Elfde hoofdstuk

RODEO

Rookville gonsde en zoemde van de drukte die er heerste. Duizenden toeristen waren naar het stadje gekomen om er de rodeo, het jaarlijkse cowboyfeest te zien. 's Morgens hadden de cowboys hun kunnen getoond. Zij hadden geprobeerd — bij de meesten was het inderdaad bij niet meer dan proberen gebleven — wilde, ongetemde paarden te berijden. De familie Dekkers en ook Bas hadden vol spanning gekeken naar de wilde capriolen van de dieren en hun berijders. Menige cowboy, die vol zelfvertrouwen in zijn kleurigste kleding op een paard had plaats genomen, rolde enkele ogenblikken later al in het zand. Maar zelfs daar verloren ze hun zelfverzekerdheid niet. Met de grootste behendigheid wisten ze het woest steigerende paard te ontkomen.
Mevrouw Dekkers had gevraagd of er geen ongelukken konden gebeuren, maar mister Stone, die hen vergezelde, vertelde dat er zich nooit een ongeval voordeed.
,, De cowboys weten veel te goed wat zij beginnen. Beginnelingen mogen niet meedoen. Het is op zich al een uitverkiezing, als je aan zo'n rodeo mag deelnemen. Of ze nu falen of niet, dat is het ergste niet. De deelname, dat is het belangrijkste.
Het was nu middag en het hoogtepunt van het feest was begonnen. Over de renbaan joegen de zes sulkies, getrokken door snelle renpaarden. Het was de jaarlijkse grote strijd tussen de ranches uit de omgeving. Elk daarvan had zijn beste paard afgevaardigd, nadat het maanden lang voor de race getraind was.
Er zouden drie races gehouden worden en de eerste naderde nu haar einde. De mensen van de DS Ranch en de familie Dekkers zaten op een punt van waar zij een onbelemmerd uitzicht op de finish hadden. De paarden waren er misschien nog tweehonderd meter van verwijderd. Op dit ogenblik leiddeWilliam nog, het paard van mister Green. Naast hen hoorden zij stemmen die voorspelden dat dit dier ook de race zou winnen. Maar dan hadden ze toch geen rekening gehouden met Stormwind. Tot nog toe had het paard goed gelopen, maar pas nu deed het zijn naam alle eer aan. Decimeter voor decimeter begon het zijn achterstand in te halen. Het lag nu gelijk met William.
„ Hup Mike, " moedigde Bas luidkeels Mike aan, die in de sulky zat. De cowboy droeg een rood zijden hemd en een zwarte rijbroek. Hij hing bijna aan de teugels en je zag hem het paard aanmoedigen.
William leek toch weer iets uit te lopen. De paardehoeven donderden over de grond. Stof warrelde rond de sulkies op. De vier andere paarden bleven steeds verder achter. De strijd ging nu alleen nog tussen William en Stormwind. Nog dertig meter misschien.
Het leek plotseling of de benen van Stormwind langer werden. Hij won terrein. Maar ook William verhoogde zijn snelheid. Het was een prachtig gezicht zoals de koolzwarte Stormwind daar naast de grijze William voortrende. Nog viel het niet te zeggen wie van de twee zou winnen. Nog tien meter. Nog vijf... Zij aan zij leken de paarden de finish te passeren. „Stormwind heeft gewonnen!" riep Ria triomfantelijk uit. Bas betwijfelde het. Het leek hem dat William enkele centimeters eerder was geweest. De onzekerheid bleef heersen, tot de jury bekend maakte dat Stormwind de eerste race had gewonnen. Bas bevond zich toen al bij de stallen, waar twee cowboys van de DS Ranch Stormwind verzorgden. Mike wiste zich het zweet van het voorhoofd. Tot nu toe had hij zo in spanning verkeerd dat hij zich daar geen tijd voor had vergund. Hij was er namelijk zelf evenmin zeker van geweest of Stormwind de eerste race had gewonnen. Nu klonk de koele stem uit de luidsprekers die bevestigde dat Stormwind gezegevierd had. Zelfs dit resultaat was voor de cowboys van de DS Ranch al een triomfantelijk feit. In jaren was het niet gebeurd dat een vanhun paarden ook maar één race had gewonnen. Al volgden er nu nog twee en was het dus nog lang niet zeker of Stormwind ook de uiteindelijke overwinnaar zou zijn, over dit resultaat mochten ze al tevreden zijn. Toch scheen Mike niet voldaan.
