7. Het uiterlijk is alles


'Met wie ben je aan het praten?' vroeg Ami.
Ze stond in haar badjas in de deuropening. Haar gezicht ging schuil onder een dikke laag witte crème en glom in het licht van de
gang.
Ik keek even naar de plek waar ik gemeend had Noble te zien, maar hij was verdwenen.
ik -' Ik keek naar de trap. 'Mevrouw Cukor... ze heelt dit onder mijn hoofdkussen gelegd.' flapte ik eruit, en strekte mijn arm om Ami de blaadjes te laten zien.
'Wat is dat?' vroeg ze. Haar gezicht vertrok en ze deed een stap achteruit alsof ik een handvol insecten in mijn hand hield.
'Dille, basilicum en kruidnagel, kruiden.'
'Wat? Waarom zou ze zoiets onder iemands kussen leggen?'
'Het zijn kruiden die bepaalde magische eigenschappen bezitten,' zei ik. 'Ze heeft ze onder mijn kussen gelegd om het kwaad, het boze oog, zoals zij het noemt, te verdrijven.'
'Het boze oog? Heeft ze dat tegen je gezegd? Dat idiote mens! Er moet echt eens iets aan haar gedaan worden. Ik zal er met Wade over spreken. Hier moet een eind aan komen.'
'Ik wil er niet verantwoordelijk voor zijn dat ze haar baan kwijtraakt,' zei ik snel.
'Maak je daar maar geen zorgen over. Ik betwijfel of ze haar baan zal kwijtraken. Gooi die rommel weg en kleed je aan. We moeten eruitzien als dynamiet op hakken.' Ze ging terug naar haar kamer en deed de deur dicht.
Ze betwijfelde of ze haar baan zou kwijtraken? Welke macht had mevrouw Cukor over deze familie? Ik liep mijn kamer weer in, vergruisde de blaadjes in mijn hand en spoelde ze door de wc. En onmiddellijk voelde ik me schuldig. Misschien was het belangrijk, dacht ik. Misschien probeerde ze me te helpen door het boze oog bij me vandaan te houden. Misschien had ik niet zo kwaad moeten zijn. Misschien... visioenen trokken aan mijn oog voorbij, herinneringen aan mama, schaduwen op het grasveld, een uil op een grafsteen.
Ik huiverde.
'Noble?' fluisterde ik. 'Ik weet datje hier bent. Waar ben je? Ik moet met je praten. Ik heb je advies nodig.'
Het was een vreemd gevoel hem te roepen, tegen hem te praten. Het was zo lang geleden.
De gordijnen voor het raam bewogen, ook al waren de ramen gesloten. Ik wachtte, maar hij verscheen niet. Hij straft me, dacht ik. Hij straft me omdat ik hem zo lang heb genegeerd.
Na een tijdje begon mijn hart rustiger te kloppen en werd mijn ademhaling regelmatiger.
Beheers je, Celeste, zei ik tegen mezelf. Maak Ami niet bang. Loop niet het risico datje dit alles kwijtraakt.
Ik trok de jurk met de rijnsteentjes aan en bekeek mezelf in de spiegel. Ik wist niet of ik er mooi en sexy uitzag of alleen maar sexy. Was dit een goede make-over die ik Ami had toegestaan voor me te doen. of zou ik er spijt van krijgen? Grootgebracht als ik was onder de moeilijke en in veel opzichten rigoureuze omstandigheden in het weeshuis, dacht ik zelden of nooit aan mezelf zoals Ami aan zichzelf en mij dacht: staafjes dynamiet, klaar om te exploderen voor elke man die naar ons kijkt. Ik experimenteerde nooit met kleren, met mijn haar of natuurlijk met make-up. De mensen kregen wat ze zagen.
Hoe anders was het nu. In Ami's wereld kon ik. net als zij, verschillende rollen spelen, door het leven gaan als in een film van onze eigen hand, kleren beschouwen als theaterkostuums, en naar onze eigen muziek luisteren die in ons hoofd klonk. Elke keer dat we onze slaapkamer verlieten, gekleed om uit te gaan. maakten we letterlijk onze entree op een toneel, verbeeldden ons dat er altijd een spotlight op ons gericht was. Ik had nog niet Ami's zelfverzekerdheid, en misschien zou ik die nooit krijgen, maar ik zag dat ze op applaus, bewondering, aandacht uit was. Ik was hier pas een paar dagen en liep nu al in de pas met haar.
Was dit wat ik echt wilde? Verlangde ik zo wanhopig naar lief- de en familie, dat ik gewillig mijn eigen identiteit zou afstaan om die te krijgen? Of was dit mijn ware identiteit, die al die tijd verborgen had liggen wachten op de kans om aan de dag te treden? Was ik meer Ami's zus dan ik dacht of kon zijn?
Ik was meestal zo goed in het zien wat andere mensen te wachten stond. Waarom kon ik dat niet voor mijzelf?
