***

9. Een nacht voor romantiek

ik weet niet of ik dat wel doe,' zei ik toen Bunny, zodra Thatcher terugkwam, opsprong om hem te vertellen dat ik bij hen zou blijven logeren.

'Natuurlijk doe je dat,' verklaarde ze, alsof ze beter wist wat ik wilde dan ikzelf.

Lord en lady Thomas en de McClusters waren vertrokken en Thatchers vader was naar zijn studeerkamer gegaan om iemand te bellen over het golfen de volgende ochtend. Bunny had me het huis laten zien, vooral de kamer waar ik zou slapen.

'Moet je eens zien hoe groot die kamers zijn!' riep ze uit. 'En hoever de logeerkamers van onze slaapkamers liggen. We zullen niet eens merken dat je er bent; je zult zoveel privacy hebben als je maar wilt.'

Het was niet overdreven. Het gebouw leek eindeloos door te lopen. En de kamers waren enorm. De slaapkamer die ze voor mij had bestemd was volgens haar ontworpen door Addison Mizner zelf.

'Hij wil geen huis bouwen als hij niet ook invloed kan hebben op het interieur.'

De kamer was ruim zes bij twaalf meter, met een eigen zithoek, een grootbeeldtelevisie, stereo en bureau - niet bepaald wat je zou verwachten van een logeerkamer. Het interieur was in zachte, warme kleuren: zalm en beige en lichtgroen.

Bunny wees op een prachtige vaas van een soort turkooizen glazuur. 'Dat is zijn signatuur, Mizner Blauw. Alsof hij zijn vingerafdrukken achterlaat.' En toen ging ze fluisterend verder: 'Het maakt het huis waardevoller. Misschien kopen we het wel. We hebben het gehuurd met een optie om te kopen.'

Ik knikte en bleef om me heen kijken. Voor de hoge, tot aan het plafond reikende ramen hingen zalmkleurige zijden gordijnen, en openslaande deuren gaven toegang tot een balkon dat uitkeek op zee.

Het middenstuk werd gevormd door het reusachtige bed met een enorm gewelfd en gebeeldhouwd hoofdeinde. Ze zei dat de meubels in de Spaanse stijl waren waar Mizner zo van hield. Er lag een heel mooi kleed op de parketvloer en in het midden hing een kroonluchter die zo goed bij het motief leek te passen dat hij gemaakt leek te zijn voordat het elektrische licht was uitgevonden, en er vroeger kaarsen in hadden gebrand.

De kamer had een magnifiek uitzicht op het strand en, wat nog belangrijker was voor mij, op het strandhuis. Ik ging op het balkon staan en staarde ernaar. Bunny Eaton volgde de richting van mijn blik.

'Dit was vroeger de slaapkamer van Grace Montgomery, weet je,' zei ze.

Ik draaide me om. 'O, ja?'

'Ze zeggen dat die arme jonge vrouw in deze kamer verleid werd,' vervolgde Bunny. Ze liep naar het bed en keek ernaar alsof ze de feitelijke verleiding aan de lakens en kussens kon afzien. 'Hier heeft ze gelegen, jong en kwetsbaar en vol vertrouwen. Kirby Scott was een heel knappe, charmante man - het soort man die zijn hand onder je jurk heeft voordat je zelfs maar beseft dat hij zo vlak bij je is. Hoe had ze hem kunnen weerstaan? Ze moet zich verschrikkelijk schuldig hebben gevoeld, alsof ze de minnaar van haar moeder had gestolen. Ik weet zeker dat ze het daarom zo lang geheim heeft gehouden.

Ik heb helemaal niets veranderd, geen laken, geen kussen, geen sloop.'

Te oordelen naar de opwinding in haar stem en haar ogen dacht ze, geloof ik, dat het er een aantrekkelijk romantisch element aan zou toevoegen, alsof ze je lievelingssoap voor je had opgenomen of zoiets.

Maar mij joeg het juist de angst om het hart. De geestelijke problemen van mijn moeder konden in deze kamer hun oorsprong hebben gehad.

'Weetje zeker dat dat allemaal hier gebeurd is?' vroeg ik, terugkomend in de kamer.

'O, ja. De makelaar, die de Montgomery's indertijd verte- genwoordigde, wist het heel zeker. Dergelijke dingen horen bij wat ze de geschiedenis van het huis noemen. En in Palm Beach wil iedereen dat soort dingen weten en laat zich er niet door afschrikken.'

Ze nam me even aandachtig op en zag blijkbaar de afkeer op mijn gezicht. Ik had bijna het gevoel of ik kon zien hoe ik zelf verkracht werd.

'Het stoort je toch niet? Ik bedoel, we kunnen je even gemakkelijk in een andere kamer onderbrengen. Maar ik vond deze de mooiste, en hij heeft een prachtig uitzicht. Hij heeft ook de beste badkamer. De meest moderne: een bidet, een multikopdouche, vergrootspiegels, en kijk eens hoe mooi hij is ingericht.' Ze sprak op een toon alsof ze me het huis wilde verkopen.