„ Valt het je niet helemaal mee?" vroeg Bas. Mike maakte een nietszeggend gebaar. „Ik weet het niet, " antwoordde hij dan. „Stormwind heeft wel eens vlugger gelopen. Het lijkt of hij geen eerzucht heeft. Pas op het eind begon hij erom te vechten. Maar het was bijna te laat. Het zou me niets verwonderen als hij de volgende race verloor. " „ Hij heeft nou misschien de smaak te pakken, " veronderstelde Bas.
Mike schudde het hoofd. „Stormwind is zichzelf niet, als je het mij vraagt. Ik kan me vergissen, maar ik geloof dat hij Jim mist. Jim heeft hem getraind en verzorgd. John en Mac doen het zeker niet minder, maar aan Jim was hij gewend. " Jim lag nog in het ziekenhuis. Zijn been bleek erger gekwetst dan men had aangenomen en de geneesheer vond het veiliger om hem nog een paar dagen in observatie te houden. De oude cowboy was bijna niet te houden geweest, toen hij dat hoorde. Hij moest en zou naar de rodeo toe, riep hij verontwaardigd uit. Hij zou wel zorgen dat Stormwind zou winnen. Maar de dokter was onverbiddelijk geweest en Jim moest in het ziekenhuis blijven.
Alle mensen van de DS Ranch hadden met hem te doen gehad. Men had Jim niets ergers kunnen aandoen dan hem van de rodeo weg te houden. Maar ze moesten er zich bij neerleggen. Mister Stone vermoedde dat er iets anders achter zat. Jim had zich weinig aan orde en regelmaat in het hospitaal gestoord. Hij was zijn eigen gang gegaan, voor zover hem dat tenminste met zijn gewonde been mogelijk was geweest. Werd hem er iets van gezegd dan beriep hij er zich op dat hij een cowboy was, iemand die de vrijheid gewend was en het bepaald niet kon uithouden in zo'n klein kamertje, waar ze poezebeetjes eten voor je neerzette en een verpleegster je kwam wassen.
„ Niks daarvan!" had hij gezegd, toen de verpleegster de eerste maal met de waskom naar hem toe was gekomen. Zonder meer had hij de emaille schaal gepakt en door het raam naar buiten geworpen. En al was hem dat streng verboden, hij was met zijn been in het gips uit bed geklommen en naar de wastafel gegaan. En op dat ogenblik was de dokter binnengekomen... Mister Stone had nog geprobeerd voor Jim verlof te krijgen dat hij de paardenraces mocht bijwonen, maar het was hem niet gelukt. Ook Jim had zich aan de voorschriften van het ziekenhuis te houden, werd hem te verstaan gegeven. Als hij dat niet goedschiks wilde, zouden ze hem dat wel op een andere manier leren.
En zo moest de oude cowboy nu machteloos in het ziekenhuis blijven afwachten tot de telefoon zou melden hoe de races geëindigd waren.
Bas moest daaraan denken, toen de tweede race begonnen was. Zou Mike gelijk hebben en zou Stormwind inderdaad de oude cowboy missen? Waarom hadden ze Jim ook niet laten gaan? Al het geld, dat bij de bankoverval was gestolen, was terecht. Mike had de derde koffer uit de schuilplaats opgehaald en de beide andere waren in de jeep teruggevonden. De beide bandieten, die getracht hadden te ontvluchten, bleken wel zwaar, maar niet levensgevaarlijk gewond te zijn. Ze waren nu zelfs aan de beterende hand. Maar Jim mocht als dank voor dit alles zich woedend liggen verbijten op zijn kamertje... En Stormwind verloor de tweede race. Met drie meter achterstand. Was het paard te vermoeid geraakt of vocht het inderdaad niet voor de overwinning, zoals Mike had gezegd. Het was nog altijd een mooie prestatie, dat het tweede was geworden, met een behoorlijke voorsprong op de vier andere paarden, maar Bas had toch meer verwacht. Van het begin af had Stormwind de tweede positie ingenomen en het scheen geen moeite gedaan te hebben om naar voren te komen. Het bleef op dezelfde afstand achter de grijze William voortdraven, hoe Mike het ook aanvuurde en hoe luid de mensen van de DS Ranch het ook toeschreeuwden.
