***
7. Thatcher
Het pad tussen twee rijen heggen leidde naar de veel kleinere loggia en de ingang aan de voorkant van het strandhuis. Het gebouw zag eruit alsof het vroeger in hetzelfde fraaie parelwit was geschilderd, maar nu leken de muren vervaald door de zeelucht. Er waren twee balkons op de eerste verdieping die uitkeken op zee, elk met een paar palmen in potten. Langs de zijkanten van het huis, tot aan het met pannen bedekte dak, groeiden klimplanten.
'Bedienden hebben het hier goed,' zei Thatcher. 'Er zijn twintig kamers in het huis, buiten de eetkamer en twee zitkamers. De bedienden van mijn ouders wonen hier natuurlijk ook. Ook dat maakt dat de Montgomery's paria's zijn,' besloot hij met een bittere klank in zijn stem. 'Samenwonen met personeel!
Oké, daar gaan we dan.' Hij belde aan. Er kwam niemand, dus belde hij nog eens. 'Misschien doen ze helemaal niet open,' zei Thatcher. 'Maar toch telt het mee voor onze afspraak.' Ik moest even glimlachen, op hetzelfde moment dat de deur openging. Linden stond ons aan te staren. Een tengere jongeman met een kwaad gezicht. Zijn verwarde haar, dat er in het zonlicht berijpt had uitgezien, leek nu lichtgeel. De blik in zijn donkere ogen, zijn samengeknepen lippen, verstijfde lichaam en gebalde vuisten gaven hem een strijdlustig uiterlijk.
'Wat is er?' vroeg hij in plaats van een beleefde begroeting.
'We hebben een interessante gast die graag je moeder zou willen spreken als ze bereikbaar is,' zei Thatcher kalm.
'Waarom?' vroeg Linden. Hij deed een stap in onze richting en probeerde zijn blik op Thatcher gevestigd te houden, maar zijn ogen dwaalden naar mij af. Ik meende een zekere belangstelling bij hem te constateren die sterker was dan zijn achterdocht. Ik werd erdoor aangemoedigd en glimlachte naar hem.
'Dit is miss Isabel Amou. Ze zit in haar laatste studiejaar op de universiteit en ze denkt dat een gesprek met je moeder haar zou kunnen helpen met een project waaraan ze bezig is, Linden. Niets om je bezorgd over te maken. Ik denk dat je nu toch wel weet dat ik nooit iets zou doen dat je moeder last zou kunnen bezorgen. Integendeel, mag ik wel zeggen. Ja toch?'
Thatcher sprak tegen hem op een toon die hij zou kunnen gebruiken tegen een kleine ruzieachtige jongen, net zoals papa had kunnen doen, dacht ik. Maar Linden bleef roerloos staan, met een hard, wantrouwend gezicht.
ik riep je toen we je over het strand naar huis zagen lopen,' ging Thatcher verder, om de pijnlijke stilte te vullen, 'maar ik denk dat je me niet hoorde door het geluid van de zee.'
Linden keek naar hem met een uitdrukking die duidelijk liet blijken dat hij hem wel gehoord had, maar geen zin had met Thatcher te praten.
'Waarom kom je vandaag zo vroeg terug?' vroeg Thatcher, vastberaden de stilte niet te laten voortduren. 'Kon je geen goede plek vinden, om te schilderen?'
Hij draaide zich naar mij om en legde het me uit. 'Linden heeft me eens verteld dat hij een soort visser is, die zijn artistieke blik als een hengel uitwerpt over de zee om zijn inspiratie binnen te halen. Zo drukte je het toch uit, Linden?'
'Dat heb ik je niet verteld om er anderen mee te amuseren.'
'O, maar dat doe ik niet. Ik ben echt onder de indruk van wat je zei, en te oordelen naar miss Amous gezicht, zij ook, geloof ik. Heb ik gelijk, miss Amou?'
'Ja,' zei ik, van hem naar Linden kijkend. Hij nam me op met een paar ogen die tot in mijn ziel leken te kunnen doordringen. Wat hij zag mishaagde hem niet. Zijn smalle schouders ontspanden zich en zijn lippen verzachtten.
'Wat is dat voor project?' vroeg Linden aan mij.
'Zoals hij zei, ben ik een studente die een sociologisch project onderhanden heeft, een werkopdracht over onder meer de gemeenschap van Palm Beach,' begon ik.
'Wij horen niet bij de gemeenschap van Palm Beach,' zei Linden op scherpe toon. Hij klemde verbitterd zijn lippen op elkaar.'O, dat doe je wel, Linden. Je kunt niet hier wonen zonder er deel van uit te maken,' zei Thatcher.
'Dat kunnen we wél,' zei Linden uitdagend. 'Het zou tijdverspilling zijn om met mijn moeder te praten. Ze woont geen enkele plechtigheid bij, gaat nooit naar een party en verkeert niet met de royalty.' De woorden kwamen er zo sarcastisch uit, dat zijn mondhoeken omlaag trokken.
'Ze heeft toch een verleden?' drong Thatcher aan. 'Waarom laat je haar niet zelf beslissen, Linden? Miss Amou is niet hier om iemand kwaad te doen. Ze schrijft niet voor de Shiny of een andere krant. Het is geen exposé. Het is een legitiem studieproject. Je moeder zou het misschien zelfs prettig vinden met haar te praten, Linden.'
'Dat betwijfel ik,' hield Linden vol.
'Kunnen we haar tenminste zelf dat besluit laten nemen?' hield Thatcher vol.
