Bobby wordt advocaat

'Meneer Hawkins?'
'Ja,' zei Bobby. Zijn stem klonk enigszins gedempt, daar hij juist zijn mond vol had met gebakken spek en ei.
'Telefoon voor u.'
Bobby nam haastig een slok koffie, veegde zijn mond af en stond op. De telefoon was in een smalle, donkere gang. Hij nam de haak op.
'Hallo,' zei een stem. Het was Frankie.
'Hallo, Frankie,' zei Bobby onvoorzichtig.
'U spreekt met Lady Frances Derwent,' zei de stem koel.
'Spreek ik met Hawkins?'
'Ja, mylady.'
'Wil je zorgen om tien uur bij me te zijn om me naar Londen te brengen?'
'Uitstekend, mylady.'
Bobby hing de hoorn aan de haak.
Wanneer moet je mylady zeggen, en wanneer your ladyship? dacht hij. Dat zou ik moeten weten, maar ik weet het niet. Door zoiets verraad ik mezelf bij een echte chauffeur of butler.
Aan de andere kant legde Frankie de telefoon neer en wendde zich tot Roger Bassington-ffrench.
'Vervelend dat ik vandaag naar Londen moet,' merkte ze luchtigjes op. 'En dat alleen omdat vader zo'n drukte maakt.'
'Je komt vanavond toch terug?' zei Roger.
'O, jazeker!'
'Ik had je eigenlijk willen vragen of ik met je mee naar de stad zou kunnen rijden,' zei Roger langs zijn neus weg.
Frankie aarzelde een onderdeel van een seconde voordat ze antwoord gaf -- toen deed ze alsof ze er gretig op inging.
'O, natuurlijk,' zei ze.
'Maar bij nader inzien geloof ik dat ik vandaag maar niet ga,' ging Roger verder. 'Henry ziet er nog vreemder uit dan gewoonlijk. Op de een of andere manier voel ik er weinig voor Sylvia met hem alleen te laten.'
ik begrijp het,' zei Frankie.
'Rijd je zelf?' vroeg Roger terloops, toen ze bij de telefoon vandaan liepen.
'Ja, maar Hawkins gaat mee. Ik moet ook nog een paar boodschappen doen en dan is het vervelend als je zelf rijdt -- je kunt je auto nergens kwijt.'
'Ja, dat is waar.'
Hij zei verder niets, maar toen de auto voorreed, stond hij op de drempel om haar uitgeleide te doen. Bobby zat kaarsrecht en correct achter het stuur.
'Tot ziens,' zei Frankie.
Onder de gegeven omstandigheden dacht ze er niet aan hem een hand te geven, maar Roger nam de hare en hield die even vast.
'Je komt toch terug?' vroeg hij vreemd-dringend.
Frankie lachte.
'Ja, natuurlijk. Ik bedoelde alleen tot vanavond.'
'Pas op dat je niet weer een ongeluk krijgt.'
ik zal Hawkins laten rijden als je dat liever hebt.'
Ze sprong in de auto naast Bobby, die aan zijn pet tikte. De auto reed de oprijlaan af. Roger bleef hem op de stoep staan nakijken.
'Bobby,' zei Frankie, 'wat dacht je, zou Roger verliefd op me kunnen zijn?'
is hij verliefd op je?' informeerde Bobby.
'Dat vraag ik me juist af.'
ik denk dat je de symptomen aardig goed kent,' zei Bobby.
Maar zijn stem klonk afwezig. Frankie wierp even een blik op hem.
'Is er iets -- gebeurd?' vroeg ze.
'Ja, inderdaad. Frankie, ik heb het origineel van de foto gevonden!'
'Bedoel je -- waarover je zoveel praatte -- die in de zak van de dode zat?'
'Ja.'
'Bobby! Ik heb je ook een paar dingen te vertellen, maar dat is niets hierbij vergeleken. Waar heb je haar gevonden?'
Bobby gooide zijn hoofd achterover.
in de inrichting van dokter Nicholson.'
'Vertel het me vlug.'
Bobby gaf een uitvoerige en nauwgezette beschrijving van de vorige avond. Frankie luisterde ademloos.
