26
'Resumerend dus, Jolien,' zei Thom lachend, 'huishouden leerde je van je moeder, wijn drinken van je vader, koken van je vroegere schoonmoeder en uit de vrouwenbladen heb je opgestoken hoe je er zo fantastisch kunt uitzien. Wat ben je mooi! Ik kan mijn ogen niet van je afhouden!'
Het was vrijdag laat in de middag en ze waren in een taxi op weg naar het zesde lustrumfeest van Thoms jaarclub. Het verkeer was hopeloos en ze waren blij comfortabel achterin te zitten en zich nergens mee te hoeven bemoeien. Ook niet met de chauffeur, van wie ze door schuiframen waren gescheiden en die ze desondanks regelmatig hoorden praten met de taxicentrale en collega's via de radioverbinding.
Het lustrumfeest, dat was wat Thom Jolien was vergeten te vragen. Jolien wist dat het op handen was en dat Thom er absoluut niet onderuit kon, wat hij ook niet wilde. Hij had zelfs weken tevoren bekendgemaakt dat er geen vergaderingen, diensten, achter- wachten en wat al niet meer voor hem gepland konden worden vanaf vier uur 's middags op de vrijdag tot acht uur 's morgens op de zondag. Want laat zou het traditiegetrouw worden en als vanouds zou er veel gegeten en vooral gedronken worden.
'En jij gaat met me mee,' had Thom gezegd op een toon die geen tegenspraak dulde. 'Regel het dus even met de afdeling dat je vrijdagmiddag vroeg vrij bent.' En daarna vervolgde hij heel ontwapenend: 'Ik wil je showen. Je hoort bij me, dat mogen de jongens weten. Ik ben veel te trots op je om je thuis te laten.'
Jolien had er daarna steeds om moeten glimlachen. En dat was maar goed ook, want haar jaloerse gedrag vervulde haar nog steeds met schaamte. Er was nog een reden dat ze om Thom moest glimlachen als ze aan zijn vraag terugdacht.
'De jaarclub is indertijd zo'n beetje mijn familie geweest. Ik was de jongste van de groep, nog maar achttien. Mijn vader was toen al een paar jaar dood en in het eerste jaar van mijn studie overleed mijn moeder. Bij de jaarclubjongens vond ik gezelligheid en, met een groot woord, een thuis. Vaak letterlijk, want in de lange vakanties logeerde ik bij ze. Dit is de kans voor me om je aan hen voor te stellen. Eigenlijk is het te vergelijken met het voorstellen van de vrouw van mijn dromen aan mijn ouders. Dus je móét mee, snap je dat?'
Natuurlijk snapte Jolien het, dat nam echter niet weg dat ze het eng vond. Twaalf kerels die al dertig jaar min of meer vrienden waren. Hun vrouwen die elkaar ettelijke keren hadden ontmoet. Die precies wisten hoe je je voor de gelegenheid moest kleden, die ad rem zouden zijn, intelligent en charmant. De onzekerheid maakte haar nerveus, tegelijk wist Jolien dat ze weer eens belachelijk zat te doen. Ze was Thoms keuze. Hij was trots op haar. Ze besefte dat ze idiote eisen stelde aan zichzelf. Ze was die ze was en een ander kon ze niet zijn.
Toch had ze de hele vrijdag vrijaf genomen. Tenslotte moest ze zo mooi mogelijk zijn bij dit debuut, en dat zou ongetwijfeld een werkdag vergen. En na masker zus en crème zo, haar föhnen, oogschaduw blauw en nee oogschaduw groen, haar opgestoken, haar los hangend, nagels lakken, zijden bloesje in of over de broek, met of zonder beha, jasje open of jasje dicht, colliertje om of lange ketting, pumps of lage zilverkleurige sandaaltjes, was ze uiteindelijk steeds besluitelozer geworden wat ten slotte uitmondde in het doorhakken van de knoop: de laatste versie van haar uitmonstering moest maar de juiste wezen.
