Zesde hoofdstuk

WAT NU?

Bas vorderde niet zo snel als hij wel had gewenst. Het terrein steeg hier en de bodem was rotsig en glad. Het was vermoeiend lopen, ook al omdat er geen gebaand pad te vinden was. Tussen struiken en planten door moest hij zijn weg zoeken. Hoe hoger de zon klom, des te benauwder en drukkender werd het. De vochtige warmte werkte verlammend. Bas bleef staan. Vergiste hij zich? Nee, het was niet het gezoem van een insect, het was heel duidelijk het verre gebrom van een motor, Van een vliegtuig, veronderstelde hij. Het geluid kwam snel dichterbij. Ja, het was inderdaad een vliegtuig, dat was nu goed te horen.
Bas tuurde naar de hemel. Hij bevond zich hier tussen dicht geboomte en takken en stammen belemmerden hem het kijken. Maar hij zag nergens een open plek. Voor hij erop verdacht was, schoot het vliegtuigje — een gele Piper Cub — over. Het bevond zich zo laag, dat Bas de piloot in een flits had gezien. Maar de man zou hem zeker niet gezien hebben, zoals hij hier tussen al die bomen stond.
Keerde het toestelletje terug? Nee, het gebrom van de motor verwijderde zich en werd steeds zachter. Ze waren dus aan het zoeken, dat was wel duidelijk. Maar zo lang hij hier onder de bomen was, zouden ze hem zeker niet vinden. Had hij misschien toch beter bij het wrak kunnen blijven? Zou hij teruggaan?Even weifelde hij. Dan besloot hij door te zetten. Hij zou misschien aan het dwalen raken, als hij probeerde weer bij het wrak te komen.
Er kwam geen vliegtuig meer over en zelfs in de verte was niet het gezoem van een toestel te horen. Hadden ze het zoeken naar het wrak nu al stopgezet? Het leek hem weinig waarschijnlijk. Eerder moest hij aannemen dat ze in een andere richting zochten.
Op een gegeven ogenblik vroeg Bas zich af, of hij nu wel opschoot of dat hij misschien in een kringetje rondliep. De omgeving bleef steeds hetzelfde: knoestige bomen, dichte struiken, harde, bruine bodem. Niets wees erop, dat er spoedig verandering op komst was. Wie weet tot hoever dat bos zich uitstrekte. In Amerika kon je van alles verwachten. Je moest heus niet gek staan te kijken, als dit bos bijvoorbeeld zo'n tweehonderd kilometer lang was. Nou, dan had hij nog een beste wandeling voor de boeg. Misschien kwam er dan nog wel een prairie van honderd kilometer achteraan. Wandelen was erg gezond, zeiden ze altijd. Wat zou hij dan opknappen...
Zo spottend probeerde Bas zijn ongerustheid te verdrijven. Hij maakte zich namelijk zorgen of hij wel de goede richting gekozen had. Maar die spot hielp weinig, de onrust bleef in hem woelen en onwillekeurig begon hij sneller te lopen, als zou hij dan spoediger aan de weet komen of hij wel op de goede weg was. Of weg... Was er maar een weg, dan kon hij tenminste geloven dat hij ooit wel eens op een bewoond punt zou uitkomen. Maar een weg was niet te bespeuren. De grond bleef ongenaakbaar hard en glad en Bas maar lopen en glibberen.
Toen hoorde hij het geluid. Het was nog heel ver weg en het kwam slechts vaag tussen de bomen en struiken door, maar hij vergiste zich niet. Het was het gezoem van een auto. Van een auto die nu stopte. Plotseling verstilde het geluid. Bas begon te rennen. Hij meende, dat die auto zich daar ergens links van hem moest bevinden. Daar wilde hij zo gauw mogelijk zijn. Er was daar immers een menselijk wezen. En met een auto... Wanneer hij de man te pakken wist te krijgen, was het ergste leed geleden. Dan was hij gauw genoeg weer in de bewoonde wereld en terug op de ranch. De auto bevond zich dichterbij dan hij had durven hopen. Tussen de struiken door zag hij de grauwe kleur van de jeep. En de man die ernaar toeliep... Was dat Mike niet? Hij moest zich wel heel sterk vergissen, indien die het niet was.
Mike liep met een tas naar de jeep toe, zag hij. Haastig rendeBas dichterbij.
„Mike!'Geschrokken bleef de cowboy staan. De tas, die hij in zijn hand hield, liet hij bijna vallen. Schichtig draaide hij zich om. „Bas!" Een ogenblik lichtte het gelaat van de cowboy op van blijdschap. Dan werd het onmiddellijk een somber masker. „Mike, hoe kom jij hier? Ben jij er goed van afgekomen?" „Ja, " antwoordde de cowboy stug. Verbaasd keek de jongen op. Hij was die toon niet van Mike gewend. Hij wilde er echter geen acht op slaan. „En Ria? Is het met haar allemaal goed?" „Ja, ze mankeert niets. En vraag me nou verder niets meer, " weerde de cowboy af. Bas begreep er niets van. „Waar is Ria?" vroeg hij. Was er misschien iets gebeurd, waarover Mike niet wilde praten. Was Ria iets overkomen? De cowboy wist kennelijk geen raad met zichzelf. Mismoedig keek hij om zich heen. Even leek het strakke masker van zijn gelaat zich weer te ontspannen en Bas herkende weer het open, joviale gezicht van Mike. Maar het was meteen voorbij. Kortaf zei de cowboy:„Vraag me alsjeblieft niets. Dat heb ik je toch al gezegd. Ik kan je niets vertellen. Ria mankeert niets. En verdwijn zo gauw mogelijk. " „Ja maar, Mike... "
„Toe, vooruit, ga... Als je hier recht doorloopt, kom je uit bij de grote weg. Je vindt daar vanzelf wel een auto, die je naar de ranch zal brengen. Maar vertel geen sterveling dat je mij hebt gezien. Praat er met niemand over. " Mike keek op zijn horloge. Kennelijk schrok hij en haastig kroop hij achter het stuur van de jeep. „En Ria? Is Ria op de ranch?" „Nee!"