Ik staarde naar de beige-met-wit betegelde muur achter het toilet, de wasbak en de grote ovalen spiegel erboven. De vloer was van turkooizen mozaïek. In de douchecel was een marmeren zitje.

'Nou? Dat kan de vergelijking met The Breakers toch wel doorstaan, hè?'

'Dal is niet mijn grootste zorg, Bunny. Ik heb je al gezegd dat ik hier ben om te werken -'

'O, alsjeblieft.' Ze hief haar handen op en wapperde in de lucht tussen ons alsof ze rook wilde verjagen. 'Ga nou niet praten als een oude dame en verveel me niet met al dat werk dat je moet doen.'

Ik begon te lachen.

'Kom mee,' zei ze. 'Ik zal je onze slaapkamer laten zien. We hebben hem net opnieuw laten inrichten door die nieuwe binnenhuisarchitect die op het ogenblik de rage is in Palm Beach. Thatchers kamer is daar.' Ze wees naar rechts toen we uit de kamer kwamen. 'Hij heeft zijn eigen ingang. Soms zien we hem een hele week niet. Ik zweer je dat ik me soms weieens afvraag of hij ons niet opzettelijk mijdt.'

Ze glimlachte naar me.

'Misschien gaat dat binnenkort veranderen. Tenminste, zolang jij hier bent.'

Hoofdschuddend volgde ik haar terwijl ze doorratelde over elk gordijn, elk kunstvoorwerp en elk meubelstuk, en de prijs erbij noemde. Kort nadat wc de rondleiding achter de rug hadden en we teruggingen naar de loggia, kwam Thatcher.

'Nou,' begon Bunny meteen, 'was het de moeite waard om halsoverkop naar die saaie rechtbank te rennen en de heerlijke brunch van je ouders in de steek te laten?'

'Ja, moeder,' zei hij. 'Ik heb de zaak in minder dan een halfuur afgewikkeld.'

'Ik weet zeker datje het ook telefonisch had kunnen doen,' hield ze vol. Ze weigerde zich te laten vermurwen.

Hij lachte. 'Wat hebben jullie gedaan terwijl ik weg was?' vroeg hij met een enigszins ongeruste blik in zijn ogen.

'Geroddeld,' antwoordde Bunny in mijn plaats. 'En we vonden het erg leuk,' voegde ze er vastberaden aan toe.

'Dat geloof ik graag.'

'Ik moet terug naar het hotel. Ik verwacht een paar berichten,' zei ik, al was dat niet waar.

'Ga terug en pakje koffers,' zei Bunny. 'Waarom zou je daar nog een nacht blijven?'

'Ik zal wel zien,' zei ik.

'Er valt niets te bezien,' probeerde ze me over te halen. 'Het is hier veel comfortabeler voor je, en je zult veel meer kunnen doen in veel kortere tijd.'

'Moeder, wil je haar zelf laten beslissen?' zei Thatcher.

'Ik probeer alleen haar op de voor de hand liggende voordelen te wijzen, Thatcher.'

'Als ze voor de hand liggen, hoefje haar er niet op te wijzen,' protesteerde hij.

Ze dacht even na. 'Soms zien we over het hoofd wat vlak voor onze neus ligt,' antwoordde ze. Ze scheen het uit haar bron van gedenkwaardige gezegden te putten.

'Hier,' ging Bunny verder, en gaf me een roze kaartje met een goud randje. 'Ons telefoonnummer. Bel me als je ergens hulp bij nodig hebt, wat dan ook.'

'Ze is niet van plan om meubels hier mee naar toe te nemen, moeder.'

'Je krijgt het toch. Hier,' en ze gaf me het kaartje.

'Mijn moeder is onmogelijk,' zei Thatcher toen we naar de deur liepen.

'Bedankt voor je uitnodiging, Bunny. En bedank meneer Eaton alsjeblieft ook voor me.'

ik zou er maar vast aan wennen hem Asher te noemen. Anders gaat hij klagen datje hem zich oud laat voelen.'

Ik beloofde het haar.

'Hoe oud je hem zich laat voelen,' aapte Thatcher haar na toen we naar zijn auto liepen, iedereen hier klampt zich vast aan illusies als aan een reddingsboei.'

'Aanwezig gezelschap uitgezonderd?' vroeg ik.

Hij keek me glimlachend aan toen we instapten.

'Waarom heb ik zo'n idee dat ik het voornaamste onderwerp van gesprek was?'

'Ze maakt zich bezorgd over je, Thatcher.'

Hij trok sceptisch zijn wenkbrauwen op. 'Bunny? Bezorgd? Mensen in Palm Beach maken zich niet bezorgd. Dood en ziekte worden niet getolereerd.'

We moesten allebei lachen.

Ik nam hem even aandachtig op. Natuurlijk wilde ik terug naar het huis en daar blijven. Wat een prachtige kans zou dat voor me zijn. Ik zou mijn moeder opnieuw en geleidelijker kunnen benaderen, op een kalme, zachte manier. Maar ik wilde niet dat mijn motieven verkeerd begrepen werden. Ik was niet in Palm Beach voor romantische spelletjes.

