***
Hoofdstuk 11
Het kraken van een vloerplank drong dwars door de diepe slaap
die Helena in zijn warme omhelzing hield. Ze knipperde in het
donker met haar ogen. Uit de diepe stilte maakte ze op dat het nog
lang geen dag was. Het drong ook tot haar door dat ze niet op
Cameralle was en dat Ariele niet in de kamer naast de hare lag te
slapen.
En ze besefte dat de warmte die haar omvatte van Sebastian
afstraalde die diep in slaap naast haar lag.
Weer hoorde ze het kraken, dichterbij en te voorzichtig om een
natuurlijke oorsprong te hebben. Sebastian had de bedgordijnen
dichtgetrokken. Ze schoof iets van hem af, glipte onder de zware
arm weg die hij over haar heen had gedrapeerd, zocht naar een
kiertje in de gordijnen, deed ze behoedzaam een stukje uit elkaar
en gluurde naar buiten.
Heel even dacht ze dat Louis haar kamer was binnengeslopen. Ze
raakte al bijna in paniek, maar toen hadden haar ogen zich aan het
donker aangepast en zag ze dat de man niet zijn hand op de grendel
van de openstaande deur om zich heen keek. Het zwakke licht
onthulde de waarheid.
Phillipe. De jongere broer van Louis. Degene die Ariele uit
Cameralle had gehaald en haar naar Fabien had gebracht.
Paniek was nu wel de minste van de emoties die Helena
beroerden. Phillipe kwam binnen en deed de deur heel zacht dicht.
Hij keek nog eens rond; zijn blik bleef op de dichte gordijnen om
het bed rusten. Hij zette er een stapje naartoe.
Helena sloeg haar hand voor haar mond om een instinctief
'Nee!' te smoren. Ze wierp een blik op Sebastian; hij was nog
steeds vast in slaap en hij bleef diep en regelmatig
ademhalen.
Maar ze was bloot. Om zich heen spiedend zag ze haar peignoir
over de hoek aan het voeteneind van het bed liggen, waar het woest
was terechtgekomen tijdens hun wilde paringsdans en nu tussen de
dekens verward lag. Achter de gordijnen hoorde ze Phillipe
behoedzaam dichterbij komen.
Ze rekte zich uit en wist nog net het puntje van de peignoir
te pakken te krijgen en die naar zich toe te trekken. Ze worstelde
zich er gejaagd in en bad uit alle macht dat Sebastian niet wakker
zou worden, en dat Phillipe de gordijnen niet zou opendoen - dat
hij eraan zou denken dat de ringen een ratelend geluid zouden
maken. Ze hield er zelf ook rekening mee.
Toen de peignoir de bovenste helft van haar lichaam bedekte,
trok ze de stof naar zich toe en liet zich nog harder biddend uit
bed glijden.
Ze hoorde Phillipe fluisterend vloeken - hij had de gordijnen
zien bewegen. Zo voorzichtig mogelijk glipte ze van het bed, trok
de peignoir omlaag en gleed toen door de kier tussen de gordijnen
naar buiten.
Zodra ze te voorschijn kwam en Phillipe zag - met een bleek
gezicht en de ogen opengesperd - wees ze hem met een vinger legen
haar lippen naar achteren. Met de andere hand hield ze de peignoir
dicht, trok hem onder de dekens uit en stond eindelijk met haar
blote voeten op de grond terwijl de peignoir haar armen en benen
bedekte en de gordijnen achter haar bijna helemaal
dichtvielen.
Ze zag de kier, keek omhoog naar de gordijnringen en vroeg
zich af of ze de gordijnen helemaal dicht durfde te schuiven.
Sebastian had zich nog niet verroerd... Ze kon niet bij de roede
komen om de ringen zachtjes op te schuiven.
Ze liep bij de kier weg en draaide zich om naar Phillipe, de
bron van haar grootste zorg. Haar hart begon pijnlijk te bonzen
toen ze over de vloer naar hem toe liep en hem naar achteren
verwees, naar de plek bij de deur waar de schaduwen het diepst
waren. Daar waren ze meteen het verst van het bed vandaan. Ze keek
even achterom naar het sliertje donker van de spleet tussen de
gordijnen. Ze moest haar kansen zorgvuldig tegen elkaar afwegen,
want omwille van Ariele durfde ze niets anders te riskeren.
Enerzijds zou het buiten op de gang een stuk veiliger zijn, maar in
hoeverre kon ze Phillipe vertrouwen nu ze wist dal hij een van
Fabiens creaturen was?
'Wat doe je hier?' Ze zei het zo zacht mogelijk maar haar
paniek, de beschuldigende toon en haar wantrouwen waren duidelijk
te horen.
Tot haar verbazing kromp Phillipe ineen. 'Het is niet wat u
denkt.'
Hoewel hij al op fluisterende toon sprak, keek ze hem fronsend
aan en gebaarde dat hij nog zachter moest praten. 'Ik weet helemaal
niet wat ik hiervan moet denken! Vertel me hoe het met Ariele
is.'
Phillipe verbleekte nog meer en Helena voelde haar hart
samentrekken.
'Het gaat haar... goed. Nu nog wel.'
'Wat bedoel je?' Helena schudde aan zijn arm. 'Is Fabien van
mening veranderd?'
Phillipe keek haar fronsend aan. 'Veranderd? Nee hij is nog
steeds van plan...'
De walging en pijn op zijn gezicht waren Helena te vertrouwd
om ze verkeerd te kunnen opvatten. 'Maar hij is niet van gedachten
veranderd over Kerstmis... dat ik tot kerstavond de tijd heb om hem
de dolk te brengen?'
Phillipe knipperde met zijn ogen. 'Dolk? Moet u een dolk
wegnemen?'
Helena knarsetandde. 'Ja! Maar heb medelijden met me en vertel
me nu meteen - heeft hij het tijdschema gewijzigd?' Ze schudde
Phillipe weer aan de arm. 'Ben je daarom hierheen gekomen?'
Phillipe concentreerde zich en leek eindelijk haar vraag te
begrijpen. 'Nee, nee. Het is nog steeds met Kerstmis, die
schurk!'
Helena liet hem los en nam hem aandachtig op. 'Schurk?'
Toen Phillipe met strakke kaken zijn blik afwendde, drong ze
aan: 'Hij is je oom.'
'Hij is helemaal niet mijn oom!' Phillipe spuugde de woorden
uit. Ze waren doordrenkt met net zoveel woede als walging. Hij keek
haar aan en zelfs in dit schaarse licht kon ze de toorn in zijn
donkere ogen zien branden. 'Hij is een monster - een ongevoelige
tiran die in staat is om een jong meisje te nemen en... en haar te
gebruiken om u te dwingen iets voor hem te gaan stelen,' zei hij
heftig gebarend.
