***

15. Bis!

Tyler wilde niet meteen naar huis nadat ik hem verteld had dat mevrouw Westington de volgende ochtend geopereerd zou worden. We waren het er natuurlijk over eens dat we het Echo voorlopig nog niet zouden vertellen. De volgende ochtend zou ik haar meenemen naar hel ziekenhuis onder het mom van een gewoon bezoek. We besloten haar bezig te houden tot ze moe genoeg was om in slaap te vallen en haar op die manier te beletten aan de nare dingen te denken die er waren gebeurd en nog konden gebeuren. Eigenlijk was het ook voor mij een goede therapie.

Tyler hielp me al oom Palavers goocheltrucs naar beneden te brengen en ook Destiny de trap af te dragen, zodat ik een voorstelling kon geven in de zitkamer. Ik ging terug naar de camper om nog meer van de trucs te halen die we in de theaters gebruikten. We lieten Echo op de bank zitten en Tyler stond rechts van me en verklaarde in gebarentaal wat ik zei.

Ik begon met net te doen of ik een zakdoek hypnotiseerde, die zich uit eigen beweging leek op te richten. Het was een simpele truc omdat een platgemaakt strootje in de zoom van de zakdoek was genaaid en ik er alleen maar op hoefde te drukken om de zakdoek omhoog te laten gaan.

Met behulp van Destiny deed ik de trucs met kaarten en verdwijnende ballen en diverse munten- en spiegeltrucs. Tyler zat in een stoel terwijl ik op magische wijze een zakdoek door zijn hoofd trok en hem een paar centimeter van zijn stoel omhoog deed rijzen. Zelfs hij was verbaasd en onder de indruk. Ik eindigde met de antwoord- pendeltruc, die me dicht bij echte magie leek te komen. Aan het eind van een koord had oom Palaver een kleine pendel bevestigd. Hij stelde een vraag aan iemand uit het publiek, en de pendel zwaaide in een rechte lijn voor een ja en in een cirkel voor een nee.

Ik haalde mijn schouders op. 'Oom Palaver kon het ook niet verklaren. Hij zei dat het op een ouderwetse wichelroede leek. Misschien wordt het beïnvloed door onze onderbewuste gedachten.' Ik glimlachte. 'Maar misschien ook niet.'

Tyler knikte. Hij keek naar Destiny, die haar armen had opgeheven terwijl ze haar hoofd schudde, en hij lachte.

'Ik geloof dat het niet altijd zo slecht voor je was onderweg met je oom.'

'Nee, maar zoals mevrouw Westington zegt, je kunt niet eeuwig blijven rondzwerven en voor jezelf weglopen, je kop in hel zand steken.'

We zagen dat Echo geeuwde.

'Tijd om te gaan slapen,' zei ik tegen haar, met een knikje naar Destiny wier ogen dichtvielen.

Echo vroeg Tyler of hij de volgende ochtend terugkwam. Hij keek even naar mij en antwoordde toen dat hij haar in het ziekenhuis zou zien, want dat hij haar oma ook wilde bezoeken. Echo was tevreden en vroeg me of ik nu ook ging slapen. Ik zei dat ik haar voorbeeld gauw zou volgen. Ik wilde eerst mijn goocheltrucs opbergen. Ze keek naar Tyler en toen naar mij en knikte. Toen ze weg was hielp Tyler me alles terug te brengen naar de camper.

'Destiny blijft bij ons in het huis,' zei ik.

We liepen naar boven om even bij Echo te gaan kijken en vonden haar slapend, met Mr. Panda in haar armen.

'Ik zie dal jij ook een dromenvanger hebt,' zei hij. 'Je neemt geen risico, hè?'

'Niet meer.'

Hij glimlachte. Alles wat er gebeurd was scheen hem innerlijk bevrijd te hebben, zodat hij minder behoedzaam was om zijn gevoelens te uilen en minder bevreesd ze te vertrouwen.

We gingen weer naar beneden. Ik zag dat hij aarzelde.

'Je hoeft niet langer hier rond te hangen, Tyler. Alles is in orde met ons.'

'Als je er geen bezwaar tegen hebt, zou ik dat toch graag willen. Dan voel ik me wat beter.'

'Oké.' zei ik verbaasd.

We gingen op de bank in de zitkamer zitten en praatten over zijn nieuwe plannen en de mijne. Ik probeerde wakker te blijven, maar

na een tijdje werden mijn oogleden te zwaar en ik voelde dal ik steeds meer tegen hem aan ging leunen. Hij stond op en legde een kussen onder mijn hoofd. Toen ging hij tegenover me zitten in de stoel van mevrouw Weslington. Toen het ochtendlicht door het raam naar binnen scheen werd ik wakker en zag dat Tyler nog in de stoel zat en zelf in slaap was gevallen.