Ik wist niet of Thatcher niet gewend was om zijn neus te stoten of dat hij probeerde bij mij in de gunst te komen, maar wat zijn motief ook was, Linden bezweek voor zijn volharding.
'Je verspilt je tijd,' zei hij minder afwerend. 'Wacht hier.'
Hij draaide zich om en liep naar binnen. Thatcher glimlachte naar me. 'Moeilijke jongen. Hij jaagt de meeste mensen angst aan en niet alleen met zijn schilderkunst, die soms verkocht wordt, maar niet genoeg om hem enig echt aanzien te geven. Ik kan je een paar doeken van hem laten zien in een galerie op Worth Avenue, als je wilt.'
'Ja, graag.' zei ik snel.
'Dat dacht ik wel. Sombere, gestoorde, gevaarlijke mensen zijn veel verleidelijker dan normale, evenwichtige mensen, hè? Daarom is Jago een veel interessantere figuur in Shakespeares Othello dan Othello zelf. Ben je het niet met me eens?' vroeg hij met dat ondeugende glimlachje van hem.
Ondanks alles kwam ik onder de invloed van zijn charme. Ik voelde de warme, prikkelende gewaarwording die vonkjes van passie in me deed ontvonken. Even leidde het mijn aandacht af van de dramatische ontmoeting die me te wachten stond. Over je caleidoscoop van emoties gesproken, dacht ik. Ik ben bang, en tegelijk opgewonden.
'Maar hij heeft gelijk. Zoals ik je al zei, ze staan werkelijk builen de Palm Beach-society. Ik vrees dat het niet veel waarde voor je zal hebben.'
Je moest eens weten! dacht ik.
Het geluid van voetstappen in de gang sloot zich als een krachtige hand om mijn hart en kneep het samen tot het nauwelijks meer leek te kloppen. Ze kwam tevoorschijn om een bocht in de gang. Haar haar, dat dezelfde kleur had als dat van mij, maar doorstreept met grijs, was van achteren bijeengebonden in een dikke paardenstaart. Ze had een lichte teint, en toen ik dichterbij kwam, zag ik dat ik mijn sproeten van haar had geërfd. We hadden dezelfde neus, dezelfde turkooizen ogen, maar de vorm van mijn gezicht was meer die van mijn vader.
Ondanks haar simpele haardracht, de afwezigheid van make-up, en de eenvoudige, verschoten huisjurk die ze droeg bezat ze een kalme, bijna engelachtige schoonheid. Ze had een slanke hals en bijna kinderlijke gelaatstrekken. Ik werd vooral getroffen door de onschuld en kwetsbaarheid in die ogen.
Wat zou mijn adoptiemoeder teleurgesteld zijn geweest, dacht ik. Ondanks alle opschudding en moeilijkheden in haar leven leek mijn moeder betrekkelijk immuun gebleven voor het verstrijken van de tijd. Ze had alleen een paar kleine kraaienpootjes bij haar ogen en verder een roomblanke, gladde huid. Ze had een goed figuur, met een slanke taille en sierlijke handen. Ze droeg geen sieraden, geen oorbellen, zelfs geen horloge.
'Hallo, Grace,' zei Thatcher. 'Hoe gaat het?'
Haar glimlach bestond uitsluitend uit het even naar binnen trekken van haar mondhoeken en een fonkeling in haar ogen. Het leek of ze bang was lang opgewekt te blijven, alsof ze het wantrouwde, bang was voor de teleurstellingen die er vaak op volgden. Linden kwam achter ons staan. Hij bekeek ons nog steeds met een zekere vijandigheid.
'Goed, Thatcher.' Haar stem klonk zacht, bijna onhoorbaar. 'Wat kan ik voor je doen?'
Toen keek ze naar mij, en even sperde ze haar ogen open met iets meer dan gewone nieuwsgierigheid. Haar intense blik bleef rusten op mijn gezicht alsof ze jarenlang naar me gezocht had, alsof ze het wist. Het zoog de lucht weg uit mijn longen. Ik verwachtte bijna dat ze zou vragen of ik was wie ze dacht dat ik was. Eigenlijk hoopte ik het, zodat ik de waarheid eruit zou kunnen gooien en een eind maken aan die zielige poging om mijn ware bedoeling te verbergen voor haar en Linden.
'Dit is Isabel Amou,' ging Thatcher verder. 'Ze doet onderzoek naar de Palm Beach-society voor een studieproject.'
'Amou?' vroeg ze, en trok haar wenkbrauwen op. Ze keek nog steeds naar me. Ik zou eindelijk iets moeten zeggen.
'Ja,' zei ik, bijna even ademloos als zij.
Ze kneep haar ogen nog achterdochtiger samen, en mijn hart begon sneller te kloppen. 'Wat wilt u van me?' vroeg ze.
Thatcher glimlachte, alsof hij wilde zeggen: Goed, ik heb mijn werk gedaan. Nu is het jouw beurt.
'Ik zou graag met u willen praten over uw ervaringen hier,' zei ik haastig. 'Zo rijk opgroeien en...'
'Ervaringen?'
'U hebt een uniek verleden, en ik dacht dat uw opvattingen over de wereld van Palm Beach heel informatief zouden zijn en bijdragen tot mijn werk,' bracht ik er met moeite uit. 'Het is niet gemakkelijk om mensen te vinden met duidelijk andere perspectieven en opinies.'
