Hoofdstuk 7
„Kijk, dat vind ik nou zo leuk van thuiskomen, " grinnikte de jongen. „Ik weet nooit welke verrassing me nu weer te wachten staat. "
Achter zich hoorde Tess voetstappen. Toen ze omkeek, stond Cobbs achter haar met in iedere hand een koffer. Hij zette de bagage neer.
„Hé, Cobbs, " grijnsde de jongen.
„Dag, Sam, " knikte Cobbs kortaf, „ik neem aan dat je weer op zwart zaad zit dat je hier zo onverwachts opduikt?"
„Nou, nou, wat een hartelijk welkom, " zei Sam verontwaardigd. „Dat van haar vond ik een stuk leuker!"
Tess bloosde en Sam liet haar grijnzend los. Hij keek naar de koffers. „Zo, heb je eindelijk besloten mijn moeder het huis uit te gooien?" vroeg hij Cobbs.
„Je moeder staat op het punt op zakenreis te gaan. "
„Nou, dan heb je nu de kans om te ontsnappen. "
„Sam!" De stem die uit de deuropening kwam, klonk zo verbaasd dat ze allemaal omkeken. Mevrouw Thorne wist duidelijk niet of ze moest lachen of kwaad worden. Ze aarzelde even en daalde vervolgens statig de trap af om Sam te begroeten. „Wat een verrassing. "
„Hoi, mam. "
„Wat kom je hier doen? Had maar gezegd dat je kwam. " Mevrouw Thorne bekeek haar zoon van top tot teen en ze glimlachte gespannen.
Sam haalde zijn schouders op. „Ik heb een paar dagen vakantie. Hoe gaat het met Fred?"
„Zijn toestand is onveranderd. En ik sta op het punt te vertrekken. Ik moet weer naar New York. " Mevrouw Thorne zuchtte. „Hoe lang blijf je?"
„Dat weet ik nog niet. " Sam draaide zich om naar Tess. „Wie is deze schoonheid? En waarom was ze op de vlucht?"
Iedereen keek nu naar Tess, die zo mogelijk nog roder werd. De blik van mevrouw Thorne werd geïrriteerd en ze wees onverschillig naar boven. „Adam zal wel vervelend zijn geweest. "
„Adam? Is die hier dan?" vroeg Sam verbaasd.
„Ja, helaas wel. " Mevrouw Thorne trok haar jas aan. „Zijn moeder heeft hem gestuurd. Eerst Fred... en nu dat gezeur met Adam, " ging ze nijdig verder. „Er is hier altijd iets. "
Op hetzelfde moment gaf ze een harde gil. Er schoot iets groots en harigs langs haar naar binnen.
„Wat is dit nu weer? O Sam, hoe kon je dat nou doen?"
„Rustig maar, mam. Ze is braaf, " grinnikte Sam.
De hond blafte enthousiast. Tess zag dat het de hond was, die bij Sam op de foto stond. Sam gaf kort een commando, waarop de hond weer naar buiten rende en braaf in de auto ging zitten.
Cobbs zuchtte en tilde de koffers op. Sam hield hem tegen.
„Laat maar, Cobbs. Ik breng mijn moeder wel naar het vliegveld. Leg de spullen maar in mijn auto. "
Cobbs knikte. „Fijn, dan kan ik vanmiddag naar het ziekenhuis om meneer Thorne te bezoeken. "
„Ga je gang. Ik zorg wel dat mijn moeder op tijd op haar bestemming is. "
Mevrouw Thorne keek opeens een stuk vrolijker. „Wat een goed idee, Sam. Op die manier kunnen we nog even bijpraten. " Ze liep naar de auto en Cobbs hield het portier voor haar open.
Sam draaide zich om naar Tess en keek haar verontschuldigend aan. „Sorry, ik heb me nog niet eens voorgesteld. Ik ben Sam Ashby. "
„Dit is Tess Swanson, " antwoordde mevrouw Thorne in Tess' plaats. „Zullen we gaan?"
„Leuk kennis met je te hebben gemaakt, Tess. " Deze keer was Sams glimlach gemeend. „Maar ik weet nog steeds niet waarvoor je op de vlucht was. "
Tess probeerde vlug een antwoord te bedenken. Mevrouw Thorne keek haar ongeduldig aan. „Eh... ik was vergeten dat ik nog een afspraak had, " hakkelde ze.
„Ik heb je toch niet opgehouden?"
Tess schudde haar hoofd.
„Waar staat je auto?"
„Sam... " begon zijn moeder ongeduldig.
„Ik ben met de bus, " legde Tess uit.
„Dan breng ik je naar huis. Dat is wel het minste dat ik kan doen. "
„Verdorie, Sam!" riep mevrouw Thorne nijdig. „En wie brengt mij dan weg?"