'Maar dan zijn we toch op het juiste spoor,' zei ze. 'En dokter Nicholson is er ook bij betrokken! Bobby, ik ben bang voor die man.'
'Hoe ziet hij er uit?'
'O! groot en fors -- en hij let zo op je. Hij neemt je zeer aandachtig op van achter zijn brilleglazen. En je hebt het gevoel dat hij alles van je weet.'
'Wanneer heb je hem ontmoet?'
'Hij kwam dineren.'
Ze gaf een beschrijving van het diner en legde er de nadruk op dat dokter Nicholson lang was blijven stilstaan bij de bijzonderheden van haar 'ongeluk'.
ik voelde dat hij achterdochtig was,' besloot ze.
'Het is inderdaad vreemd dat hij zo naar de bijzonderheden informeerde,' zei Bobby. 'Wat denk je dat er achter al deze dingen zit, Frankie?'
'Nu, ik begin te denken dat mijn suggestie van een bende in verdovende middelen, die jij destijds zo hooghartig verwierp, per slot van rekening toch niet zo gek was.'
'Met dokter Nicholson aan het hoofd van de bende?'
'Ja. Die inrichting zou een uitstekende dekmantel voor zoiets zijn. Hij zou volkomen wettig een zekere hoeveelheid verdovende middelen in zijn bezit kunnen hebben. Terwijl hij het doet voorkomen dat hij mensen die aan verdovende middelen verslaafd zijn geneest, zou hij ze hun in werkelijkheid juist kunnen geven.'
'Daar zit wel iets in,' stemde Bobby toe.
ik heb je nog niets van Henry Bassington-ffrench verteld.'
Bobby luisterde aandachtig toen ze de eigenaardigheden
van haar gastheer beschreef.
'En zijn vrouw vermoedt niets?'
ik weet zeker van niet.'
'Hoe ziet ze er uit? Intelligent?'
'Daar heb ik nooit over nagedacht. Nee, ik geloof niet dat ze erg intelligent is. En toch lijkt ze me in sommige opzichten erg schrander. Het is een aardige, eerlijke vrouw.'
'En onze Bassington-ffrench?'
'Hij is voor mij een raadsel,' zei Frankie langzaam. 'Zou het mogelijk zijn dat we ons helemaal vergist hebben wat hem aangaat?'
'Onzin,' zei Bobby. 'We zijn het helemaal nagegaan en waren het erover eens dat hij de schurk van het drama moest zijn.'
'Vanwege de foto?'
'Vanwege de foto. Niemand anders kan die foto tegen de andere verwisseld hebben.'
'Dat weet ik,' zei Frankie. 'Maar dat is ook het enige bewijs dat we tegen hem hebben.'
'Het is meer dan voldoende.'
'Misschien wel. En toch...'
'Nu?'
ik weet het niet, maar ik heb een vreemd gevoel dat hij onschuldig is -- dat hij helemaal niets met de zaak heeft uit te staan.'
Bobby keek haar koel aan.
'Zei je dat hij verliefd op jou geworden was of dat jij verliefd op hem geworden was?' vroeg hij beleefd.
Frankie bloosde.
'Doe niet zo idioot, Bobby. Ik vroeg me alleen maar af of er niet de een of andere onschuldige verklaring voor is, meer niet.'
ik zie niet in hoe dat zou kunnen. Vooral niet nu we het meisje ook nog in de omgeving hebben gevonden. Dat schijnt de deur dicht te doen. Als we maar enig vermoeden hadden wie die dode man was...'
'O, maar dat heb ik. Dat heb ik je immers geschreven. Ik kan vrijwel met zekerheid zeggen dat het slachtoffer een zekere Alan Carstairs was.'
Ze deed hem nog een keer het hele verhaal.
'Nu,' zei Bobby, 'we zijn op het goede spoor. Nu moeten we proberen de misdaad als het ware te reconstrueren. Laten we alle feiten samenvoegen en zien welke conclusie we eruit kunnen trekken.'
Hij zweeg even en de auto verminderde als het ware uit solidariteitsgevoel vaart. Toen drukte hij zijn voet weer op het gaspedaal en stak tegelijk van wal.