Ik hoorde kloppen en pakte de tas die Ami bij mijn jurk had gekocht. Nog één blik in de spiegel, en ik liep haastig, met kloppend hart naar de deur. Ik deed hem open en liep de gang op. Eerst zag ik Ami niet, en toen kwam ze rechts van me staan en de adem stokte in mijn keel.
Ik had verwacht dat ze iets in dezelfde stijl van mijn kleding zou dragen, zodat we eruit zouden zien als het stel dynamietstaafjes waarover ze had gesproken. In plaats daarvan zag ze er jaren ouder uit en veel conservatiever in haar jasje en enkellange paarse jurk. Het jasje had driekwart mouwen en de jurk had een rechte halslijn. Allesbehalve een onthullend kledingstuk. Maar het schokkendst was de pruik die ze droeg. We hadden niet meer hetzelfde kapsel. Haar pruik had haar dat op haar schouders viel, een steile pony en was onderaan licht gekruld. Wat me het meest verraste was de kleur. Het haar was zwart.
'O,' zei ze glimlachend. 'Je kijkt naar mijn haar. Ik kon het gewoon niet krijgen zoals ik het hebben wilde in zo korte lijd. Daarom heb ik een verzameling pruiken. Soms vind ik het leuk om een zwartharige vrouw te zijn. Dat is geheimzinniger, vind je niet? Let maar op. Wade zal er geen woord over zeggen. Dat doet hij nooit. I lij vraagt nooit waarom ik iets draag of niet draag.
'Maar kijk eens naar jou!' Ze pakte mijn handen, hield mijn armen omhoog en draaide me rond. 'Jij bent een volmaakte harten- breekster. Ik brand van verlangen om te zien hoe de mannen naar je kijken.'
'Ik voel me maar half aangekleed naast jou,' zei ik.
'Onzin. Ik kleed me naar gelang mijn stemming, en dit is toevallig mijn stemming vanavond. Daarom heb ik waarschijnlijk dat zwarte haar gekozen. Ik ben geheimzinniger met alles, zelfs met mijn lichaam, terwijl jij,' ging ze verder voor ik iets kon zeggen, 'veel te lang een geheim bent gebleven.'
Ze pakte mijn hand vast.
'En daar gaan we een eind aan maken! riep ze uit. en trok me mee naar de trap.
Ik keek achterom, in de verwachting Wade te zien. Waarom was hij altijd eerder aangekleed en beneden dan wij? vroeg ik me af. Ik had het antwoord voor we op de onderste tree waren.
'Ik heb met Wade afgesproken in het restaurant,' zei Ami. 'Hij is opgehouden door zijn werk. En als hij te laat is, beginnen we vast zonder hem.'
Toen we beneden waren, draaide ik me om en keek de gang in. Ik voelde ogen op me gericht. En daar stond mevrouw Cukor, rechts van de deur van het kantoor, met haar rug tegen de muur, alsof ze ruimte wilde maken voor iemand die voor haar langs liep. Haar hoofd was naar mij gekeerd en ze keek me kwaad aan.
Wat is er? had ik haar willen toeschreeuwen. Wat wil je van me? Wat verwacht je dat ik zal doen?
'Kom mee, malle,' zei Ami berispend en liep in de richting van de garage.
We stapten in haar sportwagen. Ze keek me glimlachend aan en streek met haar rechterhand zacht over mijn gezicht.
'Je ziet er mooi uit, Celeste,' zei ze. 'mooier nog dan ik gedacht had datje kon zijn.'
Ze staarde me even aan. Haar ogen leken vochtig van emotie. Haar intense gevoelens overrompelden me. Ik was verheugd over het compliment, maar iets in me deed een alarm afgaan dat ik niet begreep. Ze zag mijn verwarring en lachte.
'Sorry, dat ik zo dramatisch was,' zei ze. Ze opende de deur van de garage en reed naar buiten, over de oprit. De banden piepten toen we een bocht maakten naar de straat. Ze zette de muziek aan.
'Je hebt nog geen rijbewijs, hè?'
'Nee, hoe zou ik? Wie had me moeten leren rijden ? En waarin?'
'Ja, daar zat ik net aan te denken. We moeten je onmiddellijk rijles laten geven, samen met die pianolessen die ik je heb beloofd. Ik zal het Wade vanavond vertellen. Als je in je eigen mooie auto naar school rijdt, ben je met één klap populair. Je zult eens zien hoeveel nieuwe vriendinnen je dan krijgt.'
'Als ze alleen mijn vriendinnen worden omdat ik een mooie auto heb, kunnen ze niet bepaald goede vriendinnen zijn.' zei ik.
'O. hou toch op. Dat ben jij niet die zo praat. Dat is een van de nonnen of een of ander heilig boontje die je onder de duim heeft gehouden. Net als elke prinses heb je je entourage nodig.' ging ze verder. 'Toen ik op school was, had ik altijd een stuk of zes meisjes om me heen, die alles wilden wat ik wilde, en aan mijn lippen hingen. Straks gaat het jou net zo. Je zult het zien.'
