Hoofdstuk 9

 

 

 

De volgende ochtend kwam Dominique de sportzaal binnen na haar Griekse les, klaar om eens flink te gaan trainen. Verschillende fraai gebouwde mannen die aan het gewichtheffen waren begroetten haar.

‘Dag jongens.’

Een beer van een vent kwam glimlachend op haar af. ‘Ik ben Alex, de trainer.’ Zijn ogen gingen goedkeurend over haar heen. ‘Ik heb je hier nog nooit gezien, anders had ik het nog wel geweten.’

‘Klopt. Dit is de eerste keer.’ Ze keek naar de ultramoderne toestellen. ‘Zijn er geen vrouwen?’

‘Die komen meestal aan het einde van de dag. Wil je lid worden?’

‘Mijn man is al lid.’

‘O, je hebt een man. Jammer.’ Hij trok zijn wenkbrauwen op. ‘Dat zal iedereen hier wel jammer vinden.’

Ze proestte.

‘Wie is de gelukkige?’

‘Antonis Stamatakis.’

Meteen keek hij serieus. Hij floot zachtjes. ‘Bent u zijn eerste vrouw?’

Waarschijnlijk had er heel wat in de roddelbladen gestaan na het proces, realiseerde ze zich. ‘Zijn eerste en zijn enige vrouw,’ zei ze resoluut. Nog wel, tenminste.

Hij hief zijn handen op. ‘Zo bedoelde ik het niet. Het kwam er een beetje onhandig uit.’

‘Geeft niet, ik snap het wel. We zijn een jaar uit elkaar geweest, maar nu ben ik terug. Ik heet Dominique.’

‘Mooie naam. Frans zeker?’

‘Ja. Mijn moeder heeft in Frankrijk gestudeerd en was helemaal weg van die naam.’

Deze keer bekeek hij haar met een professionele blik. ‘Je bent in uitstekende vorm. Je komt vast wel vaker in een sportschool.’

‘De laatste anderhalf jaar bijna constant.’

‘Nou, ga je gang. Daar is de kleedkamer.’ Hij wees naar een deur achter hem.

‘Bedankt.’

Ze liep naar de kleedkamer. Een paar minuten later kwam ze weer naar buiten in haar sportbroek en met haar haar in een paardenstaart, klaar voor haar oefeningen. Ze ging graag vroeg trainen, want dat gaf haar energie voor de rest van de dag.

Zonder op de geïnteresseerde blikken van de mannen te letten, deed ze haar oefeningen, inclusief gewichtheffen om haar armen en bovenlijf te trainen. Ook ging ze rennen op de lopende band.

Aan het probleem Olympia kon ze niets meer doen, en daarom voelde het goed om zich op zichzelf te concentreren: de discipline en de controle over haar lichaam.

Na een paar strekoefeningen was ze klaar om te douchen. Zodra ze haar kleren weer aan had, ging ze op zoek naar Alex.

Hij was bezig met een tienerjongen die inmiddels was binnengekomen. Ze bleef op een afstand staan wachten tot hij klaar was.

‘Sorry, ik was even bezig.’

‘Natuurlijk. Zou je nu even met me kunnen praten? Of zal ik een andere keer komen?’

‘Nee, nu is prima.’

‘Fijn. Ik wil graag weten of hier ook vrouwen komen die borstkanker hebben gehad.’

Aan zijn gezicht te zien was dat de laatste vraag die hij had verwacht. ‘Voorzover ik weet is er maar een. Ze komt meestal om zes uur ’s avonds.’

‘Als ik jou mijn mobiele nummer geef, zou je haar dan willen vragen of ze me wil bellen?’

‘Zeker.’

Ze liepen naar de balie en ze schreef haar naam en telefoonnummer op een papiertje.

‘Zeg haar maar dat ik ook kanker heb gehad en dat ik haar graag zou willen spreken.’

Alex’ blik werd zachter. ‘Doe ik.’

‘Bedankt. Zou je me nog een plezier willen doen?’

‘Natuurlijk.’

‘Als je onder je klanten nog meer vrouwen tegenkomt die borstkanker hebben gehad, wil je dan vragen of die me ook willen bellen?’

‘Ik zal mijn best doen erachter te komen.’

‘Hartstikke goed. Ik ben namelijk van plan een fun run voor ons te gaan organiseren hier in Athene. Ik hoop dat het in november kan plaatsvinden.’