'Wil je me soms iets vertellen over Mai Stone?' vroeg ik.

ik wist het! Ik wist dat ze dat allemaal op zou rakelen. Heeft ze je verteld dat haar ouders haar aan een Arabische miljardair hebben verkocht voor zijn zoon?'

'Ja. Is het niet waar?'

'Natuurlijk niet. Mai was altijd onvoorspelbaar. Het was wal me in haar beviel en niet beviel.'

'Hoe kun je zo tegenstrijdig zijn in dat opzicht, vooral met iemand van wie je schijnt te hebben gehouden ?'

Hij keek me aan. Zijn mooie ogen versomberden en zijn gezicht stond serieus.

in elke liefde is sprake van een beetje tegenstrijdigheid, en zeker in elk huwelijk. Beiden moeten iets opgeven. Dat is het compromis. Voor Mai zou het geweest zijn dat ze iets van haar impulsiviteit, haar onvoorspelbaarheid zou moeten opofferen. Ze vond het vreselijk om aan regels gebonden te zijn, en ze genoot ervan zich buitensporig te gedragen, door de stijl of de etiquette of de wensen van haar minnaar te tarten.'

Lachend ging hij verder. 'Ze reed heel lang rond in haar nieuwe sportauto zonder dat ze haar kentekenplaat liet bevestigen. Ze werd drie keer aangehouden door de politie. Ze bleef boetes krijgen en ik bleef ze betalen. De vierde keer was de agent erop voorbereid en had hij een schroevendraaier bij zich. Hij schroefde het bord er zelf op. Ik hield van haar om haar zorgeloze, onstuimige manieren, maar ik begon me er ook aan te ergeren en op den duur kreeg ik er genoeg van.'

'Maar je gaf haar toch een verlovingsring?'

'Ja, die heb ik haar gegeven, maar ze droeg hem nooit. Ze nam hem aan en zei dat ze hem uiteindelijk wel zou gaan dragen. Soms deed ze hem wel eens aan voor we uitgingen, maar voordat de avond voorbij was, had ze hem meestal al weer afgedaan.'

'Ze plaagde je.'

'Ik denk dat ze zichzelf plaagde, zichzelf misschien uitdaagde. Soms voelde ik me net een toeschouwer, die observeerde en aan de zijlijn stond te wachten.' Hij keek naar me. 'Over gespleten persoonlijkheden gesproken. Ik wist nooit welke Mai Stone ik ging afhalen, en soms wist ik het pas als de avond bijna ten einde was. Ze maakte er een carrière van om iemand te verrassen.'

'Je moet wel heel erg veel van haar gehouden hebben om dat allemaal te kunnen verdragen.'

'Dat dacht ik, ja, maar nu weet ik eigenlijk niet zeker meer of ik me niet een soort zelfkwelling oplegde.'

'Waarom zou je?'

'Om mijn ziel schoon te wassen van al mijn vorige romantische zonden,' zei hij zonder een seconde te aarzelen, met een glinstering in zijn ogen.

'Dat geloof ik graag. Dat is het eerste wat je zegt dat ik geloof.'

Hij schaterde het uit en reed verder.

'Je moet Bunny's aanbod accepteren. In mijn kantoor thuis staat een computer, die ik niet vaak gebruik. Het kantoor grenst aan mijn slaapkamer in wat ik de Verre-Oostenvleugel van het huis noem. Behalve dat hij aan de oostkant ligt, zijn de meubels allemaal in oosterse stijl.'

'Over verrassingen gesproken. Het huis is er vol van.'

'Hoe bedoel je?'

'Bunny vertelde me dat Grace Montgomery werd verleid in de kamer die ik zou krijgen.'

'Dat is de legende.'

'Je gelooft het niet?'

'Ik weet het niet. Overdrijvingen zijn hier regel. De mensen vergaren ze en geven ze door... zoals dat kampvuurspelletje, hoe heet het ook weer? Je weet wel, iemand begint fluisterend een geheim te vertellen en dat wordt doorgegeven, overdreven, veranderd, tot er aan het eind iets heel anders tevoorschijn komt dan in het begin.'

'Dat spelletje ken ik niet.'

Hij keek me weer sceptisch aan. 'O, nee? Hoe komt dat?'

'Mijn vader heeft me geleerd me aan de waarheid te houden,' zei ik zachtjes.

Hij keek voor zich uit en zei toen: 'Voor je weggaat, moetje me Ieren hoe dat moet.'

We waren allebei opvallend zwijgzaam tot we bij The Breakers arriveerden.

Ik moet me niet zo anders voelen, zo vreemd over mijzelf en mijn leven, dacht ik. Iedereen, hoe rijk en succesvol ook, draagt de last van een duister geheim of geheimen.

Iedereen voelt zich een beetje opgejaagd. Allemaal hebben we spoken in ons, waarheden die rondtuimelen en die we niet in ons durven te laten rusten omdat we bang zijn dat ze op een gegeven moment zullen losbarsten en ons vergiftigen met de realiteit die we niet onder ogen kunnen zien of waarmee we niet kunnen leven.

