22

Progressie

‘Daar ben je!’ Een stralende Tana sprong door de deur van de pod. Ze viel me om de hals en tilde me bijna op van de grond. ‘Gisteravond zijn we weer naar huis gegaan en pap en mam waren er weer!’ Ze sprong op en neer, met wippende paardenstaart.

      Was dit wel dezelfde Tana?

      ‘Metalles heeft toch woord gehouden,’ zei ze. ‘Jij hebt woord gehouden!’ Ze omhelsde me opnieuw.

      ‘Gaat alles goed met ze?’ vroeg ik, de blonde haren uit mijn mond spugend. Ik voelde me schuldig omdat ik haar nog niet had verteld dat haar ouders nu eigenlijk slaven van Metalles waren. Kennelijk hadden haar ouders ook nog niks gezegd.

      ‘Redelijk.’

      ‘Blij dat te horen.’ Voorzichtig ontworstelde ik me aan haar omhelzing.

      Gisteravond, nadat ik door Mobey was afgezet bij Rils cel, had het me alle moeite gekost om Tana te overtuigen van het goeie nieuws. Het hielp ook niet dat haar broertje Ton voortdurend aan het zeuren was, en Tila aan het huilen. Toen ik Tana had verteld dat ik de SF-specs aan Metalles had gegeven als onderdeel van de deal, begon ze zo hard te tieren, dat ik even dacht dat een van haar aderen zou knappen. Uiteindelijk bedaarde ze weer een beetje, maar daar was wel een v-call met Mobey in zijn lev-cruiser voor nodig, evenals een flink voorschot op de ontwikkelingskosten.

      ‘Vind je het goed om meteen aan de slag te gaan?’

      ‘O, prima. Ik vind het project ineens een stuk leuker!’ Ze plofte neer op een zitkussen naast me en opende vijf v-schermen.

      ‘Als jij het zegt.’ Ik keek naar de v-schermen en vroeg me af hoe ze het in hemelsnaam klaarspeelde om met zoveel dingen tegelijkertijd bezig te zijn. Zou het Renz-virus ook wat met hun hersenen doen?

      ‘Ik vind het zelfs niet erg meer dat je Metalles de specs hebt gegeven.’

      Ze glimlachte toen ik haar aankeek.

      Daarna begon ze me opdrachten te geven. Aanvankelijk vond ik dat irritant; wie dacht ze wel niet dat ze was? Maar we waren tenminste bezig en ze gaf zichzelf het meeste te doen, dus vond ik het uiteindelijk niet erg. Tana zou beginnen aan de virtuele versie van de aandrijving en ik moest een paar reisbestemmingen verzinnen. Gelukkig had ze een of andere app om dofkoppen als ik te helpen met de configuratie.

 

Nadat we een tijdje intensief en in stilte hadden gewerkt, schrok ik op door Tana’s stem. ‘NamJu, dit moet je zien.’

      Met een beweging van haar hand draaide ze een v-scherm mijn kant op, waarna ze naast me kwam zitten. Ik moest het nieuwsbericht een paar keer opnieuw lezen, aangezien ik het nauwelijks kon geloven. ‘Operationeel directeur Finneas Tech ontvoerd. Vooralsnog geen verdachten.’ Het was alsof iemand me een klap in het gezicht had gegeven.

      ‘Dus dat is hoe ze mijn ouders hebben teruggekregen. Metalles heeft deze... belangrijke persoon ontvoerd om voor mijn ouders te ruilen. Het is vreselijk om te zeggen, maar ik denk dat dat het wel waard is.’

      ‘Ik wist dat congloms machtig zijn. En vooral Metalles. Maar zo machtig? Kunnen ze dat zomaar doen?’

      ‘Wie denk je dat de Opzieners, de AI’s en alle andere synths die Europaplex runnen maakt?’

      ‘Maar...’

      De tranen stroomden over haar wangen en ze begroef haar hoofd in haar handen. In een poging haar te troosten klopte ik haar op de schouder. Het voelde nogal dom, maar ik moest wat. ‘Kom op, Tana. Je hebt je ouders weer terug. Jullie zijn weer samen en kunnen weer gewoon naar huis.’

      ‘Dat weet ik wel, maar het is allemaal zo...’

