Hoofdstuk 25. 'Ik ben bang'

Deze plotselinge onthulling had een bijna verbluffend effect op de drie mensen die aan het lunchtafeltje zaten. Dit opende een totaal nieuw aspect van de zaak.
In plaats van een persoon die met de hele tragedie niets te maken had, bleek Anne Morisot nu inderdaad op het toneel van de misdaad aanwezig te zijn geweest. Iedereen had een paar minuten nodig om zijn gedachten te herzien.
Poirot maakte een heftig gebaar met zijn handen - zijn ogen waren gesloten - zijn gezicht verwrongen van ellende.
'Een ogenblikje - een ogenblikje, ' smeekte hij hun. 'Ik moet nadenken, begrijpen, beseffen welke invloed dit heeft op mijn ideeen van deze zaak. Ik moet met mijn gedachten terug. Ik moet mij van alles herinneren... duizendmaal vervloekt zij die ongelukkige maag van mij. Ik was alleen maar bezig met mijn inwendige gewaarwordingen!'
'Zij was dus werkelijk in het vliegtuig, ' zei Fournier. 'Ik begrijp het. Ik begin het te begrijpen. '
'Ik herinner het mij, ' zei Jane. 'Een lang, donker meisje. ' Zij kneep haar ogen half dicht terwijl zij probeerde zich haar voor de geest te halen. 'Madeleine, noemde Lady Horbury haar. '
'Dat is het - Madeleine, ' zei Poirot.
'Lady Horbury stuurde haar naar de staart van het vliegtuig om een koffertje te halen - een vuurrood toiletkoffertje. '
'U wilt zeggen, ' zei Fournier, 'dat dit meisje vlak voorbij de plaats liep waar haar moeder zat?'
'Dat is zo. '
'Het motief, ' zei Fournier. Hij zuchtte diep. 'En de gelegenheid... Ja, het is er allemaal. '
Toen sloeg hij met een plotselinge heftigheid, die helemaal niet paste bij zijn gewone droefgeestige manier van doen, met zijn hand op de tafel.
'Maar, parbleu!' riep hij uit. "Waarom heeft niemand dit eerder gezegd? Waarom is zij niet opgenomen onder de verdachten?'
'Dat heb ik u verteld, mijn vriend. Ik heb het u verteld, ' zei Poirot moeizaam. 'Die ongelukkige maag van mij. '
'Ja, ja, dat is begrijpelijk. Maar er waren toch wel mensen die geen last van hun maag hadden - de hofmeesters, de andere passagiers. '
'Ik denk, ' zei Jane, 'dat dit misschien kwam doordat het al zo vroeg gebeurde. Het toestel was nog maar net opgestegen op Le Bourget, en Giselle was ongeveer een uur daarna nog springlevend. Het scheen wel dat zij veel later vermoord moest zijn. '
'Dat is merkwaardig, ' zei Fournier peinzend. 'Kan het zijn dat het gif langzaam gewerkt heeft? Zoiets gebeurt wel eens... '
Poirot kreunde en ondersteunde zijn hoofd met zijn handen.
'Ik moet nadenken... Is het mogelijk dat de hele tijd mijn ideeen volkomen verkeerd zijn geweest?'
'Mon vieux, zei Fournier, 'zulke dingen gebeuren. Zij overkomen mij. Het is mogelijk dat zij u ook zijn overkomen. Men moet zo nu en dan zijn trots laten varen en zijn ideeen herzien. '
'Dat is waar, ' stemde Poirot toe. 'Het is mogelijk dat ik de hele tijd door te veel belang heb gehecht aan een bepaald ding. Ik verwachtte een zekere aanwijzing te vinden. Die heb ik gevonden, en daarop heb ik mijn zaak opgebouwd. Maar als ik het van het begin af mis heb gehad - als het zuiver toeval was dat dat bepaalde voorwerp juist op die plaats aanwezig was... nou, ja - dan wil ik wel toegeven dat ik het mis heb gehad - volkomen mis. '
'U kunt uw ogen niet sluiten voor het belang van deze wending, ' zei Fournier. 'Motief en gelegenheid - wat wilt u nog meer?'
'Niets. Het moet zo zijn als u zegt. De vertraagde uitwerking van het gif is inderdaad buitengewoon vreemd - men zou zeggen, nagenoeg onmogelijk. Maar als het vergiften betreft gebeurt het onmogelijke inderdaad wel eens. Men moet rekening houden met de persoonlijke gesteldheid... '
Zijn stem stierf weg.