Mike schudde mismoedig het hoofd, terwijl hij op een bankje zat uit te rusten.
„ William begint er in te komen, " gaf hij als zijn mening te kennen. „Het laat nu pas zien wat het mans is. Ik geloof dat we de derde race met grote achterstand gaan verliezen. " „O ja?" klonk verontwaardigd een schorre stem. Meteen begon Stormwind, die enkele meters verderop verzorgd werd door Mac en John, te hinniken. Want het was Jim, die daar achter hen stond. Jim met zijn rechterbeen in het gips. „ Hoe kom jij hier?" vroeg Mike verbaasd. „Ook goeiemiddag, " grijnsde de oude cowboy. „Niks vragen. Ik ben er en over een uur moet ik terug zijn, anders staat het hele ziekenhuis op stelten. "
„ Hé Jim, " riep Mac, „kom jij eens hier. Stormwind moet niks meer van me hebben, nu hij jou gehoord heeft. " „Ja, Jim, " drong Mike aan. „Ga jij eens naar hem toe. Dan maken we nog een kans dat we winnen. "
„ Een kans maken?" zei Jim. „Nou zullen we winnen! Jij gelooft zelf niet in de overwinning en dat merkt dat paard. HéStormwind, ouwe rakker!" Hij strompelde naar het paard toe, dat zijn hoofd de lucht in stak en triomfantelijk hinnikte.
De derde en beslissende race was begonnen. Bas beet op de knokkels van zijn vingers. William was te vroeg van start gegaan en de jury had hem niet teruggeroepen. Het paard had zeker al twee meter voorsprong, toen Stormwind vertrok. Meteen en al achterstand van twee meter. En die werd nog groter„Toe nou, " gromde Jim, die naast Bas zat. „Toe nou, Stormwind, zoals je nou loopt, kan ik je met mijn gipsbeen onderhand nog bijhouden. "
Maar toen begon Stormwind. Hij liep nu sneller dan hij in een van de voorgaande races had gedaan. Het duizendkoppige publiek begon te juichen. Het leek een wind, die het paard voortjoeg. Zijn hals strekte zich. Sierlijk rende het voort, schijnbaar zonder enige moeite. Het scheen nu pas plezier inde race te krijgen. Maar ook William spande zich tot het uiterste in. De vier andere paarden waren halverwege de race al vijftien meter achter en zakten steeds verder af. Stormwind lag nu voor op William, maar hij nam de bocht te wijd en plotseling bevond het paard van mister Green zich weer op de eerste plaats. William scheen te voelen dat het toch nog een kans had om te winnen en sneller sloegen zijn hoeven tegen de grond. Stormwind bleef rustig. Even sierlijk als zoeven danste hij als het ware voort. Zijn hoeven leken nauwelijks de bodem te raken. Als een vogel scheerde hij daar voort. Het rood van Mike's hemd glinsterde in het zonlicht. Het publiek rees overeind, om maar niets te missen van dit fantastische schouwspel. Bas krampte zijn handen in elkaar. Hij durfde niet te zeggen of William nog voor lag. Het leek hem dat zij precies gelijk waren. Nog honderd meter van de finish. Stormwind gleed voort, verhoogde bijna onmerkbaar zijn snelheid. Je kon eigenlijk niet zeggen dat hij sneller rende, hij verlengde zijn passen. Jim gromde tevreden en zijn enorme neus krulde als een mirliton.
