Vijfde hoofdstuk
DE BLOKHUT
Ria was als verlamd. Een ogenblik had ze werkelijk de gedachte
dat ze dood was. Ontsteltenis had haar spieren van alle kracht
beroofd en ze kon geen vinger bewegen. Ze dacht zelfs niet. Het was
volkomen leeg in haar. Ze wist niet eens waar ze zich bevond, of
wat er aan de hand was geweest, het drong niet tot haar door dat
het vliegtuig verongelukt was en dat zij tussen de wrakstukken
lag.
In de leegte die in haar heerste, drong langzaam iets door. Ze
hoorde wat: het gedrens van de regen, die begon te vallen. Haar
geest werd daardoor actief. En nu, als een wervelwind, stormden de
herinneringen haar gedachte binnen. De Piper Cub was neergestort en
zij leefde nog. Bijna tot haar eigen verbazing ontdekte ze, dat ze
haar ledematen toch nog kon bewegen. Ze zag dat niet, maar voelde
het slechts. Ze kon haar hand optillen en haar voeten, nee, haar
linkervoet niet, want die zat klem. Nu voelde ze daar ook pijn.
Niet zo heel erg gelukkig...
Het was nog wazig in haar hoofd. De beelden wentelden door elkaar.
Een ogenblik dacht ze in paniek, dat ze zich weer in het
neerglijdende toestel bevond. Nee, dat was voorbij... Het dreunen
en schokken was ten einde, het versplinterend en scheurend geluid.
Met een zucht van verlichting constateerde ze dan pas, dat het weer
eens goed was afgelopen... Maar waar waren de anderen?Haar hand
tastte naast zich, waar Bas zich moest bevinden. Ze voelde slechts
een leegte. De regen viel op haar hand. De cabine was aan die kant
dus geheel vernield en opengescheurd.
„ Bas!" riep ze doodsbenauwd.
Voor haar in het donker bewoog zich een zwarte schim. Ze meende een
menselijke gestalte te onderscheiden. „„ Ben jij dat, Bas?" riep
ze.
Het was Mike. Hij kwam naar haar toe en vroeg bezorgd, of zij
gewond was.
„ Mijn linkervoet zit klem, " vertelde ze. „Waar is Bas?" „ Eerst
eens naar jou kijken, Ria, " zei de cowboy. „ Waar is Bas?" bleef
het meisje aandringen. Was er iets met hem gebeurd? Was hij
misschien... ? De cowboy scheen haar onuitgesproken vraag te
raden.
„ Maak je geen zorgen, " zei hij. „Het is allemaal nogal
meegevallen. Hij is waarschijnlijk uit het toestel geslingerd net
als ik. We zullen jou vrij maken, dan gaan we naar hem zoeken.
"
„Maar... "
„ Rustig, " zei Mike. „Niet praten, dat kost tijd. Laat ik eens
voelen waar jij klem zit. " Het viel erg mee. Met een paar flinke
rukken aan de ijzeren stang, waarachter haar voet bekneld zat, kwam
Ria vrij. Ze sprong op de grond. Haar enkel deed stevig pijn, maar
het was te verdragen en ze kon erop staan.
, Ben je gewond?" vroeg ze aan Mike.
De cowboy schudde van nee, maar dan drong het tot hem door, dat het
meisje die beweging in het donker waarschijnlijk niet had
gezien.
„ Alleen maar een flinke schram aan mijn voorhoofd, " vertelde hij.
„We mogen allebei onze handen wel dichtknijpenvan geluk. " „ En
Bas?"
„We gaan zoeken, " zei Mike. „Maar er moet ergens een zaklantaren
liggen, die bevond zich aan boord van het vliegtuig. Als we die
hebben, kunnen we beter uit de voeten. Anders is er geen beginnen
aan. Het is zo verschrikkelijk donker. " Al weer tijdverlies, dacht
Ria. Ze moest de cowboy wel gelijk geven, maar ze zou moeten
wachten en daar zag ze geen kans toe. Ze wilde direct weten, wat er
van Bas geworden was. , Bas, " riep ze, „Bas, waar ben je?" Naast
zich hoorde ze de geluiden van de cowboy, die naar de zaklamp
zocht, en verder slechts het gedruis van de regen.
