22

De première van Stella die avond was het laatste waar ik zin in had. Het liefst had ik me in mijn huis teruggetrokken met een deken om me heen en een fles wijn binnen handbereik. Maar ik wist dat dat niet verstandig zou zijn.

Laura had een zwarte mouwloze jumpsuit met een lijfje van kant voor me gekocht, en een paar zwarte pumps. Sieraden, zwarte nagellak, haren los en klaar. Het was een mooie septemberavond, ideaal weer voor de rode loper. Ik vroeg of ze zin had om mee te gaan, maar ze wilde niet.

‘Ik ben niet in de stemming,’ zei ze.

‘Waarom niet?’ vroeg ik, terwijl ik de jumpsuit paste.

‘Gisteravond kwam ik Bram tegen.’

‘Bram?’

‘Mijn ex, die me zo bedrogen heeft. Dat heb ik je toch verteld?’

‘O ja,’ zei ik, al kon ik het me niet herinneren.

‘Ik dacht dat ik over hem heen was, maar toen ik hem met zijn nieuwe vriendin zag…’ Laura’s gezicht stond somber.

‘Dan moet je juist naar een feestje gaan,’ zei ik, maar ze bleef weigeren.

En dus begeleidde Casper me, vermomd als heer. Normaal gesproken droeg hij altijd een spijkerbroek met een trui, nu was hij in smoking.

‘Ik herkende je bijna niet,’ zei ik. ‘Het staat je goed.’

‘Dank u wel, mooie dame. U ziet er ook fantastisch uit.’

We namen een taxi naar Tuschinski en betraden samen de rode loper.

Casper sloeg zijn arm om mijn middel, wat strakker dan echt nodig was, en kuste me op de wang. Onmiddellijk legden meerdere fotografen dat moment vast.

‘Jij hebt morgen wat uit te leggen aan je vrouw,’ zei ik.

‘Zolang ik je niet vol op je mond zoen, zal dat wel meevallen. Het zou trouwens wel de aandacht trekken.’ Casper keek naar me alsof hij dat niet eens zo’n gek idee vond.

‘Doe toch maar niet. Op dat soort aandacht zitten we niet te wachten,’ zei ik haastig.

‘Jammer.’ Hij grijnsde.

Je schijnt je populariteit te kunnen afmeten aan de hoeveelheid aandacht die de pers op de rode loper voor je heeft. Dat zat dan wel goed, ik deed er een behoorlijke tijd over om binnen te komen. We waren aan de late kant en konden meteen doorlopen naar de zaal.

De film was saai en stelde me in staat om een tijdje mijn ogen dicht te doen. Ik kon me niet herinneren wanneer ik voor het laatst zomaar wat had zitten mijmeren.

Er was geen ontkomen aan, mijn gedachten vlogen naar Rob. Ik keek naar mijn armband en liet mijn vinger over de sierlijk gegraveerde letter R gaan. De R van Romée. Of van Rob.

Had Evy gelijk, en was Rob om mij vertrokken?

Die gedachte deed zo ongelooflijk veel pijn dat ik bijna geen adem meer kreeg. Met gesloten ogen probeerde ik mijn emoties onder controle te krijgen.

Ik had hem verstikt.

Het was mijn schuld dat hij was weggegaan.

Omringd door de beschermende duisternis huilde ik in stilte. Voor mijn gevoel was de film net begonnen, toen de lichten in de zaal aangingen, en ik knipperde met mijn ogen. De aftiteling gleed over het scherm, er klonk applaus en Casper keek opzij.

‘Hoe vond je het?’

‘Pijnlijk,’ zei ik.

==

Het liefst was ik meteen naar huis gegaan, maar natuurlijk moesten we nog even worden gezien op de afterparty. Casper werd voortdurend aangesproken, begroette mensen en stelde me aan hen voor. Daarbij hield hij zijn arm om mijn middel geslagen.