'Dan zijn we het daarover eens.' mompelde Helena. 'Maar wat
heeft je hier gebracht?'
ik wilde helpen.' Door de schaduwen heen hield Phillipe haar
blik vast. Zijn stem klonk wanhopig. 'Ik wil Ariele redden. Toen
hij me wegstuurde om haar te gaan halen, wist ik niet waarvoor hij
haar wilde gebruiken. Ik dacht dat hij alleen maar bezorgd was voor
haar veiligheid, omdat ze op Cameralle alleen maar bedienden had.'
Hij lachte verbitterd. 'Was ik even stom. Maar mijn ogen zijn
geopend - ik heb gezien wie hij in werkelijkheid is; ik heb zijn
ware bedoelingen ontdekt.'
Phillipe greep Helena's hand en hield die smekend tussen hen
in. 'U bent Ariele's enige hoop. Als er een andere manier bestond'
- hij gebaarde weer, op zoek naar het juiste woord - 'om haar uit
zijn klauwen te bevrijden, als er een mogelijkheid bestond om haar
veilig bij hem weg te halen, dan zou ik dat doen. Maar zo'n kans
bestaat niet. De wet is de wet - ze is in zijn macht. Maar ze loopt
momenteel groot gevaar.'
Helena kwam op een afschuwelijke gedachte en ze kneep hem in
zijn hand. "Weet ze het?'
Tot haar opluchting schudde Phillipe het hoofd. 'Nee. Ik
geloof niet dat ze zich maar kan voorstellen... Ze is zo'n lief
meisje, zo rein en onberoerd.'
Als het al niet tot haar was doorgedrongen door welke
gevoelens Phillipe werd gedreven, dan was de blik op zijn gezicht
toen hij het over Ariele had genoeg om het haar volkomen duidelijk
te maken. Dat was iets wat Fabien met zijn kille, berekenende
sluwheid niet had voorzien en niet onder controle kon houden. De
ironie ervan ontging Helena niet. 'Dan liggen de zaken nog net als
eerst. Ik moet die dolk stelen en die uiterlijk op kerstavond aan
hem overhandigen.'
ik wist alleen dat hij u een taak had opgelegd, en dat als u
zou falen...' Phillipe keek haar fronsend aan. 'Fabien dacht dat u
maar weinig kans op succes zou hebben.'
Op haar beurt keek Helena hem fronsend aan. ik geloof niet dat
het helemaal onmogelijk is.' Ze kon dat niet geloven - ze wilde dat
niet geloven.
'Maar waarom hebt u dat ding - die dolk - dan nog niet naar
hem toe gebracht? Toen u niet snel terugkwam... Daarom ben ik
gekomen. Ik dacht dat er een probleem was ontstaan.'
'Wat dat betreft...' Helena trok een gezicht. Er was inderdaad
een probleem, maar toch zou ze het doen. Ze moest wel, omwille van
Ariele. 'Fabien zegt dat de dolk zich ergens in dit grote huis
bevindt, en ik geloof dat hij gelijk heeft. Maar Louis noch Villard
hebben hem kunnen vinden - we hebben met ons drieën alle voor de
hand liggende plaatsen doorzocht, behalve die ene plek. Daar moet
hij zijn. Ik wilde er vanavond naar gaan zoeken, maar...'
Phillipe trok aan haar hand. 'Kom mee - laten we er nu naartoe
gaan. Nu iedereen slaapt kunnen we op zoek gaan, hem vinden, hem
wegnemen, en het huis ontvluchten voordat iemand wakker wordt. Ik
heb een paard...'
'Nee.' Helena probeerde haar hand los te rukken, maar Phillipe
hield hem stevig vast. 'We hebben een grotere voorsprong nodig, wat
anders zal monsieur Ie duc ons zeker inhalen - en dan zal Ariele
niet worden gered.'
Verward keek Phillipe haar aan en zei toen: 'U bent bang voor
deze hertog. Dat had ik niet van u verwacht.' Hij ging kaarsrecht
staan en keek kritisch op haar neer. 'Maar dat maakt niet uit. Nu
ik hier ben, kunt u me vertellen waar die dolk zich bevindt en dan
zal ik hem wegnemen, hem terugbrengen en Ariele bevrijden.'
Het feit dat hij het zo oprecht meende voorkwam dat ze boos op
hem werd. 'Néé! Je begrijpt het niet.' Ze moest op haar tong bijten
om hem niet te vertellen dat hij nog zo jong was - een naïeve knul
die de spelletjes van machtige mannen probeerde te beïnvloeden.
'Als het zo eenvoudig lag, denk je dan niet dat Louis de dolk
allang zou hebben weggenomen en ermee vandoor zou zijn gegaan om
alle eer voor zich op te eisen? Fabien heeft bepaald dat ik de dolk
moet wegnemen. Ik, en niemand anders.'
'Waarom dan? Als hij die dolk wil hebben, maakt het toch niet
uit wie hem brengt?'
Helena zuchtte. 'Hij zal er zijn redenen wel voor hebben. Een
paar ervan kan ik doorzien, naar andere moet ik raden.' De gedachte
dat hij boven aan zijn lijstje had staan Sebastian te willen
kwetsen, te willen verwonden, lag haar zwaar op het hart.
Haar oprechte tegenzin moest tot Phillipe zijn doorgedrongen;
hij gaf haar een kneepje in haar hand. 'Maar u zult de dolk wel
heel binnenkort in bezit nemen, ja toch?' Hij staarde haar aan,
zijn gezicht een en al oprechte smeekbede, en toen ontspande hij
zich en glimlachte, in al zijn eenvoud een hartverscheurend
gebaartje. 'Maar natuurlijk zult u het doen. U bent goed en trouw,
dapper en edelmoedig - u zult uw zuster niet onder de handen van
mijn oom laten lijden.' Hij kneep even in haar hand terwijl zijn
glimlach steeds meer vertrouwen uitstraalde. 'U gaat de dolk dus
deze nacht nog halen - dat wilt u toch doen, of niet?'
Helena nam de kalme blik vol oprecht vertrouwen op waarmee
Phillipe haar aankeek en was er in haar achterhoofd dankbaar voor
dal Ariele zo'n standvastige ridder aan haar zijde had gekregen. Ze
wilde maar dat zij ook zo'n ridder had die haar zou komen redden.
Phillipe wachtte geduldig haar antwoord af, want ze wist immers wat
haar te doen stond.
En toch aarzelde ze. Ze probeerde niet meer te denken aan de
warmte, het samenzijn, de verrukkingen - de machtige liefde van de
afgelopen uren. Ze probeerde uit haar hoofd te zetten hoe mooi het
was geweest. Het lukte niet. Ze probeerde Sebastian uit haar hoofd
en uit haar hart te bannen - maar wist dat het haar nooit zou
lukken. Ze had het gevoel alsof haar hart langzaam in tweeën werd
gescheurd.
De tranen zaten haar hoog. Ze rechtte haar rug, deed haar mond
open en wilde knikken.
Een diepe zucht golfde door de kamer.
'Je had het me moeten vertellen, mignonne.'
