan?’ vroeg Ril, en hij werkte nog wat van mijn garnalen naar binnen, met staart en al.
Mia nam een slok van mijn JetBlue. ‘Man, wat heb ik deze gemist.’ Ze smakte met haar lippen. ‘Yep. Vanavond mocht ik weg. Een van de synth-verpleegsters gaf me een hypo en plotseling was ik weer beter en kon ik me alles weer herinneren.’
‘Na een hypo?’
‘Yep. Maar ze hebben me er honderden gegeven. Dus niks bijzonders.’
Er was iets wat niet klopte. Niet dat ik niet blij was met haar razendsnelle genezing, maar... Ineens snapte ik het. Hui moest haar herinneringen hebben onderdrukt met medicijnen die ze haar door middel van de synths kon toedienen. Elke dag opnieuw. En wat haar coma betreft: had Hui die ook in stand gehouden met medicijnen? Ik werd misselijk bij de gedachte dat Mia zo de hele tijd onder zeil was gehouden, terwijl ze alleen het juiste medicijn nodig had gehad om wakker te worden. Als ik dat maar eerder had geweten...
‘Nadat ik de lancering in het ziekenhuis had bekeken, ben ik bliksemsnel naar huis gegaan om iets anders aan te trekken. Ik heb zelfs voor lev-transport betaald! Daarna ben ik meteen hierheen gekomen. De synths van Metalles deden nog moeilijk omdat ik niet op de gastenlijst stond, maar een van de vaste uitsmijters herkende me en liet me binnen. En hier ben ik dan!’ Ze gaf me een speels stompje op de schouder en ik deed alsof ik bijna van mijn stoel viel. Toen ik weer rechtop zat, boog ze voorover om me een kus op de wang te geven. Zodat ik alweer rood werd.
‘Hoe was het om voor Metalles te werken?’ vroeg ze. ‘En met Rhunner?’ Mia keek naar ons synth-teamlid, dat zich juist door een groepje jongens liet bewonderen. ‘Ik heb nog nooit zo’n synth gezien. Maar in Celstad hebben we ook alleen maar reinigers en hospikken, en misschien is zo’n Rhunner-model heel gewoon in de betere districten. Je moet me alles vertellen wat er gebeurd is terwijl ik in het ziekenhuis lag. Maar eerst dansen!’
Voordat ik er erg in had, had ze me al van mijn stoel getrokken en sleepte ze me mee naar de dansvloer. Onderweg greep ze een paar thrash-props van een tafeltje; twee zweepjes met ‘DeathZone SF’ afgedrukt op de reepjes zacht imitatieleer.
Mia kon goed dansen. Waarschijnlijk kon ze ook wel bij Smoke’s aan de slag, net als Ril, maar ze zei altijd dat ze het niks vond om zo te koop te lopen met haar lichaam. Maar nu... Door de manier waarop ze bewoog en op strategische plekken tegen me aan schuurde, leken de andere dansers wel stijve harken. Ik kon gewoon niet geloven dat dit mooie, slimme meisje bij mij hoorde. Om er zeker van te zijn dat ik niet aan het dromen was, trok ik haar naar me toe en kuste haar op de mond. Ze beantwoordde mijn kus, heviger zelfs, en begon zo uitdagend te dansen dat ik de kleren wel van haar lichaam kon rukken. Hier, met Mia, lachend, de thrash, iedereen die ons bewonderend aankeek, de jongens die naar Mia loerden... Ze was van mij. Ik had Hui’s wens niet nodig. Alles wat ik wilde, had ik al, op dit moment.
Ineens werd de muziek zacht gezet en gingen de lichten uit. Iedereen stopte met dansen. Hier en daar begonnen jongens te huilen als een wolf.
Een lichtbundel schoot omhoog vanuit de vloer en verlichtte een van de grootste v-schermen die ik ooit had gezien. Toen de verblindend witte grijns van M. Choco in beeld verscheen, begon iedereen te joelen van opwinding.
‘Hallo, schatten van me. Vermaakt iedereen zich een beetje?’ zei ze zangerig.
De danszaal van Smoke’s begon te trillen door het gejuich.