Ik ging rechtop zitten en hij deed zijn ogen open.

'Hé,' zei hij, om zich heen kijkend, 'hoe laat is het?' Hij keek op zijn horloge. 'Wauw. Ik denk dal ik vermoeider was dan ik dacht.'

'Ik moet Echo uit bed gaan halen. Ik zal haar ontbijt klaarmaken en dan gaan we naar het ziekenhuis.'

'Goed. Dan zie ik jullie daar.' zei hij. Hij stond op en rekte zich uit. 'Mooie voorstelling gisteren,' zei hij lachend.

'Dank je.'

'Tot straks.' Hij liep haastig naar buiten.

Ik vroeg me af wat hij zijn moeder zou vertellen als hij thuiskwam en of hij dat überhaupt nog belangrijk vond.

Echo en ik douchten en kleedden ons aan. Ik zette koffie; veel eten kon ik niet. Ik had een gevoel of mijn maag vol kleine slangetjes zat. Echo dronk een glas sap en at wat muesli. Ik dacht dat ze een beetje wantrouwend was omdat ik haar aanspoorde zich te haasten en we zo vroeg op pad gingen, maar ze vroeg niets. We stapten in mijn auto en reden weg. Ik kon mijn zenuwen nauwelijks bedwingen. Al was het inbrengen van een pacemaker over het algemeen niet zo'n gevaarlijke procedure, dat was het wél voor iemand van mevrouw Westingtons leeftijd en conditie. Ik wist voldoende om te beseffen hóé gevaarlijk. Vooral dat de artsen bang waren voor een nog ernstigere beroerte.

Tyler stond al op de parkeerplaats op ons te wachten toen ik kwam aanrijden. Hij stapte snel uit om ons te begroeten. Echo was blij hem te zien, maar ook heel verbaasd. Ze bleef naar mij kijken, vragend om een verklaring. Ik wist dat wede waarheid nog maar een paar minuten geheim konden houden. Als we eenmaal binnen waren en ze merkte dat we niet naar de kamer van haar oma gingen, dan zou ze beseffen dat er iets meer aan de hand was. Ik was blij dat Tyler erbij was, die het haar kon uitleggen met zijn betere kennis van gebarentaal.

Bij de receptie vroegen we waar we naartoe konden om te wachten. Toen we in de lounge waren, legden Tyler en ik Echo eindelijk uit wat er precies ging gebeuren. Ze ging zitten en probeerde alles te verwerken; ze zag er heel bang en smalletjes uit. Ik hield haar hand vast om haar gerust te stellen. Daarmee stelde ik tegelijk mijzelf gerust. Kort na acht uur kwam dokter Battie. Ik hield mijn adem in tot ik hem zag glimlachen. Terwijl hij sprak gebaarde Tyler naar Echo.

'Het is goed gegaan,' zei de dokter. 'Wat een pit heeft die vrouw! Overeen paar uur kunnen jullie haar bezoeken. Ik zal haar laten weten dat jullie er zijn en dat ik jullie op de hoogte heb gebracht.'

Blij en met het gevoel dat er een loodzwaar gewicht van mijn schouders was gevallen, gaf ik te kennen dat ik eindelijk honger had. Tyler bekende dat hij ook niet veel ontbeten had, dus liepen we naar de kantine van het ziekenhuis. We gingen aan een tafel zitten en keken naar het personeel van het ziekenhuis en de andere bezoekers en artsen, die in en uit liepen.

'Ik zou later graag in een ziekenhuis werken,' zei Echo, 'om mensen te helpen.'

'Als je die school hebt doorlopen kun je alles worden watje wilt,' gebaarde Tyler glimlachend.

'Hoe staan dove mensen er werkelijk voor wat hun carrière betreft?' vroeg ik hem.

'Ze hebben tegenwoordig veel meer mogelijkheden. Ze is nog lang niet toe aan het kiezen van een carrière, maar het zal je verbazen hoeveel ze kan doen. Misschien zal ze op een dag in een medisch laboratorium werken of zelfs arts worden.'

'Arts?'

'Wie weet? Ze is intelligent genoeg om bijna alles te kunnen.'

Plotseling sperde Echo haar ogen open. Ik draaide me om en zag Trevor, die naar ons toeliep. Hij keek kwaad genoeg om in staat te zijn de hele kantine kort en klein te slaan. Zijn blik ging naar Tyler en toen naar mij.