Helena snakte naar adem en met een hand voor haar mond staarde
ze naar het bed. Een blanke hand met lange vingers had het gordijn
gegrepen. Het geluid waarmee het werd opengeschoven weerkaatste
door de kamer.
Sebastian lag in haar bed, steunend op een elleboog. De dekens
waren tot zijn middel afgezakt en lieten zijn gespierde borstkas
zien. Zijn blik bleef even op haar rusten en ging toen naar
Phillipe. 'Ben jij verwant aan de comte de Vichesse?'
Zijn stem klonk vlak, maar daaronder ging een grommende
bedreiging schuil.
Phillipe slikte, deed toen met geheven hoofd een stap naar
voren en maakte een stijve buiging. 'Hij is mijn oom. Louis - die
volgens mij hier logeert - is mijn broer. Tot mijn schande. Ik ben
Phillipe de Sèvres.'
Helena hoorde de woorden, maar keek niet naar Phillipe - ze
wist niet zeker of ze hem wel durfde aankijken. Wat moest hij wel
denken nu hij Sebastian overduidelijk naakt in haar bed had
aangetroffen?
Dat was wel de minste van haar zorgen. Haar blik bleef op
Sebastian gevestigd. Ze kon bijna niet logisch meer denken. Zijn
zucht, zijn woorden... wat hadden die te betekenen? Hij was
erachter gekomen. Ze hoefde echt niet te hopen dat hij niet alles
had gehoord. Ze hadden Frans gesproken, maar hij sprak die taal
vloeiend. Hij wist nu alles. Hij zou het ergste van haar denken, en
toch... toch had hij haar mignonne genoemd.
Zijn blik was weer van Phillipe naar haar teruggekeerd. De
seconden tikten weg. Ze voelde zijn blik, voelde dat hij ergens op
wachtte, ze wist alleen absoluut niet waarop. Ze voelde ook dat hij
bereid was haar te begrijpen, dat ze zou weten wat er in zijn hoofd
omging - alsof ze dat ooit zou kunnen.
Toen ze gewoon bleef staan waar ze stond, met stomheid
geslagen, zuchtte hij opnieuw, wierp de dekens van zich af en liet
zich van het bed rollen.
Hij liep eromheen en kwam naar haar toe.
Helena's ogen werden groter en groter. Ze deed haar mond open
om te protesteren, maar kon de woorden niet vinden. De adem stokte
haar in de keel.
Hij was naakt! En...
Kende die man dan geen enkele schaamte?
Kennelijk niet. Hij liep naar haar toe alsof hij in purper en
goud was gehuld - alsof hij werkelijk de keizer was die hij nog
maar kortgeleden had uitgebeeld.
Hij sloeg totaal geen acht op Phillipe.
Toen hij zo dichtbij was dat hij haar in de ogen kon kijken,
deed ze haar mond open om het allemaal uit te leggen, om tenminste
iets te kunnen zeggen...
Ze kon geen woord uitbrengen.
Ze hief haar handen om hem af te weren maar liet ze weer slap
naast zich neervallen.
Hij bleef recht voor haar staan. Zoals altijd viel er niets op
zijn gezicht te lezen; zijn ogen waren te veel overschaduwd om er
iets in te kunnen zien.
Verslagen en met het hart in de keel hief ze haar handen in de
lucht en wendde zich van hem af. Ze zou het nooit kunnen
uitleggen.
Hij bracht haar ene hand omhoog en draaide haar om zodat ze
hem weer moest aankijken. Hij bestudeerde haar gezicht en keek haar
heel even onderzoekend in de ogen.
Toen boog hij zijn hoofd en raakte met zijn mond de
hare.
Het was een heel tedere kus en hij liet zijn lippen net lang
genoeg om de hare liggen om haar gerust te stellen.
Toen hief hij het hoofd en keek haar aan. 'Ga weer naar bed,
mignonne, anders vat je nog kou.'
Ze staarde hem aan.
Even later hief hij het hoofd, keek naar haar kleedtafel, en
naar de twee brieven die tussen de spiegel en haar juwelenkistje
zaten weggestopt. Toen keek hij haar weer met een opgetrokken
wenkbrauw aan. 'Heb ik je toestemming?'
Ze aarzelde, keek hem onderzoekend aan en neeg toen het hoofd.
Hoe wist hij dat? Wat ging er in zijn hoofd om?
Sebastian liet haar staan en liep naar de kleedtafel.
Haar hoofd tolde, ze had haar gedachten niet meer bij elkaar.
Ze was al veel te lang geleden opgehouden met ademhalen. Het bed
was zo'n slecht idee nog niet. Zonder naar Phillipe te kijken liep
ze weer naar de andere kant van het vertrek. Ze trok haar peignoir
om zich heen, en klom in het bed waar nog steeds Sebastians warmte
in hing.
Ze moest ineens hevig rillen; ze liet abrupt alle
schijnvertoning vallen en trok de dekens omhoog. Ze voelde iets van
het verlammende ijs smelten dat haar hart had bevroren.
Ze zag Sebastian de brieven pakken.
'Je kunt maar beter gaan zitten, De Sèvres.' Zonder op te
kijken wees Sebastian met de eerste van de twee brieven die hij had
geopend en die duidelijk het minst was gelezen, naar een stoel
tegen de muur. 'Het zal me beslist meer dan een paar minuten kosten
om een en ander uit te zoeken.'
Hij was zich bewust van Phillipe's aarzeling, en van de snelle
blik die de jongen naar Helena wierp, maar toen liep Phillipe toch
naar de stoel en liet zich erop neerzakken. Eén blik op Phillipe
die weer even naar Helena keek, was voldoende om vast te stellen
dat de jongen volledig de kluts kwijt was. Hij wist niet wat hij
ervan moest denken, laat staan dat hij wist wat hij ermee aan
moest. In grote trekken leek hij op zijn oudere broer - zwart haar,
knap genoeg, een jongere versie, een leeftijdsverschil van een jaar
of twee - maar toch ging er van Phillipe iets openhartigs, eerlijks
en oprechts uit.
Nu hij zijn verhaal had aangehoord, zag Sebastian geen reden
hem niet te vertrouwen. In zijn vaste voornemen Fabiens plannetje
te doorkruisen had Phillipe met een wat ontroerende, zij het
impulsieve naïveteit zijn kaarten op tafel gelegd.
De brief die Sebastian voor zich had was in een mooi
meisjesachtig handschrift geschreven. Hij legde hem neer, stak de
lamp aan, draaide de pit hoger en pakte vervolgens de tweede
brief.
Hij herkende Fabiens forse handschrift meteen, ook al was het
jaren geleden sinds hij het voor het laatst had gezien - sinds het
laatste aanbod in ruil voor de ceremoniële dolk. Uit het hoofd
moest dat het tiende aanbod zijn geweest. Door de jaren heen waren
ze met steeds grotere tegenzin gedaan. Ze hadden hem stuk voor stuk
doen glimlachen. Hij had het prachtig gevonden om ze allemaal
uiterst beleefd van de hand te wijzen. /
Fabien had dus nu een ander plan bedacht om hem voor zijn
roekeloosheid te laten boeten. Eigenlijk had hij dat wel kunnen
verwachten.