'Hoe weetje dat ik dat wil?' vroeg ik. Ik wilde niet onaardig of eigenwijs zijn. Ik was gewoon nieuwsgierig om te weten wat ze in me had gezien om haar op dat idee te brengen.
Ze lachte naar me.
'Omdat ik weet dat onder dat droefgeestige schild dat de staat en die instellingen en weeshuizen om je heen hebben aangebracht, het hart klopt van een echte vrouw, die net zo is als ik. Ik zag het aan de manier waarop je je bewoog, de manier waarop je je hoofd omhooggeheven hield, de manier waarop je naar de mensen keek en vooral aan de manier waarop de mannen naar je keken.'
'Maai- hoe lang heb je me geobserveerd voordat je in het weeshuis kwam?' vroeg ik.
'Dat is voor jou een vraag en voor mij een weet.' Ze lachte. 'Een tijdje," bekende ze toen. 'Ik kon toch niet zomaar een jonge vrouw in mijn leven opnemen?' vroeg ze ter verdediging. "Dat begrijp je toch wel?'
'Ja,' zei ik, al begreep ik het niet goed. Het had me al gehinderd dat ze me bespioneerd had en met mijn docenten had gesproken, maar nu ze had toegegeven dat ze het al een tijdje had gedaan, vond ik het nog verontrustender. Waarom had ik haar ogen niet op me gevoeld? Waarom was ik niet gewaarschuwd?
Het was Nobles schuld, dacht ik vaag. Hij had mijn gevoel afgestompt, als straf voor het feit dat ik hem in de steek had gelaten.
Nu gingen er voortdurend alarmbelletjes in me af, maar ik dacht dat de oorzaak misschien was dat ik zoveel totaal andere dingen deed. Misschien had ze gelijk. Misschien was ik al die tijd omgeven geweest door een schild. Misschien was ik emotioneel en sociaal achtergebleven. Ik verdien al die opwinding en al dat plezier, hield ik me voor. Bedaar, onrustig hart van me. En mijn tong... hou op met die gemeenplaatsen die meer thuishoren op de lippen van mensen als Moeder Higgins.
Wat was er voor verschrikkelijks aan dat ik populair zou zijn bij mijn leeftijdgenoten, dat jongens zouden vechten om mijn aandacht, dat meisjes mijn vriendin wilden zijn? Wanneer had ik ooit zoiets meegemaakt? Wanneer had ik er zelfs maar over gedroomd ? Ami wilde me niet verleiden tot een rampzalig bestaan. Ze gaf me een kans, een kans om precies zo te worden als ze had beschreven, een levendige, sexy en zelfverzekerde vrouw. En was dat niet wat alle jonge meisjes hoopten te worden, of ze het toegaven of niet?
Ga heen, mijn geweten, mijn paranoïde angsten, mijn visioenen van duistere oorden. Ga heen. terug naar de kerker, en laat mij met rust. Ik ga niet roepen om Noble en in alle hoeken en gaten naar hem speuren. Ik heb hem nu niet nodig, hield ik me voor. Mijn besluit stond vast.
'Wil je een sigaret?' vroeg Ami plotseling.
'Een sigaret?'
'Vertel me niet datje nog nooit een sigaret hebt gerookt.'
Ik zei niets.
Ze lachte.
'Hm. Dan heb je zeker ook nog nooit wiet gerookt.'
'Nee.'
'Zusjelief, je zult je voelen of je herboren bent.'
Weer wilden inwendige stemmen protesteren, maar ik legde ze het zwijgen op nog voordat ze goed en wel begonnen waren. Wat had het leven voor zin als je nu en dan niet eens een risico kon nemen, experimenteren, een grens overschrijden?
'Zeg niet tegen Wade dat ik het daarover gehad heb,' waarschuwde Ami. 'Hij is Mr. Clean in dat opzicht, maar hij weet niet wat jij en ik samen doen. Weet je wat twee mensen zoals jij en ik echt aan elkaar bindt ?'
'Wat dan?'
'Geheimen.' zei ze, knikkend. 'Geheimen. Onthullingen: je gedachten, je ideeën, je herinneringen blootleggen. En weetje, Celeste, dat is niet mogelijk zonder vertrouwen. We moeten elkaar om te beginnen vertrouwen.'
'Ja,' zei ik.
'Ik wist wel datje het zou begrijpen. Zie je dat ik je al goed ken?'
Ze lachte, maar haar woorden hingen in de lucht als rook, iets dat verbrand was.