Hij krabde op zijn hoofd. ‘Ik heb vrienden die ook sportscholen hebben in de stad. Ik zal het ook aan hen doorgeven.’

‘Geweldig. Tot morgen, zelfde tijd.’

‘Tot morgen, Mrs. Stamatakis.’

‘Zeg maar Dominique.’

Hij grijnsde. ‘Ik hoopte al dat je dat zou zeggen.’

Een beetje opgevrolijkt verliet Dominique de sportschool om naar het ziekenhuis te gaan. Na een lunch in het cafetaria ging ze op bezoek bij haar eerste patiënte.

Het was een déjà vu. Dominique hoorde haar eigen angsten toen ze luisterde naar de veertigjarige vrouw bij wie een borst zou worden afgezet. De patiënte stelde Dominique precies dezelfde vragen die haar ook hadden geplaagd.

Hoewel de vrouw gebrekkig Engels sprak, lukte het toch goed te communiceren. Dominique beloofde gauw terug te komen, en bezocht vervolgens nog verschillende andere borstkankerpatiëntes.

Ze kwam later terug in het penthouse dan ze had gedacht. Antonis was al thuis en zat te wachten met het eten. Onder het eten bespraken ze zijn nieuwe zakenavontuur. Zij vertelde over de patiëntes die ze had ontmoet. Omdat ze haar huiswerk nog moest doen, bood hij aan af te wassen.

Het enige waar ze het niet over hadden was de kwestie Olympia.

Het was ongelooflijk hoe harmonieus alles aan de oppervlakte kon lijken, terwijl ze allebei wisten dat ze zich op een vulkaan bevonden die op uitbarsten stond.

Om tien uur sloot ze haar leerboek en ging als eerste naar bed. Toen Antonis even later ook onder de dekens gleed trok hij haar tegen zijn borst. ‘Ik wil je de rest van de nacht alleen maar zo vasthouden. Mag dat?’

‘Natuurlijk.’ En na een korte stilte: ‘Antonis –’

‘Niet meer praten nu. Je hebt me een heleboel stof tot nadenken gegeven gisteravond. Nu wil ik alleen maar slapen met jou in mijn armen.’

Ze was al bang geweest dat ze hem zo van zich had vervreemd dat hij in de logeerkamer zou willen slapen. Opgelucht dat ze zijn armen om zich heen voelde, sloot ze haar ogen. Op dat moment hoorde ze haar telefoon overgaan.

Ze ging overeind zitten tegen het hoofdeinde, en Antonis pakte de telefoon van het nachtkastje en gaf hem aan.

‘Hallo?’ zei ze.

‘Spreek ik met Dominique?’ vroeg een vrouwenstem met een zwaar accent.

‘Ja.’

‘Ik ben Elektra. Alex zei dat je me wilde spreken.’

‘Dat klopt. Fijn dat je belt, Elektra.’

‘Heb jij ook kanker?’

‘Gehad, ja. Hopelijk is het voorgoed verdwenen.’

‘Ik hoop voor mij hetzelfde.’

‘Doe je ook aan hardlopen als training?’

‘Nee, maar ik zit er wel over te denken.’

‘Vind je het goed als ik morgenavond naar de sportschool kom om met je te praten na je training?’

‘Prima. Dat is om zeven uur. Ik zal naar je uitkijken.’

‘Heel erg bedankt. Prettige avond nog.’

‘Insgelijks.’

Antonis nam de telefoon van haar over en legde hem terug op het nachtkastje. ‘Je hebt veel gedaan vandaag. Je bent je plannen al goed aan het voorbereiden. Je bent een bijzondere vrouw, Dominique. Morgen ga ik met je mee naar de sportschool.’

De volgende avond trainden ze allebei en maakten ze kennis met Elektra. Alex mengde zich in hun gesprek en bood aan mee te helpen met het organiseren van de fun run. Hij had al een lijst met zes namen voor haar.

Terug in het penthouse maakte Dominique een omelet voor hen voor ze naar bed gingen. Antonis deed geen pogingen om met haar te vrijen. Ze hielden elkaar gewoon vast tot ze in slaap vielen. En dat was het patroon van de rest van de week.