‘Ik voel me ook zo lekker.’
Haar gezicht veranderde in dat van Raven, waarop iedereen weer begon te joelen, vooral degenen die uit Celstad kwamen. ‘Hebben jullie een beetje genoten van de wedstrijd?’
Iedereen begon te klappen en ‘Ja!’ te schreeuwen.
Ravens grijnzende gezicht veranderde in dat van Ril, waarop alle meisjes begonnen te gillen.
‘Deze animatie ziet er zo echt uit!’ riep Mia in mijn oor.
‘Ik had geen idee dat ze dit...’
‘Shhhh!’
‘Ik ben blij te mogen meedelen dat DeathZone nog niet voorbij is,’ zei de Ril op het v-scherm.
Zijn gezicht veranderde in dat van Tana, waarop iemand begon te scanderen: ‘Ren-zie! Ren-zie!’ Anderen vielen hem bij, totdat de hele zaal meedeed. Ik raakte een beetje ongerust en vroeg me af of dit wel goed zou aflopen, maar toen werd het scanderen geleidelijk vervangen door geklap.
‘Dank jullie wel!’ riep de Tana op het v-scherm met een grijns. ‘Ik vond het zo leuk om mee te doen dat ik wel een extra opdracht wil!’
Rhunners zilverkleurige hoofd met zwart-paarse paardenstaart verscheen in beeld. Het gejuich nam weer toe. ‘En jullie? Willen jullie met me spelen?’ vroeg ze op hese, lage toon.
Een jongen kon zich niet meer inhouden. ‘Skut, zeker weten!’
Iedereen begon te lachen.
Toen verscheen mijn gezicht op het v-scherm. Mia gaf me een knipoog en de aanwezigen begonnen op redelijk volume te juichen, of zo leek het tenminste. De mensen om ons heen keken me lachend aan en sommigen gaven me een klap op de schouder.
‘Oké dan,’ zei de lachende ik op het v-scherm. ‘Mijn favoriete opdracht was Zwerm en vanavond gaan we onze eigen versie spelen.’
Mia en ik keken elkaar verbaasd aan.
‘Zijn jullie er klaar voor, insecten?’ zei mijn gezicht. Het was raar om zo naar jezelf te kijken. Wie had dit geprogrammeerd?
Ineens werd ik in de nek gegrepen door wat aanvoelde als een enorme hand. Mijn benen begonnen uit zichzelf te bewegen, naar de rand van de dansvloer.
‘Hé, waar ga je heen?’ riep Mia, en ze liep achter me aan.
Iedereen begon op dezelfde schokkerige manier te bewegen en leek de controle over het eigen lichaam kwijt te zijn. Drankjes werden gemorst en er klonken kreten van verbazing en opwinding. We bleven op die eigenaardig synchrone manier bewegen totdat we in een keurige halve cirkel om de dansvloer stonden. Een paar meter van me vandaan stond Tana. Ze trok haar schouders op en stak haar handen in de lucht.
‘Dit is waanzinnig!’ riep een jongen naast me. ‘Ik kan mijn benen niet meer bewegen. Ongelofelijk wat ze tegenwoordig kunnen met die NCI’s.’ Ook de anderen in de cirkel probeerden weg te lopen, maar moesten lacherig toegeven dat ze daar niet meer toe in staat waren.
‘Fokkig fantastisch!’ riep iemand.
De jongen naast me zei: ‘Ik ben blij dat we Jagg in ons team hebben. Nu winnen we zeker.’ Een paar anderen knikten. Ik glimlachte, benieuwd naar wat ons te wachten stond. Ik keek om me heen en vroeg me af of ze de dansvloer op een of andere manier in een grote sim-ruimte hadden veranderd. Het zou heel wat anders zijn om met zoveel spelers tegelijkertijd te spelen: zoiets was nog nooit gedaan. Metalles zat vanavond vol verrassingen en de reporters waren zich waarschijnlijk al aan het verkneukelen omdat ze er als eersten op het net verslag van konden doen.
