Hoofdstuk 8

„Oké, Hildy. Hou je vast. " Tess keerde de plastic tas om en de inhoud rolde eruit.

Hildy sloeg vol afschuw haar hand voor haar mond. „Tess, ben je gek! Haal die troep weg!"

Tess ging tegenover haar vriendin zitten en keek Hildy strak aan. „Dit vond ik gisteren in mijn brievenbus. " Ze rilde, maar wendde haar ogen niet af. „Weet jij er iets van?"

„Haal dat smerige spul in vredesnaam weg. Ik word er misselijk van. " Hildy keek hulpzoekend om zich heen. Opeens betrok haar gezicht. „Daar heb je Frank. Waarom vraag je het niet aan hem?"

„Hé, zijn jullie aan het spijbelen? De eerste bel is al gegaan, hoor, " lachte Frank. Op hetzelfde moment zag hij het poppehoofd. Hij sperde zijn ogen wijd open. „Jasses, wat is dat?"

„Ik hoopte dat jij mij dat kon vertellen, " antwoordde Tess koel.

Frank zuchtte quasi wanhopig. „Ik hoor het al. Je denkt nog steeds dat ik achter al die geintjes zit. "

„Frank, als jij dit in mijn brievenbus hebt gedaan, zèg het dan gewoon!"

„Volgens mij begin je last te krijgen van achtervolgingswaanzin, Tess. " Met zijn voet draaide Frank het poppehoofd om. „En het wordt hoog tijd dat je ophoudt met dat gezeur over dat stomme ongeluk. Je maakt ons allemaal gek. "

Hij bracht zijn gezicht vlak bij dat van Tess.

„Als iemand er ooit achter komt, " siste hij, liefjes glimlachend, „dan is dat jouw schuld. En je wilt toch zeker niet dat we de gevangenis indraaien?"

„Frank, hou op!" Tess wilde hem weg duwen maar Frank pakte haar bij haar schouders vast. Zijn grijns werd breder.

„Denk er nog maar eens goed over na. Ik wil je er bovendien aan herinneren dat ik niet achter het stuur zat... voor het geval iemand vragen gaat stellen. En Tess, " ging hij dreigend verder, terwijl hij zijn vinger naar haar uitstak, „ik zal plechtig zweren dat Hildy ook niet achter het stuur zat."

Hij liet Tess met een ruk los. Haar armen vielen slap langs haar zij. Ze beefde van woede en schrik. Even later bukte ze zich en schoof het hoofd weer de tas in.

Hildy hurkte bij haar vriendin neer. „Tess, trek je alsjeblieft niets van hem aan. Frank is... "

„Wanneer hou je nou eens op excuses voor hem te verzinnen?" wilde Tess vermoeid weten.

„Zijn voetbaltraining ging slecht gisteren, " ging Hildy verder, alsof ze Tess niet had gehoord. „En de trainer heeft gezegd dat Frank uit het team moet als hij niet beter zijn best doet. Weet je wat?" ging ze verder. „Ik kom vanavond bij je langs en dan maken we er als vanouds weer een gezellige avond van, meiden onder mekaar. "

„Oké!" Tess stond op. Plotseling grinnikte ze. „Misschien vertel ik je dan wel over Sam. "

Hildy keek met een ruk op. „Wie is Sam?"

„De zoon van mevrouw Thorne. Ik heb hem gisteren ontmoet. Hij heeft me thuis gebracht. "

Hildy knikte veelbetekenend. „Ik ben er om zeven uur. "

„Mooi. Ik zorg voor pizza. "

„En ik laat Frank thuis. "

De vriendinnen lachten en renden naar hun lokaal.

Tess kon zich moeilijk concentreren. Ze had dat hoofd inmiddels weggegooid, maar toch moest ze er steeds aan denken. En telkens wanneer ze probeerde iets te lezen, zag ze Adams gezicht voor zich. Tess had nog steeds niet besloten of ze vandaag weer naar hem toe zou gaan.