Er waren veel zangers en acteurs onder de feestgangers. Ze vertelden me hoe leuk ze het vonden om me te leren kennen, wezen me erop hoe bijzonder mijn bliksemcarrière was en hielden me voor dat ik ervan moest genieten.

‘Het kan ook zomaar weer voorbij zijn,’ zei een bekende, wat oudere, zanger. ‘Niet dat ik denk dat dat met jou gebeurt, maar je weet het nooit. Veel artiesten die maar één of twee hits hebben gehad, hebben later spijt dat ze niet meer hebben genoten van hun succes. Succes is vluchtig, hè. Het komt en het gaat. Al denk ik dat jij het nog wel even volhoudt.’ Hij liet zijn blik over mijn lichaam glijden en knipoogde.

Ik glimlachte beleefd en wendde me af.

‘Alles goed?’ Casper trok me tegen zich aan.

‘Ja, hoor,’ zei ik, terwijl ik me uit zijn greep bevrijdde. ‘Ik ga naar het toilet.’

Onderweg werd ik aangehouden door een dame met een camera die vroeg of ik wilde poseren voor de glamourpagina van de Privé. Ik glimlachte even en liep toen door.

In de gang bleef ik staan. Een ober met een blad vol champagneglazen bood me een glas aan. Ik nam een paar flinke slokken en keek om me heen.

Mijn ogen ontmoetten die van een jongen, die prompt op me afstapte.

‘Jij ziet eruit als iemand die zich afvraagt hoe ze ongezien weg kan komen,’ zei hij.

‘Klopt.’

‘Het is ook niet mijn hobby, premières, maar een vriendin van me speelt in die film.’

‘Dus je moest wel.’

Hij knikte. ‘En jij?’

‘Volgens mijn management moet ik zichtbaar zijn. En ik moet een selfie maken voor Instagram.’

‘Móet je dat?’

‘Nou ja, het is geen verplichting, maar het schijnt goed te zijn voor je carrière.’

Hij keek bedenkelijk. ‘Als je carrière afhankelijk is van social media heb je volgens mij iets niet goed gedaan.’ Hij stak zijn hand uit en stelde zich voor. ‘Kai Westhof. Aangenaam.’

‘Romée Walraven.’

‘Ja, ik dacht al dat jij het was. Ik ken alleen je naam, hoor. Van je muziek ben ik niet zo goed op de hoogte. Ik ben ook bang dat ik een heel andere smaak heb.’

‘Dat geeft niet. Waar hou jij van?’

‘Hardrock.’

‘Echt? Ik had iets meer mainstream verwacht.’

‘Zie ik er zo mainstream uit? Ik probeerde nog wel heel swag over te komen.’

Ik lachte. ‘Zit je in de muziek?’

‘Ik ben drummer.’

Hij noemde een band waar ik nog nooit van gehoord had en voegde er de namen van een aantal bekendere aan toe waar hij vroeger mee had gespeeld.

‘Te gek,’ zei ik.

Er viel een wat ongemakkelijke stilte. Kai bood aan om nog iets te drinken voor me te halen.

‘Nee, laat maar. Ik ga er zo vandoor,’ zei ik.

‘Maar we staan zo leuk te praten! Ik wilde net wat meer de diepte in.’

Ik lachte weer. ‘Er is hier bijna niets te eten. Ik heb niet zoveel gegeten vandaag, dus ik drink op een lege maag. Dat gaat niet lang goed.’

‘Waar hou je van?’

‘Van eten? Sushi. Ik ben gek op sushi.’

‘Ik ken een tent waar ze heel goede sushi maken. Zullen we daarnaartoe gaan?’

‘Nu? Samen?’ vroeg ik voor de zekerheid.

‘Welja, waarom niet? Dit feest is toch ruk.’

Even stond ik in tweestrijd. Net, tijdens de film, had ik me voorgenomen om Rob los te laten. Misschien moest ik dat maar meteen in praktijk brengen.

‘Oké,’ zei ik. ‘Even mijn manager appen, dan kunnen we gaan.’