***

16. De speurtocht

'Waar praatje over, Thatcher?' riep Bunny Eaton uit. 'We kunnen nu niet de Kustwacht bellen! Er is een feest aan de gang hier. Besef je wel wie er allemaal zijn?'

Hij had zijn moeder en zijn vader meegenomen naar het kantoor om hun te vertellen wat er aan de hand was.

'Hij is daar ergens, misschien gewond,' zei Thatcher kalm.

Asher schudde zijn hoofd en staarde naar de grond.

'Welnee,' hield Bunny vol. 'Het is net iets voor hem om zo te verdwijnen. Je weet dat hij geestelijk niet gezond is. We zullen het mikpunt van spot zijn als we dat deden. Je onderbreekt een feest niet voor iets dergelijks. Het zal de gasten er alleen maar aan herinneren wie de huiseigenaren zijn en hoe gênant ze zijn.'

'Het leven van een man kan in gevaar zijn, Bunny,' zei ik. Ik deed mijn uiterste best me te beheersen. 'Grace maakt zich dodelijk ongerust.'

'Nou en? Ze maakt zich waarschijnlijk elke dag ongerust met zo'n zoon. Asher, zeg eens wat!' schreeuwde ze tegen Thatchers vader.

Hij keek op naar Thatcher. 'Hij is al de hele dag weg. zei je ?'

'Vanaf zonsopgang volgens Grace.'

'O, ik weet zeker dat dat een belachelijke overdrijving is. Waarschijnlijk heeft ze geen idee van de tijd,' mompelde Bunny.

'Dat is niet waar!' snauwde ik.

Ze keek woedend naar me op. 'Wil je me misschien vertellen wat hier gebeurd is, waarom je zo' n cheerleader bent voor die twee gekken?'

Thatcher en ik wisselden een blik die ze als een vlinder uit de lucht plukte.

'Wat is er? Nou?" vroeg ze hem. 'Wat is er aan de hand, Thatcher?'

Hij keek nog eens naar mij en toen naar haar. 'Het is alleen de bezorgdheid om iemands leven, moeder.'

Haar ogen schoten vuur en ze sloeg haar armen over elkaar.

'Ik denk dat Thatcher zal moeten bellen, Bunny,' zei Asher.

'Laat Grace Montgomery zelf maar bellen. Dan kunnen we tenminste haar de schuld geven als de boten en de schijnwerpers verschijnen en het gekkenhuis begint.'

'Ik begrijp niet hoe je zo onbarmhartig kunt zijn, Bunny,' kon ik niet laten te zeggen. 'Het is een moeder die zich ongerust maakt over haar zoon, wier kind in verschrikkelijk gevaar kan verkeren.'

'Ach. jij hebt die vrouw net leren kennen. Je kent haar niet zoals wij haar kennen,' antwoordde ze.

'O, maar dat doe ik wel.' Ik had zo intens genoeg van al die leugens.

'Hoe? Hoe zou jij iets belangrijks over ze kunnen weten?'

'Toch is het zo.'

Ze keek me zo vol minachting aan, alsof ze wilde zeggen: 'Je weet niet waar je het over hebt', dat ik het eruit flapte.

ik zal je vertellen hoe. Grace Montgomery is toevallig mijn echte moeder.'

Als er een bom in de kamer was ontploft, had het geen groter effect op haar kunnen hebben. Haar ogen leken uit haar hoofd te rollen. Haar gezicht zag vuurrood. Haar handen fladderden naar haar keel als vogels met gehavende vleugels, en ze deed een stap achteruit alsof ze een klap in haar gezicht had gekregen. Ze snakte naar adem en keek naar Asher, die me bijna even verbijsterd aankeek.

'Grace Montgomery is je moeder?' vroeg hij.

'Ja. Dat is de echte reden waarom ik naar Palm Beach kwam. Ik heb het pas kortgeleden ontdekt, en ik wilde haar ontmoeten en haar leren kennen.'

'O, mijn god!' riep Bunny uit. Ze keek naar het plafond en haar ogen draaiden weg. Ze leek elk moment te kunnen flauwvallen. 'En dat gebeurt allemaal op de avond van mijn feest!'

