Juliette hield het stuur in een ware doodsgreep terwijl ze over
de kronkelende Jamaica Way reed. De vierbaansweg had nooit breder
mogen zijn dan één baan in elke richting. Zelfs het kleinste foutje
zou waarschijnlijk resulteren in een frontale botsing met een
tegemoetkomende auto. Er zat slechts een paar centimeter tussen de
rijbanen, er waren zoveel verkeerslichten dat je remmen er
overbelast van raakten en fietsers verlieten het hun toegewezen pad
alsof een fietsstrook alleen maar een plek was om even op adem te
komen voordat ze weer automobilisten gingen pesten.
De laatste keer dat ze over deze weg had gereden, was ze Tia gaan
bespioneren. Geen fijne herinnering.
Vandaag wist Nathan tenminste waar ze naartoe ging. De opluchting
omdat ze haar afspraak met Caroline niet verborgen had gehouden,
was in elk geval een kleine troost voor haar gespannen zenuwen.
Telkens wanneer ze de juiste woorden probeerde te bedenken om zich
te verontschuldigen voor het feit dat ze Carolines leven binnen was
gedrongen, klonk het haar óf gestoord, óf banaal in de oren.
Ik draaide door?
Mijn oprechte excuses?
Ik was helemaal de kluts kwijt?
Boosheid was overgegaan in verdriet, en nu ze kalmer, zij het
bedroefder was, begreep Juliette wat ze Caroline had aangedaan.
Haar wangen raakten verhit bij de gedachte aan wat ze had gedaan,
aan de snode plannetjes die ze had gesmeed, als een personage in
een B-versie van Fatal Attraction.
Caroline uitnodigen voor een gratis sessie bij juliette&gwynne?
Suikerzoet medeleven bieden en inspelen op haar moederlijke
bezorgdheid? Wat wilde Juliette daar in vredesnaam mee bereiken?
Wat had ze verwacht? Sjongejonge. Het mocht een wonder heten dat
Caroline ermee had ingestemd om vandaag af te spreken.
‘Kom op nou. Wees niet zo hard voor jezelf,’ zei Nathan toen ze hem
gisteravond aan de telefoon had. De laatste tijd spraken ze elkaar
elke avond. Het deed haar denken aan het begin van hun relatie,
toen zij nog in Boston woonde en hij in Rhinebeck. ‘Misschien is
het niet zozeer een wonder dat zij bereid is met je af te spreken,
maar dat jij bereid bent naar haar toe te gaan om je excuses aan te
bieden. Je beseft toch wel dat de meeste mensen het met een
e-mailtje zouden afdoen?’
Hoe groot Nathans talent was om haar gerust te stellen, was des te
duidelijker geworden toen ze het niet meer continu tot haar
beschikking had. Zonder hem raakte ze gemakkelijk uit haar
evenwicht. Mensen beweerden wel vaker dat hun man of vrouw hun
beste vriend was, maar met Nathan leek het nog dieper te gaan.
Zonder hem ontbrak het haar aan stabiliteit. Vrienden hadden
weleens gezegd dat ze het zo hadden ervaren toen hun ouders waren
overleden, maar bij haar vader en moeder had Juliette nooit troost
of bestendigheid gevonden. Alleen bij Nathan had ze een emotioneel
thuis gekend.
Wederom las ze alles wat los- en vastzat over het huwelijk,
scheidingen, overspel en kinderen. De afgelopen vijf jaar was er
een hele reeks nieuwe boeken over die onderwerpen verschenen.
Inmiddels had Juliette een hartgrondige hekel aan alle zinnen met
de woorden ‘erkennen’ of ‘herstellen’ erin. Het liefst wilde ze die
ellendige boeken het raam uit smijten. Waarom boden ze niet iets
nuttigs, zoals een stappenplan om de aanraking van een andere vrouw
van het lichaam van je echtgenoot te wassen?
Uiteindelijk kwam het neer op twee eenvoudige feiten.
1 Ze hield van Nathan en miste hem.
2 Ze wist niet of ze genoeg vergiffenis in zich had om er iets van
te maken.