Mike mopperde, omdat hij zich in het donker stootte. „ Bas! Bas!"
bleef Ria met haar lichte meisjesstem roepen, terwijl ze rusteloos
enkele stappen heen en weer drentelde. Verder durfde ze zich niet
te wagen in de dichte duisternis. De cowboy rukte en trok aan de
wrakstukken. „Ik moet maar raden wat ik te pakken heb, " vertelde
hij. „Het toestel is helemaal aan flarden. De radio is ook defect,
dat heb ik wel ontdekt. Anders had ik de ranch kunnen waarschuwen.
Daar zullen ze nu wel in de grootste onrust zitten. " Daar had Ria
nog niet eens aan gedacht. Maar nu drong het tot haar door, hoe
haar ouders en vooral haar moeder eraan toe zouden zijn.
„Ik kom gauw, mams, " fluisterde ze zachtjes voor zich uit. „Ik kom
gauw, maar we moeten eerst weten waar Bas is. " Dan vroeg ze aan
Mike: „Zijn we ver van de ranch?" „Om te lopen, wel. Maar hier niet
ver vandaan staat een blokhut. Daar kunnen we de nacht doorbrengen.
Het is een goed half uur lopen. Maar we moeten die lamp hebben. Dat
zou het heel wat gemakkelijker maken. "
„ Bas!" begon Ria maar weer te roepen, als kon ze op die manier
helpen.
Ineens flitsten er zaklampen in het donker op. De felle bundels
ervan sneden als zwaarden door de duisternis en troffen Ria en de
cowboy, die zich geschrokken had opgericht, verblindend in de
ogen.
„ Handen omhoog!" beval een barse stem. Ria moest haar ogen wel
sluiten voor die verblindende gloed. Tussen haar oogleden door keek
ze nu naar de lampen, om te tellen hoeveel er waren. Een, twee,
drie... Mike, die achter haar stond, maakte blijkbaar een of andere
beweging, want dreigend klonk het achter een der lantarens: „Handen
omhoog en geen kunstjes! Anders schieten we zonder pardon op dat
meisje. "
Het werd Ria te machtig. De emoties van het laatste uur waren
teveel geweest. Ineens kon ze het niet meer houden en ze begon te
snikken.
„Stil!" grauwde een stem. „Geen gegrien. "
Ze probeerde zich te bedwingen, maar krampachtig blevende snikken
komen.
„ Rustig maar, " suste Mike achter haar. „Het komt allemaal wel
goed. " Maar die woorden haalden niets uit. Hij kon haar immers
niet helpen? Weer kwamen de snikken. , Er gebeurt je niks, " zei de
grauwende stem weer, „als je maar precies doet wat wij zeggen en
geen kik meer geeft. Nou, genoeg gehuild?"
Ria beet op haar lippen. Ze moest niet zo kinderachtig doen. Toch
ontsnapte haar nog een snik. „Is het afgelopen?" snauwde de stem. „
Man, het is nog maar een kind!" zei Mike verontwaardigd. „Er wordt
jou niks gevraagd. We staan hier niet voor de aardigheid. Shorty,
zoek even na op wapens. " Een van de lampen kwam naar voren. Het
licht bleef op Ria gericht, zodat ze haar blik afgewend moest
houden, maar van terzijde zag ze nog hoe een klein mannetje —
daarom werd hij zeker Shorty genoemd, veronderstelde ze — Mike
fouilleerde. Hij ontdekte niets. Dat kon ook niet, want zover ze
wist, had de cowboy geen wapens bij zich.
Twee der mannen begaven zich naar het wrak. Kennelijk wilden ze
onderzoeken of het misschien snel te herstellen was, zodat ze er
mee weg zouden kunnen vliegen. Nou, één blik was al voldoende om te
zien dat dit uitgesloten was. „Niks mee te beginnen, " werd er
gezegd.
