***
14. De grote ontsnapping
lk hoorde Echo's geroep om hulp en haar verwarde gekreun. Ze vroeg zich ongetwijfeld af hoe haar moeder rustig kon toekijken terwijl Skeeler haar vastbond. Trevor vergiste zich, dacht ik. Het was niet zoals hij dacht, dat bloed kroop waar het niet gaan kon, in ieder geval ging dat niet op voor Rhona, die zo zelfzuchtig was.
Weer hoorde ik ze tegen Echo praten alsof ze een soort huisdier was.
'Blijf! Blijf hier!' schreeuwde Rhona tegen haar. 'We komen zo gauw mogelijk terug om je los te maken.'
Echo was nu waarschijnlijk veel te hysterisch en bang om het concentratievermogen op te brengen dat vereist is om te kunnen lip lezen en had geen idee wat er tegen haar gezegd werd. Het enige wat ze zag was een woeste, kwade vrouw die tegen haar stond te schreeuwen, een vrouw die ze gehoopt had dat de moeder zou zijn die ze nooit gehad had. In haar kleine beschermde wereldje was wat er met haar gebeurde veel te bizar om te kunnen begrijpen.
Nu we allebei vastgebonden waren, leek het Rhona niet nodig om de deur dicht te spijkeren.
'We zouden het later maar moeten uitleggen,' bedacht ze.
Ik hoorde Skeeler instemmend mompelen en toen gingen ze weg om te gaan slapen. Ik kon Echo zachtjes horen jammeren. Rhona blijkbaar ook. Ze kwam terug in de slaapkamer en schreeuwde tegen haar dat ze stil moest zijn. Waarschijnlijk legde ze ook haar wijsvinger tegen haar lippen en wierp ze haar een dreigende blik toe, want even later hield Echo op met huilen. In gedachten kon ik haar rillend op het bed zien liggen, aan handen en voeten gebonden. Na een tijdje zakte ze weg in een bevrijdende slaap.
Ik werd wakker toen Skeeter en Rhona 's morgens opstonden en zich gereedmaakten voor wat ze geloofden dat hun grote dag zou zijn. Ik hoorde Rhona terugkomen in de kamer om eerst naar Echo te kijken.
'Zie je wel'? Het gaat prima met je,' zei ze. 'Rust maar uit. Drink dit water.'
Ik wist niet of Echo het ook deed, maar een paar ogenblikken later maakte Rhona de kastdeur open en keek op me neer met de kan water in haar hand.
'Als alles gaat zoals ik verwacht, kom ik terug om jullie los te maken,' zei ze. 'Maak verder geen moeilijkheden, al zou ik niet weten hoe je dat zou kunnen. Probeer het gewoon niet en dan ben je gauw genoeg hier vandaan, op weg naar waar je maar wilt.'
Ik zei niets en toen, waarschijnlijk meer omdat ze niet wilde dat er iets zou gebeuren om het voor haar te bederven dan uit medelijden, schonk ze ook voor mij een glas water in. Ik dronk gretig en ze toonde nu wal meer geduld.
'Eigenlijk,' zei ze terwijl ik dronk, 'had ik verwacht dat het vanaf het begin van mijn komst hier beter zou gaan dan het geval is geweest. Ik was het dolende kind, net als jij, en maakte mezelf wijs dat mijn moeder edelmoedig en vergevensgezind zou zijn en me graag zou geven wat me toekwam, vooral nadat ze me zo bereidwillig geholpen had toen ik in Mexico in de problemen zat. Natuurlijk wist ik niet dat jij hier was en dat ze die surrogaatmoeder-dochterrelatie had gevormd en mij in de kou zou laten staan.'
Ik hield op met drinken en ze haalde het glas weg.
'Dat is niet waar,' zei ik. 'Ik heb nooit jouw plaats ingenomen als haar dochter.'
'Vertel mij niet hoe mijn moeder denkt. Ik geloof niet dat ze vanaf de dag waarop ik geboren ben ooit van me gehouden heeft. Ze vertelde me altijd dat ik te veel huilde. Ik klaagde te veel. Ik eiste te veel. De helft van de tijd zadelde ze mijn vader mei me op en liet hem voor me zorgen, me troosten, me bezighouden. Wie weet? Misschien was ik haar kind wel niet, al moet ik toegeven dat ze heel knap was toen ze zo oud was als ik en eruitzag zoals ik nu.
'Ze werd weer zwanger, hoopte beslist op iets dat beter was dan ik. Heel lang heeft ze het geheimgehouden dat ze na mij een jongen kreeg. Ik wed dat ze jou dat niet eens verteld heeft, hè? Nou?'
'Nee. Trevor heeft het me verteld. De herinnering is te pijnlijk voor haar.'
'Ha! Te pijnlijk? Na al die jaren?'
'Anders dan jij zouden de meeste vrouwen hel verlies van een kind te traumatisch vinden om ooit te vergeten.' zei ik. Ze trok haar wenkbrauwen op.