„Maar als ze vragen waar ze is? Dat zullen ze toch willen weten, Mike?" Bas smeekte het bijna, want de cowboy startte reeds de motor.
„ Vertel ze de waarheid: dat je het niet weet. En zwijg over mij. " De jeep zette zich in beweging. Bas deed een sprong en belandde op de treeplank. Geschrokken keek Mike hem aan. Hij minderde vaart, zodat ze nu stapvoets vooruitgingen. „ Alsjeblieft, Bas, doe dat niet, " zei hij en in zijn stem klonk een vreemde, dringende toon door, die Bas dwong gehoor te geven aan het verzoek. „Ik kan je niets zeggen, Bas, " vervolgde de cowboy. „Het is beter zo. Later zul je het begrijpen. Maar beloof me dat je over deze ontmoeting zult zwijgen, kan ik daarvan op aan?"
Als met een sprong schoot de auto weg. Enkele tellen later was ze achter het struikgewas verdwenen. Het geluid van de motor was nog hoorbaar. Langzaam stierf het weg. Nog bewoog Bas zich niet. Roerloos tuurde hij in de richting, waarin de jeep verdwenen was. Nog kon hij niet geloven wat er was gebeurd: dat Mike hem hier had laten staan en zich nietsvan hem had aangetrokken. Maar het moest waar zijn, wantvan de auto viel nu niets meer te zien of te horen...
Rechtdoor lopen, had de cowboy gezegd, dan zou hij bij de grote weg uitkomen. Dat moest hij dan maar doen. Werktuigelijk bewogen zich Bas' benen in de richting, die Mike had aangegeven. Blindelings liep hij aldus voort. Zijn gedachten waren nog steeds bij Mike. Waarom had die zich zo zonderling gedragen? Was er toch iets gebeurd met Ria en had hij de vlucht genomen, omdat hij zich verantwoordelijk achtte?Maar wat hadden dan die tassen te betekenen, die hij in de jeep had geladen en hoe was hij aan die auto gekomen? Vragen, allemaal vragen waarop hij geen antwoord wist. Dan flitste hem een mogelijkheid door de geest. Hij schrok er zelf van. Had Mike misschien iets te maken met die bandieten? De tassen konden van die leren valiezen zijn, waarin geld werd vervoerd. Zou Mike onder één hoedje spelen met die lui? Was de pech met het vliegtuig voorgewend geweest om in deze omgeving een noodlanding te kunnen maken? Maar dan had Mike toch wel erg veel geriskeerd, want het toestelwas volkomen vernield en het zou lang niet onwaarschijnlijk zijn geweest, als hijzelf het leven erbij ingeschoten had.
Nee, hoe meer hij erover nadacht, des te ongerijmder kwam Bas deze mogelijkheid voor. Er moest wel degelijk iets anders aan de hand zijn. Maar wat kon dat wezen, daar kwam hij niet uit. Er was één ding echter, dat hem toch nog wel enigszins geruststelde. Een ogenblik had Mike zich de oude, vertrouwde cowboy getoond zoals Bas hem altijd had gekend. Toen had hij dat strakke masker verloren en had Bas in een glimp zijn openhartig, joviaal gelaat weer gezien. Je veranderde niet zo maar ineens in een stugge kerel, wanneer je altijd een trouwhartig karakter had gehad. Er moest iets zijn, dat Mike tot deze vreemde houding had gedwongen, iets waarover hij nu niet kon spreken. Had hij niet gezegd dat het Bas later allemaal wel duidelijk zou worden.
Maar al boezemde deze gedachte Bas wel weer enig vertrouwen in, hij raakte er aan de andere kant van overtuigd, dat er iets volkomen mis moest zijn en het kon niet anders of Ria was daarbij gemoeid. Om haar had de cowboy zich natuurlijk zo zonderling gedragen.
