Hoofdstuk 6

„Tess, wacht even!"

Tess draaide zich om en zag hoe Hildy over het schoolplein naar haar toe kwam rennen.

„Hoorde je me niet? Ik heb je minstens vier keer geroepen. " Hildy bleef staan om weer op adem te komen. Ze hield haar rugzak in haar ene hand en met haar andere hand probeerde ze haar jack dicht te ritsen.

„Ik was al bang dat die akelige Cooper ons de hele dag in de klas wilde houden, " ratelde ze verder. „We kregen de een of andere preek over hoe dom we zijn. "

„Hoe ging je proefwerk?" onderbrak Tess haar vriendin.

Hildy haalde haar schouders op en zuchtte. „De hele klas had een onvoldoende. Je hoeft er echt niet over in te zitten. Het was jouw schuld niet. " Ze had haar jack eindelijk dicht en keek lachend op. „Kom op, Tess, het was maar een proefwerk, hoor. "

„Ja, maar je stond al onvoldoende!"

Hildy knikte en keek Tess van opzij aan. „Hoor eens, nog even over dat briefje gisteravond. Frank heeft me bezworen dat hij er niets van weet. "

Tess zuchtte. Ze had die nacht geen oog dicht gedaan. „Het móet hem wel zijn geweest. Wie had het anders kunnen zijn? Weet je trouwens dat de politie gisteren bij ons thuis was, " ging ze in één adem verder.

Hildy bleef stokstijf staan.

„Ze waren gebeld door iemand die zei dat ik een ongeluk had gehad, " ging Tess toonloos verder.

„O Tess, wat vreselijk, " zuchtte Hildy. „Maar zoiets zou Frank nooit doen, dat weet ik zeker. "

„O nee? Wie was het dan? Degene die die voetafdrukken bij de auto heeft achtergelaten soms? Is die persoon eindelijk naar de politie gestapt?" Tess liep kwaad weg.

Hildy keek haar met open mond na. „Tess, wacht nou even!"

„Daar is mijn bus, " riep Tess kortaf terug. Ze rende naar de halte.

„Maar ik moet met je praten!"

Tess deed of ze haar vriendin niet hoorde. Ze zocht een plaatsje in de volle bus en sloot vermoeid haar ogen.

De gebeurtenissen van de vorige avond stonden haar weer levendig voor de geest. Ze zag Hildy's bleke gezicht voor zich toen Frank fel ontkende dat hij er iets mee te maken had.

Voor ze het wist, was Tess bij de halte waar ze moest overstappen.

Cobbs had aangeboden haar die middag bij school op te pikken, maar Tess wilde van niemand afhankelijk zijn.

Bij de laatste halte moest ze eerst het park door, voor ze bij het huis van de familie Thorne was. Tess kende het park goed. Vroeger kwam ze hier weieens met haar ouders.

Ze liep over het pad dat dwars door het park voerde. Het park was door de jaren heen natuurlijk iets veranderd, maar Tess wist nog precies hoe ze moest lopen om een stuk af te snijden. Ze keek even om zich heen om er zeker van te zijn dat niemand haar zag en glipte toen snel tussen een heg door.

Even later stond ze op een verlaten parkeerterrein. Dat werd nu alleen nog gebruikt voor het opslaan van oude onderdelen uit het speeltuintje in het park.

Er waaide een plastic zak over de grond en Tess schrok. Ze voelde zich opeens heel onbehaaglijk. De zon verdween achter een wolkensliert en het werd nog kouder. De winter duurde dit jaar wel erg lang.

Tess rilde en duwde haar handen in de zakken van haar jack. Haar vingers raakten iets. Even later stond Tess met een doekje in haar hand. Ze had er geen idee van waar het vandaan kwam.

Plotseling wist ze het weer. Dit was het jack dat ze had gedragen op de avond van het ongeluk. Het was toen zo smerig geweest, dat ze het meteen in de wasmachine had gedaan. Het doekje was natuurlijk mee gewassen.

Tess vouwde het open en bekeek het wat beter. Nu zag ze dat het een zakdoek was. In een van de hoeken stond een geborduurde A. Ze propte de zakdoek weer in haar zak en liep door.

Even later kwam ze bij de uitgang van het park. Het huis van de familie Thorne was nu vlakbij.

Bij het hek gekomen, drukte ze op de intercom om Cobbs te laten weten dat ze er was.

Cobbs hield de voordeur al voor haar open en Tess hoorde de stem van mevrouw Thorne op het moment dat ze naar binnen stapte.

„Zo, je hebt dus besloten Adam te helpen, " begroette mevrouw Thorne haar ongeïnteresseerd. „Hij is boven, " ging ze verder. „Cobbs, vergeet niet mijn tabletten in te pakken. Mijn vliegtuig vertrekt over twee uur!"

Tess keek vanuit haar ooghoeken naar Cobbs. Hij vertrok geen spier.

„Deze keer moet ik naar New York, " ging mevrouw Thorne verder. Ze zuchtte. „Daar ben ik vorige maand ook al geweest!"

Tess schraapte haar keel. „Hoe moet het met Adam?"

Boven aan de trap draaide mevrouw Thorne zich om. „Hoe bedoel je?"