„ Wat doen we met die twee?" vroeg de man, die Mike gefouilleerd
had en bij hem was blijven staan. „ Mee. Ik heb intussen een aardig
plannetje bedacht. " De toon waarop dat werd gezegd, deed weinig
goeds vermoeden en het liep Ria koud over de rug. Ze dacht aan de
ontvoering door de handlangers van de Zwarte Ruiter. Stond haar
weer zoiets te wachten? *De zaklantarens speurden de omgeving af.
Ria volgde met* Zie het vorige deel in deze serie: BAS BANNING EN
DE ZWARTE RUITER.
haar ogen het licht. Van Bas viel niets te ontdekken. Hetmeisje
opende haar mond.
„Stil!" gebood de bewaker van Mike.
„Maar... " Ze wilde iets zeggen, dat Bas er was. Veronderstel dat
de jongen gewond was, dan konden ze hem hier toch zo maar niet
laten liggen. Hij kon beter door de bandieten meegenomen worden,
dan dat hij hier hulpeloos achterbleef. Mike maakte een
waarschuwende beweging dat ze moest zwijgen. Ria begreep daar niets
van. Bas moest toch geholpen worden? De cowboy bleef haar aanzien
en zijn blik zei haar, dat ze niets over Bas' aanwezigheid mocht
verraden. Toen begreep ze het. Deze kerels waren natuurlijk degenen
die de bankoverval hadden gepleegd. Ze deinsden voor niets terug,
dat was duidelijk. Ze zouden zeker geen medelijden hebben met een
gewonde jongen en zich over hem ontfermen. Het zou dwaasheid zijn
te veronderstellen, dat ze hem mee zouden nemen en verzorgen. Maar
ze zouden hem ook niet zonder meer aan zijn lot overlaten. Hij wist
van hun aanwezigheid en wanneer hij gevonden werd, zou hij stellig
vertellen wat hij had gezien. Nee, je kon er wel bijna zeker van
zijn dat ze Bas het zwijgen zouden opleggen, en voorgoed... Ze
rilde. Wat een geluk, dat ze nog niets had gezegd. De vier kerels
stonden even met elkaar te overleggen, terwijl de lichtbundels van
hun lampen Mike en Ria geen ogenblik loslieten. De langste van het
viertal — Ria vermoedde, dat hij de leider was — stapte naar Mike
toe. „Jij bent van de DS Ranch, is het niet?" Mike knikte stug van
ja. „ Hier vlakbij is een blokhut van jullie?" „ Als je het zo goed
weet, waarom vraag je het dan nog?" antwoordde de cowboy. Hij had
de woorden nog niet gesproken, of een vuist trof hem in het gelaat.
Ria slaakte een kreet van schrik en verontwaardiging.
„ Dat is gemeen!" riep ze. De man wendde zich woedend naar haar
toe.
„Heb ik jou iets gevraagd? Of wou je soms ook zoiets?"
„Laat maar, Ria, " zei Mike, die zich niet bewogen had.
„Is die blokhut hier ver vandaan?" vroeg de bandiet aan
decowboy.
„Een minuut of dertig. In het donker misschien wat meer. " „ Goed.
Jij wijst ons de weg erheen. En geen grapjes, hè? Jij gaat voorop,
maar wij houden dat meisje tussen ons in. Als we merken, dat je ook
maar iets in het schild voert, schieten we op jou, maar ook
onmiddellijk op haar. Begrepen? Het hangt van jou af, of zij het er
levend van afbrengt. " Mike knikte alleen maar. „Vooruit dan maar.
"
„Ik zou toch wel graag een zaklantaren hebben, " zei Mike. „Ik heb
geen radarapparaat bij me om de weg te vinden. " „ Niet doen, Pete,
" waarschuwde Shorty. „Laat hem zijn neus maar eens flink in het
donker stoten. " , Houd je er buiten, Shorty, " zei de leider van
de bende kortaf.,, We hebben geen tijd te verliezen, dus... " Mike
kreeg een zaklamp en de stoet zette zich in beweging. Met knikkende
knieën volgde Ria. Ze huiverde van kou en narigheid. Ze was
kletsnat van de regen, die maar niet ophield en het was kil in het
bos. Ze moest aan Bas denken, die daar achterbleef en ze vroeg zich
af, wat er allemaal zou gebeuren. In het licht van de zaklantarens
leken de bomen spookgedaanten, die op haar toekwamen. Takken grepen
naar haar. Naast haar liep Pete, de leider. Zijn revolver bleef
onafgebroken op Mike gericht. Je hoefde er niet aan te twijfelen,
of hij zou onverbiddelijk schieten, indien de ander iets deed wat
hem niet aanstond.