      Ze viel me om de hals en begon te snikken op mijn schouder. Aarzelend sloeg ik mijn armen om haar heen. Wat was ze plakkerig vandaag! De eerste Renzie die ik ooit had ontmoet en meteen het meisje dat ik de afgelopen tijd het meest had aangeraakt. AhboJee zou in een stuip schieten als hij het wist.

      Na een poosje veranderde het gesnik in gesnuif. Tana liet me los en keek me met rode ogen aan. ‘NamJu, ik heb nog nooit iemand ontmoet zoals jij.’ Ze boog zich voorover met getuite lippen en halfgesloten ogen.

      ‘Hé!’ Instinctief duwde ik haar van me af.

      Ze sperde haar ogen open en keek me gekwetst aan.

      ‘Tana, moet je horen, ik...’

      ‘Zeker omdat ik het Renz-virus heb.’

      ‘Nee, ik... eigenlijk is er iemand anders...’

      De deur van de pod gleed open. Ril. Ik schoof nog wat verder bij Tana vandaan.

      Ril keek naar mij, toen naar Tana en toen weer naar mij. ‘Stoor ik...?’

      ‘Je kent Tana toch nog?’

      Tana liep rood aan en haar aderen werden zowat donkerpaars. Skut. Ook ik kreeg een boei.

      ‘Tuurlijk,’ zei Ril, en hij trok een zitkussen dichterbij. ‘Een van mijn Renz-logés. Nog bedankt voor het schoonmaken. Sherryn was er zeer verrukt mee.’ Hij plofte neer. ‘Waar zijn jullie mee bezig? Behalve vozen?’

      Tana werd zo mogelijk nog roder.

      ‘Het is niet wat je denkt,’ zei ik.

      ‘Zag er anders heel gezellig uit.’ Hij grijnsde.

      ‘We waren aan het werk. Denk dus nie...’

      ‘O, trouwens,’ onderbrak Tana me, ‘ik heb je nog niet kunnen bedanken voor je gastvrijheid.’

      ‘Geen dank. Mocht je weer de aandrang voelen om schoon te maken, dan ben je altijd welkom.’

      ‘Ril, we hebben het nogal druk,’ zei ik. ‘Als je het dus niet erg vindt...’

      ‘Dit is de pod van BlackPlanet. Ik ben lid van BlackPlanet. En waar ben je trouwens bang voor? Dat ik aan de haal ga met DeeZee SF?’ Hij snoof minachtend. ‘Of willen jullie soms door met datgene waar jullie mee bezig waren?’

      Tana verborg zich achter een v-scherm. Haar oorlelletjes waren vuurrood.

      ‘Heb je niks beters te doen? Of vind je het genoeg om een fokkige drekzuiger te zijn?’

      ‘Moeten we niet spelen vanavond?’

      ‘Skut, vergeten. Sorry Ril. Ik heb echt geen tijd.’

      ‘Geen tijd...?’ Geïrriteerd slaakte hij een zucht. ‘Een heus implantaat van Metalles en hij voelt zich al te goed voor zijn maten.’ Hij leunde naar achteren en stak zijn handen achter zijn hoofd, zodat zijn shirt strak werd getrokken. Eigenlijk had ik gehoopt zweetplekken onder zijn oksels te zien, met die zelfverzekerde grijns van hem, maar helaas. ‘En jij, Tana? Doe jij mee? Kan ik zien wat voor vlees we in de kuip hebben.’

      Ze schudde haar hoofd en mompelde: ‘Nee, bedankt.’

      Ril trok zijn schouders op. ‘Goed dan. Dan blijf ik hier maar even zitten.’

      ‘Skut. Wanneer hou je nou eens op over die NCI? Je weet verdomd goed dat ik er niet om gevraagd heb.’

      ‘Jaja, tuurlijk. Gesmeekt, durf ik te wedden. Om geaccepteerd te worden door je conglomvriendjes.’ Hij knikte naar Tana.

      Ik had nog nooit zoveel aandrang gevoeld hem op zijn bek te slaan. ‘Je bent niet goed bij je hoofd. Tana is geen conglomtype. Bovendien...’

      ‘Hé, Ril, je bent beroemd,’ zei Tana plotseling.

      We keken haar allebei aan.