Ik begon te begrijpen waarom de rijkste mensen zich hier vastklampten aan hun illusies. Thatcher zag het niet verkeerd. Ze gebruikten hun geld om aan zichzelf te ontsnappen. Mijn moeder en mijn halfbroer, Linden, waren hun rijkdom kwijt. Zij konden zich geen illusies veroorloven. Zij konden alleen maar in de spiegel kijken en zichzelf zien zoals ze werkelijk waren, inclusief hun verleden, hun herinneringen, hun verdriet en hun tegenslagen.

Misschien kon ik daar verandering in brengen. Misschien zou ik het op een of andere manier voor hen kunnen veranderen.

En daarmee mijzelf veranderen.

'Wat zijn je plannen voor vanavond?' vroeg Thatcher terwijl we over de oprijlaan van The Breakers reden.

'Ik heb geen plannen,' zei ik.

'Er is een expositie waarvoor ik ben uitgenodigd... een of andere schilder die prachtige dingen schijnt te doen met het beschilderen van digitale beelden. Zou je daar naartoe willen? Hij wordt gegeven in de galerie waar ook een paar van Lindens schilderijen hangen.' 'O?'

'Er wordt wat wijn en kaas geserveerd, maar we kunnen daarna gaan eten in een rustiger restaurant dan waar we gisteravond waren: op het strand, met als enig entertainment de zee en de lucht.'

'Dat lijkt me heerlijk.'

'De expositie begint om zeven uur. Zal ik je dan komen halen? De galerie is maar een minuut of tien van het hotel.'

'Oké,' zei ik, toen we stopten voor de voordeur en een bediende mijn portier opende.

Thatcher stak zijn hand naar me uit. 'Denk er eens over na om bij ons te komen logeren. Serieus. Denk eens aan de benzine die ik zal besparen.' 'O?'

'Ik doe mijn best om energie te besparen,' schertste hij.

'Oké.' Ik stapte uit.

Toen ik naar binnen liep, bedacht ik dat ik in de tijd tussen nu en het moment dat hij terugkwam wat mooiere kleren zou moeten kopen, iets eleganters. Ik doe het niet voor een romantisch avontuurtje in Palm Beach, hield ik me voor. Ik doe het alleen om met succes te kunnen integreren in de wereld van mijn moeder.

Het is een ziekte hier, riep mijn geweten, een ziekte die je immuunsysteem opbouwt, alleen maakt het je immuun voor de waarheid.

Ik lieg niet tegen mezelf, dacht ik. Nee toch?

Terwijl ik haastig naar de boetiek liep, moest ik wel lijken op een van papa's patiënten die met zichzelf lopen te redeneren in de gang van The Willows. Ik paste een zwart jurkje aan, zonder mouwen en met een geborduurde hals en een split opzij. Perfect. Ik kocht ook een paar hooggehakte sandalen met open neus. Ik dacht over een paar sieraden en besloot het simpel en klassiek te houden. Toen ik klaar was, ging ik naar mijn kamer om mijn haar te wassen. Ik voelde me groezelig, en mijn ogen waren vermoeid. Ik belde roomservice en vroeg een ijskoude verse komkommer boven te brengen, iets wat ik mijn adoptiemoeder had zien doen. Ik sneed hem in plakken en legde de dunne plakjes op mijn ogen terwijl ik ging rusten.

Was ik te ijdel?

Wat ik ook deed, er was geen enkele reden waarom ik er niet zo goed mogelijk uit zou zien, dacht ik.

Ik verafschuwde al die tegenstrijdige gevoelens. Wanneer zou daar een eind aan komen? Zou er ooit een eind aan komen? Thatcher scheen te geloven dat ze bij het leven hoorden, vooral in een relatie. Misschien kwam ik hier meer over mezelf te weten dan ooit mijn bedoeling was geweest.

Ik was net bezig de laatste hand te leggen aan mijn haar en make- up toen er op de deur werd geklopt.

'Hoi!' zei hij en floot zachtjes. 'Je ziet er fantastisch uit!'

'Dank je.'

Hij droeg een zwartzijden hemd dat openstond aan de hals onder een lichtblauwe blazer. Onder zijn zwarte broek met omslagen, zag ik dat hij geen sokken droeg in zijn zachte leren loafers. Hij zag er zwierig, ontspannen en elegant uit.

Hij keek langs me heen de kamer in.

'Je hebt nog niet gepakt,' zei hij beschuldigend.

ik heb nog geen besluit genomen. Ik weet niet eens of ik nog wel in Palm Beach wil blijven.'

'O? Goed, ik zal zien wat ik kan doen om je te laten blijven,' ging hij verder, met dat aantrekkelijke lachje van hem. 'Madam.' Hij bood me zijn arm aan.

Lachend liep ik met hem mee. Een ouder echtpaar stond al bij de lift, de man in smoking en zijn vrouw met zoveel juwelen dat ik me afvroeg hoe ze zich kon bewegen. Ze keken ons achterdochtig aan, zelfs een beetje afkeurend, ik denk vanwege onze vrolijkheid. Thatcher trok zijn wenkbrauwen op en knipoogde naar me toen we allemaal in de lift stapten.

'Zo,' zei hij. 'Ik wil graag je toestemming om je vanavond bij je echte naam te noemen.'