Ze keek me nog strakker aan. Mijn hart bonsde fel. Haar ogen namen mijn gezicht scherp op, haar lippen gingen open en vertrokken in die zachte glimlach. Ik hield mijn adem in. Zou ze het er gewoon uitgooien en me op de man af vragen of ik Claude De Beers dochter was? Haar dochter?
Maar voor ze kon reageren, kwam Linden naar voren.
'Dat is belachelijk!' riep hij en ging naast haar staan, duwde haar praktisch opzij. 'Zijn we soms een nieuwe soort die moet worden ontleed? Worden we uitgekozen om onze financiële situatie? Wie heeft je hiertoe aangezet?' vroeg hij kwaad.
'Niemand! Ik dacht alleen... ik bedoel, toen ik over u hoorde...'
'O, zo zit het dus. Je hebt over ons gehoord? De mensen praatten over ons, hè? Er werd over ons geroddeld en je vatte het idee op om hierheen te komen en ons te exploiteren.'
'Linden,' zei Thatcher zacht, 'bedaar een beetje.'
'Nee! Hoe vaak moeten we nog belachelijk worden gemaakt in iemands column of salon, hè? Hoe vaak moeten we nog vernederd worden omdat we niet worden uitgenodigd op een of ander bal of liefdadigheidsevenement, hè?'
'Daar weet ik allemaal niets van,' zei ik. 'Ik kwam hier om met meneer en mevrouw Eaton te praten, en toen hoorde ik over u, en -'
'Zie je nou wel!' schreeuwde Linden, en schudde met zijn rechterwijsvinger in de lucht tussen hem en Thatcher. 'Je ouders hebben haar naar ons toegestuurd, Thatcher. Hebben ons uitgemaakt voor een rare curiositeit, gekooid op het strand van het landhuis.'
'Kalm, Linden,' zei Thatcher zachtjes. 'Je weet dat mijn ouders dat niet doen, en bovendien wil niemand jou of je moeder van streek maken.'
'Ga dan weg. Laat ons met rust.'
Zijn gezicht zag vuurrood, zijn ogen puilden uit en de aderen in zijn nek zwollen op.
'Alsjeblieft, Linden, windje niet zo op,' zei mijn moeder.
'Zeg dan dat ze weggaan!' gilde hij.
'Oké, Linden, oké,' zei Thatcher. Hij pakte me bij mijn arm. 'Sorry dat we je gestoord hebben, Grace. Zoals je hebt gehoord, was de jongedame gewoon op zoek naar diverse zienswijzen en benaderingen van Palm Beach. Zonder enige kwade bedoeling, geloof me. Ik herinner me nog dat ik een project moest doen toen ik nog student was. Het is niet gemakkelijk om afhankelijk te zijn van de vriendelijkheid van vreemden.'
'Het verbaast me dat we geen honorarium aangeboden kregen,' mompelde Linden.
'Is dat soms waar je op uit bent, Linden?' kaatste Thatcher terug.
Het bloed trok weg uit Lindens gezicht. 'Wat denk je wel dat ik ben, een advocaat, die mensen elke minuut in rekening brengt?'
Thatcher lachte. 'Oké. Sorry, Grace, herhaalde hij en trok me mee het huis uit.
Mijn moeder had me de hele tijd geobserveerd en ook ik had mijn blik geen seconde van haar afgewend. Een verdrietige uitdrukking gleed over haar gezicht, en bijna deed ze een stap naar voren om ons te beletten weg te gaan, maar Linden ging onmiddellijk tussen ons in staan en smeet de deur dicht zodra we buiten waren. Ik kon geen
woord meer tegen mijn moeder zeggen, en zij niet tegen mij.
ik heb je gewaarschuwd.' zei Thatcher. Hij voelde zich nu vrij om uiting te geven aan zijn woede. 'Hij is degene die naar een kliniek voor geesteszieken gestuurd had moeten worden, niet zij. Ik heb medelijden met haar dat ze die last te dragen heeft.'
Hij zei het tegen de gesloten deur en draaide zich toen om naar mij.
'Gaat het een beetje?' vroeg hij. 'Je staat gewoon te beven!'
'Het gaat prima,' antwoordde ik, sloeg mijn armen om me heen en liep snel de loggia af, het pad op. Hij haalde me snel in.
'Hé, rustig aan,' zei hij en pakte mijn arm beet. 'Trek het je niet aan. Ik zal je een paar prima onderwerpen geven. Mensen die je geen moment de mond zult kunnen snoeren; ze zullen je ook alle intieme details vertellen over hun eigen leven. Hier lopen sommige mensen met hun verstoorde gezinsleven te koop alsof ze een prijs verdienen voor hun prestaties.'
Met gebogen hoofd liep ik naast hem verder naar het grote huis.
'Neem Helen Krescan bijvoorbeeld,' ging hij verder. 'Ze weet dat haar man zijn vriendin op zijn jacht laat wonen, dat hier vlakbij in dc haven van Palm Bcach ligt. Ze klaagt er voortdurend over bij haar kapper, maar denk je dat ze wil scheiden? Welnee. Ze baadt liever in zelfmedelijden of gebruikt het om de aandacht te trekken. Je zult het prachtig vinden om met haar te praten. Ze zal je nog veel meer vertellen dan alleen over haar eigen man. Ze kent alle roddels over alle mannen. Je kunt haar morgen ontmoeten, als je wilt.
Hé,' zei hij, toen ik geen antwoord gaf. 'Gaat het wel goed met
je?'
'Ja. Ik weel het niet. Misschien is dit project een slecht idee.'