      Tana draaide het v-scherm onze kant op. Op de achtergrond klonk zachte thrash. Met een snelle beweging van haar hand zoomde ze in. (Ik kon nog wel wat leren van haar behendigheid met v-schermen.) Ik zag een groot aantal pics van Ril, bij Smoke’s, Raven’s en in de straten van Celstad. Ze waren omringd door kloppende hartjes die met een pop uit elkaar spatten. Tana tipte op het v-scherm en opende een andere site met nog meer pics, waaronder een grote close-up van zijn lachende, bezwete gezicht. Onder sommige pics zag ik teksten als ‘lekkere danser’ en ‘leuk koppie, lekker strak’.

      Ik barstte in lachen uit.

      ‘Waanzinnig!’ Ril schoof iets dichter bij het v-scherm.

      Tana maakte plaats en keek me veelbetekenend aan.

      ‘Waar heb je dit gevonden?’ vroeg Ril, niet in staat zijn ogen los te rukken van het scherm.

      ‘Tijdens het programmeren van scenario’s scan ik altijd de popsites, voor inspiratie. Ik dacht al dat ik je eerder had gezien en toen wist ik weer waar. Die eerste site heet “Lekkere jongens van Europaplex” en is ontzettend populair.’

      ‘Moet je kijken, Nammy. Ze vermelden zelfs wanneer ik aan het werk ben bij Smoke’s. En wanneer BlackPlanet speelt. Klassig!’ Hij slaakte een zucht. ‘Ik wou dat ik een NCI had. Dit soort dingen krijg je niet zien op een Face.’

      Hij noemde me in ieder geval weer ‘Nammy’. ‘Zelfs een patch is niet hetzelfde,’ mompelde ik.

      Ik was weliswaar opgelucht dat Tana Ril had afgeleid, maar hij was er nog steeds. Maar wacht even... misschien was dat zo erg nog niet. ‘Weet je, Ril,’ zei ik, terwijl hij nog steeds door zijn fansites bladerde. ‘We zouden best je hulp bij ons project kunnen gebruiken. Denk je niet, Tana?’

      Ze wierp me een vragende blik toe, maar zei niets.

      Ril stopte met zichzelf te bewonderen. ‘Hulp? Van mij?’

      ‘Het is veel werk.’

      ‘Ruimtereizen boeit me niet. Ik hou van vechten.’

      Achter zijn rug rolde Tana met haar ogen.

      ‘Maar er moet ook gevochten worden. Op de grond en in de ruimte. Wat vind je ervan? Geïnteresseerd?’ Ril was geboren en getogen in Celstad en was een uitstekende proefpersoon. Als hij DeeZee SF zag zitten, hadden we een goeie kans.

      Hij dacht even na, maar toen verscheen er een grijns op zijn gezicht. ‘Waarom niet? Kan wel lachen zijn. Maar ik krijg toch wel betaald?’

      ‘Tuurlijk. Metalles betaalt. Je bent gewoon een extra programmeur.’

      ‘Ik, programmeur van Metalles? Klinkt goed. Klinkt intelligent. Maar wat doet zij?’

      ‘Tana is ook programmeur.’ Ik zag Tana’s aderen opzwellen op haar rode gezicht. ‘Maar wel de hoofdprogrammeur.’

      ‘Hmmm. Ik hou er niet van om verteld te worden wat ik moet doen.’

      ‘Ik beloof dat ik me niet met je zal bemoeien,’ zei Tana, waarna ze nog een tiental v-schermen opende.

      ‘Oké dan. Laat maar zien wat jullie al hebben.’

 

Mia’s borst ging langzaam op en neer. Haar zwarte haar lag uitgewaaierd op haar kussen.

      ‘Het gaat goed, Mia. Ik heb hulp nu. Zelfs Ril doet mee.’ Ik glimlachte toen ik weer aan Raven’s moest denken. Ril bleek veel ideeën te hebben; geen skuttige, maar echt goeie. Waarschijnlijk had Tana gedacht: leuk koppie, maar weinig inhoud. Dat dacht immers iedereen. Maar bij het vallen van de avond moest ze al hardop lachen om zijn grapjes.

      ‘Ik denk dat het kan gaan lukken.’ Ik kneep zachtjes in haar hand. ‘Kun je me misschien een teken geven dat je me kunt horen?’

      Niets.