Vaderdag was al achter de rug. Ze had zichzelf beloofd dat ze voor
die tijd een beslissing zou nemen, maar die belofte had ze
gebroken. In plaats daarvan had ze het ene na het andere lijstje
gemaakt. Gwynne herhaalde tot vervelens toe dat ze alle tijd moest
nemen die ze nodig had. Juliettes moeder hield vol dat het hoog
tijd was om ‘op te houden met die onzin en je man thuis te laten
komen’, terwijl haar vader haar op het hart drukte dat ze een
verstandige beslissing moest nemen.
Betekende ‘verstandig’ dat ze haar hart moest volgen, of dat ze
zich moest baseren op haar lijstje met voors en tegens? Gisteren
had ze gedaan wat in een of ander boek werd aangeraden: ze had een
kookwekker op drie minuten gezet en vervolgens een lijstje met
voors en tegens opgesteld, zonder na te denken of te oordelen over
wat ze opschreef.
tegen – voor
vertrouwen weg? – liefde
geen duidelijkheid over Savannah – kinderen
telkens geconfronteerd met gevoelens – familie
zorgen over toekomst – zekerheid
hij heeft gelogen – ik mis hem
hij heeft belangrijke dingen – toch mis ik hemverborgen
gehouden
stel dat hij bij mij weggaat? – geen zekerheden in het leven
Juliette zette de auto neer in een zijstraat vol victoriaanse
huizen, blij dat ze nog even tijd had om tot bedaren te komen voor
ze naar Caroline toe ging. Ze passeerde het vroegere Kindermuseum,
nu een appartementencomplex, en een voormalig klooster, nu een
appartementencomplex, en drukte toen op de knop voor de
oversteekplaats van de drukke Jamaica Way.
Jamaica Pond zag eruit als een romantische ansichtkaart uit 1895;
tenminste, tot je de witte iPod-knopjes in de oren van de
hardlopers zag, de honden die aan de lijn trokken, de kinderwagens
die speciaal waren ontworpen voor sportieve ouders, en de T-shirts
die van alles uitdroegen, van RED SOX NATION tot RED DE 9 INCH
NAILS.
Juliette schermde haar ogen af terwijl ze in de felle middagzon
zocht naar Caroline. Ze kneep haar ogen samen en zag dat Caroline
naar haar zwaaide vanuit een grote belvedère, die boven het water
hing. Een verweerd boothuisje links ervan completeerde het perfecte
plaatje.
Na een paar keer diep ademhalen om moed te vatten liep Juliette de
trap op naar de plek waar Caroline stond.
‘Bedankt dat je met me wilde afspreken.’ Juliette stak haar hand
uit. Ze was dankbaar toen Caroline die langer dan een fractie van
een seconde vasthield.
‘Wil je lopen of zitten?’ vroeg Caroline. ‘Hier zitten we lekker in
de schaduw, maar ik wil ook best een beetje bewegen terwijl we
praten.’
‘Zeg jij het maar,’ zei Juliette.
‘Ik wil graag even de benen strekken.’ Caroline glimlachte kort.
‘Het is maar iets meer dan twee kilometer om de vijver heen. Waar
je het ook over wilt hebben, ik denk niet dat dat heel veel
problemen zal opleveren.’
Juliette glimlachte terug. ‘Klinkt goed. Dan zitten we hooguit…
wat, twintig minuten aan elkaar vast?’
Caroline zette een honkbalpetje op, en de zonnebril die ze in het
borstzakje van haar witte overhemd had gestoken. ‘Op weg dan
maar.’
Praten over koetjes en kalfjes leek belachelijk op dat moment, maar
Juliette, die als het erop aankwam wel degelijk een dochter van
haar moeder was, deed toch een poging. ‘Hoe was het huis?’
Ze hadden hier afgesproken omdat het vlak bij een huis was dat een
makelaar aan Caroline wilde laten zien. Verhuizen van Dover naar
Jamaica Plain? Daar zat vast een mooi verhaal achter, maar Juliette
vond niet dat ze het recht had om ernaar te vissen, behalve ten
behoeve van een beleefd gesprekje.
‘Mooi.’ Carolines gezicht kwam tot leven. ‘Mooi’ betekende
kennelijk veel meer dan het woord zelf kon overbrengen, maar toen
klemde ze haar mond dicht alsof ze de woorden wilde inslikken die
haar op de lippen lagen. ‘Ik wil de goden niet verzoeken.’