Bas bleef zich afvragen wat er dan wel aan de hand kon zijn, maar hij vond geen oplossing die hem bevredigde. Het bleef een groot mysterie. En dat zou het voorlopig wel blijven ook, veronderstelde hij, want had Mike hem niet uitdrukkelijk gezegd dat hij er tegenover iedereen over moest zwijgen. Dat betekende dus dat niemand hem te hulp mocht komen, in wat voor moeilijkheden hij of Ria dan ook verkeerde. Als dat allemaal maar goed afliep, dacht Bas bezorgd. Wanneer Mike zo uit zijn gewone doen was, kon je zonder meer begrijpen dat hij voor heel grote moeilijkheden stond. Bas liep verder. Het werd steeds warmer en de zon straalde genadeloos van de hemel. De lucht raakte wat bewolkt, maar daardoor werd de hitte alleen maar ondraaglijker. Ook onder de bomen was het benauwd geworden. Er hing daar een vochtige, loom makende hitte. Bas transpireerde over heel zijn lichaam. Het leek wel of hij door een vloeibare, warmebrei waadde. Zijn kleren plakten aan zijn lichaam. Hij voelde zijn voeten en had de indruk of zijn handen als loodzware gewichten van zijn armen afhingen. Alles werd hem teveel. Moedeloos veegde hij met de hand het zweet van zijn voorhoofd. Als verlamd viel zijn arm langs zijn lichaam neer. De dorst schroeide zijn lichaam en zijn tong lag als een leren lap in zijn mond. Wat zou hij nu niet over hebben voor een glas doodgewoon koel, helder water. Hij voelde het als het ware zijn lichaam binnen glijden. Het was maar een moment en daarna was de dorst nog moeilijker te verdragen. En nergens was ook maar een spoor van water te zien. De bodem bleef glad en ongenaakbaar. Steeds vaker gleed hij nu uit en steeds langzamer kwam hij vooruit. Het kostte hem moeite om de ene voet voor de andere te zetten, maar hij wilde nog volhouden. Eerst moest hij bij de grote weg zijn. Daar kon hij dan uitrusten, terwijl hij wachtte op een auto, waarmee hij naar de ranch zou kunnen liften. Opnieuw gleed hij uit. En ineens gaf hij er toen de brui aan. Het was hem teveel geworden. De ellende van de doorwaakte nacht begon zich te wreken. Hij leek wel gek: waarom zou hij nu niet even uitrusten? Er was nog een stem, die hem waarschuwde dat hij beter door kon zetten, maar hij luisterde er niet naar. Dat ene half uur zou heus geen verschil uitmaken, hield hij zich voor. Er werd hier toch niet naar hem gezocht. Na dat ene vliegtuig had hij niets meer gehoord of gezien dat erop wees dat er naar hem nasporingen werden gedaan. Mike had hem ook laten staan... Wat kon het hem nog schelen...
Mismoedig liet Bas zich tegen een boom neer. Hij zou wel zien wanneer hij weer verder ging.
Grommend kroop de jeep voort. Het was kwart voor tien, zag Mike op zijn polshorloge. Die ontmoeting met Bas had hem kostbare tijd doen verliezen. Wanneer hij de grote weg genomen had, zou hij zich zeker niet hebben hoeven te haasten om om tien uur bij de blokhut terug te zijn. Maar hij was binnendoor gegaan, langs een spoor dat de cowboys hier in vele jaren met hun paarden hadden gemaakt. Hij had dat gedaan, omdat hij per se iedere ontmoeting met auto's en vooral met bekenden wilde vermijden. Hij zou ze immers wat wijs moeten maken en ze op een dwaalspoor brengen, zodat ze hem alleen lieten en in geen geval naar de blokhut zouden gaan. Och, een leugentje kon hij natuurlijk wel vertellen, maar ze zouden al heel onnozel en traag van begrip moeten zijn, wilden ze niet aan hem merken, dat er aan alle kanten iets mis was. En wanneer er naar Ria gevraagd werd, zou hij dan werkelijk met een stalen gezicht allerlei verzonnen verhaaltjes kunnen vertellen?Goed, Bas had hij nog kunnen afschepen. Maar dat was een jongen, die zich had laten overdonderen. Maar veronderstel eens dat hij mister Stone tegenkwam. Of nog erger: ir. Dekker, de vader van Ria... Hij moest er niet aan denken. Die man zou natuurlijk willen weten hoe het met zijn dochter was, ga zo iemand dan maar eens een uitvlucht aanpraten... Hij kon wel vooruit bekijken dat dat niets werd. Daarom had hij maar besloten het spoor te volgen, waar hij weinig kans liep iemand tegen te komen. Bovendien reed hij er onder de bomen zodat men hem ook van de lucht uit niet spoedig zou zien. Hij had geweten dat deze route hem meer tijd zou kosten, maar hij zou zich niet tot het uiterste hoeven te haasten om uiterlijk tien uur voor de blokhut te arriveren. Maar nu had die ontmoeting met Bas een lelijke streep door de rekening gehaald. Dat verlies moest hij zien in te halen, hoewel je op dit terrein nou niet direct snelheidsrecords kon breken. Integendeel, met een gewone luxe auto zou je hier zelfs vrijwel niets beginnen. Hij mocht zich gelukkig prijzen dat hij een jeep had.
Mike was overigens toch wel blij dat hij Bas had gesproken. Hij had nu tenminste de zekerheid dat ook de jongen heelhuids uit het vliegtuigwrak was gekomen. Daarover had hij zich grote zorgen gemaakt.