'Dat geloof ik niet. Het lijkt me zelfs een uitstekend idee. Geef het niet direct op door deze ervaring,' zei hij, met een knikje naar het strandhuis.
'Ik kan maar beter weggaan,' mompelde ik, meer tegen mezelf dan tegen hem. Ik staarde naar de zee. Er waren nu zeilboten op zee, en ook een schitterend jacht, zo roerloos tegen de horizon, dat het onwezenlijk leek. Het maakte de indruk van een filmset, een geschilderd decor.
Het was al te gemakkelijk hier om je te laten meeslepen door il- lusies en fantasieën, dacht ik. Deze plaats was te gevaarlijk voor me, vooral nu, nu ik kwetsbaarder was dan ooit.
'Geen sprake van,' zei Thatcher. 'Je kunt niet weg. Je moet een afspraak nakomen, en denk eraan, ik ben advocaat. Ik kom je om zeven uur halen. Na één goed interview ben je weer op de juiste weg. Geloof me maar. Bovendien word je morgen op de brunch van mijn ouders verwacht. Een authentieker Palm Beach-echtpaar is hier niet te vinden. Ze zijn verwend, genotzuchtig, ijdel, vol vooroordelen, maar in wezen onschuldig.'
Ik hield mijn hoofd schuin en keek hem nieuwsgierig aan.
'Wat is er?' vroeg hij.
'Je hebt totaal geen respect voor je ouders, hè?'
Hij dacht even na. ik denk dat ik ze daarvoor nooit serieus genoeg heb genomen.' Hij staarde naar het grote landhuis. 'Als je hier woont, hier bent opgegroeid, is het gemakkelijk om zinvolle relaties uit het oog te verliezen. Laat ik het zo zeggen,' ging hij verder. Hij keek peinzend voor zich uit. 'In de meeste andere plaatsen is liefde iets datje kunt aannemen omdat het al voor je klaarligt. Hier is het iets dat je moet zoeken, ontdekken onder een dikke laag van rijkdom en luxe. Soms is het er, soms niet, en als hel er niet is, koop je gewoon een andere Rolls of vliegt met de jet naar Parijs.'
Ik staarde hem aan, verbaasd over zijn openhartigheid en zijn oprechtheid. Hij leek niet op zijn gemak onder mijn indringende blik.
'Sorry dat ik zo zwaar op de hand werd,' zei hij.
'Nee, dat is in orde. Misschien ben jij wel het beste onderwerp voor mijn studie,' flapte ik eruit. Hij moest erom lachen.
ik hoopte datje dat zou denken. Ik sla lotje beschikking.'
'Een drukke advocaat zoals jij?' plaagde ik. 'En al je cliënten dan?'
'Laat eens zien.' Hij kneep met zijn rechterhand in zijn kin terwijl hij sprak. 'De dringendste zaak op het ogenblik is de verdediging van Harry Stevens, de miljardair wiens jacht het dok beschadigde. De stad wil dat hij alles herbouwt, en Harry dreigt met een proces. Ik denk dat ik wel wat vrije tijd heb.'
Ik lachte en liep verder met hem door het huis en naar mijn auto.
'Ga nu wat rusten,' zei hij. 'Ik ben van plan je een prettige avond te bezorgen en ook iets van het nachtleven in Palm Beach te laten zien.'
Hij deed het portier voor me dicht en bleef me nakijken toen ik wegreed. Het hek opende zich als de magische poort in een Arabisch sprookje. Ik reed naar buiten en zag dat het achter me weer dichtging. Ik was weer in de werkelijke wereld, dacht ik, en mijn moeder bevond zich achter die muren, maar, en dat was belangrijker, ook achter de muren van haar eigen droefheid en teleurstelling.
Ik heb een grote fout gemaakt, besloot ik. Ik had van begin af aan eerlijk moeten zijn. Ik had haar met de waarheid moeten confronteren in plaats van dat verzinsel op te dissen. Ze keek alsof ze me welkom zou hebben geheten. Ik kon het voelen in haar blik.
En nu was er Linden, wiens vertrouwen nu des te moeilijker te winnen zou zijn. Als en wanneer ik de waarheid vertelde, zou hij misschien geloven dat het ook een leugen was, of in ieder geval dat mijn motieven verkeerd waren. Zou hij me ooit begroeten als zijn halfzuster? Ik had nog nooit zoveel pijn en verdriet gezien in de ogen van een jongen, zelfs niet in papa's kliniek. Waarom was hij geestelijk zo in de war? Had hij dat van onze moeder geërfd? Zou ik het ooit weten? Waren er nog duisterdere geheimen dan ik al kende?
Ook al had Thatcher de spot gedreven met de gretigheid van mensen om hun sociale perikelen rond te bazuinen, misschien bouwden ze die hoge muren niet alleen om de buitenwereld te beletten binnen te komen, maar ook om bepaalde waarheden binnen te houden. Per slot, hoe rijker ze waren, hoe dichter de deuren, hoe sterker de sloten, hoe steviger de kluizen, en hoe dieper de schaduwen die als spinnenwebben in de hoeken van hun landhuizen hingen.