Op vrijdagavond gingen ze eten bij zijn ouders. Ze zouden alleen met zijn vieren zijn. Terwijl Antonis met Eli praatte in de woonkamer hielp Dominique zijn moeder in de keuken. Ze had het lievelingsgerecht van haar zoon gemaakt, en Dominique schreef het recept over zodat ze het thuis ook kon uitproberen. Alles verliep eigenlijk heel soepeltjes, en ’s zaterdags was ze het probleem dat hen achtervolgde bijna vergeten.

Na het ontbijt vlogen ze naar Zakynthos om een dag te zwemmen en van de zon te genieten. Het weer was heerlijk. Terwijl ze op hun luchtbedden in het zwembad dreven, probeerde ze het Grieks dat ze had geleerd uit op Antonis.

Eigenlijk was hij een veel betere leraar dan haar leraar op de universiteit. Uiteraard zou ze nooit zo Grieks leren spreken als een Griekse, maar toch was dat wel haar streven. Antonis was heel complimenteus.

Hij was werkelijk fantastisch voor haar, en ze voelde zich als een prinsesje. Eten en drinken kreeg ze geserveerd zonder erom te hoeven vragen. Hij zette muziek aan, zachte Griekse rock, erg leuk om naar te luisteren. Ook dat hielp haar de taal te leren.

Uiteindelijk speelden ze het spel dat ze alleen nog maar Grieks mocht praten. Eerst stelde Antonis haar simpele vragen die met één woord te beantwoorden waren. Vervolgens werden de antwoorden steeds ingewikkelder.

Op een bepaald moment moest hij zo lachen dat hij in het zwembad viel en haar met zich meetrok. Onder water kuste hij haar, het soort kus dat hij haar al een aantal dagen niet meer had gegeven.

Toen ze weer bovenkwamen droeg hij haar het zwembad uit, het huis in. Voor ze echter de slaapkamer bereikten, liepen ze Eleni tegen het lijf

‘Het spijt me dat ik moet storen, kyrie, maar Olympia is aan de lijn vanuit Athene. Ze maakt zich zorgen over Ari en wil met u praten.’

Haar voorspelling dat Olympia zou bellen over Ari was dus uitgekomen, alleen niet midden in de nacht maar overdag. Toch was ze een beetje ongerust of er echt iets mis zou zijn met het kind.

‘Dank je, Eleni, ik pak hem in de slaapkamer.’

Zodra ze daar waren, zette Antonis Dominique op de grond en pakte hij de telefoon op het nachtkastje.

Zoals meestal was zijn gesprek met Olympia kort. Maar het was weer als vanouds: hij antwoordde dat hij meteen zou komen.

Hij wierp Dominique een schuine blik toe.

O, mijn lieve Antonis. Waarom heb je het toch niet door, dacht ze.

‘Ari is ziek en moet steeds overgeven. Olympia heeft de dokter gebeld. Die zei dat ze hem naar het ziekenhuis moest brengen. Ze is buiten zichzelf.’

Dat zal best. ‘Ga dan maar.’

‘Dominique?’

‘Ik vind het goed. Als hij heel ziek is, dan heeft ze je steun nodig. Maar zoals je weet, ben ik wel de laatste die ze wil zien, dus ik blijf hier.’ Nu moet je me smeken om mee te gaan, Antonis.

Hij kwam op haar toe. ‘Weet je het zeker?’

Verkeerde antwoord, lieverd. ‘Ja, echt.’

‘Ik probeer voor het donker terug te zijn.’

Dat kun je proberen, maar dat lukt toch niet, want Olympia zal wel een list verzinnen om je daar te houden.

Antonis kuste haar intens. Ooit zou zijn blijk van passie genoeg geweest zijn om haar in zijn greep te houden tot hij weer terug zou komen om met haar te vrijen.

Maar er was iets geknapt in Dominique na Olympia’s telefoontje. Hoe heftiger Antonis haar kuste, hoe meer ze zich van hem verwijderd voelde.

Eigenlijk had ze de vreemde gewaarwording dat ze buiten haar lichaam stond, zich wel bewust van wat er gebeurde, maar zonder iets te voelen.

Opeens zag ze heel duidelijk dat Ari zijn moeders troefkaart was, die ze in de toekomst telkens weer zou gaan inzetten. Telkens zou er weer een andere crisis zijn, een nieuw probleem, of ze zou er wel een verzinnen.