Tot haar eigen verbazing nam ze die middag na school de bus naar de villa van mevrouw Thorne.

Cobbs zag er niet erg opgewekt uit toen hij de deur opendeed.

„Hoe is het vandaag met Adam?" informeerde Tess.

„Die is op zijn best. Hij slaapt. "

Tess zuchtte. „Dan ga ik maar weer naar huis. " Ze wachtte op Cobbs' antwoord, maar toen hij niets zei, keek ze op.

Ze schrok toen ze de ijskoude, onheilspellende blik in zijn ogen zag.

„Misschien is het inderdaad beter dat je gaat, " zei Cobbs langzaam.

„Wat?"

„En nooit meer terugkomt. "

Tess' stem klonk gespannen. „Wat bedoel je?"

Cobbs gaf geen antwoord. Hij rechtte zijn schouders. „Kan ik nu de deur dichtdoen?" vroeg hij kortaf.

„Gooi je me eruit?"

„Je mag ook binnenkomen, als je dat liever wilt. "

Tess begreep er niets meer van. Verward volgde ze Cobbs naar de keuken. Sasha keek door de glazen schuifdeur naar binnen en blafte enthousiast. Tess vroeg zich af waar Sam was.

„Mag Sasha naar binnen? Ze ziet er zo eenzaam uit. "

„Dat ontbrak nog aan mijn geluk. "

Tess schoof de deur open en werd meteen onder de voet gelopen door de enthousiaste hond.

„Wil je thee?" vroeg Cobbs kortaf.

„Graag, als jij ook neemt. Zeg Cobbs, heb je al iets van mevrouw Thorne gehoord? Blijft ze lang weg?"

„Dat kunnen we slechts hopen. " Cobbs zette water op en ging verder met het uitruimen van de vaatwasser.

„Het is misschien heel onaardig van me, maar ik ben blij dat ze weg is, " dacht Tess hardop. „Ik voel me helemaal niet op mijn gemak als ze in de buurt is. "

„Wie wel?"

Tess keek verbaasd op. „Waarom blijf je hier eigenlijk als je haar niet mag?"

„Ik werk niet voor haar, ik werk voor meneer Thorne. "

Tess begreep wat hij bedoelde. „Hoe gaat het met meneer Thorne?" informeerde ze.

„Geen verandering, " antwoordde Cobbs afgemeten. „Zijn toestand blijft kritiek. " Hij maakte een doekje nat en veegde het aanrecht schoon.

„Ik vind dat je heel aardig bent voor meneer Thorne. " Tess sloeg verlegen haar ogen neer. „En voor mij trouwens ook. "

Cobbs keek met een ruk op. Die opmerking had hij niet verwacht. „Meneer Thorne is een eerzuchtige, gedreven man, maar ik werk graag voor hem. "

Tess knikte. „Mocht hij overlijden, blijf je dan voor mevrouw Thorne werken?"

„Geen sprake van. "

Cobbs trok een stoel naar achteren en ging tegenover Tess zitten. Sasha ging onder de tafel liggen. Het bleef even stil, maar die stilte was rustgevend.

„Ik heb geen zin om naar boven te gaan, " bekende Tess ten slotte. „Het lijkt wel of Adam aan alles en iedereen een hekel heeft. "

„Dat heeft niets met jou te maken. "

Tess zuchtte ongelukkig. „Ik weet niet wat ik moet doen. Ik kan Adam toch niet dwingen om me aardig te vinden?"

„Drink je thee nou maar, " was het korte antwoord.

Gehoorzaam dronk Tess haar kopje leeg. Toen ze weer opkeek, kruiste haar blik die van Cobbs. Hij stak zijn hand uit naar de theepot, maar Tess schudde haar hoofd.