'Kalm, moeder. Ga zitten, dan zal ik wat water voor je halen.' Thatcher bracht haar naar een stoel. Asher liep naar de deur en riep een van de dienstmeisjes om gauw een kan koud water en een paar glazen te brengen. Bunny's hoofd zakte op haar borst, maar toen keek ze weer op en schudde haar hoofd naar mij.

'Hoe kan ze nou je moeder zijn?'

'Mijn vaderen zij waren minnaars,' zei ik kalm. 'Hoe anders?'

Ze bleef haar hoofd schudden, maar richtte zich tot Asher.

'Ik begrijp het niet. Wat bedoelt ze?'

'Mijn vader was geneesheer-directeur van de kliniek waar ze naartoe ging. Daar zijn ze van elkaar gaan houden,' vertelde ik haar.

'De dokter had een relatie met haar?' Ze keek naar Thatcher. 'Heb jij dat al die tijd geweten?'

'Nee,' antwoordde hij, met zijn blik op mij, 'vandaag pas.'

'Vandaag? O, hemel... vandaag...'

'Thatcher, we moeten de Kustwacht bellen,' zei ik. 'Doe jij het of zal ik het doen?'

'Ga naar het huis van die zogenaamde moeder van je en doe het daar,' snauwde Bunny. 'Ons zo te bedriegen, je uit te geven voor iemand die je niet bent, van onze gastvrijheid te profiteren... me dit feest te laten geven om je voor te stellen aan... aan... mijn god!' Ze drukte haar handen weer tegen haar keel. 'De voormalige gouverneur van de Virgin Islands is hier!'

'Kalm nu maar, moeder,' drong Thatcher aan.

Het meisje kwam met het water en de glazen. Thatcher schonk een glas in voor Bunny. Ze dronk en leunde toen met gesloten ogen achterover.

'Ik ga naar het strandhuis om te bellen, Thatcher,' zei ik, en liep naar de deur.

'Ik kom zo,' zei hij.

'Ik geloof dat ik een hartaanval krijg,' riep Bunny en klemde zijn arm vast. 'Kun je je dat schandaal voorstellen? Haar vader was de dokter van die vrouw. Ga Whitney halen, Asher. Gauw. Zij zal weten hoe ik dit aan moet pakken. Schiet op!' beval ze toen hij me naar buiten volgde.

'Het spijt me,' zei Asher, toen we elk een andere richting uitgingen. 'Het is een te grote schok voor haar, op het verkeerde moment.'

'Ik denk niet dat er ooit een juist moment voor haar zou zijn geweest.'

Hij gaf geen antwoord. Haastig liep ik naar het strandhuis om te gaan telefoneren.

Bijna een half uur later meerde de kotter van de Kustwacht aan, en Grace en ik gingen met hen praten. Ik zag dat hun komst inderdaad enige opschudding had verwekt op het feest. Het orkest hield zelfs even op met spelen. Al die tijd dat ik met mijn moeder stond te wachten, had ik gedacht dat Thatcher naar ons toe zou komen, maar hij was er nog steeds niet, zelfs niet toen de Kustwacht arriveerde.

Grace vertelde de kapitein wat er aan de hand was, en ik deed mijn best zo goed mogelijk uit te leggen waar Linden Beach was. Hij beloofde een speurtocht te organiseren en onmiddellijk een helikopter te bellen. Tien minuten later maakte de helikopter, die met zijn krachtige zoeklicht het strand afzocht, een eind aan het feest.

Alsof elke soort onrust, spanning, wellicht serieuze verwonding, en zelfs de dood, als een gigantische reus met zijn vingers knipte om de betovering te verbreken waarin iedereen gevangen was, begonnen de multimiljonairs, magnaten, politici en tv- en filmsterren zich uit de voeten te maken.

'Het lijkt wel op de ondergang van de Titanic,' mompelde ik. 'Ze vluchten allemaal, om hun reputatie voor verdrinking te behoeden.'

Mijn moeder glimlachte en staarde naar de lichten van de boot. We zaten als het ware vastgeplakt aan onze stoelen op de loggia aan de voorkant, wachtend op een telefoontje, op een terugkerende zeilboot of de kotter van de Kustwacht.

Eindelijk zag ik Thatcher naar ons toe komen.

'Sorry,' zei hij toen hij dichterbij kwam. 'We moesten dr. Anderson laten komen om mijn moeder een kalmerend middel voor te schrijven. Ze is gewoon tegen geen enkele crisis opgewassen, hoe groot of hoe klein ook.'