Theo had zijn zoon niet opgegeven uit gebrek aan menselijk gevoel. Hij had hem opgegeven omdat de band tussen Olympia en Antonis te sterk was om mee te wedijveren, laat staan te breken. Je zou het kunnen proberen, maar uiteindelijk zou je hart ervan in stukken uiteenvallen.

Dominique was naar Griekenland teruggekomen om te vechten voor haar huwelijk, maar ze was minstens twintig jaar te laat gekomen.

Het maakte niet uit hoe laat Antonis terug zou zijn op Zakynthos, ze zou niet op hem gaan zitten wachten. Nooit meer.

 

Het was al na tienen ’s avonds toen de kinderarts de wachtkamer binnen kwam om Olympia te halen. Antonis stond op zodra hij hem zag.

‘Het komt wel weer goed met uw kind, Mrs. Panos. U kunt hem mee naar huis nemen. Hij heeft een flinke buikgriep te pakken, maar het ergste is achter de rug. Als u nog vragen heeft kunt u altijd bellen.’

‘Dank u.’

Even later verlieten ze het ziekenhuis met Ari in de reiswieg. Zodra ze in Olympia’s appartement waren en Olympia het kind in bed had gestopt, keek ze Antonis aan met haar smekende bruine ogen. ‘Wil je vannacht alsjeblieft bij me blijven?’

In zijn hoofd hoorde hij Dominiques woorden: Ze hoeft het alleen maar te vragen, en jij komt er al weer aangesneld. Jaar in jaar uit ben je geprogrammeerd om zo te reageren, en dat weet ze. Ze is alleen geen tiener meer. Haar streken worden steeds wanhopiger…

‘Waar is je tante?’

‘Ze is dit weekend bij haar neef.’

Weer hoorde hij een flard van het gesprek dat hij met Dominique had gehad.

Hebben ze dan ook een neef? Dat wist ik niet. Waar woont hij?

In Athene.

Dan is het helemaal interessant dat Olympia jou gaat bellen om haar te helpen met haar tante, terwijl er een neef in de buurt is.

Hij heeft weinig tijd.

Hoe weet je dat? Heb je hem persoonlijk gesproken?

Antonis hield zijn hoofd scheef. ‘Ik dacht dat ze veel te ziek was om ergens heen te gaan.’

‘Door de medicijnen die de dokter heeft voorgeschreven voelt ze zich een stuk beter. Ik denk dat ze niet goed tegen het babygehuil kon.’

Wat er ook gebeurde, altijd wist Olympia een aannemelijke reactie te verzinnen. Hij had nooit ver doorgevraagd, daarvoor was hij altijd veel te naïef geweest wat Olympia betrof.

‘Ik blijf wel eventjes.’

‘Mooi. Dan zal ik koffie zetten.’

Hij liep achter haar aan naar de keuken. Algauw zaten ze tegenover elkaar met de koffie. Ze zag er merkwaardig opgetogen uit.

Het was gewoon stuitend dat hij al die jaren blind was geweest voor haar intriges, en zo Dominique bijna was kwijtgeraakt. ‘Olympia?’

‘Wil je er ook een boterham bij?’

‘Nee, dank je.’ Het was zover. ‘Dit kan zo niet doorgaan.’

‘Wat bedoel je?’

Hij nam nog een slok en zette vervolgens zijn koffie neer. ‘Ik heb het over de fantasiewereld waarin jij leeft, al sinds je mij kent.’

‘Fantasiewereld?’

‘Ja. De wereld waarin ik jouw man ben en Ari ons kind. Dat is fictie, Olympia. Iets wat jij in je hoofd bedacht hebt, maar wat niets met de realiteit te maken heeft. Jij was een vriendin van mijn zusje. Dat is alles. Maris was veel te onschuldig om je te doorzien, en mijn ouders ook…. Ze hebben je nota bene behandeld als hun eigen dochter. En Maris is verongelukt voor ze je bedrog had ingezien.’

‘Bedrog?’ vroeg ze uitdagend.

‘Dat is het goede woord, ja, om jouw gedrag te beschrijven. Je hebt heel veel mensen gekwetst en veel kapotgemaakt. Niet alles kan meer worden hersteld, maar daar hoort mijn relatie met Dominique gelukkig niet bij.’

Haar ogen schoten boos heen en weer. ‘Ze heeft je tegen me opgezet!’

