Hoofdstuk 16. Plan de campagne

Van het huis van meneer Clancy namen zij een taxi naar de Monseigneur, waar Norman Gale al op hen zat te wachten. Poirot bestelde consomme en een chaud-froid van kip. 'Wel, ' vroeg Norman. 'Hoe ging het?'
'Juffrouw Grey, ' zei Poirot, 'heeft zich een eersteklas secretaresse betoond. '
'Ik geloof niet dat ik het er zo best heb afgebracht, ' zei Jane. 'Hij kreeg het in de gaten toen hij achter mij langs liep. Hij moet zeer opmerkzaam zijn, weet u. '
'Aha, hebt u dat gemerkt? Die brave heer Clancy is lang niet zo verstrooid als men zou denken. '
'Had u die adressen werkelijk nodig?' vroeg Jane. 'Ja - ik dacht dat zij wel van nut zouden kunnen zijn. ' 'Maar als de politie -'
'Aha, de politie! Maar ik zou niet dezelfde vragen stellen als de politie. Hoewel ik eigenlijk betwijfel of de politie wel vragen gesteld heeft. Ziet u, zij weten dat de in het vliegtuig gevonden blaaspijp in Parijs is gekocht door een Amerikaan. '
'In Parijs? Door een Amerikaan? Maar er was helemaal geen Amerikaan in het vliegtuig. '
Poirot glimlachte haar vriendelijk toe.
'Precies. Maar nu hebben wij een Amerikaan, alleen om het nog moeilijker te maken. Voila tout. '
'Maar is hij dan gekocht door een man?' vroeg Norman.
Poirot keek hem aan met een ietwat vreemde uitdrukking op zijn gezicht.
'Ja, ' zei hij, 'hij is door een man gekocht. '
Norman keek alsof hij er niet veel van begreep.
'In ieder geval was het meneer Clancy niet, ' zei Jane. 'Hij had al een blaaspijp, dus hij zou er geen meer behoeven te kopen. '
Poirot knikte. 'Zo moet men te werk gaan. Ieder op zijn beurt verdenken en dan hem of haar van de lijst afstrepen. '
'Hoeveel hebt u er tot dusver afgestreept?' vroeg Jane.
'Niet zoveel als u misschien denken zou, mademoiselle, ' zei Poirot met een humoristische blik in zijn ogen. 'Het hangt van het motief af, ziet u. '
'Is er ook -?' Norman Gale zweeg, en voegde er toen verontschuldigend aan toe: 'Ik wil mijn neus niet in dienstgeheimen steken, maar bestaat er geen boekhouding van de transacties van die vrouw?'
Poirot schudde het hoofd.
'Alles is verbrand. '
'Dat is jammer. '
'Evidemment! Maar het schijnt wel dat madame Giselle haar beroep van geldschietster combineerde met een beetje chantage, en dat leidt tot meer mogelijkheden. Veronderstel bijvoorbeeld dat madame Giselle op de hoogte was van een zekere misdadige handeling - zeg, bijvoorbeeld, een poging tot moord. '
'Is er enige reden om zoiets te veronderstellen?'
'Wel, ja, ' zei Poirot langzaam. 'Dat is - een van de weinige schriftelijke bewijsstukken die wij in deze zaak bezitten. '
Hij keek eerst naar het ene en toen naar het andere belangstellende gezicht en zuchtte eens even.
'Nou, ' zei hij, 'dat is dan dat. Laten wij liever over iets anders praten - bijvoorbeeld over de invloed die deze tragedie op het leven van jullie twee jongelui heeft gehad. '
'Het klinkt verschrikkelijk om het te zeggen, maar ik ben er wel bij gevaren, ' zei Jane, en vertelde hem van haar salarisverhoging.
'Zoals u zegt, mademoiselle, u heeft er voordeel van gehad, maar dat is waarschijnlijk maar van korte duur. Vergeet niet dat zoiets gewoonlijk maar de sensatie van het ogenblik is. '
Jane lachte. 'Dat is volkomen waar. '
'Helaas zal het in mijn geval wel niet zo gauw voorbij zijn, ' zei Norman.