Minuten later stopten we voor de deur van Hunters, en een bediende kwam naar buiten om onze portieren te openen en onze auto
te parkeren. Het restaurant zelf zag eruit of het vroeger een particulier huis was geweest, en later zou ik ontdekken dat ik goed had geraden. De eigenaars hadden de benedenverdieping uitgebroken en er een grote eetzaal en twee kleine privé-eetzaaltjes van gemaakt. Het decor was rustiek, aan de muren hingen oude bóeren- werktuigen, historische uithangborden, fraaie spiegels. Al het hout en alle panelen waren van donker eiken. Rechts was een mooie bar met koperen accessoires en heel comfortabel uitziende krukken, tafeltjes en een ruimte om te dansen en er speelde een trio. Het was erg druk aan de bar. Twee barkeepers draafden heen en weer om aan alle wensen te voldoen.
De grote zaal van het restaurant was bijna vol. Kelners en serveersters in jagersgroene uniformen bewogen zich elegant tussen tic tafels door. Alle gasten waren goedgekleed. Ik zag een paarjonge vrouwen die naar ik dacht van mijn leeftijd waren, maar geen van hen was gekleed zoals ik. Ze droegen allemaal conservatievere kleren, minder onthullende jurken, broekpakken en lichte truitjes met jasjes.
Zodra we de eetzaal binnenkwamen, draaiden de mensen hun hoofd om. Sommigen staarden, sommigen fluisterden, en sommigen lachten. De gerant, een oudere, gedistingeerd uitziende man in smoking, kwam haastig naar ons toe om ons te begroeten.
'Goedenavond, mevrouw Emerson.'
'Hallo, Aubrey. Mag ik je voorstellen aan onze logee, Celeste Atwell?'
'Hoe maakt u het.' zei hij, en bekeek me zo discreet mogelijk. Maar toch kon ik een glimp van afkeuring zien in de blik waarmee hij naar mijn kleding keek.
'Mevrouw Emerson, uw man heeft gebeld en een boodschap achtergelaten dat hij later zou komen, maar dat u niet op hem moest wachten,' zei Aubrey.
'Dat zegt hij omdat hij weet dat ik dat toch niet doe,' zei ze, en Aubrey knikte glimlachend.
'Wilt u mij volgen alstublieft,' zei hij, en hij leidde ons de zaal door naar een prominente tafel bij de erkerramen.
Ik had het gevoel dat ik door dichte spinnenwebben liep. Iedereen keek nog steeds naar ons, vooral naar mij. Het gaf me een gevoel of ik naakt was. Ik probeerde naar niemand te kijken, maar on- willekeurig ving ik een spottende grijns op van een paar jongere mannen en verwijtende blikken van de meeste oudere vrouwen. Sommige jonge vrouwen keken afgunstig, zelfs enigszins geërgerd, omdat ik de aandacht trok van elke man in de zaal.
Aubrey trok onze stoelen voor ons achteruit en overhandigde ons de menukaarten. De ober. een donkerharige man met een donkere huid, die gespannen op de achtergrond stond, schoot naar voren zodra Aubrey onze tafel verliet.
'Goedenavond, mevrouw Emerson,' zei hij. 'Welkom terug.'
Op zijn naamplaatje stond 'Anthony'. Hoewel hij het woord had gericht tot Ami, richtte hij zijn ogen op mij.
'Goedenavond. Tony. Dit is mijn logee. Celeste. Ze houdt van Cosmopolitans, dus breng ons er maar twee,' bestelde Ami.
'Is ze al achttien?' vroeg hij, terwijl hij zijn rechtermondhoek introk. Hij was een knappe man, met gitzwarte ogen en krachtige lippen en kaak.
is dat niet te zien?' was Ami's reactie.
'Als u het zegt. mevrouw,' antwoordde hij. 'Ik kom zo terug met de drankjes.'
'Maar ik ben nog geen achttien,' merkte ik op zodra hij  weg was.
'Hel is niet wal je bent, maar watje lijkt te zijn.' zei Ami. 'Het uiterlijk is alles. Kijk eens om je heen, al die mensen zitten naar ons te kijken. We hebben hun gespreksstof gegeven.' Ze knikte naar een oudere vrouw met blauwgrijs haar, die ons verontwaardigd opnam. Haar kale man, met een gezicht dat samengeknepen leek tussen twee gigantische vingers, leek gehypnotiseerd. Met zijn rechterhand hield hij een vork in de lucht alsof hij bevroren was. De vrouw beantwoordde kort Ami's knikje, fluisterde iets tegen haar man, die onmiddellijk zijn ogen van ons afwendde.
Ami lachte.
Ze bestudeerde het menu.
'Laten we samen een salade nemen. Wat wil je eten? Voel je iets voor kreeft Thermidor?'
'Ik heb nog nooit kreeft gegeten,' zei ik. Ze sloeg haar ogen op naar het plafond en schudde haar hoofd.
'Oké, dan bestellen we dat voor je. Het is zoveel werk om je alles te leren, dat ik besloten heb al mijn tijd eraan te besteden," zei ze.
Al haar tijd? Wat wilde dat zeggen ? Waar waren haar vrienden, haar andere bezigheden ? Ik weet dat ik me dankbaar hoorde te voelen, maar in plaats daarvan voelde ik weer die steek van angst.