'Goed geprobeerd, maar ik zal je vertellen wat ik denk. Ik denk dat ze geloofde dat ik alle gezondheid uit haar lichaam had gepeurd, zodat de volgende baby misvormd en gebrekkig werd. Ze gaf mijn bestaan de schuld van zijn dood.'
'Dat is stom,' zei ik. Haar wangen werden vuurrood van woede.
'Hoe durf je te zeggen dal ik stom ben! Jij hebt hier al die jaren niet gewoond, jij hebt niet naar haar hoeven luisteren en jij hebt niet gehoord hoe ze tegen me sprak. Ik kon het horen aan de toon van haar stem. Wat denk je dat Echo's doofheid voor haar betekende, hè? Hetzelfde. Het was op de een of andere manier mijn schuld. Daarom moest ik hier weg. Ik kon hel niet verdragen. Ik kon het niet verdragen de schuld te krijgen van elke ramp in de wereld.'
'Ik weet zeker dat je je dat maar verbeeldde,' zei ik. al wist ik niet helemaal zeker of er niet een greintje van waarheid school in wat ze zei. Maar zelfs dan kwam het niet in de buurt van een excuus voor alle verschrikkelijke dingen die ze had gedaan en nog zou doen.
'Gaan we nog?' riep Skeeter bij de deur. 'Ik word stokoud door al dat wachten.'
Ze keek me woedend aan. 'Het is trouwens toch tijdverspilling om tegen jou te praten,' zei ze. 'Hou je gewoon gedeisd.'
Ze stond op en deed de deur van de kast dicht. Ik hoorde Rhona en Skeeter de kamer verlaten en kon zelfs horen hoe ze de trap afliepen. Toen haalde ik diep adem. Hoe dan ook, dacht ik. Hoe dan ook moest ik een manier vinden om aan dit alles een eind te maken.
Maar wat kon ik doen, gebonden en opgesloten in een kast? Wat zou Brenda doen? vroeg ik me af, al kon ik me niet voorstellen dat ze ooit in een dergelijke benarde situatie terecht zou zijn gekomen.
'Ze zou hier niet als een lijk blijven liggen.' hoorde ik. Zei ik dat, of was het Destiny en was ik weer aan het buikspreken ?
Nee, dat zou ze inderdaad niet, dacht ik. Ze zou geen zelfmedelijden hebben, niet kreunen en kermen dat het allemaal haar eigen schuld was en hoe verschrikkelijk de wereld en sommige mensen zijn. Ze zou ook niet wegvluchten in een voortdurende slaap.
Ik keek omhoog naar de knop van de kastdeur. Omdat mijn polsen en enkels gebonden waren, was die knop even ver buiten mijn bereik als de maan. Worstelend, draaiend en kronkelend, slaagde ik erin op mijn knieën te komen.
Wat nu? vroeg ik me af. Ik kon mijn been niet naar voren brengen, maar ik kon centimeter voor centimeter naar het deel van de kast schuiven waar een paar schoenenplanken waren. Toen boog ik me zijwaarts tot ik op mijn linkerzij lag en mijn benen kon strekken. Met behulp van mijn handen draaide ik ine rond tot mijn voeten bij de onderste plank waren. Daarna duwde ik hard tegen de plank, met mijn rug tegen de tegenoverliggende kastwand. Door het duwen kwam mijn onderrug omhoog, en ik drukte mijn handen tegen de muur. Het kostte me zoveel moeite en inspanning, dat ik moest sloppen om op adem te komen. Als ik nog niet voldoende reden had om af te vallen, dan had ik die nu wel. dacht ik.
Toen ik weer rustig kon ademhalen, bewoog ik mijn voeten zodanig dat ze plat op de grond kwamen te staan. Toen richtte ik me op en duwde tegen de wand achter me tot ik rechtop stond. Ik had nooit kunnen denken dat ik iets zo simpels zo'n geweldige prestatie zou vinden. Er ging een vlaag van opwinding en hernieuwde hoop door me heen.
Ik schoof langs de wand tot ik bij de deur was en mijn handen vlak onder de knop waren, boog me voorover, ging op mijn tenen staan en duwde mijn onderrug weer omhoog tot mijn vingers de knop raakten. Een paar ogenblikken kon ik er niet achter komen hoe ik het voor elkaar moest krijgen, of ik de knop naar boven of naar beneden moest duwen. Omlaag lukte niet, dus duwde ik omhoog, maar niet genoeg. Mijn handen bevonden zich te laag en ik kon mijn armen niet hoger strekken. Het was te moeilijk.
Ik had ook niet voorzien wat voor uitwerking die lange periode zonder eten op me zou hebben bij al die fysieke inspanning. Alles draaide om me heen en mijn knieën knikten. Ik sloot mijn ogen en wachtte weer tol mijn hartslag bedaarde en ik gemakkelijker kon ademhalen. Toen dacht ik na. Mijn lengte schoot een paar centimeter tekort. Er kwam een ander idee bij me op. Ik schoof weer terug langs de wand. draaide me om en hurkte net ver genoeg om de planken af te tasten tot ik een paar laarzen te pakken kreeg. Ik trok ze van de plank af en liet ze op de grond vallen. Mijn bedoeling was erop te gaan staan.