'Het gaal goed met haar. En het gaat goed met ons,' zei ik haastig-

Trevors schouders ontspanden zich. 'Waarom heb je de politie niet naar het huis van mijn neef laten bellen?' vroeg hij. 'Toen ik mevrouw Westingtons huis belde en niemand aan de telefoon kreeg, belde ik een vriend van me in Healdsburg in het Mars Hotel en kreeg alles te horen. Het is het gesprek van de dag. Toen ik de afschuwelijke details hoorde, heb ik een vroegere vlucht genomen en ben meteen naar het ziekenhuis gereden.'

Hij ging zitten. 'Ze zitten dus allebei in de gevangenis?' vroeg hij.

'Ja. Skeeter werd voor nog veel meer dingen gezocht en Rhona bevindt zich in grote moeilijkheden.'

'Ik ben allesbehalve verbaasd en ook niet teleurgesteld.'

'Zal ik een kop koffie voor je halen, Trevor?' vroeg Tyler.

Trevor keek hem even scherp aan en knikte toen. 'Graag. Zwart, geen suiker,' zei hij, en Tyler sprong overeind. 'Hoe gaat het nu met mevrouw Westington?'

'Ze heeft vanmorgen een pacemaker gekregen en de dokter zegt dat het goed gaat, Trevor.'

'En de kleine hier?'

'Ze begint weer bij te komen. Het komt allemaal goed met haar. We maken het allemaal prima, Trevor.'

'Blij dat te horen. Het spijt me dat ik er niet was. Ik wist dat ik jullie niet met die twee achter moest laten. Ik wed datje me niet de hele waarheid hebt verteld over wat er allemaal in dat huis gebeurde. Je wilde niet dat ik zou blijven en je wist dat ik niet weg zou gaan als ik alles wist.'

'Je was waar je hoorde te zijn.'

'Dat weet ik nog zo net niet. Je kunt me later de details vertellen.' Hij maakte een beweging met zijn schouder naar Tyler. 'Ik dacht dat hij van het toneel verdwenen was.'

'Het spijl hem dat hij bij ons is weggegaan. Hij heeft een baan aangenomen op de school waar Echo naartoe gaal. Dat zal het gemakkelijker maken voor haar.'

'O? En wat heeft zijn mama daarover te zeggen?'

'Niet veel blijkbaar.'

'Ik geloof dat er zich heel wat dingen vlak voor mijn ogen afspeelden, waar ik geen flauw benul van had,' zei hij glimlachend.

'Mevrouw Westington zal erg blij zijn als ze jou ziet en weet dat je terug bent,' zei ik om van onderwerp te veranderen.

'O, ze zal wel iets vinden om mij te verwijten. Wees maar niet bang.' Ik lachte.

Tyler bracht zijn koffie. 'Ik vond het heel erg om te horen datje moeder gestorven is, Trevor,' zei hij.

'Dank je. April vertelde me over je nieuwe carrièreplannen.'

'Ja,' zei hij.

'Klinkt goed," merkte Trevor op.

Tyler knikte. 'Misschien is de jury eindelijk tot een beslissing gekomen in mijn zaak.' We moesten allebei lachen. Zelfs Trevor vond het vermakelijk en Echo lachte omdat ze zich koesterde in onze vrolijke stemming.

Toen er voldoende tijd verstreken was, gingen we naar mevrouw Westington. Normaal gesproken zouden de verpleegsters ons nooit allemaal tegelijk hebben binnengelaten, maar ik denk dat ze net zo bang waren voor de kritiek van mevrouw Westington als voor de kritiek van hun superieuren. We stonden rond haar bed. Ze keek naar onze gezichten en wendde zich toen tot Trevor.

'Hoe komt het dat je hier zo gauw terug bent?'

ik heb me erop geconcentreerd.' Ze glimlachte.

'Blijven jullie alsjeblieft niet zo naar me staan kijken alsof ik aan de rand van mijn graf sta.'

'Wat wilt u daarmee zeggen?' vroeg Trevor. 'Dat die oude man die u door het raam van uw ziel zag niet langer naar binnen tuurt?'

'Hij komt als ik zeg dat hij mag komen en geen minuut eerder.' antwoordde ze.

'Dat geloof ik graag, ja,' zei Trevor lachend, ik wed dat hij dat niet durft.'

De dokters wilden dat mevrouw Westington nog eén dag in het ziekenhuis zou blijven. Natuurlijk klaagde ze, maar ze gaf het op toen ze besefte dat ze daadwerkelijk op eigen benen het ziekenhuis zou kunnen verlaten. Ze zwoer bij hoog en bij laag dat ze zich netjes zou gedragen en niet te gauw te veel zou doen, maar we wisten allemaal dat die beloftes net zoveel waard waren als de lucht waarop ze geschreven waren, zoals ze zou zeggen over andermans beloftes. Toen ze weer thuis was, probeerde ik bij haar in de buurt te blijven, haar werk uil handen te nemen, dingen te doen voordat zij ze kon doen, en smeekte haar voortdurend te gaan zitten en te rusten. Ze schold me uil voor zenuwpees.