Onze ober kwam terug met onze cocktails. Hij droeg de rood- getinte vloeistof in grote martiniglazen op een zilveren blad alsof het vorstelijke kronen waren. Weer stopten de gesprekken en keek iedereen onze kant op. Ami zoog de aandacht op alsof haar hele wezen erdoor gevoed werd.
'Zal ik uw bestelling opnemen of wacht u op iemand?' vroeg onze ober.
'Tony toch, wacht ik ooit op iemand?' vroeg Ami plagend. Hij lachte en zijn blik ging weer snel naar mij. 'We delen de huissalade. Celeste neemt de kreeft Thermidor, en ik de garnalencocktail als hoofdgerecht. En een chocoladesoufflé als dessert.'
'Uitstekend,' zei Tony en stak zijn hand uit naar de menukaarten. 'Mag ik?' vroeg hij aan mij.
'O. Ja,' zei ik en leunde achterover.
Hij hield zijn ogen nog even strak op me gericht en liep toen haastig weg.
'Hij loopt te kwijlen,' zei Ami. 'Zie je nou ?'
Ik kon er niets aan doen dat ik moest blozen en staarde omlaag. momenten waarop je preuts en onschuldig moet lijken en momenten waarop het een nadeel is,' zei Ami belerend. 'Bijvoorbeeld, in een zaal vol snobistische, duffe mensen zoals hier, moet je zo snel en overtuigend mogelijk zelfverzekerd overkomen en hun neerbuigende blikken beantwoorden. Je moet jezelf inprenten dat niemand hier een haar beter is dan jij en dat moetje ze duidelijk laten weten door de manier waarop je je gedraagt, naar ze kijkt en zelfs tegen ze spreekt. Geef nooit iemand de voldoening te denken dat hij of zij beter is dan jij, Celeste.
ik weet het, een meisje dat heeft geleefd als een weeskind in afdankertjes, en geslapen, gegeten en geademd heeft van liefdadigheid, zal het daar in het begin moeilijk mee hebben, maar je bent nu mijn spirituele zuster, en je woont in mijn huis. Het is goed om een beetje arrogant te zijn. Wees trots op watje hebt!'
Haar peptalk deed me goed. Ik hief mijn hoofd op en keek om me heen naar de gasten in het restaurant, keek iedereen recht in de ogen. Zoals Ami had voorspeld, wendden de mensen snel hun blik af.
Ami hief haar glas met een knikje naar mij.
'Op ons,' zei ze, en we klonken. Ik nam een slokje en haalde toen diep adem. Wanneer zou ik niet langer het gevoel hebben dat ik steeds dieper wegzakte in een poel van zonde? Elke kleine verandering die Ami in me teweegbracht leek besmet, of het nu het gebruik van make-up was, het kapsel, de kieren, het drinken, of nu de lessen in houding en gedrag. Veranderde ze me in een betere, meer zelfverzekerde jonge vrouw, of trok ze me omlaag naar een wachtend onheil?
Wade kwam pas toen we onze salade gegeten hadden. Op weg naar onze tafel, schudde hij handen en sprak met een paar gasten. Het gesprek ging kennelijk over mij, want hij keek naar ons en praatte toen verder.
ik hoop dat hij je niet beschrijft als een weeskind.' mompelde Ami.
'Het spijt me dat ik te laat ben.' zei hij toen hij bij onze tafel was. 'We hadden een kleine crisis op de zaak, een truck met verkeerde onderdelen, en we moeten morgen bestellingen afleveren.'
Hij ging zitten. Ami schudde haar hoofd.
'Je hebt een manager, Wade, die een goed salaris verdient. Ja toch? Waarom laat je die man zijn werk niet doen ?'
'De zaak draagt de naam van mijn familie en niet die van de manager.' antwoordde Wade nuchter, terwijl hij het menu bestudeerde dat Anthony hem haastig was komen brengen.
'De naam van je familie.' mompelde Ami, 'op sanitaire onderdelen.'
'Ik sla de salade over,' zei Wade legen Anthony. 'Breng me de filet mignon, medium.'
'Heel goed, meneer Emerson.' zei Anthony. Hij pakte de menukaart aan, maar glimlachte naar mij.
Te oordelen naar de uitdrukking op zijn gezicht als hij naar me keek. dacht ik niet dat Wade mijn outfit en make-up goedkeurde. Eindelijk viel zijn oog op de Cosmopolitan die voor me stond.
'Heb je sterke drank voor haar besteld?'
'Het is haar eerste avond uit met ons. Wade. Waar maak je je druk over?'
'Waar ik me druk over maak? Ami. ze is minderjarig. Dat kun je niet maken. Je brengt ook het restaurant in gevaar. Schuit" dat glas alsjeblieft naar mij toe,' zei hij tegen mij.
Ik deed wat hij vroeg en Ami begon onmiddellijk te pruilen.