‘Dat begrijp ik.’ Eigenlijk niet, maar Juliette wilde Caroline niet
het gevoel geven dat zij het voortouw moest nemen in dit gesprek.
Ze vond dat zij die verantwoordelijkheid op haar schouders hoorde
te nemen. Ze nam haar omgeving in zich op en rekte wat tijd door te
kijken naar het paard van de parkopziener, dat werd omringd door
gebiologeerde kinderen. Een jongetje stak voorzichtig zijn hand uit
naar de kastanjebruine flank van het dier.
‘Ik kom je mijn verontschuldigingen aanbieden.’ De woorden
buitelden over Juliettes lippen. Ze kon net zo goed met de deur in
huis vallen. ‘Mijn… Mijn behoefte aan informatie heeft ervoor
gezorgd dat ik me ontzettend ongepast heb gedragen.’
Caroline bleef staan. Ze draaide zich om naar Juliette en hield
haar hoofd scheef. ‘Zo kun je het ook uitdrukken.’ Carolines
opgetrokken mondhoeken verzachtten haar spottende woorden.
‘Ongepast. Dat zou mijn moeder zeggen als je bij warm weer
chocolaatjes serveerde.’
‘Zo ongepast klinkt dat mij niet in de oren,’ zei Juliette. ‘Ik ben
dol op chocola. Zelfs als die zacht en half gesmolten is.’
Caroline rilde. ‘Getver. Ik zie mezelf opeens met een chocoladereep
die smelt in mijn hand.’
‘En ik stel me voor dat ik die chocola van mijn vingers lik. We
zijn verschillend.’
‘Dat klopt.’ Caroline liep weer verder. Juliette volgde haar en
paste zich aan Carolines afgemeten tred aan.
‘Maar ik meen het.’ Juliette bleef voor zich uit kijken terwijl ze
praatte. ‘Het spijt me. Het was niet zomaar ongepast. Het was
gestoord van me. Als ik er alleen maar aan denk, kan ik wel door de
grond zakken.’
‘Dat kan ik me voorstellen,’ zei Caroline.
Die sardonische reactie kon Juliette wel waarderen. Beleefd
geleuter was het laatste waar ze behoefte aan had. ‘Niet dat ik het
wil goedpraten,’ zei ze. ‘Maar toen ik het ontdekte van Savannah,
toen ik die brief van Tia openmaakte, stond mijn hele wereld op
zijn kop en had ik het gevoel dat mijn gezin, mijn huwelijk… dat
alles me uit de handen dreigde te glippen.’
Caroline knikte, zonder iets te zeggen.
‘Hoor eens, ik vraag niet om vergiffenis. Tenminste, ik hoop van
niet. Je bent me niets verschuldigd. Ik heb je vreselijk behandeld.
En Savannah en je man ook. Dat ik je zo heb misleid…’ Juliette
maakte haar zin niet af.
‘Heb je vroeger soms bij de CIA gewerkt?’ vroeg Caroline. ‘Je hebt
een heleboel voor elkaar gekregen in korte tijd.’
‘Ik weet zelf ook niet waar ik het vandaan haalde.’
‘Help me herinneren dat ik jou nooit tegen me in het harnas jaag,’
zei Caroline. ‘Het was al erg genoeg om in het spervuur verzeild te
raken. Maar je kinderen boffen maar.’
‘Hoezo?’
‘Nou, laten we het erop houden dat ik medelijden heb met iedereen
die het op ze gemunt heeft.’
Ze moesten allebei lachen.
‘Ik schrik er eigenlijk van dat ik je zo aardig vind,’ zei
Caroline.
Juliette knipperde de belachelijke tranen weg die haar in de ogen
sprongen. ‘Dat is een aangename verrassing,’ zei ze nadat ze haar
keel had geschraapt.
‘Maar je deed inderdaad gestoord,’ zei Caroline. ‘Als het me niet
was gelukt om Peter tot bedaren te brengen, zou hij waarschijnlijk
de politie hebben gebeld.’