'Ik heb nog nooit zo'n verwend mens gezien,' zei ik. 'Ze kan alleen maar aan zichzelf denken. Jullie hebben haar zo gemaakt, Thatcher.'

'Waarschijnlijk,' gaf hij toe, en keek toen schuins naar mijn moeder. 'Maar we moeten allemaal leven met wat we gecreëerd hebben.'

'Niet altijd,' zei ik. 'Soms kunnen we dingen veranderen.'

Hij knikte, maar zonder echte instemming, en keek toen weer naar de zee.

'Hebben jullie al iets gehoord?' vroeg hij.

'Nog niet,' zei mijn moeder. 'Hoe is het mogelijk dat ze hem niet gevonden hebben of nu tenminste weten wat er met hem gebeurd is. Zo ver kan hij niet gekomen zijn in dat kleine bootje.'

'Hij is de hele dag al weg, Grace,' zei Thatcher zacht. 'Hij kan een heel eind weg zijn.'

'Ik wil iets drinken, iets kouds,' zei ze. 'Jullie ook?'

'Nee, dank je,' zei Thatcher. Ik keek haar na toen ze naar binnen ging. 'Zij is degene die onevenwichtig heet te zijn. maar haar kunnen we de koude, harde waarheid wel vertellen. Vind je dat niet een beetje vreemd, Thatcher? Een beetje oneerlijk, zoals rijke en bevoorrechte mensen worden beschermd?'

'Ik maak geen excuses voor mijn ouders, Willow. Ze zijn zoals ze zijn. Dat is nu allemaal niet belangrijk.'

Dat was ik met hem eens. 'Wat denk je dat er met hem gebeurd is?'

'Hij kan te ver de zee op zijn gegaan, of hij kan ergens aan land zijn gegaan, de boot hebben verstopt en zijn weggelopen. Hij is ertoe in staat. Wie weet? Een zoektocht 's nachts is niet gemakkelijk.'

'Ik voel me zo verantwoordelijk,' kermde ik. Ik wiegde heen en weer, sloeg mijn armen om me heen.

'Onzin,' zei Thatcher, die naast me kwam zitten. 'Je kunt jezelf niet de schuld geven van zijn labiele gedrag. Je bent hier niet gekomen om hem of wie dan ook verdriet te doen.'

'Het doet er niet toe wat je bedoeling was, als het resultaat hetzelfde is.'

'Natuurlijk wel. Zoiets kun je niet tegen een advocaat zeggen,' zei hij schertsend. 'De intentie is negentiende van de schikking.'

Ik keek weer naar het strandhuis. 'Ik blijf nu hier, bij haar, Thatcher.'

Hij knikte. 'Oké.'

'Ik kom straks mijn koffers halen.'

'Niemand zetje de deur uit, Willow.'

Ik trok mijn wenkbrauwen op. 'Ik denk niet dat ik morgen tegen een brunch met je ouders ben opgewassen.'

'Na een dag of zo zijn ze er overheen, en...'

'Maar ik niet. Laat maar,' zei ik. in ieder geval tot dit allemaal achter de rug is.'

'Natuurlijk,' zei hij, zich terugtrekkend. 'Wat jou het beste lijkt, Willow.'

We zwegen allebei, staarden naar het water en het zoeklicht van de helikopter. Plotseling werd de lichtstraal afgebroken. Enkele minuten later hoorden we de telefoon in het strandhuis. Mijn hart begon wild te bonzen. Thatcher en ik keken elkaar aan en wachtten af, zonder iets te zeggen en met ingehouden adem.

Mijn moeder kwam naar buiten. 'Het was de Kustwacht,' zei ze, met haar hand tegen haar hart gedrukt. 'Ze hebben hem op korte afstand van die baai gevonden. De boot was verstrikt geraakt in begroeiing en rotsen.

'Hoe gaat het met hem?' vroeg ik.

'Ze zeggen dat hij een ongeluk heeft gehad, een klap op zijn hoofd. Hij was bij bewustzijn, maar erg verward. Ze konden verder niet veel zeggen over zijn conditie. De kotter brengt hem naar de pier in Lauderdale, waar een ambulance hem naar het ziekenhuis zal vervoeren.'

'Kom mee,' zei Thatcher. 'Ik zal jullie erheen rijden.'