Het echtpaar keek me zo snel en zo gelijktijdig aan, dat ik bijna in lachen uitbarstte.

'Vind je het goed?' hield Thatcher vol.

'Ja,' zei ik snel, met een verwijtende blik die hem alleen maar deed glimlachen.

Het echtpaar wisselde een blik en ging dichter bij elkaar staan, verder van ons weg. Toen de deur openging, deed Thatcher een stap opzij om hen voor te laten gaan. Ze stormden bijna naar buiten, de hal door.

'Dat was vals van je,' zei ik.

'Ik kan er niks aan doen; soms vind ik het heerlijk om me een beetje onbehoorlijk te gedragen, vooral tegen duidelijke snobs, mensen die zichzelf te serieus nemen.'

'Was dat nietje klacht over Mai Stone?' vroeg ik alsof ik zelf advocate was.

Hij liet zich zelden uit zijn evenwicht brengen. Waarschijnlijk kwam dat door al zijn ervaring in onderhandelingen en kruisverhoren. Zonder enige aarzeling schudde hij zijn hoofd.

'Mai gedroeg zich buitensporig tegen iedereen, snobs of geen snobs. Ze speelde op haar eigen toneel. Bovendien,' ging hij verder, toen we bij de voordeur linksaf gingen, 'laten we ons aan de belofte houden die we elkaar gisteravond hebben gedaan.' 'Wal bedoel je?'

'Geen onthullingen over het verleden. Geen persoonlijke vragen meer, weetje nog? Laten we gewoon een prettige lijd hebben in het hier en nu. Het verleden zorgt, net als de toekomst, voor zichzelf.'

Gisteravond, dacht ik, had ik meer reden om dat te willen dan hij. Vanavond was ik er minder zeker van.

De galerie was al stampvol tegen de tijd dat we arriveerden. Bijna iedereen daar kende Thatcher. Hij stelde me voor als Isabel Amou en vertelde alleen dat ik op bezoek was in Palm Beach. Heel weinig mensen probeerden iets meer over me te weten te komen als ze eenmaal hadden gehoord dat ik uit South Carolina kwam en niet uit een extreem rijke familie. Thatcher zei dat ik een vroegere studiegenote van hem was.

'Zie je hoe gemakkelijk het is hier een fictie te scheppen die door iedereen wordt geaccepteerd?' fluisterde hij.

We slenterden door de galerie en dronken een glas wijn. Na een tijdje nam hij me mee naar een zijvertrek om me Lindens werk te laten zien.

Er hingen maar drie schilderijen, het een nog somberder en griezeliger dan het andere. In het eerste lag een jongeman, die een beetje op Linden leek, op het strand, op zijn zij, steunend op zijn elleboog, om te praten met iemand naast hem, alleen was die iemand een skelet dat op zijn rug lag. Al hel andere in het schilderij was realistisch, bijna fotografisch, maar in lelie kleuren, kleuren die je in een nachtmerrie zou kunnen zien.

'Feitelijk is zijn werk heel interessant.' merkte Thatcher op. 'Een afschrikwekkend of surrealistisch element opnemen in een realistische setting. Vind je niet?'

'Ja,' zei ik, en liep naar het volgende doek: een vrouw die over het strand liep met aan de hand een kleine jongen die letterlijk in het zand wegzonk. Hoewel hij half begraven was, leek de vrouw zich er niet van bewust. De zee had een vuurrode tint onder een ondergaande zon.

Op het derde schilderij stond een kleine groep vrolijk kijkende jonge mensen aan de kust, sommigen etend, anderen drinkend, allemaal lachend en glimlachend, terwijl vóór hen een oudere vrouw, die op mijn moeder leek, verzwolgen werd door een golf en haar armen wanhopig naar hen uitstrekte.

'Niet erg moeilijk om de betekenis hiervan te doorgronden,' merkte Thatcher op.

'In al die schilderijen ligt heel veel woede,' zei ik. 'Het maakt dat je medelijden met hem krijgt.'

'Medelijden is niet iets waarvoor de mensen hier tijd hebben of waartoe ze geneigd zijn. Dat is niet de reden waarom ze verkocht zullen worden.' Hij keek even naar me en ging toen verder: 'Kom mee. Het spijt me dat ik ze je heb laten zien. Ik wilde je niet deprimeren. Daarvoor zie je er veel te mooi uit.'

Ik glimlachte naar hem en draaide me toen om. Ik wilde niet dat hij de droeve blik in mijn ogen zou zien. Deelde mijn moeder deze kwelling? Hoe zag hun wereld eruit, hun dagelijkse leven in dat strandhuis? Wilde ik me daar werkelijk indringen?

We hadden bijna twintig minuten nodig om ons weer een weg te banen door de menigte. Zoveel mensen hielden Thatcher tegen om te informeren naar processen die hij had gevoerd of waar hij nu mee bezig was. Sommige jonge vrouwen zochten elk mogelijk excuus om even met hem te kunnen praten. Hij was tegen iedereen beleefd, maar hield mijn hand stevig vast en liep onverbiddelijk door.