Toen de bandieten hen eensklaps overvallen hadden, was ookzijn eerste opwelling geweest de kerels te vertellen van de jongen, die ergens in de buurt van het wrak moest liggen en waarschijnlijk buiten kennis was. Bij nader inzien had hij het niet gedaan. Indien de jongen gewond was, zouden de bandieten waarschijnlijk weinig medelijden met hem hebben gehad. Ze zouden hem hebben laten liggen of gezorgd hebben dat hij niets kon navertellen over hetgeen er gebeurd was. Het risico leek hem te groot. Gelukkig had Ria hem begrepen en had ook zij gezwegen.
Achteraf had hij zich echter voortdurend afgevraagd of zijn beslissing wel juist was geweest. Wanneer de jongen zwaar gewond was, zou hij zo snel mogelijk hulp moeten krijgen en het was de vraag of daar wel kans op was. Nadat hij via de radio aan boord van het vliegtuig had gemeld aan de ranch wat ze op de weg hadden gezien, was hij namelijk niet in één rechte lijn op huis aan gevlogen. Hij had geruime tijd de weg gevolgd en was toen opzij gebogen om zo naar de ranch te koersen. Vermoedelijk zouden ze daarom het wrak helemaal niet zoeken op het punt waar het in werkelijkheid was neergekomen... Maar goed, daarover hoefde hij nu gelukkig niet meer in de war te zitten. De jongen mankeerde niets en over hooguit twee uur zou hij bij de grote weg zijn. Als hij dan maar zijn mond hield... Wanneer hij begon te praten, zouden de politie en de bewoners van deze streek meteen een enorme klopjacht beginnen en het lag voor de hand dat ze dan ook de blokhut zouden aandoen. En dat kon wel eens heel gevaarlijk zijn...
Mike vroeg zich af of hij de jongen wel op de juiste manier had aangepakt. Had hij hem niet beter met een of ander onnozel verhaaltje op zijn gemak kunnen stellen om hem daarna met een kluitje in het riet te sturen?Nou ja, het was nu eenmaal gebeurd en er viel niets meer aan te doen. Hij hield er nu eenmaal niet van iemand iets wijs te maken. Dat was helemaal in strijd met zijn natuur. Daarom had hij maar stug gedaan, ook al was hem dat niet gemakkelijk gevallen. Toen hij de onsteltenis in de ogen van Bas zag,was zijn hart goed genoeg geweest om hem alles te vertellen, maar hij mocht het niet.
Als de jongen nu maar zijn mond hield... Indien hij maar begrepen had dat er gevaar dreigde, wanneer hij zijn mond voorbij praatte.
Bas zou er wel niets van begrepen hebben, veronderstelde hij, en zou misschien een heel verkeerde uitleg aan zijn houding geven, maar dat kon hij niet helpen. Dat was trouwens van later zorg. Eerst moest Ria vrij zijn uit de handen van die schurken.
Evenals op de heenweg zochten zijn gedachten ook nu weer naar mogelijkheden om het meisje te bevrijden. Maar alles stuitte af op het keiharde feit, dat Ria zich daar weerloos in de blokhut bevond. De bandieten hadden haar in hun macht. Zij deinsden voor niets terug. Wat Mike ook zou kunnen ondernemen, het zou nooit snel genoeg zijn, nooit zo overrompelend dat hij alle vier de kerels in één keer kon verhinderen het meisje neer te schieten.
0, hij zou er heus niet tegenop zien om met die bandieten een gevecht aan te gaan, ook al zou hij er het onderspit bij delven. Hij maakte zich werkelijk geen illusies en hij rekende er allerminst op dat ze hem vrij zouden laten. Wanneer ze hem niet meer nodig hadden, zou het met hem gedaan zijn. Kerels, die op klaarlichte dag een bankoverval aandurfden, die het waagden een meisje te ontvoeren, zouden heus niet voor een moord terugdeinzen. Ze moesten immers wel alles doen om uit handen van de politie te blijven. De ontvoering van Ria alleen was waarschijnlijk al voldoende om hun de doodstraf te bezorgen wanneer ze gegrepen werden. Dat wisten ze heel goed en daarom zou de dood van Mike waarschijnlijk niet zo zwaar bij hen tellen...
Om die reden durfde hij wel een gevecht met hen aan, omdat het wellicht zijn enige kans was. Maar het meisje was er niet mee gediend. En zo lang hij er was, zou ze zich misschien nog enigszins veilig voelen. Mogelijk kon hij die kerels ervan weerhouden het meisje uit de weg te ruimen. Misschien,heel misschien kon hij zelfs gedaan krijgen dat ze Ria lieten gaan...
Mike had erover gedacht een van die kerels naar buiten te lokken, hem dan te overweldigen en eerst dan pas vrij te laten, wanneer ze het meisje in veiligheid hadden gebracht. Het leek een mooi plan, in theorie. Maar er waren negenennegentig op de honderd kansen dat het zou mislukken. Zodra hij die kerel aanviel, zou die een waarschuwing roepen en dan was het al te laat. Mike zou niets meer durven doen, omdat de anderen die binnen waren meteen op het meisje zouden schieten.
Maar ook wanneer hij in zijn opzet slaagde en een van de bandieten geruisloos in zijn macht wist te krijgen, dan was er nog alle kans op mislukking.
