23
‘Het ziet er niet heel bijzonder uit hier, maar het eten is fantastisch,’ zei Kai toen we tegenover elkaar in Otaru in de Pijp zaten. ‘In Japan eten ze sushi alleen vóór de hoofdmaaltijd, wist je dat? En grote stukken mag je ook met je vingers eten.’
Ik legde mijn stokjes, waarmee ik zat te klungelen, neer. ‘Zeg dat dan meteen,’ zei ik en ik hapte in een rol van het een of ander.
Kai lachte en volgde mijn voorbeeld. ‘Japanners worden gemiddeld het oudst van de hele wereld. Dat komt door hun voedingspatroon: weinig vet en veel vis en soja. Ze eten daar bijna geen vlees.’
‘Heel goed van ze.’
‘Ja, ze leven supergezond. O, en dip nooit de rijst in de sojasaus. Alleen de vis. Bij goede sushi is de rijst al op smaak gebracht, dus dippen is een belediging voor de kok.’
‘En dat willen we niet,’ zei ik, al had ik het altijd gedaan.
‘Maar toevallig vind ik een beetje soja op mijn rijst wel erg lekker, dus als de kok het niet ziet, doe ik het toch. Wat niet weet, wat niet deert.’ Kai dompelde een stukje rijst met zalm in het sojabakje.
Met een brede grijns deed ik hetzelfde. ‘Nog andere regels?’
‘Je schijnt de stokjes niet over elkaar te mogen wrijven. Dat betekent dat ze van slechte kwaliteit zijn.’
‘Oeps. Volgens mij heb ik dat al een paar keer gedaan.’
‘Vandaar dat iedereen naar je zit te kijken,’ zei Kai.
Ik keek om me heen en zag een jongen en meisje naar ons staren.
‘Morgen staat het in de Privé,’ zei ik. ‘De nieuwe liefde van Romée. Een exclusieve reportage.’
‘Maar wie is het? Met wie zit zij de sushi-etiquette te negeren en verliefde blikken uit te wisselen?’
‘Doen we dat?’
‘Ik wel. Heb je dat niet gemerkt?’
Ik lachte. ‘Dan ben je wel snel verliefd.’
Hij schudde zijn hoofd. ‘Dat valt wel mee. Maar om eerlijk te zijn, toen ik jou vanavond zag staan… In eerste instantie herkende ik je trouwens niet. Je kwam me wel bekend voor, maar ik realiseerde me pas wie je was toen ik op je afstapte. Het is snel gegaan met jou, hè?’
Ja,’ zei ik. ‘Maar ik word niet zo vaak herkend hoor. Dat valt reuze mee.’
‘Nou, verderop zit anders iemand naar je te gluren. En volgens mij werd er net een foto van ons gemaakt.’
‘Echt waar?’ Ik keek over mijn schouder, maar zag niemand in mijn richting kijken.
‘Mensen kijken altijd naar je als jij het niet ziet,’ zei Kai. ‘Wat vindt je familie eigenlijk van je succes?’
‘Ik heb niet zo veel contact met mijn familie.’
‘Hoe komt dat? Of mag ik dat niet vragen?’
‘Jawel hoor. Mijn vader spoort niet. Hij heeft mijn moeder, mijn broers en mij altijd geterroriseerd. Vooral mij.’
‘Ben je daarom van huis weggelopen?’
Ik beet op mijn lip en schudde mijn hoofd. ‘Ik niet alleen, mijn broer Rob is ook weggegaan.’
‘Heb je met hem nog wel contact?’
Zonder iets te zeggen schudde ik mijn hoofd.
‘Zo te zien trek je je dat erg aan,’ zei Kai.
‘Ja,’ zei ik, en ik vertelde hem over Robs wereldreis en de abrupte manier waarop hij uit mijn leven verdwenen was. Toen ik klaar was met mijn verhaal hing er opeens een bedrukte stemming tussen ons.