Hij had deze manier niet voorzien, en toch zou hij dat
misschien hebben moeten verwachten.
Fabien had net als hij een fijn afgestemd gevoel voor
ironie.
Hij legde Fabiens brief neer en pakte de ander. 'Je hebt deze
brieven ontvangen nadat je hier was aangekomen.' Het was geen
vraag. 'Van wie?'
Helena aarzelde en zei toen: 'Van Louis.'
De verwarring die in haar stem doorklonk, deed hem glimlachen,
ook al wist hij dat ze het niet kon zien. Ze geloofde het nog
steeds niet. Ze begreep er nog steeds niets van.
Dat deed er niet toe - uiteindelijk zou het haar allemaal
duidelijk worden.
Hij las woord voor woord de brief van haar zusje. Het was
belangrijk dat hij er elk beetje informatie uit zou halen; alles
kon belangrijk zijn voor wat hen stond te wachten.
Nadat hij de eerste brief had gelezen, maakte hij de tweede
open. De dreigbrief van Fabien. Zelfs al wist hij wat erin zou
staan, zelfs al had hij uit de opmerking die Ariele op verzoek van
Fabien aan haar brief had toegevoegd al begrepen wat het dreigement
inhield, toch kreeg hij een rood waas voor ogen. Zijn handen
trilden. Hij moest zijn blik afwenden en net zolang in het
lamplicht kijken tot hij zijn woede weer onder controle had. Hij
kon Fabien op dit moment niet met zijn blote handen verscheuren,
maar dat zou later wel komen.
Toen hij zijn zelfbeheersing weer terug had en weer enigermate
nuchter kon reageren op wat Helena had moeten doorstaan - en dat
allemaal om een stomme dolk! - las hij de brief uit en legde hem
toen neer.
Hij had even tijd nodig om alle feiten op een rijtje te
zetten. Om de vraagtekens achter haar reacties te doorgronden, om
troost en geruststelling te halen uit haar inwendige strijd - uit
het feit dat ze had getreuzeld en het ogenblik van haar verraad had
uitgesteld, dat ze zich zo lang mogelijk aan hem had vastgeklampt.
Zelfs al ging het om haar zusje, de enige persoon die ze aan haar
hart koesterde en wier welzijn zo doelbewust in de waagschaal werd
gesteld.
Helena had jarenlang over Ariele gewaakt; ze zou instinctief
en vanuit het diepst van haar hart reageren op elke vorm van
bedreiging waaraan haar zusje werd blootgesteld. Fabien had zoals
altijd goed gekozen.
Helaas voor hem was er iemand met meer macht bij zijn
plannetjes betrokken geraakt.
Hij stelde snel en met aangeboren gemak, tot in de perfectie
geperfectioneerd door de wereld waarin hij zo lang had meegespeeld,
een basisplan in elkaar. Hij schreef de belangrijke punten op en
verder alles wat niet mocht ontbreken.
Afwezig vouwde hij de brieven weer op, zette ze terug achter
Helena's juwelenkistje, draaide zich om en liep naar het bed.
Onderweg pakte hij zijn kamerjas van de grond en trok hem
aan.
Hij vond Helena's blik op zich gericht.
Na even aarzelen vroeg ze: 'Ga je me de dolk geven?'
Hij aarzelde en vroeg zich af hoeveel hij haar zou vertellen.
Als hij zou zeggen dat Ariele veilig was, dat Fabiens dreigement
niet meer dan bluf was, zodanig ontworpen en uitgevoerd dat Helena
zou worden gedwongen hem zijn zin te geven, zouden Helena en
Phillipe hem dan willen geloven? Hij had Fabien in geen vijf jaar
meer gezien maar hij betwijfelde dat mannen veranderden - niet in
dat opzicht tenminste. Hij en Fabien hadden altijd dezelfde smaak
gehad, wat de voornaamste oorzaak van hun rivaliteit was
geweest.
Dat was ook de reden waarom Fabien Helena had gestuurd - omdat
hij precies had geweten met welk aas hij hem kon strikken. Jammer
genoeg zou de strikkenzetter dit keer door de prooi worden gebeten.
Sebastian was er absoluut niet treurig om.
Maar afgezien van het feit dat hij weer eens over zijn oude
tegenstander zou kunnen zegevieren, was er nog een ander en veel
belangrijker feit waar rekening mee moest worden gehouden. Tenzij
Helena oprecht geloofde dat hij Fabien kon verslaan, zou ze zich
nooit helemaal vrij kunnen voelen.
Dan zou ze zelfs in de toekomst een prooi voor Fabien kunnen
blijven - en dat was iets wat hij beslist niet zou toestaan.
'Nee.' Hij sloeg het koord om zijn kamerjas en trok dat stevig
aan. 'Ik ga je de dolk niet geven. Zo wordt dit spel niet
gespeeld.' Hij zag Helena's gezicht betrekken en kon haast voelen
hoe het licht uit haar ogen verdween. 'We gaan naar Le Roc om
Ariele te redden.'
Hij moest lachen om de manier waarop haar gezicht ineens
opklaarde en vol hoop stond.
'Vraiment?' Ze boog zich naar voren en liet haar blik gretig
over zijn gezicht en zijn ogen gaan.
'Meent u dat?' Phillipe was bij zijn weigering opgesprongen
maar hij keek hem met zo'n pijnlijk gespannen blik aan dat
Sebastian het niet leuk meer vond. Hij wilde er niet eens aan
herinnerd worden dat zo'n soort blik bestond. Zou hij zelf zo
hebben gekeken als Helena op Le Roc had gezeten?
inderdaad.' Hij wendde zich weer tot Helena en ging door. 'Als
ik je de dolk geef en jij brengt hem naar Fabien, wat heb je er dan
mee gewonnen?'
Ze keek hem fronsend aan. 'Ariele.'
Hij ging op het bed zitten, leunde tegen een van de
hoekposten, en keek haar aandachtig aan. 'Maar dan zou je nog
steeds onder de duim van Fabien zitten - jullie allebei trouwens.'
Hij wierp een blik op Phillipe. 'Jullie alle drie eigenlijk. Hij
zou nog steeds aan de touwtjes trekken en jullie zouden naar zijn
pijpen moeten dansen.'
Phillipe keek hem fronsend aan, ging zitten en knikte toen.
'Wat u zegt is waar, maar...' Hij keek op. 'Wat is het alternatief?
U kent Fabien niet.'
Sebastian liet een roofdierachtige glimlach zien. 'Eigenlijk
ken ik hem wel - ik ken hem in feite beter dan jullie bij elkaar.
Ik weet hoe hij denkt, ik weet hoe hij zal reageren.' Hij keek weer
naar Helena. 'Zoals jij het zo elegant uitdrukte, mignonne, ben ik
heel goed op de hoogte van de spelletjes die machtige mannen
spelen.'