Toen we eindelijk weer op straat stonden, verontschuldigde hij zich. 'Ik weet zeker dat je graag gebleven was om met meer mensen te praten en inlichtingen te verzamelen voor je project, maar vanavond ben ik egoïstisch. Ik wil je niet met anderen delen.'

'O, dat is in orde. Het was niet bepaald de omgeving die ik zocht. Te veel afleiding, en ik denk niet dat die mensen erg openhartig zouden zijn.'

'Dan heeft mijn moeder gelijk en kun je beter Joya del Mar als uitgangspunt gebruiken. Dan kan zij mensen uitnodigen om je te ontmoeten. Daar zou je ze kunnen ondervragen en de waarheid uit hen persen.'

'Ja,' zei ik lachend. 'Misschien wel.'

We reden Palm Beach uit naar een plaats die Singer Island heette, waar hij me meenam naar een restaurant dat een patio had met uitzicht op de zee, die niet verder dan twaalf meter bij ons vandaan was. Aan de horizon leken de sterren in zee te vallen.

'Mooi is het hier,' zei ik. 'Fijn dat wc hierheen zijn gegaan.'

'Ik wist dat ditje zou bevallen. Ik ben hier heel lang niet geweest.'

'Waarom niet?'

'Van mooie dingen kun je alleen genieten met iemand die heel speciaal is. Ben je het niet met me eens?'

'Ik denk het wel,' antwoordde ik behoedzaam. Nu ik met Thatcher in zo'n romantische omgeving was, had ik het gevoel of ik wankelend aan de rand van een diepe afgrond stond. Ais ik me liet gaan, zou ik een diepe val maken in de geheimzinnige duisternis daaronder. Ik was er tegelijk door aangetrokken en er bang voor.

Zijn knappe uiterlijk, zijn charme en zijn interessante persoonlijkheid waren op zichzelf al verleidelijk genoeg, maar nog veel meer op deze warme avond, met een kaars die een flakkerend licht op zijn gezicht wierp, en hel hypnotiserende geluid van de zee onder een lucht die zo bezaaid was met heldere sterren dat het op het begin der tijden leek. Ik had het gevoel dat ik in een sprookjeswereld was terechtgekomen waar de magie zo gewoon was als daglicht, waar elk woord tussen ons een dichtregel leek, elk geluid om ons heen deel van de symfonie, muziek die alleen voor ons was gecomponeerd, alsof de hele wereld plotseling gewijd was aan één doel: ons geluk.

'Wat voor antwoord is "Ik denk het wel? zei Thatcher, die geen genoegen nam met mijn behoedzame antwoord. 'Schoonheid zonder de geliefde is als een zwaard door het hart. Dat is van Christina Rossetti. Ik heb het eens gelezen en ben het nooit vergeten.'

Ik draaide me snel om. Natuurlijk had hij gelijk, en natuurlijk was dit wat mijn moeder en mijn vader moesten hebben beleefd na een grote liefde te hebben ontdekt die ze gedwongen waren op te geven. Mijn hart was bedroefd voor hen beiden.

'Het spijt me,' zei Thatcher. Hij legde zijn hand op de mijne. 'Het was niet mijn bedoeling zo serieus te zijn, vooral vanavond niet.'

'Nee,' zei ik, niet in staat de tranen uit mijn ogen te weren. 'Het is mooi, en je hebt gelijk.'

Ik haalde diep adem om me weer in de hand te krijgen.

'Maar volgens je moeder heb je niet zo erg je best gedaan om iemand te vinden met wie je schoonheid en geluk zou kunnen delen.'

'Er is veel dat mijn moeder niet over me weet,' zei Thatcher bijna kwaad. 'Ik wed dat er ook veel was dat jouw moeder niet over jou wist.'

'O, ja,' zei ik lachend. 'Zeker.'

'Zie je nou wel.' Hij pakte de wijnkaart op. 'We nemen iets bijzonders vanavond. We moeten onder andere vieren dat ik weer een proces heb gewonnen.'

'Onder andere?'

'Ook dat we eerlijk zijn tegen elkaar, Willow. Ik vind het een mooie naam. Hij past veel beter bij je dan dat pseudoniem.'

Hij keek me aan met die verleidelijke glimlach van hem, biologeerde me met zijn mooie ogen, tot het tot me doordrong en ik snel naar het menu keek.

Voorzichtig, Willow De Beers, zei ik tegen mezelf. Je leunt te ver voorover boven die afgrond.

Je gaat vallen.

Na een heerlijk diner en een wandeling langs het strand, gingen we terug naar mijn hotel. Het eten, de wijn, de zachte conversatie terwijl we hand in hand op blote voeten door het zand liepen, lachend

en plagend... het gaf me allemaal een aangenaam gevoel van intense rust. Hij leek het net zo te voelen. Tijdens de rit zeiden we geen van beiden veel. Een enkele blik, een enkele glimlach. Hij had me twee keer gezoend op het strand, en zijn kus voelde ik nog op mijn lippen. Behoedzaamheid en geweten vlogen weg als losgeraakte haarlinten in de duisternis achter me.

