Bassington-ffrench
Frankie liet er geen gras over groeien. Ze begon er diezelfde
avond nog over tegen haar vader.
'Vader,' zei ze, 'kent u ook een familie Bassington-ffrench?' De
vraag drong niet meteen door tot Lord Marchington, die een artikel
over politiek zat te lezen.
'Het zijn niet zozeer de Fransen als wel de Amerikanen,' zei hij
ernstig. 'Al die poppenkast en conferenties -- het is alleen maar
tijd en geld verspillen...'
Frankie wachtte rustig af totdat Lord Marchington, die
als een trein over een bekend traject voortraasde, als het ware bij
een station tot stilstand kwam.
'De Bassington-ffrenches,' herhaalde Frankie.
'Wat is er met hen?' zei Lord Marchington.
Frankie wist niet wat er met hen was. Ze verzon maar iets, daar ze
wel wist dat haar vader graag iemand tegensprak.
is dat niet een familie uit Yorkshire?'
'Hoe kom je daarbij -- nee, uit Hampshire. Je hebt die uit
Shropshire natuurlijk ook, en dan is er nog een grote Ierse tak.
Waar horen die vrienden van jou bij?'
'Dat weet ik niet,' zei Frankie, die de gevolgtrekking die hij
maakte over haar vriendschap met allerlei vreemde mensen maar liet
voor wat hij was.
'Weetje dat niet? Wat bedoel je? Dat moetje toch weten.'
'De mensen zwerven tegenwoordig overal rond,' zei Frankie.
'Zwerven -- zwerven - dat is ongeveer het enige wat ze doen. In
mijn tijd vroegen we het de mensen. Dan wist je waar je aan toe was
-- iemand zei dat hij uit Hampshire kwam -- "o, juist, dan is je
grootmoeder met mijn achterneef getrouwd." Dat gaf een band.'
'Dat moet een heerlijke tijd zijn geweest,' zei Frankie. 'Maar
tegenwoordig heeft niemand meer tijd voor genealogie en
geografie.'
'Nee - jullie hebben tegenwoordig alleen maar tijd om die
vergiftige cocktails te drinken.'
Lord Marchington slaakte plotseling een kreet van pijn toen hij
zijn jichtig been bewoog, dat door het geducht aanspreken van de
familieport niet was vooruitgegaan.
'Zijn ze in goede doen?' vroeg Frankie.
'De Bassington-ffrenches? Dat zou ik niet kunnen zeggen. Die van
Shropshire hebben een flinke klap gehad, geloof ik --
successierechten en nog een paar dingen meer. Een lid van de
Hampshire-tak is met een erfdochter getrouwd. Een Amerikaanse.'
'Een van hen is hier onlangs geweest,' zei Frankie. 'Om naar een
huis te kijken, geloof ik.'
'Wat vreemd. Wat zou zo iemand hier met een huis willen?'
Dat was nu juist de vraag, dacht Frankie.
De volgende dag stapte ze het makelaarskantoor van de heren Wheeler
and Owen binnen.
Meneer Owen sprong zelf op om haar te ontvangen. Frankie schonk hem
een beminnelijke glimlach en liet zich in een stoel vallen.
'En waaraan hebben we uw bezoek te danken, Lady Frances? U wilt het
kasteel toch niet verkopen? Ha! Ha!' Meneer Owen lachte om zijn
eigen geestigheid.
ik wou dat het waar was,' zei Frankie. 'Nee, eerlijk gezegd geloof
ik dat onlangs een vriend van me hier geweest is - een zekere
Bassington-ffrench. Hij wilde een huis kopen.'
'Aha! Ja, dat klopt. Ik herinner me die naam nog heel goed. Twee
kleine f s.'
'Precies,' zei Frankie.
'Hij vroeg inlichtingen over verschillende kleine landgoederen met
de bedoeling er een te kopen. Hij moest de volgende dag weer in de
stad terug zijn en kon dus maar een paar huizen bezichtigen, maar
hij heeft blijkbaar niet veel haast. Sindsdien zijn er een paar
geschikte landgoederen te koop aangeboden en ik heb hem een brief
met de bijzonderheden gestuurd, maar ik heb er niets op
gehoord.'