'Allereerst nemen we aan dat jij gelijk hebt wat Alan Carstairs betreft. Hij voldoet zeker aan de voorwaarden. Hij is er juist de geschikte man voor: hij leidde een zwervend bestaan, hij had erg weinig vrienden en kennissen in Engeland, en als hij verdween was het niet erg waarschijnlijk dat hij gemist of gezocht zou worden.
Tot zover klopt het. Alan Carstairs gaat naar Staverley met die mensen -- hoe zei je ook weer dat die heetten...?'
'Rivington. Van hen kunnen we misschien iets meer te weten komen. Daar moeten we echt werk van maken.'
'Goed, dat zullen we doen. Carstairs gaat met de Rivingtons naar Staverley. Zou daar soms iets inzitten?'
'Je bedoelt of hij hun met opzet gevraagd had of hij met hen mee kon gaan?'
'Ja, dat bedoel ik. Of was het alleen maar toeval? Was hij met hen meegegaan en kwam hij toen toevallig het meisje tegen, net zoals ik? Ik veronderstel dat hij haar al kende, anders zou hij haar foto niet bij zich hebben gehad.'
'Het kan ook zijn,' zei Frankie peinzend, 'dat hij Nicholson en zijn bende al op het spoor was.'
'En met de Rivingtons meeging om het heel gewoon te laten lijken dat hij daar was?'
'Die theorie heeft mogelijkheden,' zei Frankie. 'Hij kan die bende op het spoor zijn geweest.'
'Of alleen maar het meisje.'
'Het meisje?'
'Ja. Misschien is ze ontvoerd. Hij kan naar Engeland gekomen zijn om haar op te sporen.'
'Ja, maar als hij haar hier in Staverley gevonden had, waarom zou hij dan naar Wales vertrekken?'
'Er is blijkbaar nog heel wat dat we niet weten,' zei Bobby.
'Evans,' zei Frankie peinzend. 'We hebben nog geen enkele aanwijzing wat Evans betreft. Die geschiedenis van Evans moet iets met Wales hebben uit te staan.'
Ze waren allebei een poosje in gedachten verzonken. Toen werd Frankie zich opeens van de omgeving bewust.
'Lieve help, we zijn al in Putney Hill. Voor mijn gevoel rijden we nog maar vijf minuten. Waar gaan we naar toe en wat gaan we doen?'
'Zeg jij het maar. Ik weet zelfs niet eens waarvoor we naar de stad zijn gegaan.'
'Deze rit naar de stad diende alleen maar als excuus om met jou te kunnen praten. Ik kon toch moeilijk het risico lopen dat ze me langs de weggetjes van Staverley zagen wandelen, verdiept in een gesprek met mijn chauffeur. Ik had die zogenaamde brief van vader nodig om een excuus te hebben om naar de stad te gaan en onderweg met jou te kunnen praten. En zelfs dat was bijna nog mislukt omdat Bassington-ffrench mee had willen gaan.'
'Dat zou het helemaal in de war gestuurd hebben.'
'Nee, dat had niet gehoeven. We hadden hem kunnen laten uitstappen waar hij zijn moest en dan waren we doorgereden naar de Brook Street en hadden daar gepraat. Ik geloof dat we dat toch maar beter kunnen doen. Misschien houden ze de garage wel in de gaten.'
Bobby stemde ermee in en vertelde dat er in Marchbolt iemand naar hem gevraagd had.
'We gaan naar ons huis in de stad,' zei Frankie. 'Daar is niemand behalve mijn kamermeisje en een paar huisbewaarders.'
Ze reden naar de Brook Street. Frankie belde aan en werd binnengelaten. Bobby bleef buiten staan. Even later deed Frankie de deur weer open en wenkte hem binnen te komen. Ze liepen de trap op naar de grote salon, trokken
een paar jaloezieen omhoog en verwijderden de hoes van een van de sofa's.
'Er is nog iets dat ik vergeten heb je te vertellen,' zei Frankie.
'Op de 16e, de dag waarop jij vergiftigd werd, was Bassington-ffrench in Staverley, maar Nicholson was zogenaamd naar een conferentie in Londen. Hij heeft een donkerblauwe Talbot.'