Zelfs toen we stopten voor het hotel en hij uitstapte en mijn hand pakte, zeiden we niet veel. We liepen door de hal, zonder op iets of iemand te letten. In de lift keken we ongeduldig naar de deuren. Toen ze opengingen voelde ik mijn hart even stilstaan en toen bonzen met nog grotere verwachting. Bij mijn deur legde hij zijn hand om mijn middel. Ik maakte de deur open en wilde juist het licht aandoen toen zijn andere hand mijn hand vastpakte en mijn arm omlaag duwde.

Hij sloot de deur en in het donker kusten we elkaar weer, een lange, warme en vochtige zoen die de rillingen over mijn rug deed lopen en mijn borsten deed tintelen.

'Willow, Willow,' fluisterde hij.

Hij tilde me op in zijn armen en droeg me naar het bed. Ik keek naar hem op en bleef kijken toen hij me begon uit te kleden. Ik bewoog me niet. Het leek bijna of ik een scène zag in een film, alsof het iets was dat een ander overkwam.

Met ontbloot bovenlijf knielde hij naast me om me te zoenen en tilde me voorzichtig op zodat hij mijn jurk kon openritsen. Hij trok hem over mijn schouders en over mijn armen omlaag. Er viel net genoeg licht naar binnen door het raam om zijn ogen te doen glinsteren.

'Je bent zo mooi,' zei hij.

Hij omvatte en zoende elk van mijn borsten. Ik kreunde zachtjes en liet mijn hoofd op het kussen vallen toen zijn lippen over mijn buik dwaalden. In enkele minuten had hij mijn jurk volledig uitgetrokken, en een seconde later waren we allebei naakt.

Ik hoorde dat hij een condoom uitpakte.

'Veilig vrijen,' fluisterde hij.

Ik wist dat het belangrijk was, maar het klonk als een reclame. Hij besefte dat het onze stemming kon verbreken en liet zijn lippen, zijn handen, over me heen dwalen. Hij rook heerlijk. Ik vond het

prettig met mijn handen door zijn haar te woelen, zijn sterke schouders te voelen en mijn benen om hem heen te slaan.

Ons liefdesspel begon langzaam, en werd steeds intenser. Ik voelde hoe mijn passie over hem heenspoelde als de golven van de zee op de kust. Mijn kreten stegen en daalden bij elke golf van genot. Ik was niet ervaren in de liefde. Allan was de enige andere man met wie ik ooit zo intiem was geweest, maar het leek me dat Thatcher onzelfzuchtig was tijdens het vrijen. Hij was vastbesloten mij net zoveel genot te geven als hij zelf ondervond, terwijl Allan me altijd het gevoel had gegeven dal ik er voor zijn behoeften was, en dat het mooi was als ik het geluk had er zelf ook wat plezier aan te beleven.

Thatcher en ik kwamen ook niet snel aan het eind, zoals bij Allan en mij bijna altijd het geval was. Thatcher trok zich heel langzaam terug, teder, met liefkozingen en zoenen, en hij hield me vast alsof hij me nooit meer wilde laten gaan.

We lagen naast elkaar op adem te komen, zonder te praten, maar nog steeds eikaars handen vasthoudend.

Eindelijk zei hij: 'Het is mooi als twee mensen magisch naar elkaar toe getrokken worden.' Het feit dat ik niets terugzei leek hem onrustig te maken. 'Ja toch?'

'Ja,' zei ik.

Ik geloofde het, maar was vol gemengde emoties. Ik voelde me tegelijk bang en schuldig.

Ik kon papa's vragen horen.

Vind je hem aardig, Willow?

Ja, papa.

Is het meer dan een voorbijgaande verliefdheid?

Ik geloof het wel, papa.

Voel je je bijzonder bij hem?

O, ja, papa.

Lijkt het of hij hetzelfde voor jou voelt?

Ja, ja.

Soms moet je risico's nemen met mensen, Willow. Ben je het daarmee eens ?

Ja, papa.

Laat dat schuldgevoel dan buiten de deur. Het heeft hier geen plaats, vind je wel?

Je hebt gelijk, papa. Ja.

'Wat is er?' vroeg Thatcher.

Had ik hardop gepraat?

'Niets.'

Hij ging op zijn elleboog liggen en boog zich over me heen. Met zijn vinger gleed hij over mijn neus naar mijn lippen en toen tussen mijn borsten.

'Het klonk alsof je ja zei. Ik hoop dat je daarmee ons vrijen bedoelde,' zei hij plagend.

'Meer dan dat. Het was bedoeld voor de hele avond.'

Hij lachte. 'Dus ik ben geslaagd?'

'Waarvoor?'

'Om je te laten heroverwegen of je hier weggaat of niet.'

'Misschien was dat de reden waarom ik ja zei,' antwoordde ik, en hij glimlachte en zoende me opnieuw.

Hij bleef nog een uur en ging toen pas weg. Ik gaf hem de verzekering dat ik, zodra ik was opgestaan, mijn koffers had gepakt en had uitgecheckt, naar Joya del Mar zou rijden. Hij moest de hele dag op de rechtbank zijn, maar beloofde dat hij op tijd voor het eten thuis zou komen.