Trevor hielp me zoveel mogelijk met haar, en Echo ook, die waarschijnlijk de meeste invloed had. Tyler kwam bijna elke dag en we hadden heerlijke etentjes en gezellige avonden. De dag na mevrouw Westingtons thuiskomst kwam rechercheur Temple me weer opzoeken om me te vertellen dat Skeeter en Rhona in staat van beschuldiging waren gesteld en een hoorzitting was vastgesteld voordat het proces plaats zou vinden. Skeeter werd ook in andere staten gezocht en zou worden uitgeleverd om ook daar terecht te staan.

Ondanks haar woede en teleurstelling had mevrouw Westington een paar stille momenten van verdriet en spijt over Rhona. Ze praatte over de fouten die ze wellicht had gemaakt bij haar opvoeding en zei dat ze zich tot op zekere hoogte verantwoordelijk voelde, of ze dat nu al dan niet wilde toegeven. Ten slotte besloot ze een advocaat te betalen, niet zozeer om Rhona ongestraft vrij te krijgen, maar om haar althans nog enige hoop te geven.

'Het is goed geld naar kwaad geld gooien,' zei ze tegen me, 'maar ik kan er niets aan doen. Je zult ondervinden dat je veel dingen doet die je eigenlijk niet wilt doen vanwege je moederlijke verplichtingen, April.'

Wie zegt dat ik ooit een moeder zal zijn? dacht ik. Ze zag de twijfel in mijn gezicht.

'Je moet nooit iets afschrijven, kind. Je bent nog veel te jong om tot zulk soort conclusies te komen.'

Misschien had ze gelijk, dacht ik.

Toen mevrouw Westington sterk genoeg was, gingen we met z'n allen naar de school om Echo's toekomstige directeur en docenten te leren kennen. We kregen ook de slaapafdeling te zien. Al die tijd keek ik aandachtig naar mevrouw Westingtons gezicht. Ik kon haar innerlijke strijd zien. Ze was onder de indruk van de faciliteiten, de prestaties van de leerlingen en hun onderlinge communicatie, maar ze zag ook hoe haar kleindochter haar ging ontglippen. De banden die hen aaneen hadden gesmeed zouden verbroken worden. Ze was verstandig genoeg om te erkennen dat sommige van die banden Echo te veel beknelden en haar gevangen hielden in een kleine- meisjeswereld, terwijl ze haar geest hoorde te verruimen, zich hoorde te ontwikkelen, volwassen en onafhankelijk te worden.

'Gek,' zei ze, toen Trevor ons die dag naar huis reed, 'ik denk dat ik meer succes heb gehad met de opvoeding van een meisje met een gehoorstoornis dan een meisje dat in alle opzichten gezond was.'

'Niet in alle opzichten,' zei Trevor fronsend. 'Ze heeft wat rottigheid geërfd van een of andere voorouder. Natuurlijk niet van de familie van uw kant,' voegde hij eraan toe, en ze gaf hem een speelse mep op zijn schouder. Echo en ik keken achterin lachend toe.

'Hou je bij onze druiven,' zei ze.

'Onze druiven? Nu zijn het plotseling onze druiven?'

'Dat zijn ze altijd geweest. Ik heb je altijd maar een beetje getreiterd, zodat je beter zou produceren.'

'Wel heb ik ooit... hoor je dat. April? Is deze vrouw de moeder van alle bedrog, of wat?'

'O, ga fietsen, jij,' zei ze.

De volgende dag gingen we terug naar het winkelcentrum om nieuwe kleren te kopen voor Echo. Het was mevrouw Westingtons idee, nadat ze gezien had wat de andere tieners op de school droegen.

'Tja, als ze er allemaal zo mal willen bijlopen in die wijde broeken en korte bloesjes, kan ik er weinig aan doen,' besloot ze. ik hoop alleen dat ze niet ook nog ringen door haar neus gaat dragen.'

Echo was verrukt over de aankopen. Ik had haar nog nooit zo enthousiast gezien, en mevrouw Westington ook niet. Echo en ik brachten alles naar haar kamer en ik hielp haar met het uitzoeken van haar spulletjes voor haar verhuizing naar haar school, die over twee dagen zou plaatsvinden. Al die voorbereidingen deden me denken aan mijn eigen eerste dagen op school: de verwachtingen, de zenuwen en de hoop.