Met een schuin hoofd bestudeerde ze hem, maar zei niets
Sebastian glimlachte weer, dit keer toegeeflijk. 'Kom eens bij
me, mes enfants. Ik ga jullie een lesje leren over de spelletjes
van machtige mannen.'
Hij wierp een blik op Phillipe om te zien of die oplette. 'De
eerste regel: Hij die het initiatief neemt, is in het voordeel. Dat
gaan wij dus doen. Fabien gelooft dat Helena op kerstavond met de
dolk zal terugkeren. Hij zal haar niet eerder verwachten.' Hij keek
naar Helena. 'Afgezien van de gevoelens die je al dan niet voor mij
hebt gekregen, zal hij verwachten dat je zo lang mogelijk tegen hem
in opstand zult komen en het tot de laatste dag zult uitstellen.
Aangezien Louis bij je is, zal hij ervan uitgaan dat er niets
onverwachts zal gebeuren zonder dat hij erover wordt ingelicht - en
dan op het juiste moment de nodige maatregelen kan nemen.'
Sebastian keek Phillipe aan en vroeg zich af of hij hem moest
vertellen dat hij dooreen meesterhand was gemanipuleerd en dat zijn
aanwezigheid hier niet meer dan een extra trucje van Fabien was.
Uiteindelijk besloot hij er niets over te zeggen. Hij keek over
zijn schouder naar Helena. 'Op dit moment voelt monsieur le comte
zich heel tevreden en verwacht niet anders dan dat zijn plannen
precies volgens zijn voorspellingen zullen verlopen, dat het
allemaal volgens zijn wens zal verlopen.'
Ze keek hem strak aan. Hij glimlachte. 'Maar... laat me eens
denken. Hel is vandaag de zeventiende. We kunnen morgenochtend in
Frankrijk zijn als we de wind in de zeilen hebben. Le Roc ligt op
nog geen dag rijden bij St. Malo vandaan. Zeg het maar als ik het
mis heb. Lang voordat Fabien ons verwacht zullen we al bij hem op
de stoep slaan. En wie weet is hij misschien niet eens
thuis.'
'En wat dan?' vroeg Helena.
'Dan zullen we moeten uitvinden hoe we Ariele uit het fort
krijgen - je kunt echt niet van me verwachten dal ik met een
gedetailleerd plan op de proppen kom zonder dat ik het bolwerk heb
aanschouwd - en dan vertrekken we nog sneller dan we zijn
gekomen.'
Helena staarde hem aan en vroeg toen: 'Denk je echt dal het
mogelijk is?'
Hij keek haar recht aan want hij wist dat ze het niet alleen
over het redden van Ariele hadden. Hij stak zijn hand uit. greep de
hare en gaf er zacht een kneepje in. 'Geloof me, mignonne, hel kan
echt.'
Hij zou haar uit de klauwen van Fabien bevrijden, en haar
zuster, en Phillipe ook. Hij kon best begrijpen dat ze zich dat na
al die jaren maar moeilijk kon voorstellen.
Ze liet zich iets naar achteren zakken maar liet haar hand in
de zijne liggen.
Door het hele huis begonnen de klokken te slaan en dat leidde
hun gedachten af. Drie slagen - drie uur. Sebastian kwam in
beweging. 'Bien, we hebben nog heel wat te doen als we
morgenochtend in Frankrijk willen zijn.'
Ze keken hem allebei aan. Snel en beknopt gaf hij in grote
lijnen aan wat ze moesten weten. Hij klonk geduldig - en walgelijk
paternalistisch, maar voor een keer nam Helena er geen aanstoot
aan. Net als Phillipe hing ze aan zijn lippen, volgde zijn
gedachten op de voet en zag hoe hij de overwinning voor hen
uittekende.
'We laten Louis dus in onwetendheid en dan vertrekken Phillipe
en ik naar New haven...'
Helena schoot overeind. 'Ik ga ook mee!'
Sebastian keek recht in haar woedende gezicht. 'Mignonne. het
zal echt beter zijn als jij hier blijft.' Veilig.
'Nee! Ariele is mijn verantwoordelijkheid - en jij kent Le Roc
niet zo goed als ik.'
'Maar Phillipe weet wel...' Sebastian wierp een blik op de
jongeman en zag hem het hoofd schudden.
'Non. Ik ken het fort niet zo goed. Louis heeft er jaren
gewoond, maar ik ben nog maar kort in dienst van mijn oom.'
Sebastian trok een gezicht.
'En,' voegde Phillipe er weifelend aan toe, 'dan is er nog een
probleem. Ariele. Ze weel niet wat wij weten. Als ik midden in de
nacht of wanneer dan ook zou komen opdagen, denk ik niet dat ze met
me mee zou gaan. Maar Helena - ze zal altijd alles doen wat Helena
zegt.'
Helena benadrukte het. 'Vraiment. Hij spreekt de waarheid.
Ariele is lief maar niet stom - ze zal nooit zonder gegronde reden
de veilige omgeving van Le Roc verlaten. En ze weet niets van
Fabiens plannetjes af.'
Ze keek naar Sebastians gezicht en zag daar dat hij er fel
tegen was. Ze boog zich wat naar hem toe en krulde haar vingers op
zijn hand. 'En je zult waarschijnlijk zonder drukte en zonder
lawaai en zonder al te veel bagage willen vertrekken, n'est-ce
pas?'
Zijn mond vertrok heel even. Hij gaf een kneepje in haar
vingers.
'Je speelt het hard, mignonne.'' Toen zuchtte hij. "Goed dan.
Jij gaat ook mee. Ik zal nog moeten bedenken hoe ik Louis kan
verhinderen meteen achter ons aan te gaan.'
Sebastian voegde dat toe aan het lijstje in zijn hoofd.
Wanneer hij erover had gedacht dat Helena getuige zou zijn van het
feit dat hij Fabien zou verslaan, was dat altijd in
overdrachtelijke zin geweest. Zijn instinct drong erop aan haar
veilig achter te laten, maar... misschien zou hel op termijn toch
beter zijn als ze met hem meeging. Op die manier zou zij ook
aandeel hebben in Fabiens nederlaag, en met het oog op de toekomst
zou dat voor iemand met haar temperament weleens heel belangrijk
kunnen zijn.
De klokken sloegen het halve uur. Hij kwam in beweging en
stond op. 'Er is nog heel wat te doen en we hebben niet veel tijd
meer.' Hij liep de kamer door en trok aan het schellenkoord.
Vervolgens wierp hij een blik op Phillipe. ik zal je naar een
slaapkamer laten brengen - vraag maar wat je nodig hebt.' Hij keek
weer naar Helena. 'Jullie moeten me beloven in je kamer te blijven
totdat ik jullie laat halen. Trek reiskleding aan - we vertrekken
om negen uur.' Zijn blik bleef op Helena rusten. 'Je kunt niet meer
dan een kleine reistas meenemen.'