Ik pakte de hand van mijn moeder en we volgden Thatcher naar zijn auto.

'Wat kan er gebeurd zijn?' vroeg ik toen we wegreden.

'Een heleboel,' antwoordde Thatcher. 'Heen en weer geslingerd door een golf kan hij zijn evenwicht hebben verloren en tegen de zijkant van de boot zijn gevallen. Een onverwachte windvlaag heeft de giek misschien doen zwiepen waardoor die tegen zijn hoofd is geslagen. In de natuur is een man altijd alleen en in gevaar.'

'Linden is altijd alleen geweest,' mompelde mijn moeder. 'In de natuur, en overal.'

Ik kneep even in haar hand, en we reden zwijgend verder.

De ambulance had hem naar de spoedeisende hulp gebracht, waar de artsen al met hem bezig waren toen we aankwamen. We wachtten angstig tot de dienstdoende arts naar ons toekwam.

ik ben zijn moeder,' zei mijn moeder. 'Hoe gaat het met hem?'

'Er waren vijftig hechtingen nodig voor de hoofdwond. Hij heeft een schedelfractuur en een hersenschudding. Een voorlopig onderzoek heeft de aanwezigheid aangetoond van een subduraal hematoom.'

'Wat is dat?' vroeg mijn moeder.

'De hoofdwond maakt dat zich bloed verzamelt tussen de binnenste en buitenste hersenvliezen. Dat veroorzaakt op zijn beurt weer een druk die we moeten wegnemen.'

'Hoe?'

'Een operatie, vrees ik. Ik heb dr. Parker Thornberg gevraagd te komen, een zeer gerespecteerd neurochirurg.'

'Ja,' zei Thatcher. 'Ik heb over hem gehoord.'

De arts keek hem glimlachend aan. 'Hij zal hier gauw genoeg zijn om de diagnose te bevestigen.'

'Kan ik mijn zoon zien?' vroeg mijn moeder.

'Ja, maar ik moet u waarschuwen dat hij last kan hebben van amnesie, wat in deze conditie niet ongebruikelijk of onkarakteristiek is. Het is zelden blijvend. De duur ervan houdt rechtstreeks verband met de ernst van de verwonding, en zodra hij aan de beterende hand is-'

'Hij weet niet wie hij is?'

'Hij is erg verward.'

'Misschien zal hij als hij haar ziet, het zich weer herinneren en beseffen wat er met hem gebeurd is,' zei Thatcher.

'Misschien,' zei de arts, maar aan zijn gezicht kon ik zien dat hij het betwijfelde.

Ze wilde met hem meegaan, maar bleef toen staan en keek naar mij.

'Ik denk dat het beter is als ik alleen ga.'

'Natuurlijk.' Ik ging weer zitten en staarde naar mijn zenuwachtig ineengestrengelde vingers.

'Geef jezelf alsjeblieft niet de schuld, Willow,' zei Thatcher. 'Ik heb je gezegd dat hij altijd impulsief, koppig en nerveus is geweest. Je hebt Grace gehoord in de auto. Linden is altijd een eenling geweest. Wie weet hoe hij in een aanval van woede tegen die golven is opgetornd.'

'Ik wou alleen dat ik toen ik mijn koffers pakte om hiernaartoe te gaan, geluk en hoop had meegebracht, en niet nog meer verdriet en moeilijkheden.'

'Jouw komst had iets heel moois moeten zijn, is iets heel moois. Niemand kan daar anders over denken,' verzekerde Thatcher me.

ik zakte onderuit op mijn stoel. Ik voelde me plotseling doodmoe, uitgeput tot in het diepst van mijn ziel. Ik dacht dat ik eeuwig zou kunnen slapen, mijn hoofd op een kussen leggen en net als Rip Van Winkle pas jaren en jaren later wakker worden. Misschien zou ik dan beter af zijn. Ik wilde dat ik weer een klein meisje was en Amou naast me zat, een gewillig kussen waarop ik mijn hoofd kon laten rusten en die alleen al met haar zachte stem, haar zang, haar geruststellingen en beloftes, mijn tranen zou drogen.

Ik miste haar zo.