Hij legde uit hoe de vork in de steel zat. Poirot luisterde meelevend toe.
'Zoals u zegt, ' merkte hij peinzend op, 'zoiets zal wel langer standhouden. Dat kan een geval van weken of zelfs maanden worden. Iets sensationeels is zo vergeten - maar vrees blijft lang voortbestaan. '
'Denkt u dat ik moet volhouden?'
'Hebt u soms een ander plan?'
'Ja - de hele zaak maar opgeven. Naar Canada of ergens anders heen gaan en helemaal opnieuw beginnen. '
'Dat zou toch zeker jammer zijn, ' zei Jane.
Norman keek haar aan.
Tactvol ging Poirot zich met zijn kip bezighouden.
'Ik wil ook liever niet weg, ' zei Norman.
'Als ik ontdek wie madame Giselle vermoord heeft, behoeft u ook niet weg te gaan, ' zei Poirot opgewekt.
'Gelooft u werkelijk dat u er achter komt?' vroeg Jane.
Poirot keek haar verwijtend aan.
'Als men een probleem ordelijk en methodisch benadert, moet het niet moeilijk zijn het op te lossen - hoegenaamd niet moeilijk, ' zei Poirot op strenge toon.
'O, ik begrijp het, ' zei Jane, die het helemaal niet begreep.
'Maar ik zou dit probleem vlugger oplossen als ik hulp had, ' zei Poirot.
"Wat voor soort hulp?'
Poirot wachtte even voordat hij zei: 'Hulp van meneer Gale. En later misschien ook van u. '
'Wat kan ik doen?' vroeg Norman.
Poirot wierp hem van terzijde een blik toe.
'U zult het niet prettig vinden, ' zei hij op waarschuwende toon.
'Wat is het dan?' herhaalde de jongeman ongeduldig.
Op kiese wijze, om de Engelse gevoeligheid niet te kwetsen, maakte Poirot gebruik van een tandenstoker. Toen zei hij: 'Om het eerlijk te zeggen, wat ik nodig heb is een chanteur. '
'Een chanteur?' riep Norman uit. Hij staarde Poirot aan alsof hij zijn oren niet kon geloven.
Poirot knikte.
'Precies, ' zei hij, 'een chanteur. '
'Maar waarvoor dan?'
'Parbleu! Om chantage te plegen. '
'Ja, maar ik bedoel op wie? En waarom?'
'Waarom, ' zei Poirot, 'dat is mijn zaak. En tegen wie het gericht is -' Hij wachtte even, en vervolgde toen op kalme, zakelijke toon: 'Ik zal u het plan even uitleggen. U schrijft een briefje -dat wil zeggen, ik zal een briefje schrijven en u schrijft het over - aan de gravin van Horbury. U zet er 'Persoonlijk' op. In dat briefje vraagt u om een onderhoud. U herinnert haar er aan dat u tegelijk met haar naar Engeland bent gevlogen bij een zekere gelegenheid. U vermeldt ook dat de bescheiden over zekere zakelijke transacties van madame Giselle in uw bezit zijn gekomen. '
'En dan?'
'Dan wordt u wel een onderhoud toegestaan. U gaat er heen en u zegt zekere dingen (waarover ik u zal instrueren). U vraagt om - laat eens kijken - tienduizend pond. '
'U bent stapelgek!'
'Helemaal niet, ' zei Poirot. 'Excentriek ben ik misschien wel, maar gek, nee. '
'En als Lady Horbury nu eens de politie er bij haalt? Dan ga ik de gevangenis in. '
'Zij zal de politie er niet bij halen. '
'Dat kunt u nooit zeker weten. '
'Mon cher, eigenlijk gezegd weet ik alles. '
'En ik moet er trouwens niets van hebben. '
'Die tienduizend pond krijgt u toch niet, als dat uw gewetensbezwaren soms wegneemt, ' zei Poirot met een vrolijke twinkeling
in zijn ogen.