Laat in de middag kreeg ik een telefoontje van de advocaat die oom Palavers nalatenschap had geregeld. Hij vertelde me dat de camper nu verkocht kon worden en hij had geregeld dat er de volgende ochtend iemand zou komen die hem naar het veilinglokaal zou rijden. Hij wilde zeker weten dat ik alles eruit had gehaald wat ik wilde hebben.

Ik had geweien dat dit bericht elk moment kon komen, maar nu het zover was, ging er een steek door mijn hart. Ik vertelde hel aan mevrouw Westington die het aan mijn gezicht zag.

'Je moet het loslaten. April,' zei ze. 'Je moet kappen met hel verleden. Ik weel waarover ik praat. Ik heb het vaak gedaan en ik doe het nu weer. Soms is hel pijnlijk en soms niet, maar het moet gebeuren. Het leven gaat door.'

'Ik weet het,' zei ik. ik zal de camper inspecteren en eruithalen wat ik niet wil dal wordt weggegooid of door iemand anders wordt meegenomen.'

'Zal ik je helpen ?'

'O, nee. Het gaat prima.' We wisten allebei dat het een leugen was.

Toen ik in de camper kwam, bleef ik eerst domweg naar alles staan kijken zonder te weten waar ik moest beginnen. Ik controleerde oom Palavers laden, borg allerlei dingen in kleine zakken en dozen. Ik vond oude foto's van hem en mijn moeder, zelfs foto's die hij had bewaard van Brenda en mij toen we nog heel jong waren. Er was één foto van mijn vader en hem die de tranen in mijn ogen deed springen. Ze zagen er toen nog zo jong uit, zo jong en vol hoop en energie. Was er maar een manier om foto's weer tot leven te brengen, terug te keren naar gelukkiger tijden.

Ik vond een geheime voorraad geld in een van oom Palavers sokken. En toen vond ik een schoenendoos met knipsels en foto's van de echte Destiny. Er bevond zich een hoop illusie in die camper, dacht ik, toen ik alle trucs en rekwisieten had verzameld die oom Palaver gebruikte voor zijn optreden, maar er waren ook veel mooie herinneringen aan reële, gelukkige tijden. Wat ik met dat alles moest doen, wist ik niet, maar ik bracht uren door met alles te sorteren, de onbelangrijke dingen te scheiden van de belangrijke.

Trevor kwam me helpen alles naar buiten te dragen. Hij vond een plek voor me in zijn wijnmakerij, waar ik alles op kon slaan tot ik besloten had wat ik ermee zou doen. Mevrouw Westington zei dat ik het linnengoed, serviesgoed, de handdoeken en bruikbare huishoudelijke artikelen in dozen moest bergen, die Trevor naar het Leger des Heils zou brengen. Echo hielp me bij dat alles. We werkten door tot het eten en gingen daarna verder en laadden toen alles in Trevors truck. Hij zou het de volgende ochtend wegbrengen.

De man van de veiling kwam de volgende dag op het moment dat we gingen ontbijten. Ik had de hele nacht liggen woelen en piekeren. Als de camper verkocht was en oom Palavers bezittingen waren weggegeven of opgeslagen, was dat deel van mijn verleden voorbij, dacht ik. Ik had het gevoel of ik een navelstreng doorsneed en ik helemaal alleen was, zwevend in een ruimte van besluiteloosheid en onzekerheid.

Ik moest een paar papieren ondertekenen en toen stapte de man in de camper en startte de motor. Echo kwam naast me staan en we keken hem na toen hij wegreed. Ik huilde niet, maar de pijn in mijn hart was zo intens dat ik moeite had met ademhalen.

'Dat is het verleden,' hield mevrouw Westington vol. 'Denk uitsluitend aan de toekomst.'

Ik knikte, maar zei niets en ik liet mijn ontbijt staan. Later hielp ik met afruimen, waste borden en bestek af en borg alles op. Toen ging ik in mijn eentje naar buiten en liep naar het meer. Echo was in haar kamer en bewonderde al haar nieuwe kleren. Ze was zo opgewonden als elk jong meisje dat naar een nieuwe school gaat, of het nu een school voor gehandicapte kinderen was of niet. Niemand hoefde me te vertellen dat ik al heel gauw minder belangrijk voor haar zou zijn. Daar was niks mis mee. Ze moest omgang hebben met haar leeftijdgenoten, vrienden met wie ze dingen gemeen had. Haar nieuwe leven stond op het punt om te beginnen.

Misschien dal van mij ook, dacht ik. De klokken van de toekomst leken een nieuwe fase in te luiden. Ik hoorde mevrouw Westington roepen op de veranda. Haastig liep ik terug naar hel huis, bang dat er misschien iets mis was.

'Je zus is aan de telefoon,' zei ze.