Maar de cowboy had wel ingezien, dat hij op het ogenblik machteloos
was. Hij zou natuurlijk wel een poging kunnen wagen om te
ontsnappen, maar dan zou Ria daarvan de dupe worden. Op het
ogenblik zat er voor hem niets anders op dan dat hij de bandieten
naar de blokhut leidde.
Het eerste grijze daglicht drong door de smalle ramen van de
blokhut naar binnen. De man, die bij de deur op wachtstond, geeuwde
eens. De drie andere bendeleden lagen op de grond te slapen. Mike
en Ria zaten aan tafel. Het meisje was nu en dan even weggedoezeld,
maar lang was dat toch niet geweest. Nu woog de slaap zwaar op haar
ogen en zij voelde honger. De cowboy zat met het hoofd in zijn
handen. Al de uren dat zij hier zaten, had hij geen woord gezegd.
Hij had talloze sigaretten gerookt. De houten vloer om zijn stoel
was bezaaid met peukjes. Het leek of hij op een plannetje had
zitten broeden, een mogelijkheid om met Ria te kunnen ontsnappen.
Het meisje meende dat daartoe geen schijn van kans was. De
wachtpost bij de deur verloor de cowboy geen moment uit het oog en
wanneer Mike maar een beweging maakte, was hij meteen op zijn
hoede. Ook al begon het licht te worden, de drie andere mannen
bleven slapen. Langzaam kroop de tijd voort. Een van de slapende
bendeleden ontwaakte tenslotte. Hij kwam overeind. Hoe weinig
gerucht hij daarbij ook maakte, het was voldoende om de anderen te
wekken. Ze rekten zich uit en stonden dan op. Pete, de leider van
de bende, kwam naar de tafel toe. Hij ging voor Mike staan. „Kun je
autorijden?" De cowboy keek hem zwijgend aan. „Kun je autorijden?"
De vraag klonk als een snauw. „ Wij beginnen de dag altijd met
goede morgen, " zei Mike heel rustig. Ria begreep niet hoe de
cowboy zo kalm kon blijven en zo spreken.
„Ik zeg nooit een woord te veel, " beet Pete de cowboy toe.
„Zwijgen is goud, weet je. Kun je autorijden?" „Ja.
"
„O. K. Hier achter, onder de bomen, hebben we een jeep staan. Goed
verstopt natuurlijk. We hebben haar hier een paar dagen geleden
gebracht, toen we ons plan aan het voorbereiden waren. We wisten
van het bestaan van deze blokhut. Een vroegere cowboy van jullie
was zo vriendelijk ons ervan te vertellen. Onze bedoeling was om
met de auto, die we bij de overval hadden gebruikt, hierheen te
rijden, die wagen te verbergen en dan met de jeep verder te gaan.
We hebben onderweg al een keer van auto moeten verwisselen, omdat
we pech kregen. Maar later kwam jij met dat vliegtuigje van je over
en toen vertrouwden we het niet meer. We hebben die Nash toen in de
rivier langs de weg gereden. Ze zullen lang moeten zoeken voor ze
die vinden. We waren van plan verder naar de blokhut te lopen en we
waren daarheen onderweg, toen we dat meisje hoorden roepen. In de
veronderstelling dat jullie een noodlanding hadden moeten maken,
gingen we eens kijken of we het vliegtuig niet meer konden
gebruiken... Ach, ik praat al teveel. Wat hebben jullie daarmee
nodig? Wat ik wilde zeggen, is het volgende: dat geld, wat we van
die bank in bruikleen hebben meegenomen, was een beetje teveel om
het in onze broekzak mee te nemen toen we die Nash lieten
onderduiken. We hebben het daarom ergens bij de rivier op een
veilig punt verborgen. We wilden het met de jeep, die we hier
hebben, gaan ophalen. Maar waarom zou jij dat niet doen?"
