***

Epiloog

Ik had gemengde gevoelens ten aanzien van het rekken van mijn verblijf tot ik Echo zou kunnen vergezellen naar haar school. Ik kon merken hoe verscheurd ze zich voelde, achteromkijkend naar ons en dan weer naar de school en de beloftes die hij voor haar belichaamde. Ze knuffelde me en hield me vast alsof ze geloofde dat ze me nooit meer zou zien. Ik beloofde dat ik terug zou komen, legde uit dat ik in ieder geval al terug zou zijn voor de komende rechtszaken.

Tyler kwam het gebouw uit, liep met haar mee naar binnen en hielp haar zich te installeren. Het maakte duidelijk een enorm verschil. Toen ze in haar kamer was liepen hij en ik terug naar het parkeerterrein, terwijl mevrouw Westington bij Echo bleef om haar te helpen met uitpakken.

'Ze zal hel hier naar haar zin hebben,' zei hij.

'Dat weel ik. Maar het is moeilijk voor mevrouw Westington. Het is of je kind voor het eerst naar school gaat.'

'Ja, feitelijk is het ook haar eerste schooldag. Dus je gaat naar Seattle?'

'Ja. Mijn zus zal me daar op een school inschrijven. Bedankt dat je me geholpen hebt met de voorbereidingen voor het vervangende eindexamen. Het zal me beslist goed van pas komen als ik weer echt naar school ga.'

'O, zeker. Je zult een goede leerlinge zijn,' zei hij, terugvallend in zijn koele, beoordelende toon. Hij besefte het onmiddellijk en glimlachte. 'Schrijf me een regeltje als je kunt, om me te laten weten hoe het met je gaat.'

'Ik zal het doen, en schrijf dan ook terug.'

'Reken maar. Ik zal mevrouw Westington ook in het oog houden.' zei hij toen we op de parkeerplaats stonden. Trevor zal te wachten in de auto; mevrouw Westington was nog niet naar buiten gekomen.

'Dat zou ik heel prettig vinden.'

Hij dacht even na en draaide zich toen naar me om. 'Hoor eens, April, het spijt me heel erg van -'

'Niet doen. Laten we net doen oi" het nooit gebeurd is, oké? Ik kom terug en dan zal ik veranderd zijn en jij zult veranderd zijn en dan zien we wel wal dat voor ons betekent.'

Hij glimlachte. 'Uitstekend. Doe Destiny de groeten van me, wil

je?'

'Je weet dat ik dat wil,' zei ik en hij moest lachen. Hij wilde teruglopen naar het gebouw, bleef staan, pakte mijn hand weer vast om me naar zich toe te trekken en zoende me.

'Dag,' fluisterde hij, en liep toen terug. Ik keek hem na tot hij binnen was. Trevor had alles gezien, maar zei niets. Even later kwam mevrouw Westington tevoorschijn en hij stapte uit om het portier voor haar open te houden. Ze foeterde hem uit.

'Ik heb geen chauffeur nodig,' snauwde ze. 'Ik ben Miss Daisy niet.'

Hij schudde zijn hoofd en ging achter het stuur zitten. Op weg naar huis was mevrouw Westington opvallend zwijgzaam. Trevor en ik praatten aan één stuk door, om geen lange momenten van stilte te laten vallen.

Toen wc aankwamen, wankelde ze iets meer dan anders bij het uitstappen. 'Ik begin mijn leeftijd te voelen,' merkte ze op. 'Ik denk dal ik wat gas terug zal moeten nemen.'

'Wat hebt u me eens verteld? Als je aan slechte dingen denkt, gebeuren er slechte dingen. Geef geen goede raad als u die zelf niet opvolgt,' vermaande ik, en ze begon te lachen.

'Moet je eens zien wal ik op de wereld heb losgelaten, Trevor,' zei ze.

'Ja, mevrouw. U hebt het goed gedaan.'

Ze knikte en keek toen achterom in de richting van de school. 'Ik hoop dat ze niet bang is vannacht.'

'Ik heb haar Mr. Panda gegeven. Die ligt vannacht naast haar,' zei

ik.

Ze trok haar wenkbrauwen op, alsof ze van plan was de draak ermee te steken, maar knikte toen slechts. 'Dat zal waarschijnlijk wel helpen,' gat' ze toe, en we gingen naar binnen.