„Nee, bedankt. Ik ga maar weer naar huis. Als Adam toch slaapt, heeft het niet veel zin dat ik hier blijf rondhangen. " Ze zocht haar spullen bij elkaar en aaide Sasha nog een keer over haar kop. „Ik hoop dat je het niet erg vindt dat ik je heb opgehouden, Cobbs. Het wordt bijna een gewoonte om thee met je te drinken. "

„Zal ik je naar huis brengen?"

„Nee, dat hoeft niet. Ik ga wel met de bus. " In de hal keek Tess nog een keer naar boven. „Ik kom morgen wel terug, " zuchtte ze.

Cobbs deed de deur open en keek naar buiten. „Het wordt al aardig donker. Nu moet je nog door het park. "

„Ik snijd altijd een heel stuk af, " legde Tess uit. „Ik ben zo bij de bushalte. "

Cobbs fronste zijn wenkbrauwen. „Ik hoop wel dat je weet wat je doet. "

„O, het is veilig, hoor. Bijna niemand kent die route. Ik ga via het parkeerterrein aan de oostkant. Nou, tot morgen dan maar. " Tess liep de oprit af.

Opeens kreeg ze het onbehaaglijke gevoel dat ze werd gadegeslagen. Toen ze het hek achter zich had dichtgedaan, bleef ze staan en deed net alsof ze haar boeken controleerde. Intussen keek ze snel even naar het huis. Daar was niets te zien.

Onzeker liep Tess verder. Onderweg spookten er allerlei vragen door haar hoofd. Wat moest ze met Adam beginnen? Hoe kon ze hem helpen als hij haar zo op een afstand hield?

Tess dwong zichzelf aan iets anders te denken en liep het park in. Het lag er verlaten bij en het was er doodstil. Ze begon zich steeds minder op haar gemak te voelen. Het was al donker toen ze het verlaten parkeerterrein op liep.

De hakken van haar laarsjes tikten op het asfalt. Het geluid maakte dat Tess zich vreselijk eenzaam voelde. Ze versnelde haar pas.

Stel je niet aan, hield ze zichzelf voor. Ze had hier al zo vaak gelopen!

Maar vanavond hing er een vreemde sfeer. Tess voelde zich bedreigd en dat was nog nooit voorgekomen. Ze rilde en hield haar ogen strak gericht op de heg aan de andere kant van het terrein.

Opeens hoorde ze het geluid van een motor. Geschrokken bleef Tess staan. Ze luisterde ingespannen en keek om zich heen. Niets te zien.

Tess begon te rennen. Even later keek ze achterom en kon maar nauwelijks een schreeuw bedwingen.

Uit de donkere schaduwen op het verlaten parkeerterrein maakte zich een auto los, die haar langzaam begon te volgen.

Tess raakte in paniek en vloog naar de heg. Haar hart bonsde in haar keel. Ze keek opnieuw achterom.

De auto was gestopt. Dreigend en afwachtend stond hij stil.

Opeens struikelde Tess. Ze viel. Haar rugzak schoot open en de boeken vlogen alle kanten op. Ze wreef over haar pijnlijke knieën en graaide haar spullen bij elkaar. Toen ze opkeek, werd ze verblind door de dubbele lichtstraal.

De koplampen van de auto schenen recht in haar gezicht.

Tess kneep haar ogen dicht en krabbelde zo vlug ze kon uit de lichtbaan. Bevend lag ze op de grond. Ze vroeg zich af wat ze moest doen. Ze verwachtte ieder moment dat de bestuurder de auto zou starten en op haar af zou komen razen.

Maar er gebeurde niets.

Tess onderdrukte een snik en grabbelde al haar moed bij elkaar om weg te rennen.

Opeens doofden de lichten en was het weer donker.

Ze aarzelde maar heel even. Ze luisterde of ze iemand hoorde aankomen. Maar er gebeurde niets.

Zo vlug ze kon, schoot Tess overeind en dook naar de heg.