„Ik?" Mike keek de man verbijsterd aan. „Ja. Vind je het zo'n gek
idee? Jij gaat met de jeep, waarvan niemand weet dat die van ons
is, naar de schuilplaats toe en haalt het geld op. Dan kom je het
netjes hierheen brengen. " Mike beet zich op de lippen. Je kon aan
zijn gelaat zien, dat hij die Pete graag eens verteld zou hebben
hoe hij over hem dacht, maar hij durfde niet om Ria. „En als ik nou
eens niet terugkom?" vroeg hij. „ Toe nou, " zei Pete. „Natuurlijk
doe je dat. Want wij houden dat meisje hier, zie je. Als je binnen
de twee uur niet terug bent, is zij er niet meer. "
Mike's handen balden zich. Hij moest zich kennelijk geweld aan
doen. Maar wat wilde hij? Hij vermocht immers niets? , En als ik
met die auto word aangehouden?" vroeg hij dan. Pete grijnsde.
„Lijkt me nogal gemakkelijk. Je vertelt maar dat je een noodlanding
hebt gemaakt en op weg bent om hulp te halen. Vragen ze je of je
iets van de overvallers hebt gezien, dan vertelje, dat ze
gisteravond met een Nash in volle vaart over de weg reden in de
richting van Rookville. Dat mag je ze best vertellen, want daar
gaan wij niet naar toe, zie je. Goed begrepen?" Mike knikte.
„Ik wist wel dat jij een man was die zijn verstand zou gebruiken, "
grijnsde Pete tevreden. Hij haalde een kaart van de streek te
voorschijn. „Kijk, " wees hij, „daar is het punt waar je met het
vliegtuig aan de grond bent gekomen, nietwaar?" Mike vergeleek en
maakte dan een bevestigend gebaar. „Hier loopt de rivier, "
vervolgde Pete, „en daar heb je een zijweg van de grote weg. Hier,
bij de kromming van de zijweg, vind je een holle boom en daarin
enkele leren koffers — om precies te zijn: drie — met het geld. Die
breng je hierheen. Het is nu acht uur. Je krijgt twee uur de tijd
van me. Ben je om klokslag tien niet terug, dan is het met dit
meisje gedaan. Het lijkt me volkomen duidelijk. Mocht je iets niet
begrepen hebben, dan wil ik het je nog wel eens uitleggen, maar ik
geloof, dat je nou wel precies weet waar je aan toe bent. " „En
daarna?" vroeg Mike. „Als ik het geld hierheen heb gebracht?"
, Hoe bedoel je?" vroeg Pete spottend. „ Kan dit meisje dan naar
huis?"
, Het lijkt me niet verstandig, " zei Pete tergend langzaam. „Ze
weet me een tikje teveel. Ik moet toch op de veiligheid van mij en
mijn mannen bedacht blijven. " „Je laat dit meisje dan gaan!" viel
Mike woedend uit. „ Rustig, rustig!" zei Pete. „Ik dacht dat je
verstandiger was. Jij moet toch heus weten dat meisjes veel praten,
veel te veel. " De toon waarop Pete dat zei, deed Ria rillen. „ Dus
je wilt mij dat geld laten halen, en daarna worden we toch nog uit
de weg geruimd?"
,, Die mogelijkheid is er inderdaad. Laten we zeggen dat het van de
omstandigheden afhangt. Ik wou jullie voorlopig wel een beetje bij
de hand houden. Het kan zijn, dat de politie het ons misschien toch
nog lastig gaat maken. Dan mogenjullie ons beschermen. Misschien
schieten ze toch wel op jou, omdat ze je niet zo erg sympathiek
vinden, maar op dat meisje durven ze vast niet te schieten. Daarom
kan ik haar echt niet missen, begrijp je?" Hij lachte, als vond hij
zichzelf verschrikkelijk grappig.
„ Dus als ik het goed begrijp, " zei Mike, „maak ik alle kans, dat
ik, wanneer ik hier terugkom, door jullie naar de andere wereld
word geholpen?"