'Het spijt me, Celeste,' zei hij. Hij wendde zich weer tot Ami. 'Je weet dat mevrouw Brentwood, de directeur van de Dickinson School, met haar man bij de open haard zit?'
Ami wierp een blik in die richting en ik keek ook. Een aantrekkelijke vrouw van middelbare leeftijd met lichtbruin haar zat tegenover ons. Haar man zal met zijn rug naar ons toe. Ik vond dat ze een innemende glimlach had, en in tegenstelling lol de andere gasten, leek ze geen enkele belangstelling voor ons te hebben. Ze lachte om iets wat haar man zei en streek de lokken van haar schouderlange haar uit haar gezicht.
'Nou en ?' mompelde Ami.
'Nou en? Ze weet dus dat Celeste niet oud genoeg is om alcohol te drinken en dat jij het voor haar bestelde. Wat ben je voor pleegmoeder? Niet erg slim.' Wade nam een slokje van mijn cocktail. 'Te zoet,' zei hij. 'Hoe kun je zoiets drinken ?'
'Zoet voor zoete meisjes,' zei Ami gekscherend. Wade schudde zijn hoofd, maar maakte het zich gemakkelijk op zijn stoel en lachte naar mij.
'Opgewonden over morgen ?' vroeg hij.
'Ja,' zei ik, al vond ik zenuwachtig een betere omschrijving.
'Je zuil het er goed afbrengen,' zei hij. ik wed datje beter kunt studeren dan de halve schoolbevolking, van wie de meesten alles voorgekauwd krijgen. Welk onderwerp interesseert je het meest?'
'Jongens.' antwoordde Ami in mijn plaats.
Wade keek haar aan en toen langzaam weer naar mij.
'Engels, denk ik," zei ik. Hij knikte.
'Ja, dat was ook mijn favoriete vak. vooral Engelse literatuur.'
"Ja. je krijgt alle kans om die kennis te benutten in een sanitairfabriek, hè?' snauwde Ami. alsof ze een hekel had aan alle kennis, ongeacht het onderwerp.
'Je zou verbaasd staan.' zei hij. 'Pijpleidingen moeten grammaticaal correct zijn om perfect te kunnen passen, en elegante accessoires voor wasbak, bad en douche moeten poëtisch worden beschreven.'
We moesten allebei lachen. Nu was het Ami's beurt voor een zure grijns, maar voor ze commentaar kon leveren, werd het eten opgediend. Wade keek verbaasd naar mijn bord.
'Ze heeft nog nooit kreeft gegeten. Wade, dus begin nu niet te zeuren over de prijs.'
'Dat doe ik niet. Hij ziet er voortreffelijk uit. Ik had er misschien zelf ook een moeten bestellen.'
'Hij is lekker.' zei ik, proevend. 'Verrukkelijk.'
Hij glimlachte.
'Wie is je lievelingsauteur?' vroeg hij.
'Ik heb eigenlijk geen speciale voorkeur. Ik had niet verwacht dat ik Mark Twain met zoveel plezier zou lezen als ik dit jaar gedaan heb. Ik hou van Huck Finn.'
'Dat deed ik ook.' zei Wade.
Ami kermde luid.
'Wade, alsjeblieft. Straks laatje haar nog de Wall Street Journal lezen.'
Hij haalde zijn schouders op en keek naar mij.
'Misschien wel, ja,' zei hij. 'Waarom zou ze niet iets leren over de financiële wereld?'
'Ze zal belangrijkere dingen te doen hebben.'
'Belangrijker? Zoals wat, Ami?'
'O. schei toch uit.' Ami schoof haar bord opzij. Ze had nauwelijks de helft van haar diner gegeten, ik ben zo terug.' zei ze. ik ga even mijn neus poederen. Eerlijk gezegd.' ging ze verder, terwijl ze opstond en zich naar Wade vooroverboog, 'moet ik plassen.'
Ze giechelde en liep weg. bleef uitdagend staan bij een tafel om met een man te praten die naar haar had zitten glimlachen, tot ongenoegen van de vrouw die bij hem was. Wades blik volgde haar en toen keek hij weer naar mij.
'Ik zal je morgenochtend wekken.' zei hij, en at verder. 'Ami zal wel zeggen dat zij het zal doen en dat je je geen zorgen hoeft te maken, maar ze zal het niet doen.'
'Dank je.'
ik moet toegeven dat het helemaal haar idee was om jou in huis te nemen, maar als ik eenmaal met iets heb ingestemd, dan doe ik het goed ook.' Hij boog zich naar voren en fluisterde: 'Dit eten is goed, maar niet beter dan bij Billy's Hideaway voor de helft van
de prijs. Je zult het wel ondervinden. Je zult leren wat wel en niet belangrijk is.'