Ze knikte.
Er werd op de deur geklopt. Sebastian liep ernaartoe en deed
hem een heel klein stukje open waarbij hij de inkijk met zijn
lichaam afschermde. Hij gaf de slaperige lakei opdracht Webster
naar boven te sturen en deed toen weer de deur dicht.
Daarna richtte hij zich weer tot Phillipe. 'Mijn butler
Webster is volkomen te vertrouwen. Hij zal je een slaapkamer geven
en zelf voor je zorgen. Hoe minder personen van jouw aanwezigheid
op de hoogte zijn, hoe minder kans er is dat Louis en zijn
kamerdienaar het te weten zullen komen.'
Phillipe knikte.
Sebastian bleef tot de komst van Webster voor het dovende vuur
heen en weer lopen, en droeg daarna Phillipe aan Websters zorgen
over. Met zijn gebruikelijke onverstoorbaarheid nam Webster de taak
op zich en nam Phillipe met zich mee.
Helena zag de deur dichtgaan en zag dat Sebastian zich
omdraaide en naar het bed terugliep. Haar hoofd tolde; ze kon niet
meer denken. En haar emoties volgden dezelfde cadans - enorme
opluchting, verbazing, onzekerheid. Schuldgevoel. Opwinding.
Ongeloof.
Hij vertraagde afwezig zijn pas terwijl hij plannen maakte;
zijn ogen stonden ook afwezig toen hij een blik op haar wierp maar
toen keek hij haar recht aan. 'Die verklaring die jij aan je zo
geliefde voogd ontfutselde, mignonne. Mag ik die zien?'
Ze knipperde met haar ogen. Zijn houding verbaasde haar. Ze
wees naar haar hutkoffer die uitgeruimd in de hoek stond. 'Die zit
achter de voering links van het deksel.'
Hij liep naar de hutkoffer, deed hem open en betastte de
voering. Ze hoorde dat hij die openscheurde en daarna het gekraak
toen hij het perkament eruit haalde. Hij kwam overeind, liep weer
naar de kleedtafel, vouwde het document open, streek het glad en
begon het toen bij het lamplicht na te lezen.
Ze sloeg zijn gezicht in de spiegel gade en zag zijn mond
vertrekken. Toen glimlachte hij hoofdschuddend.
'Wat is er?'
Hij keek haar aan en zwaaide toen met het perkament. 'Die
Fabien... hij blijft me verbazen. Jij zegt dat hij gewoon deed wat
je hem vroeg en meteen deze brief schreef?'
Ze liet haar gedachten teruggaan en knikte. 'Oui. Hij hoefde
er maar even over na te denken...' Ze trok een rimpel in haar
voorhoofd. 'Hoezo?'
'Omdat hij maar weinig risico liep toen hij dit op papier
zette, mignonne.' Hij bestudeerde het document nog eens aandachtig
en keek haar toen weer aan. 'Je hebt me niet verteld dat hij
woorden gebruikte als "uitgebreider dan de jouwe".'
'Nou en?'
'Nou, jouw landgoederen liggen in de Camargue, in een weids,
vlak land. Hoe groot zijn jouw bezittingen ongeveer?'
Ze noemde een getal en hij glimlachte.
'Bon. Dan zijn we vrij.'
'Hoezo?'
'Omdat mijn landgoederen "uitgebreider dan de jouwe"
zijn.'
Ze fronste opnieuw haar voorhoofd en schudde het hoofd, ik
begrijp het nog steeds niet.'
Hij legde het document neer en stak zijn hand naar de lamp
uit. 'Bedenk eens dat Engeland een veel kleiner land is dan
Frankrijk.'
Ze zag dat hij het licht dimde en terug naar het bed kwam. En
dacht driftig na. 'Er zijn niet veel Engelse lords wiens
landgoederen groter zijn dan het mijne?'
'Met uitzondering van mijzelf - en Fabien wist dat ik openlijk
had verklaard niet te zullen trouwen - zijn de enige die voor zover
ik kan bedenken in aanmerking zouden komen, de koninklijke
hertogen, en geen van hen zou jouw goedkeuring kunnen wegdragen. En
verder zijn er nog twee die allebei al getrouwd zijn en oud genoeg
om je vader te kunnen zijn.'
'En Fabien zou dat allemaal hebben geweten?'
'Geloof me maar. Dat soort informatie heeft hij altijd bij de
hand.'
'En jij?'
Hij schudde het hoofd waarmee hij intuïtief de vraag
beantwoordde die ze feitelijk had willen stellen. 'Nee, mignonne,
het soort spelletjes waarmee Fabien zich bezig houdt, heb ik al
jaren geleden opgegeven.' Hij bleef naast het bed staan en keek
haar indringend aan. 'Ik ken nog wel de regels en kan het tegen de
beste opnemen, maar...' Hij haalde zijn schouders op. 'Om eerlijk
te zijn begonnen dat soort dingen me te vervelen. Ik vond iets
beters om mijn tijd aan te besteden.'
Het verleiden van vrouwen, en het helpen van vrouwen. Helena
zag dat hij zijn kamerjas losknoopte en hem op de grond liet
vallen. Ze liet zich achterover in de kussens zakken toen hij de
dekens optilde en naast haar kwam liggen.
Ze hield zich stil, terwijl ze zich afvroeg... terwijl ze
zichzelf eigenlijk niet eens iets durfde af te vragen...
Hij stak zijn handen naar haar uit, trok haar mee in de
diepten van de veren matras en ging half over haar heen liggen. Ze
haalde even diep adem toen ze zijn vingers naar de opening van haar
peignoir voelde zoeken. En toen trok hij die wijd open, schoof zich
over haar heen en liet zijn lichaam op het hare zakken - huid tegen
huid, hitte tegen hitte.
De golf van warmte kwam als een schok. Ze werd er draaierig
van en kon nog net genoeg lucht binnen krijgen om te zeggen: 'Jij
beweert dus... dat het document feitelijk waardeloos is?'
Hij keek haar aan terwijl hij zijn handen op haar lichaam
legde. 'Helemaal niet. Voor ons is het onbetaalbaar.' Hij keek haar
peinzend aan, glimlachte, boog zijn hoofd en liet zijn lippen over
de rimpels in haar voorhoofd glijden. 'Jouw document is een aas,
mignonne, en we gaan het gebruiken om er Fabien op een heel...
bevredigende manier mee af le troeven.'
Dat betekende dat hij nog steeds met haar wilde trouwen - hij
had het niet duidelijker kunnen zeggen - zelfs nu nog, na alles wat
hij over haar bedrog aan de weet was gekomen. Toch lag het
schuldgevoel nog als een steen op haar hart.
Zijn handen dwaalden rond, verleidden haar zinnen, en
beroofden haar van haar verstand. Het zou zo gemakkelijk zijn om
zich in zijn betovering te laten opnemen, om zichzelf aan hem te
geven en de zaak verder te laten rusten.