Ik sloot mijn ogen en soesde weg. Toen ik ze weer opendeed, stond Thatcher in de deuropening te praten met een lange, magere, gedistingeerde man in een donkerblauw pak. Ze gaven elkaar een hand en Thatcher draaide zich naar me om. Ik ging snel rechtop zitten en wreef de slaap uit mijn ogen.

'Wie was dat?'

'Dr. Thornberg. Ze gaan Linden zo gauw mogelijk opereren. Hij denkt hij de druk gemakkelijk kan wegnemen en hem fysiek kan opknappen. Maar hij waarschuwde me voorde mogelijkheid van wat ze noemen posttraumatische stress disorder,' zei hij op zachtere toon.

'Wat is dat precies?'

'Als iemand iets levensbedreigends meemaakt, kan hij of zij later een psychologisch probleem krijgen, Willow. Ik heb een paar processen over medische fouten behandeld, dus heb ik wat research op dit gebied moeten doen. Ik ben geen expert, en ik vertel je alleen de gebruikelijke waarschuwing van de arts. Wat de zaak gecompliceerder maakt,' ging hij verder, in de gang kijkend of mijn moeder niet in de buurt stond, 'zijn Lindens persoonlijkheid en psychologische problemen al voordat hij gewond raakte. Die kunnen worden verergerd.'

Hij zweeg even en haalde diep adem, 'Maar wat heeft het voor zin om een horrorscenario af te schilderen? Laten we afwachten en zien wat er gebeurt.'

'Arme moeder,' zei ik.

Thatcher sloeg zijn arm om me heen en drukte me even tegen zich aan.

We gingen weer zitten om op haar te wachten. Ongeveer een halfuur later kwam ze terug om ons in het kort te vertellen wat we al wisten: ze bereidden Linden voor op de operatie. We liepen naar een andere wachtkamer en Thatcher ging koffie voor ons halen. De artsen waarschuwden ons dat het uren kon duren.

Ik ging naast mijn moeder zitten en probeerde haar te troosten.

'Ik heb het allemaal zo verkeerd aangepakt,' kermde ze. 'Ik had moeten beseffen dat het op een dag allemaal aan het licht zou komen. Laat het een les voor je zijn, Willow. Geheimen blijven niet begraven. Ze kunnen een winterslaap houden, nel als beren, maar als het hun tijd is, komen ze weer tevoorschijn, en heb je alleen maar het onvermijdelijke uitgesteld. Verdriet dat wordt uitgesteld, neemt steeds meer toe en komt razender dan ooit op je afgestormd.'

'Het is verkeerd om jezelf de schuld te geven,' zei ik.

'Wie moet ik dan de schuld geven? Jou? Omdat je je echte moeder wilde leren kennen? Of je vader, omdat hij zoveel van me hield? Misschien heeft Linden gelijk als hij denkt dat het lot soms met ons speelt,' zei ze verslagen. 'Arme Linden, die nu verdwaald is in een doolhof. Innerlijk moet hij zo bang zijn, zo eenzaam.'

De tranen stroomden over haar wangen.

'Het komt allemaal in orde met hem. Je zult het zien. Het komt heus weer goed. We lossen het wel op,' verzekerde ik haar.

Ze keek me glimlachend aan. 'Je hebt geen idee hoeveel je op je vader leek zojuist. Het was of ik weer terug was in de tijd.'

'Fijn,' zei ik. ik denk vaak dat hij bij me is, vooral als ik het heel hard nodig hebt.'

Ze streek over mijn haar en glimlachte door haar tranen heen.

Thatcher kwam met onze koffie en we bleven wachten.

Uren later, zoals voorspeld, kwam dr. Thornberg.

'De operatie is goed verlopen,' zei hij.

'Denkt u dat er nog een na-effect is?' vroeg mijn moeder snel.

De dokter en Thatcher keken elkaar even aan.

'We zullen zien,' zei dr. Thornberg neutraal.

Mijn moeder knikte langzaam. 'Ja,' fluisterde ze, 'we zullen zien.'

Ze lieten haar bij Linden, ook al was hij nog onder narcose. Ik bleef op de drempel staan en zag hoe ze hem een kus gaf en hem iets toefluisterde. Toen legde ik mijn arm om haar schouders en we verlieten het ziekenhuis.

Het was al ochtend. De zon was bezig de duisternis te verdrijven en de sterren begonnen hun dagelijkse aftocht. Het was vreemd stil in het grote huis. De feestelijke versieringen, de lichtjes, de tafels en stoelen en dansvloer waren nog niet weggehaald, wimpels en leeggelopen ballons zweefden in de ochtendbries.