'Hebt u de brief naar Londen gestuurd -- of naar -- eh -- zijn
buiten?' informeerde Frankie.
'Dat moet ik even nakijken.' Hij riep de jongste bediende. 'Frank,
wat is het adres van meneer Bassington-ffrench?'
'De weledele heer Roger Bassington-ffrench, Merroway Court,
Staverley, Hants,' zei de klerk vlot.
'Aha!' zei Frankie. 'Dan was het niet de Bassington-ffrench die ik
bedoel. Dit zal zijn neef wel zijn. Ik vond het al zo vreemd dat
hij hier geweest was zonder me op te zoeken.'
'Juist -- juist,' zei meneer Owen heel schrander.
'Eens even kijken, hij moet 's woensdags bij u geweest zijn.'
'Ja, dat klopt. Hij kwam even voor half zeven, net
voor sluitingstijd. Ik weet het nog precies omdat het op de
dag was toen dat tragische ongeluk gebeurd is. Er was een man in de
afgrond gevallen en toen is meneer Bassington-ffrench zolang bij
het lijk gebleven totdat de politie kwam. Hij was er nog van onder
de indruk toen hij hier kwam. Het was ook een vreselijk tragisch
geval en het wordt hoog tijd dat er op die plek iets aan dat pad
gedaan wordt. De gemeenteraad heeft er heel wat over moeten horen,
Lady Frances, dat kan ik u wel vertellen. Het is daar ontzettend
gevaarlijk. Het mag een wonder heten dat er niet al eerder
ongelukken zijn gebeurd.'
'Dat is zeker een wonder,' zei Frankie.
In gedachten verzonken verliet ze het kantoor. Zoals Bobby al
voorspeld had, schenen alle handelingen van meneer
Bassington-ffrench niet in het minst verdacht te zijn. Hij was een
van de Bassington-ffrenches uit Hampshire, hij had zijn eigen adres
opgegeven, en ook werkelijk zijn aandeel in het ongeluk verteld.
Zou het per slot van rekening mogelijk zijn dat meneer
Bassington-ffrench zo onschuldig was als hij leek?
Frankie was even bang dat ze zich vergist hadden. Maar toen
verwierp ze die gedachte.
Nee, zei ze bij zichzelf. Als iemand een klein landgoed wil kopen,
zou hij zorgen hier vroeger op de dag te zijn, of anders tot de
volgende dag blijven. Je gaat niet 's avonds om half zeven naar een
makelaar en dan de volgende dag naar Londen. Waarom zo'n hele reis
maken? Dan had hij ook wel kunnen schrijven.
Nee, Bassington-ffrench was de schuldige, besloot ze.
Daarna ging ze naar het politiebureau.
Inspecteur Williams was een oude bekende van haar. Hij had eens een
kamermeisje dat een valse referentie opgegeven had en met een paar
van Frankie's juwelen met de noorderzon was vertrokken, weten op te
sporen.
'Goedemiddag, inspecteur.'
'Goedemiddag, Lady Frances. Toch geen moeilijkheden, hoop ik?'
'Nog niet, maar ik denk er wel over binnenkort een bankroof te
plegen, want ik ben werkelijk erg krap bij kas.'
De inspecteur, die de mop doorhad, lachte daverend.
'Eerlijk gezegd ben ik hier gekomen om u uit louter
nieuwsgierigheid een paar vragen te stellen,' zei Frankie.
'Werkelijk, Lady Frances?'
'U moet me eens vertellen, inspecteur -- die man die in de afgrond
gevallen is -- Pritchard, of hoe hij ook maar heten mag...'
'Pritchard, ja, dat klopt.'
'Die had toch maar een foto bij zich, nietwaar? Iemand heeft me
verteld dat hij er drie bij zich had!'