'Ja, ja, Thom...' Jolien lachte er nu in de taxi om. 'De hele middag heb ik de lessen van de vrouwenbladen in praktijk staan brengen. En ja, natuurlijk volgde ik het onuitwisbare advies van mijn moeder op door in de ochtend nog even de flat schoon te maken. En daarbij herschikte ik de wijnflessen waarvan de keuze mijn vaders toestemming zou wegdragen. Er worden een mens in de loop van zijn leven heel wat meningen en adviezen opgedrongen, nietwaar?'
Thom haakte erop in. Het was aardig om zo voortrijdende wat quasi-filosofisch te praten. Jolien keek naar hem. Hij zag er geweldig uit. Vrolijk, intelligent, verzorgd en sexy. Vooral onweerstaanbaar sexy. Jolien boog zich naar hem toe en fluisterde ondanks het tussenruitje: 'Ik vergat nog wat: van jou leer ik vrijen. Onvoltooid tegenwoordige tijd.'
Thom schoot ervan in de lach. Als hij in zijn eigen wagen had gezeten, had hij hem nu pardoes de vluchtstrook op gestuurd, verbod of geen verbod, de motor uitgedraaid en was hij verschrikkelijk met haar gaan vrijen. Hij zuchtte spijtig.
Jolien filosofeerde intussen door over leren ('dan moetje wel aannemen wat de ander zegt') en zelf bedenken ('dus toetsen van meningen van anderen en ze juist niet zomaar aannemen') en bekende dat ze in het laatste veel te lui was geweest. Thom trok verbaasd zijn wenkbrauwen op. Wat Jolien ertoe bracht peinzend op te merken dat ze wat één principiële kwestie betreft wel degelijk haar eigen mening had gevormd. 'En dat is mijn keuze geen kinderen te willen.'
Thom knikte. Het onderwerp was gelukkig ter sprake geweest. Jolien had hem verteld van haar vele discussies erover en hoe ze ondanks talloze afwegingen en het horen van andere meningen de overtuiging had gehouden geen kinderen te willen. Nu glimlachte ze naar hem. Thom had bekend dat hij erover had zitten piekeren. Ze hadden gelachen om zijn voorbeelden van voetballende opa's die vaders bleken en zijn dramatische voorstellingen over het geven van flesjes in nachtelijke uren en het weer lopen sjouwen met knuffels en plastic voertuigjes in de ene hand en een peutertje aan de andere.
Natuurlijk was ook de ernst teruggekeerd. Thom vond kinderen machtig en wilde voor geen prijs zijn zoons missen. Wist Jolien wel zeker dat ze zich dat wilde ontzeggen? Maar Jolien wist het zo zeker als twee maal twee vier is. Ze had indertijd al haar tijd en energie in het onderwerp gestoken en een besluit genomen. Geen moment had ze daarna op twee gedachten gehinkt. Dat ze nu een andere liefde had, deed er niet toe. Ook niet dat ze net als hij kinderen machtig vond. Feit bleef dat al die andere argumenten en gevoelens de doorslag bleven geven.
Nu pakte Thom haar hand. Het maakte hem gelukkig haar zo mooi en verwachtingsvol te zien. Dat werd nog versterkt toen Jolien zich met een tevreden zucht overgaf aan de gebeurtenissen van het moment.
'Heerlijk om zo zorgeloos te rijden. De chauffeur brengt ons waar we zijn moeten. En daar weet jij van wanten. Zalig om geen verantwoordelijkheden te hebben. Ik laat me wel verzorgen.'
Buiten dromden overal auto's om hen heen. Flats, hoogspanningsleidingen, industrieterreinen, fly-overs en verkeerspleinen maakten duidelijk dat ze in de greep van de hoofdstad raakten.
Thom drukte Joliens hand. Hij dacht iets wat hij van zijn leven niet zou uitspreken, omdat ze tenslotte een geëmancipeerde vrouw was die haar eigen boontjes dopte. Het was een gedachte die te maken had met het grijze pak dat veel te koud was om 's avonds laat op het strand te dragen. Daardoor zag hij zichzelf opeens te paard met lans en maliënkolder. Voor haar wilde hij maar wal graag in het strijdperk treden! Hij grinnikte er inwendig om. Lieve Jolien, ze moest eens weten...