'ja, maar luistert u nu eens, monsieur Poirot - dat is een dolzinnig plan, dat mij voor altijd zou kunnen ruineren. '
'Kom, kom - die dame gaat niet naar de politie - dat verzeker ik u. '
'Misschien vertelt zij het aan haar man. '
'Dat doet zij niet. '
'En toch moet ik er niets van hebben. '
"Vindt u het dan wel prettig uw patienten te verliezen en uw carriere te bederven?'
'Nee, maar -'
Poirot glimlachte hem vriendelijk toe.
'U hebt er een natuurlijke afkeer van? Dat is vanzelfsprekend. U hebt ook een ridderlijke natuur. Maar ik kan u verzekeren dat Lady Horbury al die mooie gevoelens niet waard is - om een van uw uitdrukkingen te gebruiken: zij is een naar stukje mens. '
'Toch kan zij geen moordenares zijn. '
'En waarom niet?'
Waarom niet? Omdat wij haar gezien zouden hebben. Jane en ik zaten vlak tegenover haar. '
'U hebt te veel vooropgezette ideeen. Ik wil de zaak oplossen, en om dat te kunnen doen, moet ik zeker weten. '
'Ik vind het geen prettig idee een vrouw te chanteren. '
'Ah, mon Dieu - dat is toch maar bij wijze van spreken. Er wordt geen chantage gepleegd. U behoeft alleen maar een zeker effect te bereiken. Daarna, als de weg bereid is, ga ik mij er mee bemoeien. '
Norman zei: 'Als ik door u in de gevangenis terechtkom -'
'Nee, nee, nee, ik ben goed bekend op Scotland Yard. Mocht er iets gebeuren, dan neem ik de schuld wel op mij. Maar er zal niets anders gebeuren dan wat ik u voorspeld heb. '
Norman gaf met een zucht toe.
'Vooruit dan maar. Ik zal het doen. Maar ik heb er helemaal geen zin in. '
'Goed. U moet het volgende schrijven. Neem een potlood. '
Langzaam dicteerde hij.
'Voila, ' zei hij. 'Later vertel ik u wel wat u moet doen en wat u moet zeggen. Vertelt u mij eens, mademoiselle, gaat u ooit naar de schouwburg?'
'Ja, vrij dikwijls, ' zei Jane.
'Goed. Hebt u bijvoorbeeld een stuk gezien dat In de Antipoden heet?'
'Ja, ik heb het ongeveer een maand geleden gezien. Het is tamelijk goed. '
'Een Amerikaans stuk, niet waar?'
'Ja. '
'Herinnert u zich nog de rol van Harry, gespeeld door de heer Raymond Barraclough?'
'Ja, hij deed het prachtig. '
'U vond hem aantrekkelijk, niet waar?'
'Ontzettend aantrekkelijk. '
'Aha, hij heeft sex appeal?'
'Bepaald wel, ' zei Jane lachend.
'Dat alleen - of is hij bovendien een goed acteur?'
'O, ik vind dat hij ook goed speelt. '
'Ik moet hem eens gaan zien, ' zei Poirot.
Jane staarde hem verbijsterd aan.
Wat was hij toch een raar mannetje - hij sprong al maar van het ene onderwerp op het andere over als een vogel van de ene tak op de andere!
Misschien las hij haar gedachten wel. Hij zei glimlachend: 'U keurt mijn methodes niet goed?'
'Nou, u springt al maar van de hak op de tak. '
'Heus niet. Ik vervolg mijn weg logisch, ordelijk en methodisch. Men moet niet zo maar in het wilde weg zijn conclusies trekken. Men moet elimineren. '
'Elimineren?' zei Jane. 'Doet u dat soms?' Zij dacht na. 'Ik begrijp het. U hebt meneer Clancy geelimineerd. '
'Misschien, ' zei Poirot.
'En u hebt ons geelimineerd, en nu gaat u misschien Lady Horbury elimineren. O!'
Zij zweeg, als door een plotselinge gedachte getroffen.
'Wat is er, mademoiselle?'
'Dat gepraat over een poging tot moord? Was dat een proefneming?'