Honger en de behoefte om me te ontspannen brachten me terug naar het hotel, waar ik me verkleedde en naar het zwembad ging om daar te lunchen. Ik besloot daarna een badpak te kopen, omdat ik er geen had meegenomen. Ik vond een rustig plekje in de schaduw, waar ik kon nadenken. Een tijdje kon ik de geluiden van de andere gasten, het gelach van de kinderen, de muziek en alles om me heen uitschakelen. Ik viel in slaap en werd met een schok wakker, omdat ik voelde dat er iemand in de buurt was. Toen ik mijn ogen opendeed, zag ik een man van dik in de zestig, misschien wel zeventig, die naast mijn ligstoel stond en me aanstaarde. Hij had een hoog glas in de hand, waaruit een geel papieren parapluutje stak. Toen ik mijn ogen opendeed, keek hij naar me met een glimlach alsof hij een verloren gewaand familielid was, dat me net had gevonden.
'Ja?' vroeg ik. 'Kan ik u ergens mee helpen?'
ik hoopte dat ik u zou kunnen helpen,' zei hij. 'Ik zat daar.' Hij wees naar de stoel tegenover de mijne. 'Ik zag dal u in slaap viel.' Hij keek op zijn Rolex. 'U hebt bijna anderhalfuur geslapen, en dat met al dit lawaai. U was zeker erg moe, hè?'
'Ja.' Ik ging rechtop zitten en streek mijn haar uit mijn gezicht.
'Zware avond gehad?'
'Nee,' zei ik nadrukkelijk. De toon van zijn stem beviel me niet.
Hij lachte alsof ik niet de waarheid sprak. 'Zodra ik uw oogleden zag trillen, heb ik een van deze voor u besteld... pina colada. Hier.' Hij wilde me het glas overhandigen.
'Nee, dank u.'
'O, maar u moet! Het is geluk in een glas, geloof me,' drong hij aan, en hield zijn arm uitgestrekt.
Wie was die man en wat wilde hij? Hij was ongeveer even lang als ik en zeker tien kilo te zwaar. Zijn grijze haar was zo dun dat zijn kale schedel te zien was, die bespikkeld was met levervlekken. Het grijze borsthaar krulde als pianosnaren over zijn uitpuilende buik en vormde een kleine cirkel rond zijn navel. Op zijn uitgezakte borst waren kleine moedervlekken te zien. In de tailleband van zijn boxerzwembroek staken twee dikke sigaren. Zijn magere benen waren geribbeld met gezwollen aderen. Hij droeg een paar leren slippers, en op zijn enkels waren paarse en blauwe plekken te zien. Om zijn hals droeg hij een opzichtige gouden ketting.
'Ik hou niet van zoete, sterke drankjes,' zei ik, en eindelijk trok hij zijn arm terug.
'Geen wonder dat u zo'n figuur hebt,' merkte hij op. Toen keek hij naar het drankje, aarzelde even en dronk het toen hoofdschuddend zelf op. 'Ik kan er geen nee tegen zeggen.'
Ik knikte. Ik wist zeker dat hij in dat opzicht de waarheid sprak.
'Ik denk dat u hier alleen bent,' ging hij verder. 'Heb ik gelijk?'
'Ja.'
'Wat doet een mooie jonge vrouw als u hier in haar eentje?' Hij glimlachte en hield zijn hoofd schuin alsof hij het antwoord al wist en alleen op bevestiging wachtte.
Ik had echt geen zin om een gesprek te voeren met iemands grootvader, maar ik wilde niet onbeleefd zijn.
ik ben hier maar voor korte tijd. Ik doe wat research.'
'Research? Eh-eh. Dat is een nieuwe, maar een goeie.'
'Pardon?'
'Hé,' zei hij, terwijl hij op de stoel naast me ging zitten. 'Ik verlang nooit van een vrouw dat ze eerlijk tegen me is, of het over haar leeftijd, haar gewicht of haar vorige liefdesavonturen gaat,' zei hij lachend. Hij nam nog een slok van zijn pina colada.
Ik staarde hem aan. Wilde die ouwe vent met me flirten? Alleen de gedachte al maakte me misselijk.
'Neem me niet kwalijk,' zei ik, pakte mijn handdoek en stak mijn voeten in mijn slippers, 'maar ik moet naar binnen.'
'Hé, kalm. Ben je vrij vanavond?'
'Wat zegt u?'
ik heb geen plannen. Ik vroeg me af of je zin had om met me te gaan eten. Later op de avond is er een party op het jacht van een vriend van me. Misschien heb je weieens van hem gehoord, Michael Thomas?'
'Nee,' zei ik. Ik glimlachte ongelovig, maar ik denk dat hij dacht dat ik geamuseerd was.
'Hij is de kleinzoon van de oprichter van Thomas' deurenfabriek. Die familie. Je zult daar veel mensen ontmoeten, interessante, rijke mensen. Niet dat ik niet interessant en rijk genoeg ben.' Hij lachte en nam weer een slok. 'Mijn naam is Gordon Lauer,' zei hij en wachtte op mijn reactie. 'Breston-Lauer, het parfumbedrijf?' 'O.'
'Ja,' zei hij glimlachend. 'Ik zal je een levenslange voorraad geven van onze beste producten.'
'Dank u, maar ik denk dat u zich vergist,' zei ik glimlachend. 'Ik ben hier niet om plezier te maken. Bedankt voor uw uitnodiging.' Ik stond op.
Hij bleef met een verbaasd en ongelovig gezicht zitten toen ik wegliep. Waarom zou een man van zijn leeftijd denken dat ik met hem uit wilde, hoe rijk hij ook was? Ik wist niet of ik geamuseerd of kwaad moest zijn, maar ik wilde naar boven en hier zo gauw mogelijk vandaan.