'Wij moeten een plan de campagne opstellen, ' zei Fournier. 'Voor het ogenblik zou het, denk ik, niet verstandig zijn de argwaan van Anne Morisot op te wekken. Zij is er zich volkomen onbewust van dat u haar herkend hebt. Haar bona fides is aanvaard. Wij weten in welk hotel zij logeert en wij kunnen contact met haar onderhouden via Thibault. Wettelijke formaliteiten kunnen altijd vertraagd worden. Twee punten hebben wij vastgesteld
-gelegenheid en motief. Wij moeten nog bewijzen dat Anne Morisot slangegif in haar bezit had. Dan is er ook nog de kwestie van de Amerikaan die de blaaspijp heeft gekocht en Jules Perrot heeft omgekocht. Het zou natuurlijk de echtgenoot kunnen zijn
-Richards. Wij hebben alleen maar van haar gehoord dat hij in Canada is. '
'Zoals u zegt - de echtgenoot... Ja, de echtgenoot. Ah, wacht -wacht!'
Poirot drukte de handen tegen de slapen.
'Het is allemaal verkeerd, ' zei hij. 'Ik gebruik de kleine grijze hersencellen niet op een ordelijke en methodische wijze. Nee, ik trek zo maar conclusies. Ik denk, misschien, wat men wil dat ik denken zal. Nee, ook dat is verkeerd. Als mijn oorspronkelijk idee juist was, zou men mij niet willen doen denken -'
Hij zweeg.
'Pardon?' zei Jane.
Gedurende enkele ogenblikken gaf Poirot geen antwoord; toen nam hij zijn handen van zijn slapen, ging kaarsrecht overeind zitten, en verschoof twee vorken en een zoutvaatje, die zijn gevoel voor symmetrie geweld aandeden.
'Laten wij alles beredeneren, ' zei hij. 'Anne Morisot is of schuldig of onschuldig aan de misdaad. Als zij onschuldig is, waarom heeft zij dan gelogen? Waarom heeft zij het feit verzwegen dat zij kamenier was bij Lady Horbury?'
'Ja, waarom?' zei Fournier.
'Dus zeggen wij dat Anne Morisot schuldig is omdat zij gelogen heeft. Maar wacht even. Neem aan dat mijn eerste veronderstelling juist was. Past die veronderstelling bij Anne Morisots schuld of bij Anne Morisots leugen? Ja - ja - het zou kunnen - als een veronderstelling juist is. Maar in dat geval, als die juist is -- dan had Anne Morisot helemaal niet in het vliegtuig behoren te zijn. '
De anderen keken hem beleefd aan, hoewel misschien met een vrij oppervlakkige belangstelling.
Fournier dacht: Nu snap ik wat die Engelsman, Japp, bedoelde. Hij maakt moeilijkheden, deze oude heer. Hij tracht een zaak, die nu eenvoudig is, ingewikkeld te doen klinken. Hij kan geen simpele oplossing aanvaarden zonder te doen alsof die overeenkomt met zijn vooropgezette ideeen.
Jane dacht: Ik snap hoegenaamd niets van wat hij bedoelt. ... Waarom zou dat meisje niet in het vliegtuig kunnen zijn? Zij moest gaan waar Lady Horbury maar wilde.... Ik geloof dat hij toch een rare kwast is...
Plotseling haalde Poirot met een sissend geluid adem.
'Natuurlijk, ' zei hij. 'Het is mogelijk, en het moet heel eenvoudig zijn dat uit te zoeken. '
Hij stond op. 'Wat nu, mijn vriend?' vroeg Fournier.
'Weer naar de telefoon, ' zei Poirot.
'De transatlantische naar Quebec?'
'Deze keer is het maar een gesprek met Londen. '
'Met Scotland Yard?'
'Nee, met het huis van Lord Horbury in Grosvenor Square. Als ik maar het geluk heb Lady Horbury thuis te treffen. '
'Wees voorzichtig, mijn vriend. Als Anne Morisot in de gaten krijgt dat wij naar haar geinformeerd hebben, dan zou dat onze plannen niet ten goede komen. Bovenal moeten wij niet haar argwaan opwekken. '
'Wees maar niet bang. Ik zal wel discreet zijn. Ik stel maar een vraag - een hoogst onschuldig vraagje. ' Hij glimlachte. 'U kunt wel met mij meegaan als u wilt. '
'Nee, nee. '
'Jawel, ik sta er op. '
De beide mannen gingen weg en lieten Jane in de lounge achter.