Je hoefde je niet af te vragen wat voor kerels die schurken waren. Hun gezichten waren open boeken waarin het ene misdaadverhaal na het andere te lezen stond. Dacht je nou werkelijk dat zij het meisje zouden uitleveren tegen een van hun „collega's"? Die man zou hun een zorg zijn... Misschien waren ze juist blij dat ze van hem af waren, omdat ze de buit dan nog maar met drieën te delen hadden... Nee, geen van de plannen die hij bedacht had waren waterdicht. En dat moesten ze zijn, omdat het leven van Ria op het spel stond. Als het slechts om hemzelf ging, zou het zo erg niet zijn. Hij zou het wel klaarspelen. Maar hij kon het meisje niet in de steek laten.
Mike voelde de hitte op zich wegen. Ongedurig bewoog hij zich heen en weer achter het stuur. Hij begon de blokhut al te naderen en nog steeds had hij geen plan kunnen bedenken. Aanstonds was het te laat. Als hij eenmaal het geld had afgeleverd, zou zijn rol wel uitgespeeld zijn. In geen geval zou hij dan nog de kans krijgen iets uit te richten. En toen schoot hem toch nog een mogelijkheid te binnen. Die was zo simpel dat hij erom glimlachen moest. Juist omdat deze kans zo eenvoudig was, had hij er waarschijnlijk niet eerder aan gedacht.
Hij moest het proberen. Gevaar was er nauwelijks aan verbonden. Dit zou hij mogen wagen...
Nog glimlachend keek hij op zijn horloge hoe laat het was. Tien voor tien. Nog zes, zeven minuten rijden, schatte hij. Het kon net. Hij keek om zich heen. Niemand te zien... Met een ruk kwam de jeep tot stilstand.
Ria was de eerste die het geluid van de naderende jeep hoorde. Dat kwam waarschijnlijk doordat zij er zo intens naar geluisterd had. Er hing voor haar immers alles van af of Mike inderdaad zou terugkeren. Ze twijfelde daar wel niet aan, maar er was toch voortdurend een knagend gevoel van onzekerheid geweest. Mike zou pech kunnen krijgen, of er zou iets gebeurd kunnen zijn waardoor hij oponthoud had gekregen en niet om tien uur bij de blokhut terug kon zijn. En ze was er volkomen zeker van dat de leider van de bende om stipt tien uur zijn revolver zou grijpen... Een ander zou misschien nog even blijven wachten, maar hij niet. Wat hij had gezegd, zou hij prompt uitvoeren. Daarvoor hoefde je maar naar zijn gezicht te kijken: een verbeten gelaat, doorgroefd met diepe lijnen en rode kerven van littekens, die hem een verwrongen, wreed uiterlijk gaven. Zijn lippen hield hij strak op elkaar geklemd en soms speelde er om zijn smalle mond een duivels glimlachje. Zijn ogen leken wel van staal. Wanneer hij zich bij een filmmaatschappij zou melden, zou men hem daar onmiddellijk in dienst nemen om de rol van een of andere schurk te vertolken. Hij had echt het gezicht van een misdadiger, bedacht Ria, terwijl ze huiverde van afschuw voor hem.
De drie anderen waren bepaald ook geen schoonheden, maar dat waren meer dommekrachten. De leider was intelligent en spitsvondig. Hij was de anderen verre de baas. Alleen zouden ze niet zo veel klaarspelen, maar gauw domme dingen uithalen. Hij leidde hen en wist ze te gebruiken. Hij kon blindelings op hen vertrouwen. Ze zouden doen wat hij zei... Nu en dan keek ze tersluiks zodat niemand het zou merkenop haar horloge, om te zien hoe laat het was. Iedere keer leek de wijzer met sprongen verder te zijn gegaan. Maar het vreemde was dat de tijd toch ook weer verschrikkelijk langzaam opschoot. Aan de ene kant wilde ze dat het zo gauw mogelijk tien uur was, omdat Mike dan terug zou zijn. Maar tegelijk had ze de klok wel willen stilzetten, zodat het maar geen tien uur zou worden. Want veronderstel eens dat Mike niet bijtijds hier kon zijn...
Ria had zich vergist, wanneer ze had gedacht dat niemand zou merken hoe ze op haar horloge keek. Op een gegeven ogenblik keek Pete haar aan.
„ Het schiet op, hè? Nog een kwartiertje, dan staat onze vrachtrijder en jouw ridderlijke beschermer voor de deur. " Een gemene glimlach krulde zijn dunne lippen. Het meisje zou hem graag eens verteld hebben hoe ze over hem dacht. Mike was vele malen meer waard dan al die vier schurken bij elkaar. Maar ze durfde niets te zeggen om de cowboy straks niet in moeilijkheden te brengen. Haar ogen zeiden evenwel genoeg en dat was Pete niet ontgaan.
„Toch een brave jongen, hè, om dat voor ons te doen... " De drie anderen lachten schaapachtig. Ria zweeg. Het was in deze omstandigheden verreweg het beste. De kerels gingen weer verder met kaarten. Het meisje begon toen reeds gespannen te luisteren of ze de jeep hoorde. Het was twaalf minuten voor tien. Mike zou wel niet op het nippertje komen, veronderstelde ze.