In mijn kamer vond ik een boodschap van dr. Anderson. Hij had een afspraak voor me geregeld met twee andere families. Hij had hun namen en telefoonnummers achtergelaten. Het hernieuwde mijn schuldgevoelens en mijn woede op mezelf omdat ik dat smoesje bedacht had. Ik moest een manier vinden om de waarheid te vertellen, dacht ik, vooral tegen mijn moeder, en wel zo gauw mogelijk.
Voorlopig moest ik me gereedmaken om te gaan eten met Thatcher Eaton. Ik voelde me een beetje schuldig omdat ik iets van opwinding bespeurde bij het vooruitzicht en mijn uiterste best deed me zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Papa's dood was nog te recent. Wat voor recht had ik op zelfs het geringste pretje, en bovendien, wat had dit te maken met het echte doel waarvoor ik hier gekomen was?
Opnieuw leverde ik strijd met mezelf. Een deel van me rationaliseerde mijn handelingen, rechtvaardigde ze: Hij helpt je contact te krijgen met je moeder. Kijk maar hoe moeilijk Linden was. Je hoort dankbaar te zijn dat Thatcher hier is en belangstelling voor je toont.
Jok niet tegen jezelf, Willow De Beers, zei een innerlijk stemmetje dat heel erg op de stem van mijn adoptiemoeder leek. Wees tenminste eerlijk. Je voelt je tot hem aangetrokken. Je bent van hem gecharmeerd, en nu probeer je die prikkeling op een ander niveau te brengen. De ontmoeting en kennismaking met je moeder is op een laag pitje gezet.
'Nee, dat is niet waar,' schreeuwde ik bijna tegen mijn spiegelbeeld.
Ik kon het ijle, spottende lachje van mijn stiefmoeder horen. Ik draaide me af van de spiegel en ging op het bed zitten. Ik zou Thatcher moeten bellen en het afzeggen, dacht ik.
En wat dan? Teruggaan en op de deur van het strandhuis bonzen ? Denk je eens in wat Lindens reactie daarop zou zijn. Je zou het voorgoed kunnen bederven. En hoe zou het dan thuis zijn - met een woedende Allan en een onderbroken studie? Je zou in die draaikolk van waanzin kunnen vallen waarvoor je je hele leven bang bent geweest, Willow De Beers.
'O, dit is belachelijk,' riep ik uit. Ik sprong op om me te gaan douchen en mijn haar te wassen. Daarna borstelde ik het zo hard dat ik er bijna een paar lokken met wortel en al uittrok. Ik deed alleen wat lippenstift op en trok de mooiste jurk aan die ik bij me had. Niemand kan zich ooit in zo'n woede hebben verkleed, dacht ik, nog steeds in conflict met mezelf en kwaad over dat handeltje met Thatcher.
Terwijl ik me nog steeds afvroeg of ik dat afspraakje om te gaan eten niet te veel opblies, ging de telefoon.
ik kan bovenkomen om je af te halen,' zei Thatcher. ik wist het niet zeker en dacht dat ik beter eerst kon bellen om te horen of je al bijna klaar bent. De meeste vrouwen in Palm Beach bekommeren zich niet erg om tijd, althans niet de vrouwen die ik ken.'
'Je moet vaker de stad uitgaan,' antwoordde ik, en hij lachte, klaarblijkelijk geamuseerd en allerminst uit het veld geslagen door mijn harde, kille toon. ik ben klaar. ïk kom zo.'
'Geweldig,' zei hij.
Waarom was ik zo kwaad op hem? Was het omdat ik bang was dat die intelligente man uiteindelijk mijn leugen zou doorzien en zich ergeren, of was ik kwaad op mezelf omdat ik me voelde als een middelbareschoolmeisje op haar eerste echte afspraakje?
Praat niet te veel, zei ik tegen mezelf. Hoe minder je zegt, hoe beter. Maar misschien was dat gemakkelijker gezegd dan gedaan, vooral tegen een man als Thatcher Eaton.
Toen ik in de hal kwam, stond hij bij de balie met de receptioniste te praten, die gefascineerd naar hem keek. Het was ook moeilijk om je aan zijn uitstraling te onttrekken. Hij droeg een effen olijfkleurig pak en een dunne, parelwitte coltrui. Het maatpak accentueerde zijn gebruinde huid en de fonkeling in zijn blauwe ogen. Lachend kwam hij naar me toe.
'Het spijt me,' zei ik onmiddellijk, doelend op mijn simpele zwarte jurkje, 'ik heb niets gekleeds bij me, omdat ik hier niet ben gekomen om uil te gaan.'
'Je hoeft je niet te verontschuldigen. Je ziet er geweldig uit,' zei hij. 'Het is een opluchting om een vrouw te zien die niet overdreven gekleed is, vooral hier.'
'Niet overdreven? Je bent een goede advocaat, heel diplomatiek,' zei ik.
Hij lachte weer en gaf me een arm. Het leek of iedereen naar ons keek. Toen we naar de deur liepen, kwam de oude man binnen die geprobeerd had me bij het zwembad op te pikken, nog steeds in short en polohemd. Hij knikte naar me.
'Je hebt je vis aan de haak geslagen, zie ik,' zei hij toen hij langsliep.
Thatcher bleef even nieuwsgierig staan. 'Wat zei hij?'
'Geen idee. Het is een afschuwelijke ouwe kerel. Hij vroeg me bij het zwembad zelfs of ik met hem uit wilde, naar een of andere party op een jacht. Hoe hij daarbij kwam is me een raadsel," mompelde ik.
Thatchers ogen glinsterden geamuseerd. Hij knikte naar de parkeerwachter, die opsprong om Thatchers Rolls te gaan halen.