'We zijn allemaal aan slaap toe,' zei Thatcher. 'Ik voel me zoals mijn ouders zich moeten voelen als ze tegen de ochtend thuiskomen van een of ander feest. We zullen wel tegelijk opstaan, denk ik.'

ik ga even mijn spullen halen,' zei ik. 'Ik wil haar nu niet alleen laten.'

Hij knikte. 'Ik kom later langs. Bel me als je iets nodig hebt, Grace.'

Ze bedankte hem en Thatcher en ik liepen naar het landhuis.

'Het spijt me van mijn moeder en de dingen die ze gezegd heeft,' zei hij tegen me.

'Dat is mijn minste zorg, Thatcher.'

'Je hebt gelijk.'

Ik ging mijn koffers halen en we namen afscheid.

In het strandhuis wees mijn moeder me de comfortabelste logeerkamer, en toen omhelsden we elkaar en gaven elkaar een zoen, waarna ze naar haar eigen slaapkamer ging. Ik dacht dat ik onmiddellijk in een diepe slaap zou vallen, maar ik bleef met open ogen liggen, me afvragend hoe dit allemaal zo snel had kunnen gebeuren en wat ik nu moest doen. Een innerlijk stemmetje maande me te gaan rusten en af te wachten.

Je kunt er op het ogenblik toch niets aan doen, Willow, hoorde ik een stem die precies op die van mijn vader leek. Zet je gedachten in de wachtstand.

Pieker niet.

Alles, goed of slecht, zal je begroeten als je wakker wordt.

Daar kun je van op aan.

Ik voelde dat er iemand was en deed mijn ogen open. Mijn moeder stond op de drempel, met haar handen tegen haar borst geklemd. Ze was al aangekleed.

'Wat is er?' vroeg ik, en kwam snel overeind.

ik werd wakker. Ik dacht dat ik Linden hoorde roepen, dus belde ik het ziekenhuis. Ze vertelden me dat hij hij bewustzijn was, maar nog erg gedesoriënteerd en verward. Hij zal wel erg bang zijn, Ik moet naar hem toe. ik sta op. Ik ben over tien minuten klaar.'

ik bel wel een taxi. Je hebt nauwelijks een oog dicht kunnen doen.'

Er waren inderdaad maar vier uur verstreken.

'Geeft niet. Ik kon toch niet slapen.'

'Ik zal koffie zetten, dan hebben we dat in ieder geval binnen /> ging weg en ik bette mijn gezicht met koud water, haalde een hoi stel door mijn haar en trok mijn kleren aan.

Ze had de koffie voor me klaarstaan.

'Ik heb ook een paar toastjes gemaakt. Ik vond dat we iets in onze maag moesten hebben.'

Ik knabbelde op een toastje met jam en dronk wat koffie. Een paar minuten later stapten we in mijn auto en reden weg.

Lindens toestand was natuurlijk nog kritiek en er mocht maar één van ons bij hem. Ik ging zitten wachten en haalde nog wat koffie uit de koffieautomaat. Ze was maar ruim twintig minuten op de intensive care en kwam toen met een ontsteld gezicht terug.

'Hoe gaat het met hem?' vroeg ik onmiddellijk.

'Ik geloof niet dat hij me herkende. Er lag geen enkele blik van herkenning in zijn ogen. Een van de verpleegsters zei dat hij iets heel vreemds had gemompeld.'

'Wat heeft hij gezegd?'

'Hij wilde weten waarom er zoveel skeletten rondliepen. Hij schijnt te denken dat hij in een van zijn schilderijen zit of zoiets.'

'Trek je dit niet zo aan, moeder. Hij komt net uit de operatiekamer. Wacht tot je de kans krijgt met zijn dokter te praten.'

Ze knikte. Ze zag er plotseling heel uitgeput en zwak uit.

'We moeten maar huis; je moet proberen wat te rusten.'

ik rust hier wel. Ga jij maar,' zei ze.

'Nee, ik laatje niet alleen.'

'We zijn praktisch nog vreemden voor elkaar, Willow, en toch ben je al aardiger voor me geweest dan de mensen die ik mijn leven lang gekend heb.'