Het bleef evenwel nog stil. Tien voor tien en nog niets te horen. Pete scheen het zich niet aan te trekken. Hij bleef rustig zitten kaarten. Shorty wilde iets zeggen, terwijl hij op zijn horloge keek, maar Pete legde hem het zwijgen op. Acht minuten voor tien, zes minuten voor, vijf minuten voor... Nog steeds niets te horen. Pete begon de kaarten te schudden en deelde rond. „ Het wordt nou tijd, hè?" zei hij tegen Ria. „Zou hij misschien toch de benen genomen hebben?" Hij lachte zo duivels dat Ria er koud van werd. Was het mogelijk dat er dergelijkeonmensen bestonden, vroeg ze zich wanhopig af. Waren deze mannen door hun misdadig leven werkelijk zo verhard dat alle menselijk gevoel hun vreemd was? Drie minuten voor tien. Ria beet op haar tanden. Het bloed klopte in haar slapen en ze trilde over heel haar lichaam. Toen klonk heel ver het gebrom van de motor. Een ogenblik vervaagde het, dan werd het weer duidelijk hoorbaar. De auto kwam dichterbij.
Ria luisterde gespannen. De mannen hadden opgehouden met kaarten. In de stilte, die er in het vertrek heerste en nog dieper leek door het geluid van de jeep buiten, klonk de stem van Pete. Die kwam zo onverwachts, dat Ria ervan schrok. Ontsteld keek ze de man aan. Zijn kille ogen waren strak op haar gericht. Als de ogen van een slang die zijn prooi trachtte te verlammen, moest Ria ondanks haar angst denken. Ze had nog nooit een slang gezien, maar de vergelijking drong zich aan haar op. Deze man was een kille, gemene slang, die loerde op zijn prooi.
„ Eigenlijk, " zei Pete op koude toon, „eigenlijk is het op dit moment reeds tien uur. Mijn horloge zegt het en dat loopt altijd tot op de seconde gelijk. " Hij bleef Ria aankijken en ze kon die harde blik niet ontwijken. Het was of hij haar daarmee geboeid hield. „Eigenlijk, " vervolgde hij, „is onze ferme cowboy dus te laat. Ik pleeg een man van mijn woord te zijn. Wat ik gezegd heb, voer ik uit. Niet waar?" De mannen knikten bevestigend. Roerloos bleef Ria wachten. „ En waarom zou ik het dit keer niet doen?" ging Pete op diezelfde ijzige toon door. Weer pauzeerde hij. Het gebrom van de automotor was nu vlakbij. Als Mike nu maar meteen kwam, dacht Ria wanhopig. Dan was het misschien nog niet te laat. Pete greep zijn revolver die voor hem op tafel lag. ,, Ja, waarom zou ik het niet doen? Zeggen jullie het eens. " De mannen keken hem dom aan. Ook hun handen zochten nu hun revolvers. Spelenderwijs richtte Pete zijn revolver op Ria. Hij scheen een duivels plezier in de doodsangst van het meisje te hebben. De mond van Ria opende zich. Ze zouMike willen roepen, maar er kwam geen klank over haar lippen. Het leek of al haar spieren verlamd waren. Ze keek maar naar het blauwachtig glanzende metaal, de zwarte opening en dan naar die koude ogen van Pete. „Het zou wel heel erg zielig voor die cowboy zijn, vinden jullie niet?" vroeg Pete aan zijn handlangers. Als op commando begonnen die alledrie tegelijk even schaapachtig te grinniken. Dat scheen Pete te ergeren.
„ Wat zijn jullie voor kerels, " viel hij uit. „Neemt nou niemand van jullie het voor dit meisje op?" De kerels begrepen er niets van. Verbaasd keken zij hun leider aan.
Op dat ogenblik klonken er buiten voetstappen. Meteen waren ze alle vier op hun hoede. Pete stond op, maar bleef zijn revolver op Ria gericht houden. Twee van de bandieten namen de deur onder schot, de vierde stelde zich bij het dubbele zijraam op.
Ze schenen Mike toch wel te duchten, dacht Ria in een flits. Haar blik bleef onafwendbaar op de nog gesloten deur gericht.
Er hing een spanning in de lucht of er iets beslissends stond te gebeuren.
De deur ging echter rustig open en Mike stapte zonder meer naar binnen.
„ Deur dicht, " commandeerde Pete.
Mike maakte een kalmerend gebaar en duwde dan met zijn voet de deur dicht.
„Shorty!" De naam klonk als een pistoolschot. Pete beduidde de kleine man dat hij de cowboy moest fouilleren op wapens.
„ Niets, " meldde Shorty, toen hij klaar was. Mike grijnsde eens. Er was iets met hem aan de hand, vermoedde Ria. Ze stond nu ook. Pete wenkte haar wel ongeduldig dat ze moest gaan zitten, maar ze zag dat niet eens. Ze had alleen maar aandacht voor de cowboy. Ze kon zich vergissen, maar ze meende dat hij een verrassing voor de schurken in petto had. Hij leek zo zeker van zichzelf. Met eenglimlach keek hij eens naar de vier revolvers, die schietklaar gehouden waren.
„Waar is het geld?" snauwde Pete. „Ik heb het gehaald. "
„Shorty, Luke!" commandeerde Pete. En gaf hun opdrachtde valiezen uit de jeep te halen.
Mike stak zijn hand op.