‘Als je bedoelt dat ze me heeft geholpen in jou gestoorde psyche te kijken, ja. En ik ben het helemaal met haar eens. Ik houd van mijn vrouw met heel mijn wezen. Zij is de rest van ons leven mijn hoogste prioriteit. Daarbij is geen plaats voor iemand anders. Nooit. Begrijp je wat ik zeg?’

Plotseling gooide Olympia de rest van haar koffie in zijn gezicht. Zwijgend liet hij het van zich afdruipen. ‘Blijkbaar wel.’

Haar gezicht vertrok als dat van een kind. Die grote bruine ogen vulden zich met tranen. Hoe vaak had hij die blik al gezien en hoe vaak had die zijn beschermersinstinct wakker geroepen? Niet te geloven hoe lang ze hem al had gemanipuleerd zonder dat hij het in de gaten had gehad.

‘Waarom heb je nooit van me gehouden?’

Haar vraag klonk in- en intriest.

‘Tja, hoe verklaar je de chemie tussen mensen? Die is er, of die is er niet. Zodra ik Dominique voor het eerst zag, werd ik verliefd op haar. Smoorverliefd. Ze zette mijn hele leven op zijn kop. Bij haar had ik dat dus wél. Zij was gewoon de ware.’

‘Ze is je helemaal niet waard!’

‘Niemand heeft jou om je mening gevraagd. Door het feit dat jij haar aanwezigheid in mijn leven weigert te accepteren, moeten we nu deze afschuwelijke confrontatie hebben.’

‘Dominique is jouw type helemaal niet.’

‘Integendeel!’ kaatste hij terug. ‘Ze is juist precies mijn type. Binnen een paar seconden wist ik dat, heel diep vanbinnen, heel zeker.’

‘Nee!’ riep ze uit.

‘Kijk nou eens naar jezelf, Olympia. Je bent een vrouw van dertig met een kind, maar je gedraagt je als een verwend driftig klein meisje. Je hebt hulp nodig, maar dan wel het soort hulp dat ik je niet kan geven. Laat dat voortaan duidelijk zijn. Ik ben niet langer voor je beschikbaar. Onze relatie is voorbij. Je mag niet meer bellen of bij Dominique en mij in de buurt komen.’

‘Je bedoelt toch niet dat –’

‘Als je het toch probeert, dan schakel ik mijn advocaat in om wettelijke maatregelen tegen je te nemen. Het is het laatste wat ik zou willen, maar jij hebt jezelf niet meer in de hand.’

Machteloos schudde ze haar hoofd.

‘Dominique heeft psychische hulp gezocht nadat ze me had verlaten. Door de therapie heeft ze zichzelf beter leren begrijpen. Zelfs jij moet hebben gezien wat er met haar is gebeurd. Ze is opgebloeid tot de vrouw die ze altijd al was, maar die alleen erg onzeker was. Ook jij zou je voordeel kunnen doen met therapie, Olympia. Je bent een mooie vrouw, die toch ook haar onzekerheden heeft. Theo betaalt genoeg alimentatie om professionele hulp te kunnen bekostigen. Als ik jou was zou ik daar direct naar op zoek gaan, morgen al. Niet alleen in je eigen belang, maar ook in het belang van je zoon die je moet opvoeden.’

‘Alsof ik gek zou zijn!’

‘Er is inderdaad een steekje los aan vrouwen die verzinnen dat ze verkracht zijn.’

Haar gezicht verstrakte.

‘Ik heb bewijs dat dat nooit is gebeurd, Olympia.’

‘Hoe durf je dat te zeggen?’

‘Deze week heeft mijn advocaat toestemming gekregen je medische dossier na te trekken. Je bent nooit bij de Spoedeisende Hulp van Acropolis Hospital geweest zoals je beweerde. Er staat daar niets van in je dossier, omdat je het hele verhaal uit je duim hebt gezogen.’

‘Ik ben niet naar dát ziekenhuis gegaan, maar naar een privékliniek, om het geheim te houden.’

‘Kletskoek. Je blijft maar liegen, dat is me duidelijk geworden toen ik Theo belde.’

‘Die haat je. Hij zou nooit met je praten!’