Het leek uren te duren, maar ik schoof weer langs de wand, duwde de laarzen voor me uit, tot ik zeker wist dat ik hij kastdeur en de knop was. Mijn gebonden enkels maakten het me onmogelijk mijn voet op te tillen en op de laarzen te gaan staan. Ik hield mijn adem in en sprong, draaide me enigszins om, zodat ik er goed op neer zou komen. Het was te moeilijk. Ik viel hard op mijn schouder, sloeg met mijn hoofd op de grond.
Uitgeput bleef ik liggen, voelde me weer verslagen. Ik schreeuwde van frustratie en draaide me toen om, trok mijn benen op, bonsde op de kastdeur. Ik kon mijn benen niet ver genoeg naar achteren bewegen om hard tegen de deur te kunnen trappen, maar ik deed wat ik kon en hield toen op, sloot mijn ogen en rustte uit. Voor ik weer kon beginnen, zag ik dat de knop van de deur bewoog.
Ze waren terug, dacht ik. Er was iets misgegaan. Wie weet wat ze nu zouden doen, vooral als ze me zoveel lawaai hoorden maken dankzij mijn pogingen om hieruit te komen? Ik hief mijn voeten op in afwachting van hun komst. Ik zou vechten met alle kracht waarover ik nog beschikte. De deurknop klikte en de deur ging zo langzaam open. dat het leek of ik hem openduwde met mijn adem.
Blij en ongelovig staarde ik naar de deuropening.
Echo stond voor me. Enkels en polsen waren nog gebonden, maar Skeeter had haar armen niet op haar rug gedraaid. Ze kon haar handen opheffen en ze bij de deurknop brengen. Ze was erin geslaagd al rollend, glijdend of hoe dan ook van het bed naar de kast te komen, had zich toen op haar knieën weien te manoeuvreren en haar handen om de deurknop te klemmen.
Ik wou dat ze mijn kreet van vreugde kon horen. Ze glimlachte alsof ze die daadwerkelijk had gehoord, en draaiend en wentelend rolde ik de kast uit.
'Goed gedaan,' vertelde ik haar. Ze knikte. Haar gezicht was vuil van de tranen.
Wat moesten we nu doen? vroeg ik me af. Ik keerde haar mijn rug toe, zodat ze kon zien hoe mijn handen gebonden waren. Ze kon haar handen gebruiken, ook al waren haar polsen dicht bijeengebonden. Ze deed haar best de knoop los te peuteren. Het was moeilijk en nu en dan stopte ze en kreunde gefrustreerd, maar ik bleef haar aanmoedigen tot ze eindelijk een beetje vooruitgang boekte en zelf wat vastberadener werd. Ik kon voelen dat de band losser werd en ten slotte kon ze hem ver genoeg uiteentrekken om mijn handen eruit te kunnen wrikken.
Ik draaide me om en knuffelde haar en maakte toen snel haar polsen los. We lachten allebei van blijdschap toen ook onze enkels vrij waren. Weer moest ik even ophouden om op adem te komen, maar ik draalde niet lang. Toen ik ditmaal rechtop ging staan, voelde ik de pijn in mijn benen. Ik moest snel in beweging komen en mijn spieren losmaken. Ik trok een schoon slipje aan en een andere spijkerbroek. Ik vond mijn schoenen die Skeeter opzij had gegooid en toen liepen we naar de deur. Ze was bang dal ze nog in huis waren, maar ik wist zeker dal ze allang onderweg waren om hun plan ten uitvoer te brengen. Dal wilde zeggen dal ze eerst naar de advocaat gingen die ze uil een of andere juridische vuilnisbelt hadden opgegraven en daarna zo snel mogelijk naar het ziekenhuis voor mevrouw Westingtons handtekening.
Een van de eerste dingen die ik deed toen we buiten de kamer waren en de trap afliepen, was in de keuken een groot glas sinaasappelsap halen. Ik smeerde jam op een boterham en schrokte die naar binnen. Echo gebaarde allerlei vragen naar me: 'Waarom hebben ze dit met ons gedaan? Zijn ze weg? Hoe gaat het met oma? Kunnen we haar bezoeken? Waar is Trevor?'
Ik gaf zo simpel mogelijk antwoord, legde uit dat het haar moeder alleen om geld te doen was. Ik vertelde haar dal Trevors moeder was gestorven en toen zei ik dat we zo gauw mogelijk naar haar oma moesten. Ze knikte gretig. Het was ironisch, dacht ik, dat zij degene was die mij gered had in plaats van andersom, en toen gingen mijn gedachten terug naar het moment waarop ze in de deuropening van de slaapkamer was verschenen en gezien had wat Skeeler probeerde met me te doen.
'Hoe wist je dat ik nog hier was?' gebaarde ik.
Ze glimlachte en wees omhoog.
'Destiny,' zei ze. Ze sprak de naam goed uit, vond ik. En toen gebaarde ze 'Zij heeft het me verteld'.
Het was een vreemd en mysterieus moment. Wat bedoelde ze? Ze kon niets horen, zelfs al zou mijn stem door de kastwand zijn heengedrongen.