„Je bent buitengewoon snel van begrip, " zei Pete. „ Denk je dat ik
dan niet met die auto er vandoor zal gaan?" „ Nee, " antwoordde
Pete heel zelfverzekerd. „Ik heb wel enige mensenkennis. Jij bent
een veel te ridderlijk man, om zo'n weerloos meisje in de steek te
laten. Misschien vind je het van jezelf wel spijtig, dat je zo
ridderlijk bent, maar jij komt terug. "
„Om de dood te vinden!" zei Mike schamper. „ Dat is lang niet
onwaarschijnlijk, " gaf Pete rustig toe. „Maar je hebt natuurlijk
altijd een kans, dat jij de dans ontspringt en ook dat meisje. Om
dat kansje zul je terugkomen. Nou, we hebben er lang genoeg over
gepraat. Kiezen of delen: ga jij dat geld halen?"
„Ik heb toch niet te kiezen?" viel Mike uit. „Ik moet wel. " „Zo
mag ik het horen, " zei de leider. „Je weet dus precies wat je te
doen staat? Laat ik het je nog eens vertellen. Dan kun je later,
als je het meisje dood vindt, niet zeggen: ik had hem verkeerd
begrepen. " Op een tartend-lijzige toon herhaalde de man wat Mike
moest doen. „Shorty zal je naar de jeep brengen. Ik wens je veel
succes. Tot over twee uur. Tien uur precies. "
Ria zag aan Mike's gelaat, dat hij blij was naar buiten te kunnen.
Als hij nog langer hier moest blijven, zou hij zich misschien niet
meer kunnen beheersen tegenover die schurken. Alleen de gedachte
aan het meisje weerhield hem ervan de kerels aan te vliegen.
Mike knikte eens naar Ria, als wilde hij haar te kennen geven dat
ze zich goed moest houden en zich niet al te bezorgdmaken. Tevens
was het een belofte, dat hij terug zou keren... Ria zag zijn
gestalte langs het raam gaan. Nu werd haar angst eens zo groot. Tot
nog toe was de cowboy bij haar geweest. Ook al was hij praktisch
machteloos, zijn aanwezigheid had haar toch nog een zeker gevoel
van veiligheid gegeven. Nu was ze alleen met die schurken. Kerels,
die voor niets terugdeinsden, ook niet voor moord. Alleen al hun
aanwezigheid joeg haar afschuw aan. Moordenaars... Ze keek
schichtig op haar horloge. Er waren pas twee minuten om, sinds Mike
was weggegaan. De drie bandieten zaten rustig aan de tafel.
Kennelijk twijfelden ze er niet aan, of Mike zou terugkomen. Een
van de mannen haalde een spel kaarten te voorschijn en begon te
schudden. Buiten klonk het geluid van een motor die werd gestart.
Even later hoorde ze de auto wegrijden. Daar ging Mike...
Shorty kwam terug. Hij ging aan tafel zitten, om mee te kaarten.
Geen van de mannen sloeg nog acht op Ria. Het leek wel of ze haar
aanwezigheid vergeten waren, maar ze wist, dat ze niets zou kunnen
doen of ze zouden het merken. Wat wilde ze trouwens uitrichten? Het
vertrek waarin ze zich bevonden, had in een wand twee ramen, maar
die waren erg klein en voorzien van spijlen. Er was geen schijn van
een kans, dat ze daardoor weg zou kunnen komen. Wilde ze proberen
te ontsnappen, dan was er alleen de deur. Om daarbij te komen moest
ze langs de kerels. En twee ervan hadden hun revolver voor zich op
tafel liggen.
Als ze wist te ontkomen, dan kon ook Mike uit hun handen blijven;
vooropgesteld, dat ze hem zou kunnen waarschuwen. Hij hoefde dan
niet meer naar de blokhut terug te keren. Maar nu zou de cowboy
weer hierheen komen, om te verhinderen, dat zij er het leven bij in
zou schieten. Ze had hem moeten zeggen, dat hij moest wegblijven.
Hij moest zich van haar maar niets aantrekken, niet zijn eigen
leven wagen om het hare, bedacht ze wanhopig. En dan hoopte ze weer
vurig dat Mike terug zou keren. Ze wilde zo graag leven,
leven...