En nu raakte William duidelijk achter. Het had teveel van zijn krachten gevergd. Op vijftig meter van de finish bedroeg de afstand tussen de beide paarden misschien nog maar vijftig centimeter. Nog even deed William een manmoedige poging om gelijk te komen. Maar het haalde niets meer uit. Stormwind was ongenaakbaar. In een vloeiende lijn bewoog hij zich naar de finish en hij kwam daar aan of hij nog wel een ronde zou willen lopen. William volgde op vijf meter. Bas schreeuwde zich hees. Het publiek juichte en roffelde op de banken. Jim wilde een sprong van vreugde maken, maar dan merkte hij dat er enkele kilo's gips aan zijn rechterbeen hingen. Daarom gaf hij nu Bas een klap op de schouder zodat de jongen zowat van de bank tuimelde. „Wat een paard, hè!" brulde Jim. „Wat een paard, hè! Ze kunnen oude Jim nou wel in een vliegtuig stoppen, maar er gaat niks boven een paard, hè. "
En toen begreep Bas in eens waarom de oude cowboy er zo opgebrand was geweest de race bij te wonen. Jim had zich altijd verzet tegen de moderne technische hulpmiddelen op de boerderij. En nu hadden ze hem gedwongen om van een vliegtuig gebruik te maken. Hij had daardoor als het ware moeten erkennen dat vliegtuigen — en auto's, radio, telefoons en al die andere vindingen — toch heus wel hun nut hadden. Hij had op de meest nobele wijze revanche genomen door te laten zien wat een paard vermag, wanneer een mens zijn vertrouwen heeft weten te winnen. Want het was door Jims aanwezigheid dat Stormwind bijna zichzelf overtroffen had, dankbaar als het was dat zijn trouwe verzorger er weer was.
Het was enkele dagen later. Jim strompelde weer rond op de DS Ranch. De dokter had hem maar laten gaan. Hij was te weten gekomen dat Jim toch kans had gezien de race bij te wonen. Hij had ook het resultaat van de wedstrijd gehoord en toen maar geen onderzoek ingesteld hoe Jim erin was geslaagd — met behulp van de tuinman van het ziekenhuis — het hospitaal te verlaten. Nu stond hij daar om afscheid te nemen van de familie Dekkers en Bas, die gingen vertrekken. „ Volgend jaar ben je klaar met je studie, hè, " zei hij tegen Bas. „ Nou, als je niet weet wat je warden moet, kom je maar hier naar toe. Cowboy, jongen, het mooiste beroep dat er bestaat. " Het werd een ontroerend afscheid. Ze wisten niet hoe ze de oude cowboy genoeg konden bedanken. Hij wimpelde alles af. „ Geen dank, " zei hij. „Ik ben cowboy en dan hoort dat soort dingen erbij. "
Bas kneep de hand van Jim zowat fijn. Maar de cowboy gaf hem een fikse dreun op de schouder.
„Tot ziens, " zei hij. „Je zal wel geen cowboy worden, veronderstel ik. In Nederland schijnen ze alleen maar achtertuintjes te hebben. Maar word dan wel als een cowboy, jongen. Je begrijpt wel wat ik bedoel. "
Bas begreep het en hij wist tevens dat hij nog nooit zo'n vakantie had meegemaakt als deze, al was het alleen maar door de ontmoeting met Jim.
Toen Bas Banning uit Amerika terug was, kreeg hij thuis tehoren dat heel het gezin nog twee weken vakantie in Duitsland, ergens aan de Rijn, zou doorbrengen. Bas verwachtte er niet veel van. Wat had dit nou te betekenen na Amerika en na de vakantie op de DS Ranch? Het hotel waar ze logeerden bleek een oude kast te zijn, ze noemden het al meteen het Bergslootje. Het personeel was een verzameling rariteiten: oom Josef met zijn klapperend kunstgebit, de freule, de drie oude dametjes die elkaar in alles nadeden en niet te vergeten: Hubertus, die liep alsof iedere stap hem een jaar van zijn leven kostte. Maar dan was er de kabelbaan. De kabelbaan die er de oorzaak van werd dat Bas nog adem-benemender avonturen beleefde dan in Amerika en tevens de aanleiding werd, dat hij — eigenlijk zonder er zichzelf van bewust te zijn — een heldendaad leverde waarvan iedere jongen droomt: hij redde een kind het leven.