'Hoe?' vroeg ik haar.
'Ik vond haar in mijn kast.' legde ze uit. 'En ik wist dat je nooit zonder haar zou weggaan.'
Ik glimlachte. Ja, dacht ik. In meer dan één opzicht had Destiny me weer gered. 'Dank je, oom Palaver,' mompelde ik zacht.
'Kom,' zei ik. 'We moeten aan het werk.'
Pas toen we buiten stonden, drong het tot me door dat Skeeter mijn auto had meegenomen, en Trevor was natuurlijk nog niet terug.
'Kom. Gauw,' zei ik en ging haar voor naar de camper. Wat was ik blij dat de ambtelijke molens zo langzaam maalden en hij nog steeds op het landgoed stond. Echo was opgewonden bij het vooruitzicht dat ze erin zou rijden. Ondanks alles wat er met haar gebeurd was en wat ze had gezien, had ze nog steeds een meisjesachtig onschuldige blik op de wereld. Het was triest om dat te moeten opgeven, maar uiteindelijk overkwam ons dat allemaal.
Ik startte de motoren keerde in de richting van de oprijlaan. Ik had geen gedetailleerd plan. Even dacht ik erover rechtstreeks naar de politie te gaan om ze te vertellen wat Skeeter en Rhona gedaan hadden, maar dat was niet mijn voornaamste zorg. Die gold mevrouw Westington, dus reed ik zo snel mogelijk naar het ziekenhuis. Natuurlijk vreesde ik een confrontatie met Rhona en Skeeter, en ik was bang voor de uitwerking die het zou kunnen hebben op mevrouw Westington als de ontmoeting in haar bijzijn zou plaatsvinden. Het tumult zou te veel zijn voor haar, maar ik moest haar bewijzen dat ik haar niet in de steek had gelaten.
Toen we de parkeerplaats van het ziekenhuis opreden, keek ik snel om me heen of ik het busje zag van Skeeter en Rhona. Het was nergens te bekennen en ik vroeg me af of ze misschien al geweest waren en van mevrouw Westington gekregen hadden wat ze wilden, en we dus te laat waren. Ik vond twee lege parkeerplaatsen, groot genoeg voor de camper. Zodra ik geparkeerd had, trok ik Echo haastig mee naar de ingang van het ziekenhuis. Ik besefte wat voor indruk ik op iedereen moest maken, als een bezetene voorthollend, met verwarde haren, en met Echo die zich vastklampte aan mijn hand, haar eigen gezicht betraand en haar haren al net zo verward. We vormden een vreemd stel.
Toen we op mevrouw Westingtons verdieping uit de lift stapten, dacht ik dat het geluk ons eindelijk, eindelijk toelachte. Aan het eind
van de gang stond dokter Battie, in gesprek met een verpleegster. Hij keek in onze richting, staarde even naar ons, keek weer naar de patiëntenkaart in zijn hand en hief toen verbaasd zijn hoofd op.
'lk dacht datje vertrokken was,' zei hij toen we bij hem waren.
'Ze heeft tegen u gelogen. Ik moet met u praten,' zei ik met een blik op de verpleegster, die ons nieuwsgierig en belangstellend aankeek. 'Onder vier ogen alstublieft.'
Hij knikte en nam Echo en mij mee de gang door naar een lege patiëntenkamer.
'Hoe gaal het met mevrouw Westington?' was mijn eerste vraag.
'Ik kan nog niet voldoende verbetering constateren om een andere procedure aan te durven. Er is iets dat haar behoorlijk van streek maakt. Wal is er gaande?'
Hoe moei ik beginnen? vroeg ik me af. Zonder iets te zeggen liet ik hem mijn polsen zien.
'Hoe komt dat?' vroeg hij.
Ik vertelde het hem. Hij luisterde aandachtig. Zijn gezicht veranderde van nieuwsgierigheid in bezorgdheid en toen woede. Hij gebaarde naar Echo en hoorde ook haar verhaal aan.
'Je had gelijk dat je niet direct naar mevrouw Westington bent gegaan met dit verhaal,' zei hij. 'Wacht hier.'
Hij liet ons alleen en toen hij terugkwam, had hij twee mannen van de beveiliging bij zich.
ik heb de politie gebeld,' zei hij. 'Ze zijn onderweg. Ik heb met mevrouw Westington gesproken en haar, zonder verder iets te zeggen, gevraagd wanneer haar dochter haar zou komen bezoeken. Ze vertelde me dat ze haar over een minuut of twintig verwachtte. Ze had haar zojuist gebeld op het kantoor van een of andere advocaat.'
'Wat moeten we doen?' vroeg ik hem.
'Wacht hier. Ik zal een van de zusters vragen jullie wat te eten en te drinken te brengen. En om je polsen te verzorgen. Ga rustig in die stoel zitten.' Zijn gezicht was vertrokken van woede.
'We zouden graag mevrouw Westington even zien.'
'Straks,' zei hij.
Hij nam de bewakers terzijde en sprak met ze voor hij weer wegging. De zuster bracht ons wat te eten en sap en we aten en wachtten. Ze behandelde mijn polsen met een ontsmettingsmiddel op de plekken waar ze ontveld waren en verbond ze toen.