'Mijn moeder kennende,' zei hij, 'weet ik zeker dat ze voor iets extra's zal zorgen. Ik zal haar zo gauw mogelijk bellen, haar laten weten dat je morgenochtend vroeg komt, en haar vragen het kalm aan te doen en je de kans te geven tot rust te komen.'

'Oké,' zei ik. Ondanks de mooie kans die ik kreeg om mijn moeder te zien en mijn verlangen om bij hem in de buurt te zijn, was ik toch erg zenuwachtig. Dit zou tot steeds grotere fouten kunnen leiden, dacht ik. Ik nam me plechtig voor dat ik zou vertrekken zodra ik dat zag gebeuren of als ik me niet op mijn gemak voelde.

Misschien zou ik gewoon naar huis gaan en mijn moeder een lange brief schrijven en het daarbij laten. Misschien was dat veel beter, maar misschien was het ook al te laat om dat nog te doen. Ik zou het gauw genoeg weten.

Mijn plan om uit te slapen, in mijn kamer te ontbijten en rustig te vertrekken, werd verstoord door de telefoon die om half acht begon te rinkelen. Het was tante Agnes. De schok haar stem te horen was bijna nog groter dan het geratel van de telefoon zelf. Het was alsof ze op de een of andere manier door mijn muur was heengebroken, een muur die ik had opgetrokken om realiteit en verantwoordelijkheid buiten te houden.

'Wat doe je daar?' schreeuwde ze.

Het duurde een ogenblik voor ik helder kon denken. Ik had zo heerlijk geslapen, me zo warm en prettig en veilig gevoeld.

'Tante Agnes?'

'Ja. Wie verwachtte je dan? Ik heb geprobeerd je op de universiteit te bereiken, en toen heb ik het kantoor van de decaan gebeld, en daar vertelden ze me dat je tijdelijk verlof hebt genomen van je studie. Het lijkt me eerder dat je verlof hebt genomen van je verstand.'

'Hoe heb je me gevonden?' vroeg ik geërgerd.

'Ik heb die man bij je thuis gedwongen het me te vertellen. Ik moest hem praktisch dreigen met de politie.'

'Daar had je het recht niet toe.'

'Het recht niet? Ik ben het verplicht aan de nagedachtenis van mijn arme gestorven broer om voor jou te zorgen, Willow.'

Die bezorgdheid paste niet bij haar. Wat wilde ze echt?

'Wat is er? Waarom bel je me?'

'De toestand van het huis, om te beginnen.'

'Wat voor toestand?'

'Ik heb er mensen naartoe gestuurd om mijn spullen op te halen, en het rapport dat ik kreeg was afgrijselijk. Je zogenaamde huisbewaarder is weer aan het drinken geslagen.'

'Nee, dat kan niet,' zei ik.

'Nou, het is zo. Wat doe je daar? En dan nog wel The Breakers! Wat is dat? Waarom ben je niet op de universiteit? Waarom heb je niks legen mij gezegd, mijn mening niet gevraagd? Nou?'

'Ik heb een paar persoonlijke dingen te regelen, tante Agnes. Ik wil alleen zijn.'

'In Palm Beach! En in The Breakers! Wat is dat voor alleen zijn? Ben je daar met iemand? Nou?'

ik wens dit niet aan de telefoon te bespreken, tante Agnes. Het gaatje trouwens niets aan. Bedankt voor je bezorgdheid.'

'Hè? En het huis dan ? Hij is in staat het in brand te steken.'

'Ik zal hem bellen. Ik weet zeker dat degene die je dit vertelde.

heeft overdreven. Hij is waarschijnlijk gedeprimeerd na papa's dood en had troost nodig.'

'Met alcohol? Wat voor troost is dat?' 'Tante Agnes, alsjeblieft. Het is nog erg vroeg.' 'Vroeg? Het is bijna acht uur. Wat moet je daar regelen, Willow? Een jonge vrouw, een erfgename, zoals jij, wordt een doelwit voor gewetenloze gigolo's, vooral in Palm Beach. Je bent niet ervaren of oud genoeg om tegen dat soort omstandigheden opgewassen te zijn. Teken vooral geen documenten en trouw met niemand. Ik zou onmiddellijk naar je toe moeten komen,' dreigde ze.

Dus dat was het, dacht ik. Ze was bang dat ik de familiejuwelen zou verkwanselen.

'Niemand profiteert van me. Daarvoor ben ik hier niet.' 'Waarvoor dan? Waarom kun je het je tante niet vertellen?' ik ben nog niet van plan iemand iets te vertellen. Je zult me gewoon moeten vertrouwen.'

'Je vader zou zich dit erg aantrekken, Willow.' Had ze gelijk? Zou papa dit alles hebben afgekeurd, vooral een confrontatie met mijn moeder op dit moment? 'Je kunt beter naar mij toe komen.' 'Nee, tante Agnes. Dank je. Bedankt voor je telefoontje.' 'Willow -'

Ik hing op en legde de hoorn van de haak.

Vandaag ben ik weg, en dan zal ze me niet kunnen vinden, dacht

ik.

Niemand zal me kunnen vinden tot ik mezelf heb gevonden.