'Nee, hij had er maar een bij zich,' zei de inspecteur. 'Het was
een foto van zijn zuster. Ze is hier geweest om hem te
identificeren.'
'Hoe komen ze er dan bij om te zeggen dat hij er drie bij zich
had?'
'O! dat is wel te begrijpen, Lady Frances. Die verslaggevers in de
kranten kan het niet schelen hoe ze overdrijven, en vaak genoeg
geven ze een heel verkeerde voorstelling van een zaak!'
'Ja, dat weet ik,' zei Frankie. ik heb de gekste verhalen gehoord.'
Ze zweeg even en toen liet ze haar fantasie de vrije loop. ik heb
gehoord dat zijn zakken vol zaten met kranten waaruit bleek dat hij
een Russische spion was, een ander beweerde dat ze vol zaten met
verdovende middelen, en weer een ander had het over valse
bankbiljetten.'
De inspecteur lachte smakelijk. 'Die is goed.'
in werkelijkheid had hij zeker alleen maar de gebruikelijke dingen
in zijn zak?'
'Ja, en maar heel weinig. Een ongemerkte zakdoek, wat kleingeld,
een pakje sigaretten en een paar bankbiljetten -- los, niet in een
portefeuille. En geen brieven. Als we die foto niet hadden gehad,
zou het ons heel wat moeite gekost hebben hem te identificeren. Als
door de Voorzienigheid beschikt, zou je kunnen zeggen.'
'Misschien wel,' zei Frankie.
Ze vond de uitdrukking 'als door de Voorzienigheid beschikt'
eigenlijk buitengewoon misplaatst. Ze veranderde van onderwerp.
ik ben gisteren bij meneer Jones, de zoon van de dominee, geweest.
Degene die vergiftigd is. Dat was ook een zeldzaam geval.'
'Nou!' zei de inspecteur. 'En of dat een zeldzaam geval was! Zoiets
heb ik nog nooit gehoord. Een aardige jongeman zonder vijanden in
de wereld, dat zou je tenminste zeggen. Weet u, Lady Frances, er
zwerven hier wel een paar vreemde klanten rond, maar ik had toch
nog nooit gehoord van een moordzuchtige maniak die op een
dergelijke manier te werk ging.'
'Heeft men enig vermoeden wie het gedaan heeft?'
Frankie keek hem met grote ogen vragend aan.
ik vind dit allemaal zo interessant,' voegde ze eraan toe.
De inspecteur glom van voldoening. Hij genoot van dit
vriendschappelijke gesprek met de dochter van een graaf. Lady
Frances had helemaal niets verwaands of snobistisch over zich.
'Er is in de omgeving een auto gezien,' zei de inspecteur. 'Een
donkerblauwe Talbot. Iemand van Lock's Corner heeft een
donkerblauwe Talbot met nummerbord GG 8282 gerapporteerd die in de
richting van St. Botolph reed.'
'En u denkt?'
'GG 8282 is het nummer van de bisschop van St. Botolph.'
Frankie overwoog een ogenblik de theorie van een moordzuchtige
bisschop die domineeszonen offerde, maar ze verwierp die met een
zucht.
'U verdenkt de bisschop toch niet?' zei ze.
'We zijn erachter gekomen dat de auto van de bisschop die hele
middag in de Palacegarage heeft gestaan.'
'Dus was het een vals nummerbord.'
'Ja. Dat moeten we nog nader onderzoeken.'
Frankie drukte haar bewondering uit, en vertrok. Ze wilde niet
pessimistisch zijn, maar ze dacht: Er zullen wel heel wat
donkerblauwe Talbots in Engeland zijn.
Toen ze thuis kwam, nam ze een adresboek van Marchbolt van het
bureau in de bibliotheek mee naar haar eigen kamer. Ze was er een
paar uur mee bezig.
Het resultaat was niet bevredigend. Er waren
vierhonderdtweeentachtig Evansen in Marchbolt. 'Stik!'zei
Frankie.
Ze begon plannen voor de toekomst te maken.