Kort daarna kwamen er een agent en een rechercheur. De laatste stelde zich voor als rechercheur Temple. Ik vertelde haar wat er met ons gebeurd was. Ze was heel geïnteresseerd in nieuws over die man Bill, die naar we veronderstelden mijn auto onder zijn hoede had. Ik zei dat ik verder niets wist. Ze stelde een hoop vragen over Skeeter. Toen ik zijn tatoeages beschreef, keek ze heel verheugd.
Ze zweeg toen ze dokter Battie in de gang hoorde. Hij sprak met Rhona en Skeeter die net uit de lift stapten.
'Uw moeder is naar een andere kamer gebracht,' zei hij luid genoeg voor ons om te horen. 'De eerste deur links verderop in de gang,' zei hij - de kamer waarin wij zaten.
De haat, woede en razernij die ik voelde deden me voldaan glimlachen. de tevreden glimlach van een spinnende kat. Rhona, die haar map met documenten in haar rechterhand hield, kwam als eerste binnen. Skeeter volgde met zijn handen in zijn zakken, zijn ogen neergeslagen, een grijns om zijn lippen. Met een zachte uitroep bleef ze staan en hij keek op; de schok was te zien op zijn gezicht en in zijn ogen.
'Verdomme, hoe komen jullie twee -' begon hij.
'Hou je mond,' zei Rhona. Ze keek naar de agent rechts van hen en de rechercheur die links van hen stond. De bewakers van het ziekenhuis gingen achter hen staan.
'Sanford Bickers,' zei rechercheur Temple, 'ik arresteer je wegens schending van je voorwaardelijke invrijheidstelling, verdenking van drugshandel, autodiefstal en onwettige gevangenhouding van een minderjarige.'
De agent liep naar Skeeter en deed hem de handboeien aan.
'Rhona Westington, ik arresteer je wegens onwettige gevangenhouding van een minderjarige en verdenking van medeplichtigheid aan drugshandel en autodiefstal.'
Ook haar werden de handboeien omgedaan.
'Dit is belachelijk,' zei Rhona. 'Die meid zuigt alles uit haar duim. Ze is lesbisch, een zwerfkat die mijn moeder zo dom was om in huis te nemen, en ze wilde mijn dochter verkrachten. We hebben haar in bed met haar betrapt. Vraag het maar aan mijn dochter. Toe dan. Vraag het haar.'
Rechercheur Temple negeerde haar en las haar haar rechten voor. Al die tijd bleef Rhona me woedend aanstaren en ik staarde terug.
Ik keek nu met Brenda's ogen en weifelde geen moment.
'Denk maar niet datje hiermee wegkomt!' schreeuwde ze. Skeeter hield zijn hoofd gebogen.
Ze werden weggevoerd naar de lift.
'Over ongeveer twee uur kun je me in het huis verwachten,' zei rechercheur Temple. 'Ik wil een volledig, gedetailleerd verslag van je en ik wil dal je me laat zien waar jullie waren opgesloten en ook waarmee jullie waren gebonden en gekneveld.'
Ik had geen moment naar Echo gekeken, die verstijfd op de stoel rechts van me had gezeten. Niemand had eigenlijk naar haar gekeken. Toen Rhona en Skeeter gearresteerd werden en tijdens het voorlezen van hun rechten, had ze gehuild en deed dat nog steeds. Ik sprong op om haar te troosten. Dokter Battie kwam binnen en hielp me om haar te kalmeren. Hij vertelde haar dal haar oma naar haar gevraagd had en dat het heel erg belangrijk was dal ze er niet ontdaan uitzag zodat haar oma zich niet zou opwinden. Ze slikte snel haar tranen in. Ik ging met haar naar de toiletten en hielp haar zich wat op te knappen, haar gezicht te wassen en haar haar te kammen.
'Vertel haar niets over wat ze met ons gedaan hebben,' gebaarde ik en zei hardop: 'Dan zou ze nog zieker kunnen worden.' Ze begreep het en knikte.
Toen gingen we naar mevrouw Weslington. Zodra ze ons zag begon haar gezicht te stralen van blijdschap. De tranen sprongen in mijn ogen. Afgezien van mijn eigen ouders, betwijfelde ik of iemand zich zo zou kunnen verheugen om iemand als mij te zien. Echo holde naar haar toe en knuffelde haar.
'Ik wist dat ze leugens vertelde over je. Ik deed net of ik haar geloofde,' zei ze. 'Er is meer dan één manier om iemand te bedotten. En wat is er nu precies aan de hand? Wanneer krijg ik de hele waarheid te horen, de harde feiten, alle details?'
Dokter Battie, die vlak achter me stond, schraapte zijn keel. Ik keek op.
'Jij maakt het er niet beter op, meneer Betweter, door mijn kinderen te vertellen dat ze dingen voor me geheim moeten houden,' zei mevrouw Westington. Het ontging me niet dat ze aan mij refereerde als een van die kinderen.