Ze arriveerden aan de vroege kant en wandelden een stukje door het oude centrum van de stad. Het was voor het eerst dat ze zoiets als dit samen deden. Thom had zijn arm om Jolien heen geslagen. Zo zagen ze zichzelf dicht tegen elkaar aan weerspiegeld in de etalage van een antiquair toen ze een straatje overstaken.
'Zie je hoe mooi je bent?' zei Thom.
'En zie jij,' zei Jolien lachend, 'die leuke vent met wie ik ben?'
Langzaam wandelden ze verder. Thom wees Jolien op gebouwen waar hij ooit college had gehad. Ze slenterden langs een smalle gracht toen Thom voorstelde te gaan kijken naar het huis waar hij op kamers had gewoond aan een dwarsgracht een stuk verderop. 'En dan gaan we een biertje pakken bij het café daar om de hoek vanwaar ik nogal eens vrolijk ben thuisgekomen.'
Jolien genoot van Thoms enthousiasme. Van verre al wees hij het huis aan. Het was zestiende-eeuws en stond in de steigers. Zo te zien werd het grondig gerestaureerd. Geleund tegen een brugleuning zochten ze tussen de steigers de voorgevel af. Ze telden de ramen en vonden dat van Thoms vroegere kamer.
'Mensenlief, wat heb ik daar vaak naar buiten staan kijken!' Thom lachte. 'Vooral in de tentamentijd als ik mezelf aan de studie moest schoppen. Ik heb er ettelijke rijtjes uit de anatomie staan opdreunen: botjes, spieren... ga maar door. Wat een tijd... Het lijkt pas gisteren, terwijl intussen mijn eigen zoon op kamers gaat.'
De waterige zon die de hele dag niet door het grijze wolkendek had kunnen breken, tekende zich nu als een zilveren schijfje aan de hemel af. In de gracht kwaakten eenden. Er rinkelden fietsbellen en overal klonken stemmen terwijl het er toch rustig was.
Ze bleven een hele poos staan kijken. Thom haalde de ene na de andere herinnering op. Opeens trok hij Jolien naar zich toe.
'Je bent toch echt met een ouwe zak op stap,' zei hij. 'Het is dertig jaar geleden dat ik die kamer kreeg! Jij was toen twee!'
Jolien voelde een giechellach opkomen. 'Je had mijn babysit kunnen zijn. Ze hebben me verteld dat ik nogal een krijser was, maar jij had me vast wel stil kunnen krijgen.' Ze bootste een oppas na. 'Als je nu zoetje bordje leegeet, Jolientje, zal ik je een verhaaltje voorlezen en daarna ga je lekker naar je bedje en prrr naar dromenland...' Ze proestte het uit. Thom schoot wel in de lach, maar Jolien zag dat hij er het zijne van dacht. 'Kom nou, Thom!' zei ze lachend, 'ik ben nu een grote meid, hoor. En je weet het, ik wil geen mannen van mijn eigen leeftijd. Ik wil alleen maar jou.'
Als bewijs hiervoor vertelde ze wat ze in de taxi van hem had gevonden: vrolijk, intelligent, verzorgd en onweerstaanbaar sexy. En dat onweerstaanbaar sexy zei ze op lage toon, heel lang uitgerekt.
'Maar er zit een pesterig lachje in je ogen,' constateerde Thom.
Dat was waar. Jolien schoot dan ook opnieuw in een schaterlach. 'Omdat ik me net voornam je vannacht te vragen of je me na een verhaaltje lekker in wilt stoppen...'
Het was een prachtig feest dat begon met een uitgebreid diner, gelardeerd met toespraakjes en overvloedig besprenkeld met champagne. Daarna was er een korte cabaretvoorstelling van een studentengroep die ingestuurde herinneringen van jaarclubleden op humoristische wijze vertolkte. Vervolgens was er tijd om te praten, herinneringen op te halen en te dansen bij de muziek van een dixielandband.