„Een ogenblik, waarde heer. "
„Wat is er?"
„Het is buiten nog al warm en ik zou die twee niet meer laten lopen dan nodig is. Het is zo zonde van al die zweetdruppeltjes. "
„ Wat bedoel je? Heb je het geld gehaald of niet?" De stem van Pete was nu ijzig kalm geworden. Ria wrong haar handen in elkaar.
Speelde Mike niet te hoog spel? Wat was hij van plan? Pete hield de revolver nu niet meer op haar gericht maar op Mike. Eén woord teveel en de trekker zou overgaan. „Ik heb het geld gehaald, dat heb ik toch al gezegd?" antwoordde Mike, die volkomen rustig bleef. „Nou dan!"
„Maar ik heb alleen maar gezegd dat ik het heb gehaald. " „En?"
„Ik heb dus niet gezegd dat het zich daar in de jeep bevindt. Is dat duidelijk?"
Wat?" Het leek wel de grauw van een hond, die Pete uitstootte. Luke schoot naar de cowboy toe en het zag er naar uit dat hij hem te lijf wilde.
„Weg jij!" snauwde Pete, die nu wit van woede was. Luke wilde nog iets zeggen, maar driftig wenkte de leider hem opzij te gaan.
„Dit is een zaak tussen hem en mij!" , Heel verstandig, " zei Mike waarderend, „heel verstandig om die man met zijn schietijzer opzij te zetten. " Luke gromde en je zag dat het hem moeite kostte zich inte houden. Maar de blik van Pete was voldoende voor hem om niets te ondernemen. Toch moest Mike hier niet mee doorgaan, dacht Ria. Aanstonds zou het Luke teveel worden en dan zou hij zelfs zich niet meer aan Pete storen. Mike wendde zich naar de bendeleider. „Zeg ze maar dat ze voorzichtig moeten zijn met hun klappers. Ze mochten eens op mij gaan schieten en dan zouden jullie niet weten waar het geld... "
„Dus jij wou zeggen dat jij... " viel Pete hem in de rede. „Inderdaad, ik heb het geld op een veilige plaats verstopt. Daarom ben ik een beetje aan de late kant. " „ Bijna te laat, " siste de leider.
„Ik wist tot hoever ik kon gaan. Ik heb gezorgd dat jullie nog voor tien uur de auto zouden horen. " „ Waar is het geld?"
„ Dat is voor jullie een vraag en voor mij een weet. Jullie zouden natuurlijk kunnen gaan zoeken. Maar het is een hele afstand van hier naar het punt waar jullie het hadden verborgen. En moeilijk terrein. Veel bomen, struiken en andere plaatsen waar je een paar koffers zo kunt opbergen dat je ze niet gemakkelijk vindt. Misschien heb ik de koffers wel op verschillende punten opgeborgen. Het zal jullie een hoop tijd kosten om ze op te duikelen, als ik niet vertel waar ze zijn. En al te veel tijd hebben jullie niet meer. " „Waar is het geld?" herhaalde Pete langzaam en hij hield zijn revolver tegen Mike's borst. De cowboy keek naar het pistool of het een zonderling insect was. Angst scheen hij er niet voor te koesteren.
„Jij dacht slim te zijn, hè Pete? Het was ook listig bedacht. Maar twee uur waren voor mij lang genoeg om ook iets te bedenken. "
„ Waar is het geld?" Pete knauwde ieder woord, of hij het door moest bijten. Het schuim van woede stond op zijn lippen. „Dit is de derde maal dat je me die vraag stelt, " zei Mike. ,, Maar het is ook inderdaad de kern van de kwestie; het enige waar jullie belang bij hebben op dit moment: waar is hetgeld? Dat zouden jullie natuurlijk heel graag willen weten. " „Geef hem maar eventjes aan mij, Pete, " zei Luke, die het niet langer uithield. „Ik zal hem wel laten piepen. Dan hebben we het zo... "
„Ik heb je gezegd dat je je er buiten moest houden. Dit is eenzaak tussen mij en hem. "
„Het is ook ons geld, " viel Luke uit.
„Inderdaad heren, ik denk aan niets anders. Ik doe mijn best om het voor jullie los te krijgen. Ik geloof dat ik begrepen heb waar onze vriend heen wil, " zei Pete. „Nou... vriend... " zei Mike. „Dat lijkt me teveel eer. " „ Vertel maar wat je wilt, " viel Pete hem in rede. „Jullie laten het meisje hier vrij en dan vertel ik waar het geld is. "
„Toch ben jij niet slim genoeg geweest, cowboy. " De stem van Pete had een gevaarlijk welwillende klank gekregen. De schrik sloeg Ria om het hart. Hij had een uitweg gevonden, begreep ze. Ze had bewondering voor Mike die dit plan had weten te bedenken, maar ze vroeg zich af of hij op zou kunnen tegen de duivelse sluwheid van de misdadiger. Mike liet zich echter niet van zijn stuk brengen. „Twee van je mensen en ik brengen het meisje naar de hoofdweg, waar ze met een auto mee kan liften en dan wijs ik jullie de schuilplaats, " verduidelijkte hij zijn voorstel. Pete schudde heel langzaam en heel nadrukkelijk het hoofd. „ Dacht je nu werkelijk dat ik hierop zou ingaan?" „Je moet het zelf weten, maar dan houd ik mijn mond. Honderdduizend dollar is heel wat; jullie hebben er flink wat voor moeten doen. Laat dat meisje gaan en jullie krijgen het geld. "
Weer schudde Pete het hoofd.