‘En jij?’ vroeg ik, om van onderwerp te veranderen.
Kai pakte de fles sake en schonk onze kommetjes nog eens vol. ‘De band met mijn ouders en zussen is wel goed, maar ik zie hen ook niet vaak. Familiefeesten zijn een probleem. Ze komen nooit uit. Zelfs als ik een datum weken of maanden van tevoren blok, komt het voor dat ik onverwacht toch moet optreden. Voor een benefiet of omdat de drummer van een andere band ziek is. Dan spring ik in. Omgekeerd vind ik het ook fijn als een collega mij uit de brand helpt. Het gaat wel om duizenden mensen die een kaartje hebben gekocht. Die kun je niet laten zitten.’
‘Begrijpt je familie dat?’
‘Niet altijd. Ze vinden het raar dat ik hen wel laat zitten. En daar hebben ze ook wel een beetje gelijk in.’
==
We bleven de hele avond zitten praten en schrokken op toen de eigenaar kwam vertellen dat hij ging sluiten. Toen pas zagen we dat alle andere tafels al leeg waren. Verbaasd lachend keken we elkaar aan.
‘Nou, dan stappen wij ook maar eens op.’ Kai rekte zich uit en pakte zijn portemonnee.
‘Heeft het u gesmaakt?’ vroeg de man met een grappig accent.
‘Het was heerlijk, dank u,’ zei ik terwijl ik mijn jas pakte.
‘Dank ú, mevrouw. Mag ik u een brutale vraag stellen? Zou u met mij op de foto willen? Is goed voor de zaak.’
‘Natuurlijk,’ zei ik.
Ik poseerde met de eigenaar, Kai maakte de foto. De man pakte een fles sake, duwde die in mijn handen, begeleidde ons naar de deur en zwaaide ons uit.
‘Nog een afzakkertje bij mij thuis?’ Lachend hield ik de fles sake omhoog.
‘Laat eens zien, welke is het? Daiginjo. Wauw, dat is een goeie.’
‘Kom maar helpen hem leeg te maken,’ zei ik.
==
In plaats van de sake dronken we bier, een paar te veel, zodat ik dronken seks met Kai had. De volgende ochtend kon ik me er weinig van herinneren, maar hij lag, steunend op zijn elleboog, glimlachend naar me te kijken. ‘Goedemorgen, schoonheid.’
Ik kreunde en schermde met mijn arm mijn ogen af tegen het licht. Toen ik iets wilde zeggen, kwam er een golf braaksel omhoog.
Ik rende naar de wc.
Na een hele tijd kwam ik terug in de slaapkamer.
‘Bespeur ik daar een katertje?’ vroeg Kai.
‘Nee, hoor, zo word ik altijd wakker.’ Ik ging op de rand van het bed zitten. Elke spier in mijn lichaam deed zeer. Dit was niet alleen een kater, het leek wel griep. ‘Kai, vind je het heel erg om me alleen te laten?’
‘Natuurlijk niet, geen probleem. Ga jij lekker douchen, dan ga ik koffiezetten.’ Energiek sprong hij uit bed.
‘Ik bedoelde of je weg wilt gaan. Naar je eigen huis.’
Vol ongeloof keek hij op me neer. ‘Serieus?’
‘Ja, ik voel me niet goed.’
‘Oké…’ Kai raapte zijn kleding bij elkaar en begon zich aan te kleden. ‘Zie ik je binnenkort nog?’
‘Vast wel. Ik bel je.’
Hij kwam naar me toe gelopen, boog zich over me heen en kuste me op mijn voorhoofd.
‘Beterschap.’
Toen hij weg was, liet ik me op mijn rug op bed vallen en richtte de camera van mijn telefoon op mijn gezicht. Ik maakte een foto van mezelf in een verwassen slaapshirt, mijn haar klitterig rond mijn gezicht en met kringen onder mijn ogen. Die zette ik op Snapchat en Instagram met het bijschrift #lovemylife.