'Mijn zus?' Ik holde naar binnen en pakte de telefoon op. 'Hallo, Brenda?'

'Hoi, April. Ik vlieg morgen naar San Francisco; ik ben er tegen elf uur. Ik heb drie uur overstaptijd en dan vlieg ik door naar Seattle.' Ze gaf me de naam van de luchtvaartmaatschappij en het vluchtnummer. 'We kunnen samen lunchen en praten. Als je dat nog wilt tenminste.'

'Ja, dat zou ik graag willen, Brenda. Hoe gaat het met je?'

'Ons team heeft maar één wedstrijd verloren. Ik heb een hoop interessante mensen leren kennen. De manier waarop ze de nadruk legde op interessante deed mijn hart even stilstaan. Bedoelde ze iemand in het bijzonder? 'En hoe is hel jou vergaan?' vroeg ze.

Ze had geen idee waarom, maar haar vraag maakte me aan het lachen.

'Waarom lach je?'

'Ik zal het je vertellen als ik je zie. Maar nu gaat het goed met me, Brenda.'

'Oké.'

Ik vertelde haar over oom Palavers bezittingen en wat onze advocaat me had verteld over zijn nalatenschap.

'We krijgen wal geld, een erfenis.'

'We hebben alles wat wc nodig hebben van de nalatenschap van mam en papa. Je bent weggelopen voordat ik daarop in kon gaan.'

'Ik vond dat toen niet belangrijk.'

'Je hebt de nodige middelen voor je universitaire opleiding. Je wilt toch gaan studeren, hè?'

'Absoluut,' antwoordde ik vastberaden.

'Goed. Tot morgen.'

'Oké,' zei ik, en slaakte een diepe zucht.

'En?' vroeg mevrouw Westington zodra ik terugkwam in de zitkamer.

'Ik weet het nog niet, mevrouw Westington.'

Ze knikte bedachtzaam. 'Je weet datje hier altijd een thuis hebt.' zei ze. 'Hoe dan ook.'

'Dank u.'

Ik had nooit kunnen denken dat ik me zo zenuwachtig zou maken overeen ontmoeting met mijn zus. Deels verlangde ik heel erg naar haar liefde en deels was ik nog steeds bang voor haar. Ik vreesde dat ze, als ze hoorde wat er met me gebeurd was, gewoon haar hoofd zou schudden en me, zoals ze vroeger zo vaak had gedaan, een hopeloos geval zou noemen, een loser, een dood gewicht dat ze mee moest torsen. Misschien waren we te verschillend om ooit goed met elkaar te kunnen opschieten. Ik wist dat ik slecht zou slapen die nacht in het vooruitzicht van die ontmoeting.

Mevrouw Westington had erop gestaan dat ik weer in Rhona's kamer trok. Ze had hem door Lourdes laten schoonmaken alsof er iemand met een besmettelijke ziekte in had geslapen. Hij was zo schoon dat hij als operatiekamer in een ziekenhuis gebruikt zou kunnen worden. Ik bleef zeggen dat het voldoende was, en mevrouw Westington bleef maar iets vinden dat nog gewassen of gepoetst moest worden. Zelfs Lourdes keek naar me alsof mevrouw Westington gek was geworden. Maar uiteindelijk stelde ik het heel erg op prijs.

Destiny zat in een stoel naast mijn bed en ik sliep heel kalm en rustig, tot de nacht voordat oom Palavers camper verkocht zou worden. En nu was ik bang dat ik weer de hele nacht zou liggen draaien en woelen.

'Hou toch op met dat gepieker,' zei ik via Destiny. 'Het gaat zoals het gaat.'

Eindelijk viel ik in slaap. Echo was heel nieuwsgierig en wilde weten waar ik naartoe ging en waarom zo vlak na het ontbijt. Toen ze hoorde dat ik een afspraak had met mijn zus, keek ze bezorgd. Zelfs al ging ze naar school, toch verkeerde ze nog steeds in de mening dat ik hier zou blijven bij haar oma. Noch mevrouw Westington, noch ik had de tijd genomen haar te vertellen dat ik hoogstwaarschijnlijk ook zou vertrekken.

Later kwam Echo op dc veranda staan om me te zien wegrijden. Ze keek zo bedroefd, dat ik in de verleiding kwam niet te gaan. Ik gebaarde dat ik gauw terug zou zijn en ze glimlachte en zwaaide. Ik keek naar haar in mijn achteruitkijkspiegel en zag dat ze niet naar binnen zou gaan voordat ik om de bocht verdwenen was.