'Raak er maar aan gewend,' zei ik, en ze lachte zachtjes.

Ik haalde haar over met me mee te gaan naar de cafetaria van het ziekenhuis om iets warms te eten. We knapten er allebei wat van op. Toen we terugkwamen bij de intensive care, was de dokter er. Hij kwam naar buiten om ons te spreken.

'Het is nog te vroeg om de omvang ervan te kunnen vaststellen,' begon hij, 'maar uw zoon zal in reactie op zijn ongeluk last hebben van posttraumatische stress. Ik ben niet van plan u een waslijst te geven van alle dingen die kunnen gebeuren. Het is voldoende om u te zeggen dat er enige effecten zullen zijn. En waarschijnlijk zal hij in therapie moeten. In de laatste analyse kan blijken dat het weinig om het lijf heeft.'

'Of juist wel,' zei mijn moeder.

'Of het kan veelomvattender zijn, ja. We zullen hem weer behoorlijk laten functioneren en stap voor stap te werk gaan, mevrouw Montgomery.'

Hij keek even naar mij.

ik ben zijn zus.'

'Mooi. Hij heeft dus hulptroepen. Uiteindelijk zal het allemaal in orde komen. Dat is het belangrijkste.'

Met een glimlach nam hij afscheid en ging weg.

'Dank u, dokter,' riep ik hem na. Hij hief slechts zijn hand op en liep door.

'Ik weet niet of ik elke dag de problemen van mensen zou kunnen behandelen,' zei mijn moeder. 'Dal heb ik ook eens tegen je vader gezegd.'

'Wat zei hij toen?'

'Het geheim is dat je het niet als dagelijks werk moet zien. Het geheim is dat je elke genezing moet zien als een wonder waarin je het geluk had een kleine rol te kunnen spelen. Maar er zijn niet veel mensen zoals hij,' voegde ze er met een diepe zucht aan toe.

Ze ging weer naar binnen om nog een tijdje bij Linden te blijven, en ik plofte neer op de bank in de wachtkamer, deed mijn ogen dicht en gunde me wat rust. Ik werd wakker toen ik voelde dat iemand me aanstootte. Ik keek op en zag Thatcher voor me staan.

ik dacht wel dat jullie hier zouden zijn toen ik je auto niet zag. Hoe gaat het met hem?'

Ik vertelde hem wat de dokter gezegd had.

'Hij is in ieder geval eerlijk. De rest, zoals Shakespeare zegt, ligt in de schoot van de tijd.'

'Geldt dat niet voor ons allemaal?' mompelde ik. Ik was moe en geprikkeld en had een hekel aan alles. Ik voelde een plotselinge aandrang om naar huis te gaan. Ik verlangde ernaar om in mijn eigen huis te zijn, over mijn eigen grond te lopen, me dichter bij mijn vader te voelen.

Plotseling herinnerde ik me dat ik gebeld had en Miles niet had opgenomen.

ik moet iemand bellen,' zei ik tegen Thatcher, en hij gaf me zijn mobiel.

'Ik ga wat koffie halen,' zei hij.

Ik belde en wachtte terwijl de telefoon bleef overgaan. Nu was ik ervan overtuigd dat er iets mis was. Haastig zocht ik in mijn tas tot ik Bassingers telefoonnummer vond. Thatcher kwam terug terwijl ik Bassingers kantoor belde. Zijn secretaresse verbond me meteen door.

'Willow, ik heb gewacht op je telefoontje,' zei hij onmiddellijk.

'Hebt u me gebeld?'

'Gistermiddag. Heb je mijn boodschap niet gekregen?'

'Nee; zei ik, naar Thatcher kijkend. 'Wat is er gebeurd, meneer Bassinger?'

ik vrees dat ik geen goed nieuws heb. Miles is heengegaan.'

'Weg? Bedoelt u dat hij het huis heeft verlaten?'