Het duizelde Jolien van alle namen en gezichten. Ze moest heimelijk lachen omdat Thom haar consequent 'mijn Jolien' noemde. Dat bezittelijk voornaamwoord vergat hij geen enkele keer. Ondanks haar voorgaande ideeën en al die nieuwe gezichten voelde Jolien zich niet onzeker of alleen. Altijd wel was Thoms hand op haar schouder, zocht hij haar hand, of voelde ze zijn nabijheid. Het viel haar opnieuw op hoe jongensachtig hij in zijn doen en laten was. Ze vond enkele van zijn vrienden er vele jaren ouder uitzien of ze hadden pafferige gezichten of een kogelronde buik.
Jolien voelde zich trots op haar Thom. Ze zag hoezeer mensen hem mochten. En ook hoe ontspannen hij schaterlachte, anderen op schouders klopte, ernstig aanhoorde en fronste toen een van de mannen wat te nadrukkelijk contact met haar zocht. Hoe had ze zich moeten beheersen niet de slappe lach te krijgen toen diezelfde man aan Thom toestemming vroeg om met zijn charmante jonge vrouwtje te dansen.
'Nee,' zei Thom bot.
De man, naar Thom haar later vertelde een uiterst scherp fiscaaljurist, was hierdoor volstrekt van slag. 'Nou nou, je wilt haar alleen voor jezelf hebben, kerel?'
'Inderdaad,' had Thom weer net zo bot geantwoord. Hij had haar meteen bij de arm genomen en weggeleid naar de dansvloer, terwijl Jolien wist dat hij absoluut niet van dansen hield. Hij drukte haar heel dicht tegen zich aan en grinnikte toen hij haar voelde schokken van het lachen.
'Ik vind het zo leuk. Je deed zo jaloers!' gierde Jolien.
'Ik dóé het niet, ik bén het,' zei Thom. 'Die smeerlap blijft van je af. Ik ken hem langer dan vandaag. Had altijd smoezelige praatjes over meisjes. Wilde je leren hoe je per ongeluk tegen iemand kon opbotsen of een borst kon aanraken. Of hij gaf je tips welke meiden te versieren waren. Toen ik nog niet beter wist, leerde ik via hem dat meisje kennen. Je weet wel, van de eerste keer.'
Het was vier uur in de ochtend toen ze met een taxi huiswaarts keerden. In het oosten werd de hemel al lichter. Hoogste tijd vond Thom om Jolien een verhaaltje te vertellen en naar bed te brengen. Aangeschoten en lacherig lagen ze heel lang en lui te vrijen. De zon scheen vanuit een blauwe lucht toen ze in slaap vielen. Op de boulevard stonden de eerste vrachtauto's stationair te draaien voor het bevoorraden van de kiosken en de strandpaviljoens. Het weekend was aangebroken. De weerberichten waren goed en het beloofde razend druk te worden aan zee.
Om halfacht snerpten piepsignalen Jolien wakker. Het duurde even voor ze zich realiseerde dat het Thoms autotelefoon in de huiskamer was. Ze maakte hem wakker. 'Ze weten toch dat ze je pas na achten morgenochtend mogen bellen?'
Thom stapte kreunend uit bed en wankelde naar de kamer.
'Verdomme, nee!' hoorde Jolien hem even later zeggen. Toen was er stilte. 'Verdomme!' hoorde ze nog een keer. En daarna zei hij: 'Jongen, hou je nog even taai. Hou Wietse in het oog. Ik kom jullie halen. Zoek wat kleren en zo bij elkaar. Over een uur ben ik bij jullie.'
Het bleef stil in de kamer. Joliens hart bonsde in haar keel. Ze zat rechtop in bed. 'Wat is er, Thom?' riep ze.
Hij kwam de slaapkamer binnen. In zijn hand hield hij nog steeds de telefoon. 'Verdomme!' zei hij. Hij keek verslagen. 'Jolien, Linda is dood. Verongelukt. Vannacht, tegen een boom. Ik ga de jongens halen!'