„Nou ja, " aarzelde Tess. „Ik had gehoopt dat u me vandaag het een en ander over hem zou vertellen. "

„Daar vraag je hem zelf maar naar, " merkte mevrouw Thorne koel op. „Adam is mijn verantwoordelijkheid niet. En als er iets is, vraag je maar of Cobbs je helpt. " Haar ogen vernauwden zich en ze keek Tess koel aan. „Ik ben ook maar met hem opgescheept. "

Met deze woorden verdween mevrouw Thorne in haar kamer.

Tess keek naar Cobbs. „Hoe kan ze zo harteloos zijn?" vroeg ze ongelovig. „Is ze echt zo egoïstisch?"

„Ja, " knikte Cobbs bedaard.

„Adam heeft haar vast gehoord. Dat kan niet anders. "

Cobbs gaf geen antwoord.

Tess zuchtte. „Weet Adam dat ik kom?" „Hij was vanmorgen dol van blijdschap, " grinnikte Cobbs op zijn droge manier.

Tess haalde diep adem en liep naar Adams kamer. Ze klopte. „Adam, ik ben het, Tess. "

Er kwam geen antwoord.

Tess deed de deur open en tuurde naar binnen. Het was weer net zo donker als de vorige keer. Vaag zag ze Adams silhouet.

Ze liep langzaam de kamer in, maar draaide zich met een ruk om toen ze iemand achter zich hoorde.

Cobbs kwam binnen en zette een doosje op tafel.

„Die troep moet ik niet. " Adams stem klonk nors.

„Dat weet ik, " merkte Cobbs kalm op. „Je zou er beter van kunnen worden en dat wil je natuurlijk voorkomen!" Hij draaide zich om en liep geruisloos de kamer uit.

Het liefst was Tess hem achterna gerend, maar ze bedwong zich.

„Zo, " zei Adam ten slotte, „wat doe je hier? Wil je soms weer praten?"

„Alleen als jij dat ook wilt. "

„Goed, dan praten we... over jou. " Zijn stem klonk spottend.

Tess wist niet hoe ze moest reageren. „Oké, " stemde ze in. „Wat wil je weten?"

Er klonk een geluid, alsof er iets viel en ze deed geschrokken een stap naar voren. „Wat is er?"

„Niets. En blijf waar je bent. " Hij klonk geïrriteerd.

Tess zuchtte. „Heeft Cobbs je net medicijnen gebracht? Heb je erg veel pijn?"

Adam wachtte even voordat hij antwoordde. „Soms. "

„In je benen?"

Tess hoorde iets. Ze vermoedde dat hij zijn schouders ophaalde.

„Ja, " antwoordde hij haast onhoorbaar.

Ze knikte begrijpend en deed een stap naar hem toe. „Ik heb je schema eens bekeken en ik denk dat ik je wel kan helpen. Mijn mentor heeft me uitgelegd waar we het beste mee kunnen beginnen. Eh... ik dacht dat we vandaag misschien een soort rooster konden opstellen, " ging ze voorzichtig verder. „Hoe vaak wil je dat ik kom? Ik wil je natuurlijk niet te veel vermoeien omdat je anders... "

„Omdat ik anders geen tijd meer heb voor mijn vrienden?" onderbrak Adam haar spottend.

„Nee, ik bedoel... "

„Ik weet wat je bedoelt, maar ik heb je medelijden niet nodig. Mijn lieve stiefmoeder heeft jou op me af gestuurd omdat ze zelf niets met me te maken wil hebben. Knoop dat goed in je oren!"

„Dat is niet waar en ik... "

„Ik ben niet vrijwillig hier gekomen, weet je. Mijn eigen moeder heeft me hier naartoe gestuurd. " Hij lachte, maar het klonk niet vrolijk.

„Ze wilde je alleen maar helpen, " bracht Tess voorzichtig naar voren.

„O, is het dat!" spotte Adam. „En wil jij me ook helpen? Waarom? Raar hè, maar ik zou haast gaan denken dat je je ergens schuldig over voelt. "

Hij lachte weer en er liep een rilling over Tess' rug. Het was donker in de kamer maar ze voelde dat Adam haar gadesloeg.

Tess draaide zich om en tastte naar de deurkruk.

„Waar ga je naartoe? Je bent hier net!"

„Ik ga naar huis. "

„Je laat je toch niet door mij afschrikken?" grinnikte Adam.

Tess rukte de deur open en vloog de gang op. Haar hart bonsde in haar keel en ze stormde de trap af. Adam wist het, dat kon niet anders! Hij had haar precies in haar zwakke plek weten te treffen.

Terwijl Tess naar beneden rende, nam ze een besluit. Ze kwam hier nooit meer terug!

„Cobbs, ik ga naar huis!" schreeuwde ze over haar schouder, terwijl ze de voordeur opentrok.

Zonder te kijken waar ze liep, stormde ze het huis uit en botste in volle vaart tegen iemand op. Tess viel bijna, maar ze voelde hoe ze werd tegengehouden door een paar sterke armen.

„Hela!" zei een lachende stem. „Waar is de brand?"

Tess keek op, recht in een paar vriendelijke, blauwe ogen.