'U bent wel vlug van begrip, mademoiselle. Ja, dat maakt deel uit van het plan dat ik uitvoer. Ik noem een poging tot moord en ik kijk naar meneer Clancy, ik kijk naar u, ik kijk naar meneer Gale -- en geen van u drieen reageert ook maar enigszins - u knippert niet eens met de ogen. En laat ik u vertellen dat men mij op dat punt niet kan misleiden. Een moordenaar kan voorbereid zijn op iedere aanval die hij voorziet. Maar dat regeltje in een aantekenboekje kon aan geen van u bekend zijn. Dus, ziet u, ik ben tevreden. '
'Wat bent u toch een afschuwelijk mens vol sluwe streken, ' zei Jane, terwijl zij opstond. 'Ik zal er nooit achter komen waarom u iets zegt. '
'Dat is heel eenvoudig. Ik wil achter de waarheid komen. '
'U hebt zeker heel slimme maniertjes om achter de waarheid te komen?'
'Er bestaat maar een werkelijk eenvoudige manier. '
'En dat is?'
'Het de mensen zelf laten vertellen. '
Jane lachte. 'Maar als zij dat nu niet willen?'
'Iedereen praat graag over zichzelf. '
'Dat zal wel zo zijn, ' gaf Jane toe.
'Zo maken heel veel kwakzalvers hun fortuin. Zij moedigen hun patienten aan bij hen te komen zitten en hun van alles te vertellen. Dat zij uit de kinderwagen zijn gevallen toen zij twee jaar waren, en dat hun moeder een peer at, en dat het sap op haar oranje japon terechtkwam, en dat zij hun vader aan zijn baard hebben getrokken toen zij anderhalf jaar waren; en dan vertelt hij ze dat zij nu geen last meer zullen hebben van slapeloosheid, en hij rekent daar vijfentwintig gulden voor, en zij gaan weg, nadat zij o zo geweldig genoten hebben - en misschien slapen zij nog ook. '
'Wat belachelijk, ' zei Jane.
'Nee, dat is niet zo belachelijk als u denkt. Het is gebaseerd op een van de voornaamste behoeften van de menselijke geest - de behoefte om te praten - over zichzelf. Denkt u zelf niet graag terug aan uw kinderjaren, mademoiselle - aan uw vader en uw moeder?'
'Dat gaat in mijn geval niet op. Ik ben in een weeshuis grootgebracht. '
'Aha, dat is iets anders. Dat is niet prettig. '
'Ik wil niet zeggen dat wij in een liefdadige instelling waren
en rondliepen met rode mantels aan en rode mutsen op. Het was eigenlijk heel leuk. '
"Was dat in Engeland?'
'Nee, in Ierland - in de buurt van Dublin. '
'Dus u bent een Ierse. Daarom hebt u dat donkere haar en die blauwgrijze ogen, die er uitzien alsof zij -'
'- alsof zij ingezet waren met een vuile vinger -' beeindigde Norman lachend zijn zin voor hem.
'Comment? Wat zegt u daar?'
'Dat is een gezegde over Ierse ogen - dat zij ingezet zijn met een vuile vinger. '
'Heus? Dat is niet erg elegant. En toch - het drukt het wel goed uit. ' Hij boog naar Jane. 'Het effect is heel goed, mademoiselle. '
Jane lachte terwijl zij opstond. 'U brengt mij het hoofd nog op hol, monsieur Poirot. Welterusten, en bedankt voor uw soupeetje. U zult er mij nog een moeten aanbieden als Norman de gevangenis indraait wegens chantage. '
Norman fronste de wenkbrauwen toen hij daaraan herinnerd werd.
Poirot wenste de beide jongelui welterusten.
Toen hij thuiskwam trok hij een lade open en nam er een lijst met elf namen uit.
Bij vier van die namen zette hij een klein streepje. Toen knikte hij peinzend.
'Ik denk dat ik het weet, ' zei hij zacht voor zich heen. 'Maar ik moet er zeker van zijn. II faut continuer. '