'En hij heeft morfine tot zijn beschikking,' zei Bobby.
Ze keken elkaar veelbetekenend aan.
'Hiermee zal nog niets bewezen zijn, vermoed ik,' zei Bobby, 'maar het klopt allemaal aardig.'
Frankie liep naar een tafeltje en kwam terug met een telefoonboek.
'Wat ga je doen?'
ik wil de naam Rivington opzoeken.'
Ze sloeg vlug de bladzijden om.
'A. Rivington and Zonen, Aannemers. B.A.C. Rivington, Tandarts. D. Rivington, Shooters Hill, dat zullen ze wel niet zijn. Mej. Florence Rivington. Kolonel H. Rivington -- dat lijkt er meer op -- Tite Street, Chelsea.' Ze zocht nog verder.
'Er is een M.R. Rivington, Onslow Square. Dat is nog een mogelijkheid. En een William Rivington in Hampstead. Ik denk dat Onslow Square en Tite Street er het meest voor in aanmerking komen. We moeten zo vlug mogelijk naar de Rivingtons gaan, Bobby.'
ik geloof datje gelijk hebt. Maar wat moeten we zeggen? Bedenk eens een paar geschikte leugens, Frankie. Ik ben in die dingen niet zo goed.'
Frankie dacht een ogenblik na.
ik geloof,' zei ze, 'dat jij erheen moet gaan. Zou je kunnen doen alsof je de jongste firmant van een advocatenkantoor bent?'
'Dat lijkt me een rol voor een heer,' zei Bobby, ik was al bang dat je iets veel ergers zou bedenken. Maar het is niet helemaal in stijl, vind je wel?'
'Hoe bedoel je?'
'Nu, advocaten gaan toch nooit zelf naar de mensen toe? Ze schrijven brieven of laten de mensen bij hen op kantoor komen.'
'Dit advocatenkantoor is niet zo conventioneel,' zei Frankie. 'Wacht eens even.'
Ze verliet de kamer en kwam terug met een kaartje.
'Mr. Frederick Spragge,' zei ze, terwijl ze het aan Bobby overhandigde. 'Je bent een jonge firmant van de firma Spragge, Spragge, Jenkinson en Spragge, van Bloomsbury Square.'
'Heb je die firma bedacht, Frankie?'
'Nee, zeker niet. Het zijn vaders advocaten.'
'En stel dat ik me moet identificeren?'
'Dat is wel in orde. Er bestaat geen jonge Spragge. De enige Spragge is ongeveer honderd jaar, en hij eet bovendien uit mijn hand. Ik zal het wel met hem in orde maken als er iets verkeerd gaat. Het is een grote snob -- hij is dol op Lords en hertogen, al verdient hij ook maar weinig aan ze.'
'En de kleren? Zal ik Badger opbellen om wat te brengen?'
Frankie keek bedenkelijk.
ik wil niet beledigend over je kleren spreken, Bobby,' zei ze, 'of de indruk wekken dat je je niet goed kleedt of iets dergelijks. Maar zouden ze de toets kunnen doorstaan? Ik geloof dat we beter vaders kleerkast kunnen plunderen. Zijn kleren zullen je wel ongeveer passen.'
Een kwartier later inspecteerde Bobby zichzelf voor de grote spiegel van Lord Marchington. Hij was nu gekleed in een jacquet en een gestreepte broek die een buitengewoon goede coupe hadden en hem tamelijk goed pasten.
'Je vader zit goed in de kleren,' merkte hij dankbaar op. 'Met Savile Row op de achtergrond gaat mijn zelfvertrouwen met sprongen vooruit.'
'Je zult je snor wel moeten houden,' zei Frankie.
'Hij zit er nu eenmaal,' zei Bobby. 'En hij groeit niet zo een-twee-drie weer aan.'
'Laat hem dan maar zitten. Ofschoon het echter is als je gladgeschoren bent.'
'Het is beter dan een baard,' zei Bobby. 'Wat dacht je, Frankie, zou je vader nog een hoed voor me hebben?'