Maar dat kon ze niet.
Ze ving zijn gezicht tussen haar beide handen en hield het
vast zodat ze zelfs in het schemerige licht iedere nuance kon
waarnemen. "Je wilt me echt helpen - je wilt me helpen Ariele te
redden.' Dat waren geen vragen, want ze twijfelde er geen seconde
aan. 'Waarom?'
Hij keek haar aan. ik heb je al heel vaak verteld dat je van
mij bent, mignonne. Van mij!' Bij die laatste twee woorden wrong
hij haar dijen uit elkaar en nestelde zich ertussen. 'Er is geen
vrouw ter wereld die ik liever zou willen helpen en
beschermen.'
Ze las het in het blauw van zijn ogen, zag het vuur en zijn
gevoelens die erachter lagen. 'Maar ik... ik heb iemand boven jou
geplaatst.'
Hij verblikte niet. 'Als je het voor Fabien had gedaan, of
voor een andere man, ja, dan zou ik het gevoel hebben gehad dat je
me had verraden. Maar je deed het voor je zuster - omdat je van
haar houdt en omdat je je verantwoordelijk voor haar voelt. Omdat
je om haar geeft. En je moet toch weten dat juist ik van alle
mannen ter wereld dat zou begrijpen?'
Ze keek hem aan en las de waarheid in zijn ogen. En eindelijk
kon ze het geloven, ik had je moeten vertrouwen. Ik had het je
moeten vertellen.'
'Je had angst om je zuster.'
Hij boog het hoofd en kuste haar - een lange, diepe kus. En
maakte daarmee duidelijk dat wat hem betrof de zaak was
afgehandeld.
Minuten later was ze weer genoeg op adem gekomen om te
murmelen: 'Heb je het me vergeven?'
Hij hield zich boven haar stil, en raakte toen teder haar wang
aan. 'Er valt niets te vergeven, mignonne.'
Op dal moment wist ze het. Ze wist niet alleen dat ze van hem
hield, maar ook waarom. Ze stak haar handen omhoog, trok zijn hoofd
omlaag en kuste hem - zacht en kwellend, maar nog steeds het vuur
op afstand houdend dat al tussen hen woedde, ik zal de jouwe
worden.' Ze fluisterde die woorden tegen zijn lippen. 'Voor
altijd.'
Wat er ook zou gebeuren.
'Bon.' Hij nam de leiding over van de kus, plunderde haar
mond, tilde haar heupen op en kwam bij haar binnen. Hij verslond
haar kreetje toen zijn hete. staalharde lid onverbiddelijk heel
diep in haar drong. Tot aan het einde.
Toen trok hij zich terug en kon de dans beginnen.
Helena gaf zich eraan over. Ze gaf zich aan hem over -
volledig. Ze opende haar lichaam voor hem, en opende haar hart. Ze
bood hem haar ziel aan.
In de donkere cocon van het bed, in hun adem die in elkaar
overging, in de bevende snikjes en het lage gegrom, en hun verhitte
lichamen samen bewogen, het tempo toenam en de intensiteit van zijn
hartstocht zich over haar uitstortte, met kracht op haar neersloeg,
haar genot bezorgde, daagde een dieper begrip voor elkaar.
Haar overgave was haar geschenk aan hem, maar het meest
begeerde element dat ze mee naar zijn bed bracht, haar te mogen
bezitten, kreeg ze er in ruil voor terug. Maar toen ze zijn
zelfbeheersing voelde wegglippen en zijn wellust losbrak, de
teugels overnam en hem meedogenloos opzweepte en zij snikte en hem
tegen zich aan hield terwijl hij haar lichaam plunderde, moest ze
zich wel afvragen wie werd bezeten en wie de bezitter was.
Geen van beiden, besloot ze toen de golf brak en hen beiden
snakkend naar adem meesleurde. En toen ze zich op de golven van
afnemende verrukking lieten drijven, herinnerde ze zich ineens wat
hij lange tijd geleden had verklaard. Dat ze hiervoor waren
geschapen. Dat ze voor elkaar waren geschapen - hij voor haar en
zij voor hem.
Twee helften van dezelfde munt, samengesmeed dooreen macht die
zelfs geen machtig man zou kunnen verbreken.
Sebastian glipte twee uur later uit Helena's bed. Hij trok
zijn kamerjas aan, knoopte het koord vast, liep naar de kleedtafel,
pakte Fabiens verklaring en las die nog eens door. Hij keek even
naar
Helena; ze lag nog diep in slaap. Hij aarzelde, vouwde het
document op en nam het mee toen hij geruisloos de kamer
verliet.
Eenmaal in zijn appartement liet hij Webster komen, en gaf hem
onder het wassen, scheren en aankleden allerlei opdrachten. Gros,
zijn kamerdienaar, vloog van hot naar her om een kleine reistas te
pakken, nadat hem duidelijk te verstaan was gegeven dat zijn
meester niet meer wilde meenemen. Daarna verliet Sebastian zijn
kamer en liep naar zijn studeerkamer.
Daar aangekomen begon hij zijn plan op poten te zetten.
De eerste brief die hij schreef was een persoonlijk verzoek
aan de bisschop van Lincoln, een oude vriend van zijn vader. Zodra
hij en Helena samen met Ariele uit Frankrijk terug zouden zijn,
wilde hij voor geen prijs hun huwelijk nog langer uitstellen. Hij
beëindigde de brief, strooide er zand over, en legde hem samen met
Fabiens verklaring opzij. Helena had zich van die meevaller
verzekerd en hij was vast van plan er gebruik van te maken.
Hij belde om een lakei en stuurde hem weg om Webster te gaan
zoeken. Met zijn gebruikelijke gezaghebbende kalmte bracht Webster
de belangrijkste personeelsleden mee naar de studeerkamer. Ze namen
plaats waarna Sebastian snel zijn wensen uiteenzette. Daarna werden
die besproken, er werden suggesties gedaan, en uiteindelijk werden
er meerdere tactische zetten uitgekozen om zowel Louis als Villard
zo lang mogelijk op te houden.
'Ik heb zo'n vermoeden dat de kamerdienaar de handlanger van
de comte is. Let goed op dat jullie de ondergeschikte niet door de
mazen van het net laten ontsnappen terwijl jullie de grotere vis in
het oog houden.'
'Zeker niet, uwe genade. U kunt op ons rekenen.'
'Dat doe ik ook. Ik herhaal nog eens - ik wil niet dat jullie
laten merken dat jullie de Sèvres en zijn knecht wilt ophouden. Ik
wil dat ze er geen idee van hebben waar mademoiselle la comtesse en
ik zich bevinden. Als ze beseffen dat ze opzettelijk worden
opgehouden, zullen ze algauw raden waar we naartoe zijn en dan snel
achter ons aan komen.' Sebastian hield even op en ging toen verder.