'Waarom vind je dat zo grappig van die ouwe vent?' vroeg ik.
'Hij nam aan dat een jonge vrouw alleen hier is voor het Palm Beach-spel,' legde Thatcher uit. Hij was de parkeerwachter vóór en hield het portier voor me open. Ik stapte snel in en hij liep om de auto heen om aan de andere kant in te stappen.
'Wat voor spel?' vroeg ik.
Glimlachend reed hij weg. 'Je zou verbaasd staan als je wist hoeveel jonge, aantrekkelijke vrouwen hiernaartoe komen met de opzet om de maîtresse, of hopelijk echtgenote, te worden van een of andere rijke oude man. Veel van die vrouwen logeren in dit hotel omdat hel een goed jachtterrein is.'
'Nou, daar hoor ik beslist niet bij,' zei ik fel.
Hij begon te lachen, keek me aan en schudde toen zijn hoofd.
'Wat is er?'
'Dal weet ik nog niet. Ik zal mijn oordeel voorlopig moeten opschorten. Je voldoet aan de eerste helft van de definitie.'
'Wat bedoel je daarmee?' Ik stak mijn ergernis niet onder stoelen of banken.
'Je bent zeer zeker jong en aantrekkelijk.'
'Net iets vooreen rijke, arrogante man om te denken dat elke jonge en aantrekkelijke vrouw achter zijn geld aan zit.'
Hij lachte nog harder.
'Nou, heb ik gelijk of niet?'
'Misschien,' zei hij, knikkend. 'Ik weet niet wat voor theorieën je hebt over een van de rijkste plaatsen in Amerika, maar je kunt weieens vooreen paar verrassingen komen te staan,' zei hij. Het klonk als een waarschuwing.
Ik heb al genoeg verrassingen gehad in mijn leven, dacht ik. Liever niet.
'Dit is Worth Avenue,' ging Thatcher verder toen we de brede straat indraaiden. 'Een van de chicste en duurste winkelcentra ter wereld,' voegde hij er grijnzend aan toe. 'Net als Rodeo Drive in Beverly Hills of El Paseo in Palm Desert, Californië.'
'Dit kun je nauwelijks een winkelcentrum noemen,' merkte ik op, terwijl ik staarde naar de chique winkels, warenhuizen, boetieks en restaurants. Alles zag er fris en nieuw uit, fonkelde als de diamanten en het goud die de rijke bewoonsters als hun namaakjuwelen beschouwen.
'Ik weet niet hoeveel je over Palm Beach bekend is. De mensen zijn altijd verbaasd als ze horen dat het maar een strook land van eenentwintig kilometer is. In zekere zin is het een schepping van Henry Morrison Flagler toen hij in 1894 het Royal Poinciana Hotel opende. Zijn huis is nu het Flagler Museum bij Cocoanut Row. Je moet er eens gaan kijken als je tijd hebt.'
ik zal wel zien,' zei ik ontwijkend.
'Vroeger was er op de noordelijke punt van het eiland een legerbasis, die de kust moest verdedigen en ervoor zorgen dat er geen Duitse onderzeeërs konden landen. Nu is er een eliteleger dat ervoor moet zorgen dat er geen uitschot aan land komt,' grapte hij.
'Het seizoen duurde vroeger niet langer dan tien weken, maar nu gaal het door tot eind april,' ging hij verder, op de toon van een reisleider.
'Veel van deze bouwwerken, winkels en flatgebouwen zijn ontworpen door de beroemdste architect van het eiland, Addison Mizner. Hij heeft het Montgomery House gebouwd. Of is er althans mee begonnen.'
'O?'
'Hij heeft deze moors-mediterrane stijl in zwang gebracht. Het beroemdst is waarschijnlijk het Mar-a-Lago, nu eigendom van Donald Trump. Het is gebouwd door Edward F. Hutton voor zijn vrouw, Marjorie Merriweather Post, de erfgename van de ontbijtproducten. Het is een landgoed van acht hectare en het huis bevat meer dan honderd kamers. Er is een golfbaan met negen holes, een toren van drieentwintig meter, cottages, cilrusplantages, orangerieën en een ondergrondse tunnel naar het strand. Trump heelt er een privé-club van gemaakt. Ik zal je er weieens mee naartoe nemen als je wilt.'
'Hangt ervan af,' zei ik.
'Waarvan?'
'Hoeveel tijd ik besteed aan amusement en hoeveel aan werk,' antwoordde ik.
We hielden stil voor een restaurant, Ta-Boo genaamd. De gerant herkende Thatcher en kwam hem onmiddellijk begroeten. Ik keek naar de vrouwen en mannen die aan de lange bar zaten te drinken, praten en lachen. Veel vrouwen waren aantrekkelijk en droegen sexy, kostbaar uitziende kleding.
'En wie mag dat knappe jonge ding wel zijn?' vroeg de gerant aan Thatcher.
'Pas maar op, ze stelt een onderzoek in naar Palm Beach,' waarschuwde Thatcher hem.
Hij lachte en ging ons voor naar een tafel in de serre.
iedereen die iets voorstelt in deze stad komt hier op een of andere avond in de week,' zei Thatcher. 'De gezamenlijke rijkdom van de mensen die hier eten en drinken komt waarschijnlijk dicht in de buurt van het bruto nationale product van de meeste derdewereldlanden.'
Ik keek om me heen en was het heimelijk met hem eens.