Iedereen probeert me iets te leren, dacht ik. Iedereen wil gelijk hebben en me vertellen wat het belangrijkst is in het leven. Ik hoopte alleen dat ik niet lussen Ami en Wade zou komen of nieuwe problemen zou veroorzaken. Dan zou mevrouw Cukor toch gelijk krijgen. Dan zou ik inderdaad het boze oog in het huis van de Emersons hebben gebracht. Er rustte een duistere vloek op me.
Toen Ami terugkwam en de soufflé geserveerd was, wilde ze dat we naar de bar zouden gaan om naar het trio te luisteren, maar Wade zei dat ze me naar huis moest brengen zodat ik een goede nachtrust zou hebben.
'Ze gaat naar een nieuwe school. Dat is niet gemakkelijk, Ami.'
'O, zo moeilijk is het nou ook weer niet. Ze kan best een uurtje of zo langer blijven.'
'De bar is niet de juiste omgeving voor haar.'
Ze sloeg haar ogen op naar het plafond en stond toen abrupt op.
'Kom mee, Assepoes. Wade denkt dat mijn auto elk moment in een pompoen kan veranderen.'
Gepikeerd liep ze weg. Ik keek naar Wade, die naar de tafel staarde.
Hoe waren deze mensen bij elkaar gekomen? vroeg ik me af. Waardoor voelden ze zich tot elkaar aangetrokken? Voor Wade was schoonheid blijkbaar niet voldoende, en wat Ami betrof was Wade oninteressant. Waren ze vroeger anders? Had iets ze veranderd? Misschien was dit de manier waarop de meeste getrouwde mensen zich na een tijd gedroegen. Wat wist ik eigenlijk van een huwelijk, gezin, familie?
'Ik ga zelf ook meteen naar huis,' zei Wade, toen ik om de tafel heenliep.
Ami stond al te wachten bij de uitgang. Haastig liep ik naar haar toe. De meeste gasten waren al vertrokken, maar het was druk in de bar en de muziek klonk luid. Er werd gelachen en gedronken. Ami keek ernaar met verlangende ogen. Bijna wilde ik zeggen dat Wade me wel thuis kon brengen en zij nog kon blijven, maar ze liep snel het restaurant uit en liet haar auto voorrijden.
'Ik heb echt van alles genoten. Dank je wel,' zei ik, om haar een beetje op te monteren.
'Wat heb ik je gezegd?' vroeg ze, terwijl ze zich met een ruk naar me omdraaide. 'Hij maakte zelfs geen opmerking over mijn haar.'
Ze hief haar armen in de lucht.
Nee, dat was vreemd, dacht ik. Waarom niet?
'Misschien heeft hij je al eerder met die pruik gezien.'
'Natuurlijk heeft hij er me al eerder mee gezien, vaak genoeg, maar daar gaat het niet om. Mannen!' zei ze en liep naar de auto. Ze gaf de bediende een fooi, en we stapten in en reden weg.
Plotseling lachte ze.
'Het is goed, hoor,' zei ze. 'Ik ben niet echt kwaad. Ik wilde alleen dat hij dat zou denken.'
'Waarom?'
'Dan is hij aardiger tegen me. Je moet ze altijd in de waan laten dat je kwaad op ze bent. zelfs al heb je er geen reden voor. Dan dwing je ze in de verdediging, en er is niets beters dan een man in de verdediging brengen,' preekte ze. 'Trouwens, dat geldt ook voor jongens van jouw leeftijd. Dat maakt geen verschil. Zoals ik al zei, alle mannen zijn kleine jongens.' Toen voegde ze er zachtjes aan toe: 'Op de een of andere manier.'
Toen we thuiskwamen stond ze erop om naar de zitkamer te gaan voor wat ze noemde een 'slokje na het eten'.
'Je moet op de hoogte zijn van die dingen, Celeste,' zei ze. 'Je zult nu worden uitgenodigd bij rijke mensen thuis. Hun kinderen zijn opgevoed met elegante, dure dingen, hebben allerlei exotische en mooie plaatsen bezocht. Je moet het goede leven leren kennen en waarderen, alles wat je kunt en zult hebben.'
ik wil niet dat iemand weet datje een weeskind bent, iemand die het grootste deel van haar leven in een weeshuis heeft doorgebracht,' voegde ze er vastberaden aan toe, terwijl ze een bijna zwarte vloeistof schonk in wat ze cognacglazen noemde.
'Hoe moet ik voorkomen dat ze het horen?'
'Heel eenvoudig,' zei ze. 'We vertellen een ander verhaal.'
Ze overhandigde me het glas en ging tegenover me zitten. Ik keek naar het glas.
'Toe dan, proef eens,' zei ze.
Ik deed hel. Ik vond het naar drop smaken. Eigenlijk vond ik het wel lekker.
'Hel is Opal Nera, zwarte sambuca. Goed dan, wie ben je en waarom ben je hier?'
Ze leunde achterover en dacht na. Ik nam nog een slokje en staarde haar aan.