'Hoe langer ze in onzekerheid blijven verkeren, des te veiliger is
het voor mij, voor jullie toekomstige meesteres, voor haar zuster
en de heer zal zijn die ons gisteravond bericht heeft doen
toekomen.'
Hij werd beloond met het lichte vertrekken van Websters mond
en een glimpje triomf in de grijze ogen van zijn butler. De man had
er al jarenlang - vanaf dat Arthur was getrouwd - kalmpjes bij hem
op aangedrongen zijn plicht te doen en hen allemaal te
redden.
Hoewel hij nauwelijks in staat was zijn genoegen te
onderdrukken maakte Webster met zijn onverstoorbare masker op een
diepe buiging. 'Mogen we u onze gelukwensen aanbieden, uwe
genade?'
'Dat mag.' Even later voegde Sebastian er echter aan toe:
'Maar alleen aan mij.'
Vol vreugde feliciteerden ze hem allemaal en vertrokken
daarna. Sebastian keerde weer terug naar het lijstje van taken die
hij in zijn hoofd had.
Nadat hij alle dringende zaken had afgehandeld en zijn bureau
had afgeruimd, sprak hij kort met zijn rentmeester en gaf toen
opdracht de Thierry's bij hem te brengen.
Ze verschenen wat verward en een beetje hoopvol. Sebastian
keek hen peinzend aan toen ze in de stoelen voor zijn bureau zaten,
leunde vervolgens iets naar voren en vertelde hen alles wat ze
moesten weten - genoeg om te weten in welke situatie zij
verkeerden, dat ze onbewust medeplichtig waren geweest aan een plan
om hem te beroven. Ze waren net zo ontdaan als hij al had verwacht;
hij onderbrak hun ontzette protesten en verzekerde hen dat hij wist
dat ze onschuldig waren.
Toen gaf hij hen de keus: Engeland of Frankrijk.
Engeland met zijn steun. Frankrijk als medeplichtigen aan
Fabiens voorhanden zijnde mislukking.
Aangezien ze al als echte emigranten naar Engeland waren
gekomen voordat Fabien hen had aangeworven, hadden ze absoluut geen
tijd nodig om voor Engeland te kiezen.
Hij stelde voor dat ze op Somersham zouden blijven tot hij met
Helena terug was, waarna ze konden bespreken welke maatregelen er
voor hun verdere toekomst moesten worden getroffen. Hoewel Gaston
Thierry op dat moment nog niets van zijn plannen wist, stelde hij
tot zijn eer voor samen met Marjorie mee te werken om Louis op te
houden.
Sebastian bood Thierry zijn hand en stuurde hem weg om met
Webster te gaan overleggen.
De laatste persoon met wie hij nog moest praten kwam vijf
minuten later zijn kamer binnen fladderen.
'Wilde je me spreken, lieve jongen?'
Sebastian stond glimlachend op en verwees Clara naar de
stoelen bij het vuur. Ze ging in een leunstoel zitten en hij bleef
bij de haard staan, met een arm op de schoorsteenmantel, en
vertelde haar veel meer dan hij de Thierry's had verteld.
'Kijk eens aan! Ik wist het natuurlijk allang.' Met glanzende
ogen en een blij lachje dat haar hele gezicht deed stralen, stond
ze op en kuste hem op zijn wang. 'Ze is volmaakt - absoluut
volmaakt. Ik ben toch zó blij. En ik kan zonder gevaar van
tegenspraak verklaren dat de hele familie dolgelukkig zal zijn.
Absoluut dolgelukkig!'
'Inderdaad, maar u begrijpt toch wel dat ik hier bij onze
terugkomst alleen het gebruikelijke kerstbezoek wil aantreffen,
plus nog een paar anderen die ik in mijn brief aan Augusta zal
vermelden - maar niet de hele bende?'
'Nee, natuurlijk niet, natuurlijk niet. Alleen een kleine
groep. We kunnen de anderen later uitnodigen, wanneer de
weersomstandigheden er wat gunstiger uitzien.' Clara klopte hem op
de arm. 'Goed, je kunt nu maar beter op pad gaan als je nog
vanavond in Newhaven wilt zijn. Ik ben er wanneer jullie
terugkomen, net als Augusta en de anderen. Wij zullen het fort wel
voor je bewaken.'
Met nog een klopje en de toevoeging dat hij goed op zichzelf
moest passen, snelde Clara nog steeds stralend de kamer uit.
Sebastian belde Webster. 'Louis de Sèvres?' vroeg hij toen de
brave man verscheen.
'In de ontbijtkamer, uwe genade.'
'En zijn knecht?'
'In de bedienden kamer.'
'Uitstekend. Stuur dan n» mademoiselle la comtesse naar me toe
en zorg dat een lakei haar bagage naar de koets brengt. Stuur een
andere lakei naar monsieur Phillipe om hem via de zijdeur naar de
stallen te brengen.'
'Onmiddellijk, uwe genade.'
Sebastian zat aan zijn bureau toen Webster Helena naar binnen
bracht, zich terugtrok en de deur achter zich dicht deed.
'Mignonne.' Sebastian kwam achter zijn bureau overeind.
Gekleed in een reisjapon en met een zware mantel over de arm
kwam Helena met een gespannen en waakzame blik naar hem toe. 'Is
het tijd om le vertrekken?'
Ze bleef voor zijn bureau staan en hij pakte glimlachend haar
hand. 'Bijna.' Hij kuste haar gehandschoende vingers, en draaide
zich toen om naar de twee brieven die nog steeds geopend op zijn
bureau lagen. 'Ik heb de verklaring meegenomen - ik wilde je niet
wakker maken.'
'Dat had ik al gedacht.' Met opgeheven hoofd bleef ze hem
afwachtend aankijken.
'Om in dit land zo snel mogelijk te kunnen trouwen, is het het
beste om een speciale vergunning te verkrijgen - een dispensatie,
zo je wilt. Ik heb al een brief naar een hooggeplaatst bisschop
geschreven, maar aangezien jij Frans bent en niet je eigen baas, is
het noodzakelijk dat ik Fabiens verklaring aan mijn verzoek
toevoeg.' Hij wachtte even en vroeg toen: 'Heb ik daarvoor jouw
toestemming?'
Ze begon langzaam en stralend te glimlachen. 'Oui. Maar
natuurlijk.'
Hij glimlachte ook. 'Bon.' Hij liet haar hand los en pakte een
kaars en de zegellak. Onder haar toeziende ogen verzegelde hij zijn
brief.
'Dat is dan gedaan.' Hij legde de brief bovenop zijn berichtje
aan Augusta en nog een brief die aan het hof van St. James was
gericht. 'Webster zal ze door een ruiter laten bezorgen.'
Hij keek even naar de tweede brief en vroeg zich af of hij er
iets over moest zeggen. Hij draaide zich om en zag Helena's
chrysolietgroene ogen - heldere ogen, zonder wolkjes, al lag er nog
enige bezorgdheid in.
'Kom,' zei hij en pakte haar bij de hand. 'We moesten maar
eens gaan.'