'U maakt het er niet beter op door per se meteen de modderpoel in te duiken voor ik je het groene licht geef,' antwoordde hij. 'Als je
je goed gedraagt en me laat zorgen dat die bloeddruk daalt, zodat* we aan die pacemaker kunnen beginnen, zullen we je alle miserabele, gruwelijke dingen vertellen die je maar wilt.'
Zelfs zij moest lachen. Ze keek naar mij. 'Vertel me in ieder geval over Trevor,' zei ze met een blik op de dokter. 'Waar is hij? Waarom heb ik helemaal niets van hem gehoord?'
Ik legde haar uit waar hij was en waarom.
'Ik dacht wel zoiets.' Ze keek weer naar de dokter. 'Nou, hoe lang ben je van plan me hier te houden ?'
'Dat hangt van jou af,' zei dokter Battie.
Ze zuchtte. Goed, goed. Ik hou me wel rustig.'
Ze draaide zich om naar Echo en begon te gebaren. Ik sloeg haar en Echo aandachtig gade. Echo hield haar belofte en vertelde geen nare dingen. Iets meer dan een uur later gingen wc weg, met de verzekering dal we de volgende ochtend zouden terugkomen. Ze vroeg zich niet af waarom we die avond niet kwamen. Ze zag hoe moe ik was en knikte slechts.
'Kom dichterbij,' zei ze, en ik boog me over haar heen. Ze stak haar armen uit om me te omhelzen en bracht haar lippen vlak bij mijn oor. ik hoef niet te weten wat er precies gebeurd is,' zei ze. 'Maar ik weet dat ik je moet bedanken voor mijn kleindochter.'
Ik zei niets. Ik had het gevoel dat mijn keel werd dichtgeknepen, zo moest ik me inspannen om niet in tranen uit te barsten. Ik gaf haar een zoen op haar wang, pakte Echo's hand en liep met haar de kamer uit. Dokter Battie kwam naar ons toe voor we bij de lift waren.
'Gaat het goed, April?'
'Ik geloof van wel, ja. Ik ga eens goed uitslapen na een lekkere, warme maaltijd.'
'Oké. Je kunt me bellen als je iets nodig hebt. Ik zal duimen. De cardioloog en ik zouden haar graag morgen behandelen of uiterlijk de dag erna.'
'Daar ben ik blij om. We hebben haar thuis nodig.'
We stapten in de lift en liepen naar de ingang van het ziekenhuis. Aan de manier waarop sommige leden van het personeel en bewakers naar ons keken, kon ik zien dat ons verhaal snel de ronde had gedaan. Een paar ogenblikken nadat we in de camper waren gestapt, bleef ik achter het stuur zitten staren naar het kleine stukje bos aan
de overkant van de weg. Ik voelde me doodmoe. Ik had niet zo dapperen onafhankelijk moeten zijn. Ik had ons door iemand anders terug moeten laten rijden, dacht ik.
'Moet je nou echt altijd zo'n trut zijn?' hoorde ik.
Ik was weer aan het buikspreken. Het leek logisch om dat in de camper te doen, zelfs zonder dat Destiny erbij was. Ik sprak nog steeds via haar.
Ik lachte stilletjes, startte de motor en reed de parkeerplaats af. Toen ik in de achteruitspiegel keek, zag ik dal Echo languit op de bank lag te slapen. Ze zag er jonger uit, meer als een kind van een jaar of zes, zeven. Wat had ze het moeilijk gehad in haar jonge leven, dacht ik. We waren verwant door verdriet en narigheid. Geboren in een zelfde familie van tegenslag. Misschien zou het nu veranderen. Misschien hadden we een belangrijke bladzij omgeslagen. Misschien zouden we weer kunnen dromen.
Ondanks alles wat we hadden bereikt, was Echo nog steeds bang toen we bij het huis kwamen. Ik zag hoe ze om zich heen en naar de voordeur keek. Ik verbeeldde me dat ze zich afvroeg of haar moeder en Skeeter op de een of andere manier konden zijn teruggekomen. Ik sloeg mijn arm om haar schouders en lachte naar haar.
'We hoeven niet bang te zijn.' beloofde ik. 'Ze komen niet terug. Maak je geen zorgen.' Het gebaar voor zorgen vereiste enige acteerkunst: met de rechtervingertoppen tegen je voorhoofd trommelen en daarbij je voorhoofd fronsen en diep bezorgd kijken.
Ze lachte om mijn gebaren en ging naar binnen. Ik ging naar de keuken om te zien wat er te eten was. Ik wilde vroeg eten, want we hadden lunch en ontbijt overgeslagen. Kort daarna hoorde ik de deurbel en ging rechercheur Temple begroeten. Ze werd vergezeld van een andere rechercheur, een lange, magere man met donker haar, die ze voorstelde als inspecteur Hampton.
'Ik vind het niet prettig je weer het hele verhaal te laten vertellen.' zei ze. 'Maar we hebben alle informatie, details en bewijzen nodig.'
'Het doet er niet toe.' zei ik, en ging hen voor naar de logeerkamer en de kast waarin ze me hadden opgesloten. De koorden en de sok lagen nog op dezelfde plaats waar we ze hadden achtergelaten. Rechercheur Temple keek me onderzoekend aan toen ik de details beschreef en pakte toen plotseling mijn hand, knikte naar inspecteur Hampton en trok me terzijde.