‘Dan heb je het mis. Wij waren al bevriend voordat jij hem leerde kennen. Ik heb lang met hem over jou gepraat. Ik weet nu uit de eerste hand door wat voor een hel je hem hebt laten gaan. Hij heeft je nooit misbruikt, op geen enkele manier. Het was eerder andersom. Maandenlang heb jij hem wijsgemaakt dat Ari mijn kind was. Jij bent degene die hem zover heeft gekregen om ons aan te klagen wegens overspel. Er is echt een steekje los aan een vrouw die haar man ten onrechte wijsmaakt dat haar kind niet van hem is.’

‘Hij kreeg precies wat hij wilde.’

‘Pas nadat jij alle liefde die hij mogelijk voor je heeft gehad grondig had uitgedoofd. Iets anders wat ik gewetenloos vind is de manier waarop je alle hoop die Paul had op een relatie met Maris de grond in hebt geboord. Op de middelbare school heb je al gezorgd dat het nooit iets zou worden tussen die twee. Alleen maar omdat je ziek was van jaloezie en frustratie.’

Ze klemde haar tanden op elkaar. ‘Ik heb het altijd vreselijk gevonden, zoals Paul voortdurend om je heen hangt. Hij wist wat ik voor je voelde, maar hij heeft altijd geprobeerd ons uit elkaar te houden.’

‘Zoals ik al zei: er was gewoon geen chemie tussen ons, Olympia. Dat kan Paul ook niet helpen. Intussen heb je twee mensen pijn gedaan die mij heel dierbaar waren. Je weet best dat Maris gek op hem was. Het was zo wreed om haar ervan te overtuigen dat Paul niks om haar gaf.’

‘Hij was niet goed genoeg voor haar.’

‘Dat kun jij niet bepalen! Je kunt niet zo spelen met de levens van anderen en denken dat je ermee wegkomt. Toen je je met Dominique ging bemoeien, heb je jezelf echt in de problemen gebracht. Het is echt ziek, zoals jij doelbewust en rancuneus hebt geprobeerd haar zelfvertrouwen te ondermijnen. Hoe zou jij het vinden als je op tweeëntwintigjarige leeftijd moest horen dat je kanker had? Dat je onmiddellijk een borstamputatie moest ondergaan, omdat je anders zou sterven?

Heb je ooit geprobeerd je voor te stellen hoe het is om iedere ochtend wakker te worden met de vraag of de kanker is teruggekomen? Iedere maand wordt ze gecontroleerd, en nooit weet ze wat ze te horen zal krijgen. Haar dapperheid is iets waar jij alleen maar van kan dromen.’

Hij stond op en pakte een handdoek om de koffie af te vegen. ‘Als je professionele hulp zoekt, zul je misschien Theo weer kunnen benaderen en dingen uitzoeken. Er moet toch iets zijn geweest tussen jullie, anders was Ari niet geboren. Hij is een prachtig jongetje. Roep jezelf tot de orde, voor het te laat is. Je denkt dat je het nu moeilijk hebt, maar als Ari opgroeit en helemaal van je vervreemd raakt, dan kom je daar nooit meer overheen.’

Antonis draaide zich om om te vertrekken.

‘Nee, alsjeblieft, ik houd van je. Niet weggaan!’ Ze greep zich aan hem vast. ‘Wat moet Ari zonder jou? Jij bent de enige man die hij kent en van wie hij houdt.’

‘Kinderen zijn veerkrachtig. Hij kan zich heus wel aan iemand anders gaan hechten. Maar als je echt van je zoon houdt, doe dan wat je moet doen en zoek hulp, zodat híj op zijn minst weer contact kan hebben met Theo, zijn vader.’

Antonis moest zich met geweld van haar losmaken voor hij haar appartement kon verlaten. Op het moment dat hij de deur dichttrok, hoorde hij er iets tegenaan vallen. Gevolgd door een gesmoord gesnik.

Hij snelde naar de limousine die voor het appartement stond te wachten. Zijn piloot stond al klaar op het vliegveld om hem zo snel mogelijk terug te brengen naar Zakynthos, naar zijn vrouw.

 

Het was na middernacht toen hij door de villa naar hun slaapkamer holde. Ze was er niet. ‘Dominique?’

Toen er geen antwoord kwam, liep hij naar het zwembad. ‘Dominique?’

Ze was nergens te bekennen. Bij de gedachte dat ze hem misschien opnieuw had verlaten, brak het koude zweet hem uit. ‘Dominique!’