Ik moest mijn spullen bijeenzoeken. Brenda had gebeld om le zeggen dat alles klaar was in het nieuwe huis en me te vertellen hoe ik moest rijden. Veel had ik niet. Trevor zette een paar van de dozen met oom Palavers eigendommen in de kofferbak en op de achterbank naast Destiny.

'Je zult wel de aandacht trekken als je met die pop in je auto rijdt,' zei hij. 'Maar aan de andere kant moetje heel dichtbij komen om te zien dat het een pop is.'

'Als je heel dichtbij komt, besef je dat het niet zomaar een gewone pop is,' zei ik. Hij glimlachte.

'Mijn overgrootmoeder had een magische pop; ze had iets met voodoo te maken. Ik zeg het nooit tegen mevrouw Westington. Ze lacht me uit om mijn zogenaamde bijgeloof. Ik zet ook een doos wijn in je auto. Misschien houden je zus en haar vrienden ervan.'

'Reken maar. Dank je, Trevor.'

Ik keek naar hel huis. Afscheid nemen van mevrouw Westington zou moeilijk worden, zelfs met de belofte dat ik gauw terug zou komen. Ze hield zich bezig in de keuken en deed net of er niets bijzonders was gebeurd of zou gebeuren.

ik heb een paar sandwiches voor je gemaakt,' zei ze toen ik in de keuken kwam. 'Ik wil niet datje in een van die smerige, vervallen restaurants onderweg eet, waar de vrachtwagenchauffeurs komen.'

'Dank u,' zei ik en nam de plastic tas van haar aan.

'Weet je zeker dat je alles hebt?'

'Als ik iets vergeten heb. dan krijg ik dat wel als ik terugkom.'

'Natuurlijk,' zei ze.

'U weel dal ik terug moet komen.'

'Natuurlijk moet je dat.'

'U gaat toch niet ziek worden als ik er niet ben, hè?'

'Waarom vraag je dat?' zei ze verontwaardigd. 'Ik heb hier genoeg te doen om bezig en gezond te blijven. Wie heeft er nou tijd om ziek te worden? Ik kan niet op die man of die dienstmeid vertrouwen om alles piekfijn in orde te houden.'

'Oké. Ik wil u bedanken -'

'Hou op voor je begint,' zei ze op scherpe toon. 'Dat is iets voor vreemden, al dat bedankt voor dit en bedankt voor dat. Daar zijn wij overheen. Ga gewoon doen wat je moet doen en zorg dat je succes hebt. Dat is de manier om me te bedanken, kind.' 'Goed. Mag ik u een afscheidszoen geven?'

'Nee. Geef me gewoon een zoen en ga op weg en rij extra voorzichtig.'

'Jawel, mevrouw,' zei ik. Ik omhelsde haar. Ze voelde zo broos en klein en toch als een wereld vol liefde. Ik wilde haar niet loslaten, evenmin als Echo mij had willen loslaten. Maar ik deed het. En ik glimlachte, en ik huilde niet.

'Die meid is weer te laat," mompelde ze en wendde zich haastig af. 'Ik snap niet waarom ik haar niet wegstuur.'

'Ja,' zei ik, alsof ik het al duizend keer gehoord had en nog eens duizend keer zou horen.

Langzaam liep ik naar buiten. Ik verwachtte niet dat ze me zou volgen en op de veranda naar me zou staan zwaaien. Trevor stond bij mijn auto en maakte de ramen schoon.

'Oké dan,' zei hij. 'Pas goed op jezelf, hoor je?'

'Ik zal het doen. En ik kom terug om je te helpen met de oogst.'

'Als je er maar aan denkt die druiven te behandelen als vloeibaar goud.'

'Ik zal eraan denken. Ik beloof het je. Zorg goed voor haar.' Ik omhelsde hem en ook hij bleef me lange tijd vasthouden.

'Voor haar zorgen?' zei hij toen ingestapt was. 'Weinig kans. Zij zal voor mij zorgen tot een van ons in de schaduw verdwijnt.'

'Hou die schaduw op een afstand.'

'Ja, dame.'

Hij deed een stap achteruit. Ik startte de motor, keek achterom naar Destiny, die me plotseling peinzend leek aan te staren. En toen reed ik weg, maar stopte even aan het eind van de oprijlaan om een laatste blik te werpen op het huis.

Ze stond achter het raam aan de voorkant naar me te kijken.

Ook al wilde ze het eigenlijk niet.

Ze was er en ze zou er altijd zijn.