'Wat heeft hij nog meer met je gedaan?' vroeg ze.
Ik begon te huilen.
'Ik weel hoe moeilijk het voor je is. Ik heb met een aantal slachtoffers van verkrachting te maken gehad. Wat ik wil is hem opsluiten en de sleutel in de Pacific gooien.'
Ik knikte en beschreef wat hij had gedaan en geprobeerd had te doen toen ik gebonden in de kast lag. Ik vertelde hoe Echo het had onderbroken, maar zei niets over Destiny. Ik dacht dat ze daardoor in de war zou raken. Ze maakte aantekeningen. Inspecteur Hampton nam foto's van de kamer en de kast, en daarna gingen ze naar Rhona's kamer en doorzochten hun spullen. Blijkbaar vonden ze drugs en informatie die hen heel verheugd stemden.
'Je krijgt je auto vóór morgenochtend terug,' beloofde ze. 'We weten waar hij is en bij wie. Wc hebben die mensen in de gaten gehouden, en het onderzoek is nu bijna rond.'
'Is Rhona werkelijk bij dat alles betrokken?' vroeg ik.
'Ze gaat met die mensen om en ze is er tot op zekere hoogte beslist bij betrokken. Ik denk dat ze bang genoeg zal worden om zich tegen hen te keren. Dat gebeurt meestal. Ik denk niet dal haar moeder haar deze keer uit de put zal halen.'
'Toch weet ik zeker dat mevrouw Westington zou willen dal ze er voor haar had kunnen zijn.'
'Ja, waarschijnlijk wel. Dat zou elke moeder willen. Ga wat rusten. We pralen verder in de komende paar dagen.'
Zij en inspecteur Hampton namen afscheid en plotseling had ik het gevoel dat ik om zou vallen als ik niet wat rust kreeg. Ik vertelde hel Echo, die net zo moe was als ik. Ze was nog steeds bang en voelde zich onveilig. Het draaide erop uit dat ik in haar kamer ging slapen, naast haar op het bed, met Mr. Panda tussen ons in. Een paar seconden aarzelde ik, denkend aan Rhona's beschuldigingen, maar ik wilde me niet door haar obscene geest laten beletten Echo wat troost te geven. Eerlijk gezegd vond ik het niet erg dat ze naast me lag. We troostten elkaar.
'Wacht.' gebaarde ze, toen ik op hel punt stond mijn ogen te sluiten. Ik zag hoe ze uit bed opstond. Ze draaide zich om en glimlachte naar me bij de deur van haar kast.
Natuurlijk, dacht ik.
Ze deed de deur open en ik liep snel naar haar toe om haar te helpen Destiny eruit te halen. Echo wilde net zo graag als ik dat ze over ons zou waken. Ik zette haar in de stoel rechts van ons. Toen kroop Echo in bed.
'Dank je, Destiny,' zei ik.
Ik hoefde het niet hardop te zeggen via haar. Ik hoorde haar in mijn gedachten.
'Graag gedaan.'
Ik stapte in bed en toen zei Echo weer: 'Wacht.'
Wal was er nu weer? Ze stond snel op en liep de kamer uit. Toen ze terugkwam hield ze de dromenvanger, die we in Rhona's kamer hadden geborgen, in haar hand.
'Goed zo,' zei ik en maakte hem boven ons vast. Als we hem ooit een nacht nodig hadden, dan was het nu wel, dacht ik.
Echo glimlachte en deed eindelijk haar ogen dicht. Ik streek wat haar van haar voorhoofd, zoals mijn moeder vroeger altijd bij mij deed. Toen legde ik mijn hoofd op het kussen. Ik viel zo snel in slaap, dat ik me, geloof ik, niet één keer omdraaide nadat ik mijn ogen gesloten had.
Toen ik wakker werd, was het buiten donkeren Echo lag niet naast me. Even was ik verschrikkelijk in de war, maar toen kwam alles weer bij me terug, en raakte ik weer in paniek. Waar was ze?
Ik ging rechtop zitten. Het was doodstil in huis. Toen meende ik iemand te horen praten. Ik hoorde iemand lachen en mijn hart bonsde in mijn keel.
Ik liet me van het bed glijden, trok mijn schoenen aan en wreef de vermoeidheid uit mijn gezicht. Ongelooflijk maar waar: ik bekeek mezelf in de spiegel en schikte wat aan mijn haar. Vrouwelijke ij- delheid. Daar viel niet aan te ontkomen.
Ik liep de trap af naar de zitkamer. Naast Echo zat Tyler Monahan. Hij keek snel op toen ik in de deuropening verscheen. Hij kwam me voor als een angstig ineengedoken puppy, met zijn staart tussen zijn poten.
'Hallo, hoe gaat het?' vroeg hij snel.
'Goed.' zei ik.
iedereen praat over wat er hier gebeurd is. De mensen kwamen in onze winkel om het ons te vertellen, omdat ze wisten dat ik Echo les had gegeven.'