‘Kyrie Stamatakis?’ Met een ruk draaide hij zich om en zag Eleni in haar badjas naar hem toekomen. ‘Vanmiddag heeft ze de auto van het landgoed gepakt. Ze zei dat ze een eindje ging rijden. Sindsdien heb ik haar niet meer gezien.’

Zijn hart begaf het bijna. Met een kust van meer dan tachtig kilometer kon ze wel overal zijn. Misschien had ze een lijnhelikopter naar Athene genomen. Zijn eigen piloot had ze niet opgeroepen, anders had hij het wel gehoord.

Hij haalde zijn mobiele telefoon tevoorschijn en belde de hare. Hij bleef maar overgaan. Hij liet een boodschap achter, smekend om hem onmiddellijk terug te bellen.

‘Ik ga haar zoeken met mijn auto. Mocht ze hierheen bellen of thuiskomen, vraag haar dan op mij te wachten.’

‘Doe ik.’

Hij besloot langs de oostkant van het eiland te rijden. Misschien was ze naar een van de vakantiedorpjes aan de kust gegaan met de bedoeling te overnachten in een plaatselijk hotel.

Hij kwam door Alikanas en Tsilivi, zoekend naar de auto bij iedere toeristenaccomodatie. Omdat hij niets vond, nam hij aan dat ze naar de stad Zakynthos was gereden.

Dat was een grote, drukke plaats, die veel van zijn charme had verloren nadat hij door een aardbeving gedeeltelijk was verwoest. Maar je kon er wel goed winkelen.

Of je kon er de helikopter nemen naar Athene.

Nadat hij op het helikopterterrein te horen had gekregen dat ze geen passagier was geweest, kon hij weer iets rustiger ademhalen en begon hij de parkeerterreinen van de beste hotels af te zoeken – zonder resultaat.

Na een tijdje besefte hij dat het een verloren zaak was. Het enige wat erop zat was de ronde over het eiland vol te maken en zo naar de villa terug te rijden en daar te wachten tot ze zou bellen, of terugkomen.

Terwijl de kilometers zich aaneenregen, bewonderde hij de volle maan die het water verlichtte. Het deed hem denken aan jaren geleden, toen hij en Paul altijd in Laganas rondhingen, de volgende stad aan zijn linkerhand.

Het strand daar was een van de weinige broedgebieden ter wereld van de bedreigde onechte karetschildpad. Het trok jaarlijks duizenden toeristen naar het eiland, wat natuurlijk op zich alweer weer een ernstige bedreiging vormde.

Tijdens bepaalde perioden in het jaar gingen de zeeschildpadden ’s nachts het strand op om daar hun eieren te leggen, dertig centimeter diep in het zand. Later, als ze waren uitgekomen, moesten de jongen hun weg zien te vinden naar het water. De maan verlichtte de golven en stuurde hen zo in de goede richting.

Helaas raakten de schildpadden door de verlichting van steeds grotere aantallen cafés en disco’s gedesoriënteerd, zodat er veel doodgingen aan uitdroging, omdat ze in de richting van de stad waren gegaan.

Antonis had zijn invloed aangewend om maatregelen te treffen ter bescherming van de bedreigde schildpadden. Zo was er een avondklok ingesteld voor verlichting. Parasols in het zand waren verboden, evenals honden, boten, gegraaf in het zand en lawaai dat dit unieke broedgebied zou kunnen verstoren.

De toeristen die kwamen om de jongen uit te zien komen, konden het fascinerende fenomeen dus alleen maar aanschouwen vanaf het wilde gras aan de rand van het strand. Zo werden de jongen niet opgeschrikt of bedreigd, of het moest zijn door zeevogels die op zoek waren naar voedsel.

Hij was altijd van plan geweest hier nog eens naartoe te gaan met Dominique. De volgende keer als het volle maan is, had hij haar beloofd.

Zodra die gedachte in hem opkwam, voelde hij de haartjes in zijn nek prikken. Iets zei hem dat hij haar hier zou vinden.

Ja, ze móést hier zijn. Verder kon hij niet denken.

Hij remde en reed het parkeerterrein op. Tot zijn immense opluchting zag hij de auto van het landgoed tussen de andere staan. Hij parkeerde op de eerste vrije plaats en stapte uit.

Nadat hij enkele meters had gelopen, zag hij haar aan de rand van het gras liggen op haar buik. Haar prachtige zilvergouden lokken glansden in het maanlicht.