„Wacht jij even hier, mam. Ik ben zo terug. "
„Maar het vliegtuig... "
„Rustig maar. We hebben tijd genoeg. "
„Je hoeft me helemaal niet naar huis te brengen, " protesteerde Tess. „Zo ver is het niet. "
„Niet zeuren, " onderbrak Sam haar vastberaden, terwijl hij zijn sleutels pakte. „Een schoonheid die mij zomaar in de armen valt, kan ik niet met de bus naar huis sturen, " voegde hij er grijnzend aan toe.
Tess aarzelde nog even. „Oké dan, " gaf ze toe.
„O Tess, dit is Sasha. Hou je van honden?"
„Ik ben er gek op. "
„Des te beter, " lachte Sam. „Sasha is namelijk mijn beste vriendin. "
Tess leunde ontspannen achterover. Op het moment dat Sam optrok, keek ze nog even om naar het huis. Ze dacht dat ze iets zag bewegen achter een raam op de eerste verdieping. Ze draaide zich weer om en keek van opzij naar Sam, maar hij had kennelijk niets gemerkt. „Woon je hier ook?" opende ze het gesprek.
Sam schudde zijn hoofd. „Nee, meestal logeer ik hier alleen tijdens de vakanties. En jij?"
„Ik ben hier geboren en getogen. Mijn moeder is verpleegkundige en werkt in het ziekenhuis. "
„Op die manier. Eh Tess... misschien zijn het mijn zaken niet, maar hoe heb je Adam leren kennen?"
„Nou, " biechtte Tess op, „eigenlijk ken ik hem helemaal niet. "
Sam keek haar verbaasd aan. „Niet? Ik dacht... "
„Het is de bedoeling dat ik Adam met zijn schoolwerk help. Mevrouw Thorne heeft me aangenomen omdat hij niet naar school kan. " Ze keek naar Sam. „Ken jij Adam goed?"
Sam schudde zijn hoofd. „Zo vaak hebben we elkaar niet gezien. Mijn moeder is pas drie jaar met
Fred getrouwd. Ik was het huis al uit en Adam woonde bij zijn moeder. "
Tess aarzelde even. „Ik geloof niet dat Adam het erg naar zijn zin heeft hier, " zei ze ten slotte.
„Dat kun je hem niet kwalijk nemen, " antwoordde Sam luchtig. „Mijn moeder kan ontzettend onaangenaam zijn. " Hij zette de radio aan en zijn vingers trommelden op het stuur. „Weet jij hoe lang Adam blijft?"
Tess schudde haar hoofd en ging met een ruk rechtop zitten. „We zijn er bijna. Het laatste huis van dat rijtje. "
Ze bedacht dat Sam hun huis wel vreselijk klein moest vinden in vergelijking met de villa van zijn moeder. Hij had amper de auto stilgezet of ze was er al uit.
„Tess?"
Ze bleef aarzelend staan.
„Ik weet dat het mijn zaken niet zijn, " ging Sam verder, „maar Adam heeft een moeilijke tijd achter de rug. Dat ongeluk is hem niet in de kouwe kleren gaan zitten. Ik hoop dat je je niet door hem laat afschrikken. Mijn stiefbroer bedoelt het niet kwaad. En als ik iets voor hem kan doen, moet je het me laten weten. "
Tess knikte langzaam. „Ik zal eraan denken, " antwoordde ze zacht. „Bedankt voor de lift. "
Sam stak nog even zijn hand op en reed met gierende banden weg.
Tess keek hem na en liep dromerig naar de voordeur.
De ontmoeting met Sam had haar een heel stuk opgevrolijkt.
Bij de voordeur draaide ze zich om en liep terug naar de brievenbus. Het was koud en Tess rilde even. Ze stak haar hand in de bus en voelde iets glibberigs onder haar vingers.
Geschrokken trok ze haar hand terug.
Er zat een kleverige, rode vloeistof aan haar vingers. De stank maakte dat Tess moest kokhalzen. Ze staarde met bonzend hart naar de brievenbus. Had Frank weer een van zijn stomme grappen uitgehaald? Met die gedachte probeerde ze zichzelf moed in te spreken.
Hoewel ze het liefst weer naar binnen was gerend, besefte ze dat ze eerst moest kijken wat er in de brievenbus zat.
Langzaam stak ze haar hand erin. Ze tastte in het rond en voelde opnieuw iets zachts en slijmerigs.
Met ingehouden adem trok Tess het voorwerp naar boven.
Ze kon met moeite een kreet van afgrijzen onderdrukken toen ze het walgelijke voorwerp in haar hand zag, dat van boven tot onder met bloederige ingewanden was bedekt.
Het was een hoofd.
Vroeger had het op een pop gezeten en was het waarschijnlijk mooi geweest. Maar nu was het gezicht overdekt met diepe sneden die slordig aan elkaar waren genaaid met zwart garen.
En waar de ogen hadden gezeten, zaten twee diepe, zwarte gaten.