'Oké. Je bent mijn nichtje, snap je? Je ouders zijn verwikkeld in een heel nare scheiding. De meesten van die snobs zullen dat snappen en er begrip voor opbrengen. De helft van die kinderen heeft gescheiden ouders. Ik heb aangeboden je de rest van het jaar bij ons te laten wonen, zodat je een stabielere omgeving zou hebben. Dus waar kom je vandaan?'
Ze dronk uit haar glas en trommelde met haar vingers op de armleuning van de stoel.
'Niet uit het Zuiden. Je spreekt niet met een accent. We moeten voorzichtig zijn. Die kinderen hebben overal invloedrijke familieleden. Waar ben je geweest?'
'Nergens.'
'Waar was die farm van jullie?'
inde Catskills.'
'Oké. Wat doet je vader?'
'Wat zou je zeggen van apotheker?' opperde ik. Misschien was het de alcohol, het eten, de opwinding van de hele avond, maar plotseling begon ik er plezier in te krijgen.
'Apotheker? Nee, dat is niet rijk genoeg, tenzij hij een hele winkelketen bezat. Laten we het een beetje vaag houden. Hij is een internationale ondernemer en is heel vaak van huis. Daarom is het huwelijk stukgelopen. Je moeder kan een minnaar hebben gehad. Ja. dat is het. ze heeft een minnaar en jij wist het en dat vond je heel erg, want al is je vader nog zo vaak weg, toch hou je van hem en heb je medelijden met hem. Maar hij kan natuurlijk ook vriendinnen hebben. In Europa. Perfect. Als iemand naar bijzonderheden vraagt, word je bedroefd en zegje datje er niet over kunt pralen. het ligt allemaal nog zo gevoelig en is erg pijnlijk. O, dat is het helemaal!'
Ik lachte en dronk mijn glas sambuca leeg.
'Smaakt het?'
'Ja.'
ik zal je alles leren over goede wijn en goede whisky. Je zult in chique restaurants hebben gedineerd, dus praten we overeten. En we zullen vaak in goede restaurants eten, zodat je weet waar ik het over heb. We zullen enorme lol hebben!' riep ze uit.
We hoorden voetstappen in de gang.
Wade bleef in de deuropening staan en keek naar ons. Ik zette snel mijn glas neer.
'Waar ben je mee bezig, Ami? Je ging naar huis om haar een goede nachtrust te geven.'
'We moeten ons ontspannen. Wade. Vrouwen als wij duiken niet zomaar ons bed in, doen onze ogen dichten zeilen weg naar Never- Never Land.' Ze draaide zich om naar mij. 'Wade valt altijd na een paar seconden in slaap.'
'Niet altijd,' zei hij somber.
Ami's glimlach verdween.
'Goed dan, we gaan al naar bed, pappie,' zei ze, zette haar glas neer en stond op.
Ik volgde haar voorbeeld, en samen liepen we de kamer uit. Wade deed een stap opzij. Ik keek even naar hem. Hij hief zijn rechtervuist naar zijn oor om aan te geven dat hij me wakker zou maken. Ami en ik liepen de trap op.
'Natuurlijk zal hij wel gelijk hebben,' gaf ze toe. 'Wat trekje morgen aan?'
'Ik weet het niet. Daar heb ik nog niet over nagedacht.'
'Trek die blauwe rok en blouse aan die we bij Femme Fatale hebben gekocht. En je hebt dat blauwe vestje. Dat staatje goed. En doe je mooie horloge om. Hier.' Ze haalde een gouden, met diamanten bezette ring van haar linkerhand. 'Doe die ook om. Je moet de rol waarmaken die je speelt.'
Ik aarzelde, en ze pakte mijn hand en schoof de ring aan mijn vinger. Hij paste precies.
'Morgen veroveren we nieuwe werelden,' verklaarde ze. Ze omhelsde me, gaf me een zoen en ging naar haar slaapkamer.
Ik herinner me dat ik dacht dat ik waarschijnlijk meer op Wade leek. Zodra mijn hoofd het kussen raakte, viel ik in slaap. Weliswaar werd ik midden in de nacht wakker, maar ik dacht dat ik nog sliep en droomde. Ik hoorde weer het geluid dat klonk als een onderdrukt gesnik van Ami. Ik luisterde, en toen stopte het. Ik was gewoon te moe om op te staan en te gaan kijken of er iemand was. In een paar seconden was ik weer in slaap en werd pas wakker toen mijn telefoon ging en ik Wade hoorde zeggen: ik wist dat ze zich zou verslapen en je niet zou wekken. het is tijd om op te staan en je aan te kleden. Ik breng je naar school en zal je daar inschrijven,' voegde hij eraan toe.
'Dank je,' zei ik.
Ik bleef even liggen, probeerde wijs te worden uit de nacht, de droom, en stond toen op.
Toen ik de deur van mijn kamer opendeed om beneden te gaan ontbijten, vond ik een klein bosje knoflook aan de deurknop hangen.
Deze keer liet ik het op zijn plaats.