We moeten zo vaak afscheid nemen in ons leven, dacht ik. Afscheid natuurlijk van onze ouders en grootouders, afscheid van anderen die ons dierbaar zijn, maar ook afscheid van onszelf en speciaal van onze jeugd. Toen ik naar de luchthaven van San Francisco reed, voelde ik me ouder, bijna oorlogsmoe, een getekende oorlogsveteraan, gehard, cynischer misschien, maar een stuk zelfverzekerder. En dat viel Brenda onmiddellijk op.

Ze kwam uit de gate om me te begroeten en bleef even staan, knipperde met haar ogen, alsof ze zich ervan moest overtuigen dat ik het echt was, voor ze verder liep. Ze had haar rugzak om en droeg een kleine sporttas. Ook zij leek veranderd. Haar haar was op dezelfde manier geknipt en haar gewicht leek hetzelfde, maar ze was niet zo lang en intimiderend als ik me herinnerde. Misschien was ik, zonder het te beseffen, een aantal centimeters gegroeid.

Ik had mijn haar naar achteren geborsteld. Hel was langer dan ze zich zou herinneren.

'Hoi,' zei ze.

Even wisten wc geen van beiden goed wat we nu moesten doen. Elkaar omhelzen? Zij nam het initiatief, zette haar tas neer, en we sloegen onze armen om elkaar heen. Toen deed ze een stap achteruil.

'Je lijkt een paar kilo te zijn afgevallen.'

'Een paar, ja.'

Ze staarde me aan. 'Ik was vergeten hoeveel je op papa lijkt.'

'Dat heb ik nooit gedacht.'

'O, ja. Je hebt zijn ogen en neus. Ze zeggen datje naarmate je ou- der wordt steeds meer op je ouders gaat lijken. Waar kunnen we iets te eten krijgen? Ik rammel. Ik haat dat plastic eten in het vliegtuig.'

'Daar is een soort snackbar,' zei ik, naar rechts wijzend. Ze pakte haar tas op en we liepen in de richting van het restaurant. 'Was het een lange vlucht?'

'Lang genoeg. Ik heb in zoveel vliegtuigen gezeten, dat ik het ene toestel niet meer van het andere kan onderscheiden.'

We liepen het restaurant in en ik bestelde een salade en een fles water. Ze zei niets, maar ik betrapte haar erop dat ze naar me zat te kijken terwijl ik mijn keuze maakte uit het menu, precies zoals ze altijd had gedaan. Zij nam iets warms, sap, brood en een fruitdessert. We zaten aan een tafel in de verste hoek.

'Waar zullen we beginnen?' vroeg ze, boter op haar brood smerend. Ze keek op toen ik niet reageerde.

'Ik weet het niet. Waarschijnlijk met mijn ontmoeting met oom Palaver.'

Ze knikte. 'Goed. Ik wil het niet over Celia hebben.'

'Je hebt niets meer van haar gehoord sinds -'

'Nee. Dat is voorbij. Toe dan, vertel eens hoe het was om met hem rond te reizen, met hem op te treden.'

Ik beschreef het zo goed mogelijk. Ze at en luisterde, maar ik had het gevoel dat ze door mijn verhalen heen keek. Ze nam me zo aandachtig op. Toen ik oom Palaver en zijn Destiny beschreef, schudde ze haar hoofd.

'Daar heb ik me altijd over verbaasd. Hij nam haar nooit mee. Hij had altijd een of ander excuus. Wat triest voor hem. Waar is de pop?'

'Die heb ik nog. Die zal ik nooit wegdoen.'

'Ik snap het. En na zijn dood heeft die oude dame je gewoon in huis genomen om haar dove kleindochter gezelschap te houden?'

'Ja. Mevrouw Westington.'

'En, hoe was het om daar te wonen?'

Ik praatte zo lang en enthousiast over Trevor, Echo, Tyler en mevrouw Westington, dat Brenda het verbaasd aanhoorde. Ze glimlachte en knikte, maar toen ik begon over Rhona en Skeeter versomberde haar gezicht. Ik vertelde haar wat ze met mij en Echo hadden gedaan, over hun arrestatie en komende processen.

'Ik moet natuurlijk getuigen.'

'En dat alles is jou overkomen?' 'Ja, en Echo.'

'Heeft hij je daadwerkelijk verkracht?'

'Bijna. Maar er zijn behalve dat genoeg aanklachten tegen hem om hem een heel lange tijd achter de tralies te houden.'

Ze wendde haar blik af en haalde diep adem. Ik wist het niet zeker, maar het leek of ze haar tranen moest bedwingen.

'Ik voelde me ellendig die dag toen je wegliep en niet om de reden die je denkt. Ik wist dat mam gewild zou hebben dat ik voor je zorgde, en papa verwachtte het. Ik heb je volkomen aan jezelf overgelaten.'

'Nee, Brenda, dat heb je niet. Ik was bij oom Palaver.'