„Je voorstel is niet reëel. Ik heb je vanmorgen al gezegd dat meisjes veel praten, veel te veel. Bovendien weet dit meisje meer dan goed is voor onze veiligheid. Als we haar loslaten, zit de politie binnen de kortste keren achter ons aan. Probeer het eens van ons standpunt te bekijken, danzal het je duidelijk worden wat ik bedoel. " „ Het een of het ander, " zei Mike. Hij probeerde zijn stem nog vast te doen klinken, maar Ria ontging de onzekere toon niet. De cowboy had het inderdaad niet van die kant bekeken. Hij was zo gelukkig geweest met zijn plan dat hij zich niet verdiept had in de details. Daar had hij trouwens ook geen tijd voor gehad, want hij had haastig de koffers op drie verschillende plaatsen moeten verbergen en toen het uiterste van de jeep moeten vergen, om tijdig terug te zijn. Maar hij wist dat hij er nog altijd beter voor stond dan enkele uren geleden. De bandieten was er alles aan gelegen om zo gauw mogelijk het geld in handen te krijgen. „Nee, " antwoordde Pete, „niet het een of het ander. Alleen het geld. De afspraak was dat het om tien uur hier zou zijn. Dat is niet gebeurd. Je weet wat daarop staat. Ik heb je dat heel duidelijk verteld. "
Ria raakte in paniek. Haar handen knepen zich samen. Maar Mike verloor zijn rust niet.
„Daar ben je te verstandig voor, Pete. Je hebt beweerd dat je mensenkennis hebt. Dan moet je begrepen hebben dat je van mij niets hoort, als je ook maar een haar van dit meisje krenkt. Als er haar iets gebeurt, krijg je nog met geen breekijzer mijn mond open. "
Pete gaf geen antwoord, maar de loop van zijn revolver ging in de richting van Ria. Kalm deed Mike twee, drie passen en stond nu beschermend voor het meisje. „ Duidelijk?" vroeg hij.
Shorty schoot overijverig toe, maar Mike duwde hem bedaard terug.
„Zal ik, baas... ?" klonk de stem van Luke, die achter Ria stond.
„Ik heb je gezegd je hier buiten te houden, " zei Pete dreigend.
„Maar wij... " „Zwijgt"
Het was stil. Ze stonden op dood spoor. Mike hield zich nogheel bedaard, maar innerlijk vroeg hij zich vol spanning af welke tegenzet Pete zou doen. Hij vertrouwde die kerel allerminst. Een spotlachje krulde zijn dunne lippen. Hij voerde iets in het schild en Mike zou er desnoods zijn hand voor over hebben gehad, als hij had geweten wat dat was. „Daar staan we nu, " zei Pete grijnzend. Mike knikte. In hetzelfde ogenblik begreep hij dat dit fout was geweest. Hij had hiermee toegegeven dat hij geen oplossing wist.
„Ik zou maar aanwijzen waar dat geld ligt, " zei de bendeleider dan. „En dit meisje?"
„Merk je dat de rollen zijn omgedraaid?" glimlachte Pete. „Zoëven eiste je nog, nu vraag je!"
Mike wist dat de bandiet gelijk had, maar hij hield zich groot.
„ Dat neemt niet weg, " zei de cowboy, „dat ik alleen weet waar het geld is. "
„Jij wijst het ons aan. Daarna laten wij het meisje vrij, maar niet direct. Je begrijpt dat wij een eindje hier vandaan moeten zijn, voor ze de politie kan alarmeren. " „Wie zegt me dat jullie je afspraak nakomen?" „Daar zul je op moeten vertrouwen. " Mike zei niets, maar zijn zwijgen vertelde genoeg. Wat hield het woord van deze kerels in? Er was meer kans dat ze het niet zouden nakomen als wel. Koortsachtig dacht hij na. Wist hij maar een uitweg. Maar hij zag die niet. Hij bevond zich in een doodlopende straat.
„ Wie gaat er met me mee?" zei hij dan met een moedeloos gebaar.
„Is het hier ver vandaan?" vroeg Pete. De cowboy schudde van nee.
„ Met twintig minuten zijn we terug. " ,, Luke gaat met je mee. Maar hij kan je bloed wel drinken en daarom zal ik me voor alle zekerheid maar bij jullie voegen. Shorty en Charles, jullie blijven hier. Denk erom dathet meisje niets gebeurt. Begrepen?" De beide mannen knikten. Ria kreeg het weer te kwaad. Nu ging Mike opnieuw weg. Ze zou weer alleen zijn met die schurken.
De cowboy liep naar de deur. Hij keek om of Pete en Luke hem volgden. Dan gaf hij — maar zo dat geen van de anderen het merkte — Ria een knipoogje. Het meisje verried zich bijna, zo verraste dat teken haar. Wist Mike dan toch nog een mogelijkheid?De cowboy zag inderdaad nog een kans, een wanhopige, maar het was er een...