'Ondanks de locatie zijn de prijzen niet extreem,' zei Thatcher toen de ober ons een menukaart bracht en vroeg of we een aperitief wensten.
Thatcher keek naar mij.
'Ik aarzel nog,' zei ik.
Hij bestelde een Cosmopolitan, en ik deed net of ik wist wat het was en bestelde hetzelfde.
'Zo,' zei hij, 'heb je, afgezien van de bejaarde Don Juan bij het zwembad, nog wat kunnen rusten?'
'Ja, maar ik ben hier niet voor mijn rust.'
'Nog steeds teleurgesteld over de Montgomery's?' vroeg hij.
'Ja. Ik blijf nieuwsgierig naar ze, hoe ze hier terecht zijn gekomen.'
Hij haalde zijn schouders op. 'Het meeste van wat ik over hun verleden weet, heb ik van horen zeggen. Ik was nog maar een kleine jongen toen Grace Montgomery terugkwam uit - zoals iedereen weet - een kliniek voor geesteszieken in South Carolina.
In het begin probeerde de moeder van Grace, Jackie Lee, de Palm Beach-society voor de gek te houden door het verhaal te verspreiden dat Grace een hersentumor had en geopereerd moest worden, maar toen de tijd verstreek, werd de fictie door de waarheid achterhaald, en Jackie Lee werd geschrapt van de A-lijst.'
'Wat betekent dat precies?'
'In Palm Beach is dat zo ongeveer of je een melaatse bent. Ze kreeg geen uitnodigingen meer voor belangrijke bals, diners en party's. Ze was toen al met Kirby, van wie iedereen gelooft dat hij Grace heeft verleid en zwanger heeft gemaakt, en dat zou haar geestestoestand verergerd kunnen hebben. Toen Jackie Lees vermogen uitgeput was en ze haar reputatie kwijt was, besloot Kirby graziger weiden op te zoeken.'
'Wanneer is Linden geboren?'
'Ongeveer een jaar voordat Grace naar de kliniek ging. Jackie Lee wist haar verhaal een hele tijd in stand te houden, zeggen mijn ouders, omdat Grace zo teruggetrokken was en zich afzonderde; maandenlang had geen van haar leeftijdgenoten haar gezien of gesproken, dus kon ze zwanger zijn geweest zonder dat iemand het wist.'
'Waarom lieten ze toe dat ze een kind kreeg?'
'Bunny, mijn moeder, zegt dat Grace haar zwangerschap geheimhield en zelfs een korset droeg. Ze zegt dat het een deel was van haar waanzin of schaamte. Het is niet ongewoon dat een vrouw zichzelf de schuld geeft van de agressie van een man. Ik heb sommige cliënten van me moeten overhalen om hun man aan te klagen, omdat het niet meer dan terecht was.'
'Wat heeft Jackie Lee gedaan om de indruk te wekken dat ze zwanger was, kussens onder haar jurk gestopt?'
'Je raadt het.'
'Dat vind ik moeilijk te geloven.'
'Niet echt. Neem het maar aan van iemand die het weet,' zei hij. 'Voor de inwoners van Palm Beach is het scheppen van fantasieën over zichzelf een salonspelletje, en zelfs als je weet dat iemand maar wat verzint, doe je er toch aan mee. Dat wordt bijna als welgemanierd beschouwd.'
'Wat doet Linden?' vroeg ik. ik bedoel, schildert hij alleen, of heeft hij iets gestudeerd?'
Thatcher lachte.
'Wat is daar voor grappigs aan? Je zei zelf dat hij niet veel geld verdiende met schilderen, toch?'
'Je merkt altijd direct als iemand niet uit Palm Beach komt. De mensen hier doen niets. Ze leven om geld uit te geven, niet om te verdienen. Als je dat niet weet, kom je niet uit Palm Beach.'
'Maar je zei dat de Montgomery's arm zijn.'
'Volgens de opvattingen van Palm Beach, maar niet in werkelijkheid. Ze hebben een aardig inkomen uit de huuropbrengst en wat geld uit een trust en ze hebben een uitkering. Linden is gewoon een schilder, dat gelooft hij tenminste. Zoals ik al zei, nu en dan koopt iemand een van zijn schilderijen bij wijze van amusement. Ze zijn allemaal erg somber en deprimerend, maar ze zijn nu iets waarover je praat op cocktailparty's. Als het je echt interesseert, zal ik een keer met je naar de Richard Hanson Gallery gaan op Worth Avenue, dan kun je er een paar zien.'
'Je zei dat de mensen hier leven om geld uil te geven, niet te verdienen,' merkte ik op. Hij lachte.
ik zie mezelf graag als anders dan de anderen.' Hij keek me onderzoekend aan. 'Dat doe jij ook, hoop ik.'
'Ik ken je niet goed genoeg om dat nu al zeker te weten.'
De ober kwam met onze drankjes voor hij kon antwoorden.
'Goed dan,' zei hij, toen de ober weer weg was. 'Op je voornemen me goed genoeg te leren kennen.'
Hij klonk met me en keek over de rand van het glas terwijl hij dronk, met pretlichtjes in zijn ogen.
' Waar ben je mee bezig, Willow De Beers?' vroeg ik me af. Hou hiermee op en vergeet niet waarom je hier bent gekomen voordat je...
Voordat ik wat?
Het was niet zo'n moeilijke vraag. Het antwoord lag in Thatchers glimlachjes en in mijn hart: wees voorzichtig voordat je in iets terechtkomt waaruit je niet kunt - of wilt - ontsnappen.