'Hij heeft je ook alleen gelaten. Je was bij vreemden.'

'Niet lang. Ze zijn familie van me geworden.'

Ze kromp even ineen. 'Dat is lijn.' Ze prikte even rond in de restanten van haar maaltijd. Ik maakte gebruik van haar zwijgen om wat van mijn salade te eten. Met gebogen hoofd ging ze verder, ik heb een grote fout begaan met jou. April. Ik had eerlijker en openhartiger moeten zijn over mijn seksualiteit.'

'Nee, je -'

'Ja, dat had ik wél moeten zijn. Al toen we nog op school waren. Ik had je in vertrouwen moeten nemen. Ik weet hoe verwarrend het voor je geweest moet zijn toen het voor het eerst tot je doordrong, en wat een impact het gehad moet hebben op je eigen identiteit. Het is heel belangrijk om je op je gemak te voelen met jezelf, met je eigen seksualiteit, wat die ook mag zijn.'

ik geloof dal ik dat ook doe. Nu wel.'

'Goed, maar ik heb je laten modderen in al die... misvormende verwarring. Het spijl me. Ik ging te veel op in mezelf.'

ik neem jou niks kwalijk, Brenda.'

'Dat zou je wel moeten doen, maar oké, ik ben blij dat je het niet doet. En wat wil je nu doen? Kom je bij mij wonen in Seattle?'

'Zal ik je niet in de weg lopen?'

'Nooit. Maar ik zal je niet voorde gek houden. Ik ben weer samen met iemand, iemand die niet zo in zichzelf opgaat als Celia. Ze is de assistente van de coach, en ik weet zeker dat je haar aardig zult vinden. Als vrienden,' ging ze snel verder. 'We hebben een huis met vier slaapkamers en een grote tuin en een werkkamer waar je je huiswerk kunt maken. Je moetje laatste schooljaar nog afmaken, hè?' " 'Ja. Ik had een vervangend eindexamen willen doen, maar ik denk dal ik toch liever een deel van het jaar nog gewoon naar school ga.'

'Mooi zo.' Ze keek op haar horloge en zocht toen in haar sporttas. 'Hier is alle informatie die je nodig hebt om te weten hoe je me kunt bereiken. Kom zo gauw je kunt. Ik zal uitkijken naar een school en alles voor je regelen. Kun je daar meteen naartoe?'

'Ja.'

'Veel kan ik je niet bieden, vrees ik. we hebben alleen elkaar nog.'

'We hebben heel wat meer dan de meeste mensen. Dal heb ik wel geleerd,' zei ik. Ze glimlachte.

'Je bent erg volwassen geworden. April. Dat is duidelijk. Je bent snel opgegroeid, voornamelijk omdat je wel moest. Ik hoop datje onderweg niets belangrijks gemist hebt.'

'Dal hebben we allemaal. Brenda, maar ik zal het inhalen.'

Ze leunde met haar hoofd achterover. 'Van wie heb je al die wijsheid?'

'Een oude dame, die put uit haar bron van ervaring en me het een en ander daarvan aanreikt.'

'Ik zal haar echt eens moeten ontmoeten.'

'Ik hoop dal je dat op een dag zult doen.'

Ze stond op. 'Ik moet mijn vliegtuig halen.'

'Natuurlijk.'

Links van me zag ik een vrouw die in gebarentaal sprak tegen een klein meisje. Brenda zag waar ik naar keek.

'Wat vertelt ze haar?'

'Dat ze niet bang moet zijn. Ze belooft dat ze dicht bij haar zal blijven. Waarschijnlijk is hel haar eerste vlucht.'

'Heb je dat allemaal begrepen?'

'Stukjes en beetjes, genoeg om het uit te kunnen puzzelen.'

'Misschien heb je je loopbaan gevonden,' zei Brenda met een bewonderende blik.

Ik haalde mijn schouders op. 'Misschien. Wat ik wél heb geleerd is dat mensen met een goed gehoor niet altijd zo goed naar elkaar luisteren als mensen die niets kunnen horen.'

Ze hield haar hoofd schuin. 'Ja, die oude dame wil ik graag leren kennen.'

'Ik zal het regelen," riep ik haar na. 'Maar je kunt haar beter geen oude dame noemen.'

Ze draaide zich lachend om en op dat moment zag ik mijn vader en moeder naast haar staan, met diezelfde lach op hun gezicht, en ik herinnerde me wat mevrouw Westington me had verteld dat geliefde mensen die zijn heengegaan, nog over je kunnen waken. 'Ze doen hun best om over ons te waken en ons naar het geluk te leiden.'

Waarom zou dat niet waar kunnen zijn? dacht ik.