Het duurde even voor het gesprek doorkwam, maar Poirot had geluk, Lady Horbury lunchte thuis.
'Mooi zo. Wilt u Lady Horbury zeggen dat dit monsieur Hercule Poirot is, die opbelt uit Parijs?' Even was het stil. 'Bent u daar, Lady Horbury? Nee, nee, alles is in orde. Ik verzeker u dat alles in orde is. Daar gaat het helemaal niet om. Ik wilde graag dat u een vraag voor mij beantwoordde. Ja.... Als u van Parijs naar Engeland vliegt, gaat uw kamenier dan gewoonlijk met u mee, of gaat zij per trein? Per trein.... En dus bij die bepaalde gelegenheid... Ik begrijp u... Weet u het zeker? O, is zij bij u weg? O juist. Zij heeft u plotseling verlaten zonder vooraf om ontslag te vragen. Mais oui, grove ondankbaarheid. Maar al te waar. Een hoogst ondankbaar soort mensen! Ja, ja, juist. Nee, nee, u behoeft u niet ongerust te maken. Au revoir. Dank u wel. '
Hij legde de telefoon neer en wendde zich tot Fournier. Zijn ogen waren groen en glinsterden.
'Luister, mijn vriend, Lady Horbury's kamenier reisde gewoonlijk per trein en per boot. Die keer dat Giselle vermoord is besloot Lady Horbury op het laatste ogenblik dat Madeleine beter met haar mee in het vliegtuig kon gaan. '
Hij greep de Fransman bij de arm. 'Vlug, mijn vriend, ' zei hij. 'Wij moeten naar haar hotel. Als mijn idee juist is - en dat geloof ik wel - hebben wij geen tijd te verliezen. '
Fournier staarde hem verbijsterd aan. Maar voor hij nog een vraag kon stellen was Poirot al op weg naar de draaideur die naar buiten leidde.
Fournier kwam hem haastig achterna.
'Maar ik begrijp er niets van. Wat is dat toch allemaal?'
De portier hield de deur van een taxi open. Poirot sprong er in en noemde het adres van Anne Morisots hotel.
'En rijd snel, zeg ik je!'
Fournier sprong na hem de taxi in.
'Wat heb je toch, man? Waarom toch die dolle haast?'
'Omdat, mijn vriend, als, zoals ik zeg, mijn idee juist is -- Anne Morisot in onmiddellijk levensgevaar verkeert. '
'Denkt u dat?'
Fournier kon niet verhinderen dat zijn stem wat sceptisch klonk.
'Ik ben bang, ' zei Poirot. 'Bang. Bon Dieu, wat een slakkegang!'
De taxi reed op dat ogenblik een goede zestig kilometer per uur, en werkte zich door het verkeer heen met een wonderbaarlijke onkwetsbaarheid, die te danken was aan het uitstekende inzicht van de chauffeur.
'Hij gaat zo langzaam dat wij zo dadelijk een ongeluk krijgen, ' zei Fournier droogjes. 'En mademoiselle Grey, die hebben wij daar achtergelaten om op ons te wachten tot wij van de telefoon terugkomen, en in plaats daarvan lopen wij het hotel uit zonder een woord te zeggen. Dat is niet bepaald beleefd!'
'Beleefd of onbeleefd - wat komt dat er op aan bij een kwestie van leven en dood?'
'Leven en dood?' Fournier haalde de schouders op.
Hij dacht bij zichzelf: Dat is nu allemaal wel heel mooi, maar die koppige gek kan de hele zaak in de war sturen. Als dat meisje eenmaal weet dat wij haar op het spoor zijn -
Hij zei op overredende toon: 'Luister nu eens, monsieur Poirot, wees redelijk. Wij moeten voorzichtig te werk gaan... '
'U begrijpt het niet, ' zei Poirot, 'ik ben bang - bang -'
Met een ruk stopte de taxi voor het rustige hotel waar Anne Morisot logeerde.
Poirot sprong er uit en kwam bijna in botsing met een jongeman die juist het hotel verliet.
Poirot bleef even stokstijf staan en keek hem na.
'Weer een gezicht dat ik ken - Maar waar? - Aha, nu herinner ik het mij - het is de acteur Raymond Barraclough. '
Toen hij een stap naar voren deed om het hotel binnen te gaan, legde Fournier een hand op zijn arm om hem tegen te houden.