‘Skut,’ zei iemand die nog in het midden van de dansvloer stond. ‘De bulkers worden weer eens voorgetrokken.’ Aan de hand van de goedkope kleding die hij droeg, wist ik dat hij uit Celstad kwam. Algauw begonnen de lokale jongeren weg te lopen, mokkend over het feit dat ze weer eens werden buitengesloten.
‘Jongens, ga nog niet weg,’ zei mijn vrolijke ik op het scherm boven de dansvloer. ‘Iedereen mag meespelen. Degenen zonder NCI’s zijn de “mensen”.’ Een aantal liep nog steeds weg, maar de meesten bleven staan en riepen iets over ‘insecten pletten’.
Toen ik de mensen bekeek die net als ik in een halve cirkel om de dansvloer stonden, zag ik vooral rijkere jongeren met een NCI en hier en daar iemand bij wie de lelijke draden van een illegale NCI uit zijn hoofd staken. De meeste ‘insecten’ keken de ‘mensen’ in het midden van de zaal strak aan. Ik keek naar Mia, die grinnikend voor me stond.
‘Je kunt je dus echt niet bewegen?’ Ze duwde me tegen de schouder, maar ik bleef stokstijf staan, als een standbeeld.
Ik probeerde mijn been te bewegen. ‘Ik kan geen kant op. Metalles moet dit als extraatje voor vanavond hebben gepland. Misschien een nieuw scenario?’
‘Nou, in dat geval kan ik beter mijn handen vrij hebben om te spelen,’ zei het roodharige meisje naast me. Ze sloeg haar drankje achterover en gooide het lege glas over haar schouder. Anderen deden hetzelfde, zodat overal het gekletter van vallende plasti-glazen klonk.
Er kwamen steeds meer mensen bij, voortgedreven door synths. Iemand riep bozig dat hij niet wilde meespelen, maar de synth negeerde zijn protesten en duwde hem de dansvloer op. Algauw leek het alsof iedereen op de dansvloer stond, zowel voor als achter ons.
‘Nog even voor de zekerheid, stelletje knolrapen,’ verkondigde ik vanaf het v-scherm. ‘Iedereen die in de halve cirkel staat, is insect. De rest is mens.’
‘Je vergist je, Jagg!’ riep iemand. ‘Degenen in het midden zijn de insecten. Celkakkerlakken!’ De bulkers die samen met mij in de halve cirkel stonden, barstten in lachen uit, terwijl ik en de celslompers in het midden van de zaal begonnen te sputteren.
‘We mogen dan wel celkakkerlakken zijn, maar we kunnen ons tenminste nog bewegen!’ riep een meisje, waarna ze met haar thrash-prop op een van de ‘insecten’ begon in te slaan. De jongen probeerde zich te verdedigen, maar aangezien hij niet weg kon lopen, moest hij de vernedering over zich heen laten komen.
‘Ik denk dat we klaar zijn om te beginnen,’ zei mijn gezicht op het grote v-scherm.
Iedereen begon te juichen en te joelen, en degenen in het midden van de zaal begonnen bovendien op en neer te springen. Ik keek naar Tana, die haar schouders optrok. Mia plaagde me door tegen me aan te gaan schuren. Ze deed alsof ze me wilde zoenen, maar liep op het allerlaatste moment weer weg. Ik probeerde haar vast te pakken, maar ze wist mijn graaiende handen behendig te ontwijken.
‘Ik vind het wel leuk zo,’ zei ze, en ze kwam weer wat dichterbij.
‘Ik niet echt. Wacht maar. Zodra de insecten zich weer mogen bewegen, zal ik...’
Ik schrok me wezenloos toen Hui’s gezicht op het grote v-scherm verscheen. De pieken van haar schouderlange haar krulden naar buiten en al het bloed leek uit haar lippen te zijn weggetrokken.
‘Dat méén je niet...’ fluisterde ik.
‘Wie is dat nou weer,’ zei de jongen naast me.
‘Het is tijd voor je laatste opdracht, NamJu,’ zei Hui grinnikend.
Zodra ze mijn naam had genoemd, voelde ik ieders blik op me gericht.
‘Je derde opdracht is: je eigen zwerm beschermen.’