Ik knikte en sloeg mijn armen over elkaar. Ik zag dat hij zich niet op zijn gemak voelde, maar ik was niet van plan het hem zo gauw te vergeven.
'Je weet waarom Rhona me heeft kunnen bedreigen en chanteren, hè?'
'Daar ben ik achter gekomen toen mijn moeder me vertelde wat zij haar had verteld. Het spijt me. Ik heb vreselijke spijt van wat ik gedaan heb. Ik wist niet dal Rhona het tegen jou zou gebruiken. Ik heb ook tegen mijn moeder gezegd dat ze iets heel verkeerds had gedaan.'
'Ja, ja.'
'Nee, echt waar.'
Ik staarde hem aan. Hij keek naar Echo die bewonderend naar hem glimlachte.
'Dat mocht ook wel. Ik ben blij datje het gedaan hebt.'
'Ik heb een besluit genomen.' zei hij. 'Ik heb besloten dat ik mijn opleiding en talent niet langer zal verspillen.'
'Wal wil je daarmee zeggen?'
Ik heb de school gebeld waar Echo naartoe zal gaan en het bleek dat er een vacature is en ze iemand met mijn ervaring nodig hebben, dus heb ik die baan aangenomen. Ik was juist bezig het haar uit te leggen.'
'Echt waar? Tyler, dat is geweldig.'
'Ik geloof van wel, ja. Ik heb tegen mijn moeder gezegd dat ik haar meer respect zou betonen door gebruik te maken van het talent dal ze me heeft meegegeven. Ze begrijpt het nu. Tenminste, dat denk ik.'
'Als ze het niet begrijpt, is ze stom.' Ik was niet in de stemming om de pil te vergulden. In meer dan één opzicht dacht ik, was ik op mijn zus gaan lijken, mijn stoere, prestatiegerichte zus.
Hij knikte gedwee. 'Hoe is mevrouw Westington onder dit alles?'
'Ze kent de onsmakelijke details niet, en die laten we haar ook niet weten voordat de dokter het goedvindt. Maar ze is heel slim en ze weet dat we iets heel onaangenaams hebben doorgemaakt.'
'Ja, dat is duidelijk. Ik weet zeker dat het afschuwelijk geweest
is.'
'Het gaat nu weer goed met ons,' zei ik vastberaden. 'Met ons allebei.'
'Gelukkig.' Hij sloeg zijn ogen op, glimlachte naar Echo en stond op van de bank. ik kwam alleen even langs om te horen hoe het met jullie gaat en jullie over mijn baan te vertellen. De plannen voor haar school gaan toch door, hè?'
'O, ja, dat weet ik zeker.'
'Het ruikt lekker hier,' zei hij, en ik realiseerde me plotseling dat er iets op het gas stond. Natuurlijk had ik dat niet gedaan.
Ik gebaarde naar Echo en ze antwoordde dal ze een stoofschotel had opgezet die haar oma had gemaakt en in de vriezer achtergelaten.
ik geloof dat ik door alles heen heb geslapen. Ik denk dat ze heel wat meer kan dan iedereen denkt.'
'Dat kan ze en ze zal nog een heel stuk vooruitgaan als ze eenmaal op school is. Volgend jaar om deze tijd zul je haar niet herkennen.'
'Dan ben ik hier niet meer, Tyler.'
'O, nee, natuurlijk niet.'
'Maar ik kom op bezoek.'
'Graag,' zei hij glimlachend.
We staarden elkaar even aan.
'Het spijt me,' zei hij. 'Ik heb me gedragen als -'
'Laten we ophouden met alle verontschuldigingen, Tyler. Ik heb honger.' Hij lachte.
'Echo,' zei ik, me naar haar omdraaiend en gebarend. 'Zullen we Ty uitnodigen om te blijven eten?'
Ze knikte zo snel en beslist dat ik dacht dat haar ogen uit haar hoofd zouden rollen.
We gingen aan het werk. Het was heerlijk om je gelukkig te voelen, grapjes te maken en plezier te hebben. Kort nadat de tafel was gedekt werd er aan de deur gebeld. Het waren twee politieagenten. Toen ik langs hen heen keek, zag ik mijn auto. Ze vroegen me te tekenen voor de ontvangst ervan en ik bedankte hen en daarop vertrokken ze.
Juist toen we aan tafel zaten om te gaan eten, ging de telefoon. Mijn hart klopte in mijn keel.
'Met dokter Battie. Ik wilde je even laten weten dat we morgenochtend de pacemaker aanbrengen. Haar conditie is nog niet optimaal, maar we hebben besloten niet langer te wachten.'
'Hoe laat?'
'Vroeg. Om acht uur moet het achter de rug te zijn.' 'We zullen er zijn.'
'Oké. En hoe gaat het met jullie beiden?' 'Stukken beter.' 'Mooi. Maak je niet ongerust.' Ik bedankte hem en hing op.
Niet ongerust?
Ik staarde naar mijn spiegelbeeld in het keukenraam en gebaarde toen naar mijzelf: rechtervingers op mijn slaap en die overdreven grimas.