'Nee, hij is overleden, Willow. Blijkbaar liet je tante Agnes het huis geregeld door iemand controleren. Gelukkig maar, moet ik zeggen. Hij was nog niet lang dood, nog geen dag. Ik kwam vlak na de politie en de ambulance. Hij is gevonden in het kantoor van je vader, met een stapel blanco papieren tegen zich aangeklemd en met wijdopen ogen, als iemand die aan een shock is gestorven. Het was een hartaanval. Ironisch, dat ze allebei op dezelfde manier gestorven zijn, maar in het geval van Miles is het niet zo moeilijk te begrijpen, gezien zijn leven en alles wat hij heeft meegemaakt. Waar ben je nu? Wat zijn je plannen?'

ik woon voorlopig ergens anders,' antwoordde ik, en gaf hem het telefoonnummer van mijn moeder, ik weet niet zeker hoe lang, maar ik bel u gauw. Hoe moet het met Miles' begrafenis?'

'Je vader had al die dingen al geregeld. Hij wordt overmorgen begraven. Ik denk dat ze het lichaam vandaag vrijgeven. Ik vind het heel erg voor je. Al dit slechte nieuws bij het andere slechte nieuws.'

U moest eens weten, dacht ik.

'De dood van mijn vader heeft zijn hart gebroken. Mijn vader was zijn enige vriend. Ik had het me moeten realiseren,' zei ik.

'Je kunt niet de hele wereld redden, Willow. Je bent nu verplicht goed voor jezelf te zorgen en de dromen van jou en je vader te realiseren. Blijf in contact en bel me als je iets nodig hebt, wat dan ook.'

Ik bedankte hem en hing op.

Thatcher keek naar me en zag onmiddellijk dat het fout zat.

'Wat is er?' vroeg hij. Ik vertelde het hem van Miles.

'Waarom hield hij dat blanco papier vast?' vroeg hij nieuwsgierig.

ik denk dat hij daarop iets zag wat niemand anders kon zien. Wat niet wil zeggen dat het er niet was,' voegde ik eraan toe.

'Hè? Dat begrijp ik niet.'

ik ook niet.' Ik stond op om mijn moeder te begroeten.

'Hij rust, maar hij is nog steeds gedesoriënteerd. Hij zegt niets zinnigs op het ogenblik. Het zal een langdurige herstelperiode worden,' zei ze met een diepe zucht.

'Dan moet je goed voor jezelf zorgen, Grace,' zei Thatcher. 'Goed rusten en zorgen datje sterk bent.'

'Ja. Ja, dat is een verstandige raad.' Ze keek naar mij. 'Voor jou ook.'

ik moet een tijdje weg, moeder,' zei ik. ik moet naar huis.' Ik had haar al verteld over Miles, hoe intiem hij en mijn vader waren geweest.

'Miles?'

Ik knikte. 'Hij is overleden.'

'O, wat erg voor je. Je krijgt een te grote last op die jonge, tere schouders van je, Willow. Ga naar huis en regel de juridische kwesties en alles. Je moet ook terug naar de universiteit. Ik weet zeker datje vader het niet goed zou vinden als je alles overboord gooide.'

'Dat doe ik ook niet, maar...'

ik ga nergens heen, en zo te zien Linden ook niet. Ik zou me alleen maar nog ellendiger voelen als ik wist dat jij voor mij zoveel zou opofferen.'

'Ik doe niets wat ik niet wil,' zei ik.

'Dat weet ik, maar dat wil niet zeggen dat het goed voor je is of juist. Doe net of je vader daar naar ons zit te luisteren,' zei ze met een knikje naar een lege stoel. Wat denk je dat hij zou zeggen wat je moet doen? Luister naar die stem, die stem in je hart.'

Ik haalde diep adem en keek naar Thatcher. Hij staarde me even aan en wendde toen zijn blik af.

'Breng me naar huis,' zei mijn moeder, ik wil nog wat slapen.' 'Oké.'

'lk moet even een paar dingen controleren op kantoor,' zei Thatcher snel. 'Ik kom langs zo gauw ik kan.'

Zijn mobiel ging. 'Tot straks,' beloofde hij toen hij het gesprek aannam.

Ik gaf mijn moeder een arm en we steunden elkaar toen we naar de lift liepen.

'Je kent Thatcher nog niet zo lang,' zei ze.

'Nee.'

ik geloof dat je een heel intelligente jongedame bent. Ik zie wel hoe hij naar je kijkt, en jij naar hem. Soms is er niet veel tijd voor nodig om te weten dat de magie er is.

Maar,' ging ze verder, terugkijkend op haar eigen herinneringen, 'soms is magie niet genoeg. Denk daaraan en alles zal goed gaan.'

Zou het? vroeg ik me af.

Zou het echt?