'Monsieur Poirot, ik heb de grootste eerbied en bewondering voor uw methodes - maar ik heb sterk het gevoel dat wij niets overijlds moeten doen. Ik ben hier in Frankrijk verantwoordelijk voor het leiden van deze zaak... '
Poirot viel hem in de rede: 'Ik begrijp uw bezorgdheid; maar wees niet bang dat ik iets "overijlds" zal doen. Laten wij even informeren bij de receptie. Als madame Richards hier is, en alles is in orde - dan is er niets aan de hand - en kunnen wij samen onze toekomstige handelingen bespreken. Daar hebt u toch geen bezwaar tegen?'
'Nee, nee, natuurlijk niet. '
'Mooi zo. '
Poirot ging de draaideur door en liep op de receptie toe. Fournier volgde hem.
'Er logeert hier een zekere mevrouw Richards, geloof ik, ' zei Poirot.
'Nee, monsieur. Zij heeft wel hier gelogeerd, maar zij is vandaag vertrokken. '
'Is zij vertrokken?' vroeg Fournier.
'Ja, monsieur. '
'Wanneer is zij vertrokken?'
De receptionist verstrakte bij al die vragen en was geneigd te weigeren daarop te antwoorden, maar toen Fournier zijn papieren liet zien, veranderde zijn houding en wilde hij hun gaarne alle hulp bieden die hij kon.
Nee, de dame had geen adres achtergelaten. Hij meende dat haar vertrek het resultaat was van een plotselinge verandering in haar plannen. Zij had eerst gezegd dat zij een week wilde blijven.
Meer vragen. De portier werd erbij geroepen, de kruiers, de liftbedienden.
Volgens de portier was er een heer bij de dame op bezoek gekomen. Hij was gekomen terwijl zij uit was, maar had haar terugkeer afgewacht en zij hadden samen geluncht. Wat voor een heer? Een Amerikaanse heer - o, een echte Amerikaan. Zij had verbaasd geschenen toen zij hem zag. Na de lunch gaf de dame opdracht dat haar bagage naar beneden gebracht moest worden en in een taxi gezet. Waar zij heen was gegaan? Zij was naar het Gare du Nord gereden - tenminste, dat had zij de taxichauffeur gezegd. Was de Amerikaanse heer met haar meegegaan? Nee, zij was alleen gegaan.
'Het Gare du Nord, ' zei Fournier. 'Dat betekent Engeland, zou je zo zeggen. De trein van twee uur. Maar het kan wel een afleidingsmanoeuvre zijn. Wij moeten met Boulogne telefoneren, en ook proberen die taxi te pakken te krijgen. '
Het leek wel of Poirots angst was overgeslagen op Fournier.
De Fransman keek bezorgd.
Snel en doeltreffend zette hij de machine van de wet in beweging.
Het was vijf uur toen Jane, die met een boek in de lounge van het hotel zat, opkeek en Poirot op zich toe zag komen.
Zij opende haar mond om hem een verwijt te maken, maar de woorden werden niet uitgesproken. Iets in zijn gezicht weerhield haar daarvan.
Wat is er?' vroeg zij. 'Is er iets gebeurd?'
Poirot nam haar beide handen in de zijne.
'Het leven is zeer verschrikkelijk, mademoiselle, ' zei hij.
Iets in zijn toon joeg Jane schrik aan.
Wat is er?' vroeg zij opnieuw.
Poirot zei langzaam: 'Toen de boottrein Boulogne bereikte heeft men in een eersteklas coupe een vrouw gevonden - dood. '
Jane werd doodsbleek.
'Anne Morisot?'
'Anne Morisot. In haar hand hield zij een glazen flesje waarin cyaanzuur gezeten had. '
'O!' zei Jane. 'Zelfmoord?'
Poirot gaf gedurende enkele ogenblikken geen antwoord. Toen zei hij, als iemand die heel voorzichtig zijn woorden kiest: 'Ja, de politie denkt dat het zelfmoord was. '
'En u?'
Poirot maakte een veelzeggend gebaar met zijn handen.
'Wat anders valt er te denken?'
'Zij heeft zelfmoord gepleegd - waarom? Uit wroeging -- of omdat zij bang was dat men zou ontdekken wat zij gedaan had?'
Poirot schudde het hoofd.
'Het leven kan zeer vreselijk zijn, ' zei hij. 'Het eist veel moed. '
'Om zelfmoord te plegen? Ja, dat zal wel. '
'Ook om te leven, ' zei Poirot, 'heeft men moed nodig. '