Juliette huiverde toen ze zich probeerde voor te stellen wat er dan
zou zijn gebeurd. Rechercheurs die haar ondervroegen. Nathan die de
borgsom moest komen betalen. Advocaten. Een of andere afschuwelijke
kop in de krant: ‘Vrouw zoekt geheime kind van echtgenoot op’.
‘Bedankt,’ zei Juliette. ‘Dat jullie niet de politie hebben gebeld.
Dat je hem tot bedaren hebt gebracht. Ik ben allang blij dat ik
niet nóg meer ellende heb veroorzaakt. Gaat het goed met jullie? En
met Savannah? Ik weet dat Nathan en Tia haar zijn komen opzoeken.
Samen.’
‘Dat hebben ze inderdaad gedaan. We hebben het overleefd. En jij?
Hoe gaat het met jou?’
Ze waren inmiddels halverwege hun rondje om de vijver. Van die
afstand zagen het boothuis en de belvedère er heel romantisch
uit.
‘Het gaat niet om mij.’
‘We kunnen zelf bepalen waar het om gaat. Voor beleefdheden is het
zo langzamerhand een beetje te laat, nietwaar?’
‘Daar heb je ook wel weer gelijk in.’
Tot Juliettes grote verbazing vond ze het troostend om met Caroline
te praten. Er viel weinig voor haar te verbergen. Hoewel er geen
naam was voor wat hen verbond – behalve misschien misjpoche, het
Jiddische woord dat Nathans ouders gebruikten voor iedereen die ook
maar in de verste verte met de familie verbonden was – had Juliette
het gevoel dat Caroline een nicht van haar was, een verwant.
‘Nathan en ik zijn uit elkaar,’ gaf ze toe.
‘Wat erg. Vanwege… dit alles?’
‘Omdat hij tegen me heeft gelogen. Toen hij me vertelde over de
verhouding, vlak nadat hij het met Tia had uitgemaakt, toen ze
waarschijnlijk net zwanger was, dacht ik alles te weten. Toen kwam
ik achter Savannahs bestaan en ontdekte ik dat hij er niets over
had gezegd, dus wat is hij dan voor iemand?’
‘Heb je er weleens bij stilgestaan dat hij het misschien niet eens
zozeer voor jou heeft verzwegen als wel voor zichzelf?’ Caroline
pakte Juliettes arm vast. ‘De wereld draait niet om ons. En wat je
denkt of voelt, hoeft niet automatisch waar te zijn.’
‘Ik weet het niet. Misschien heb je gelijk, maar ik wil de
realiteit niet ontkennen.’
Caroline trok Juliette mee naar een bankje. ‘Ga zitten. Dan gaan we
eens echt praten.’
Geschrokken en behoorlijk overweldigd door deze vrouw ging Juliette
zitten. Kennelijk was stil niet hetzelfde als verlegen.
‘Hoor eens, het was niet je bedoeling, en waarschijnlijk heb je er
niet eens bij stilgestaan, maar jij hebt ons gezin misschien wel
gered.’ Caroline zette haar voeten op het bankje en sloeg haar
lange armen om haar knieën. Terwijl ze praatte, keek ze naar de
ganzen die over het pad waggelden.
‘Ik was heel onzeker wat Savannah betrof,’ ging ze verder. ‘En ik
beschouwde mijn gevoelens als de enige mogelijke realiteit. Als jij
niet ons leven binnen was komen stormen en bepaalde gebeurtenissen
in gang had gezet, dan weet ik niet hoe het nu met me zou zijn. Dan
zou ik in elk geval niet gelukkig zijn geweest.’
‘Maar ik had jullie leven ook kunnen ruïneren.’
‘Juliette,’ zei Caroline op scherpe toon. ‘Doe niet zo
melodramatisch. Je moet echt leren dingen vanuit een ander
perspectief te bekijken dan dat van jou. De wereld is
driedimensionaal. Als je van Nathan wilt scheiden, dan is dat je
goed recht. Maar als je denkt dat je van hem móét scheiden vanwege
Savannah, zorg er dan wel voor dat je beslissing doordacht is.’
‘Vind je dat ik hem terug moet nemen?’
‘Hoe kan ik daar nou een uitspraak over doen? Ik ken jullie
nauwelijks.’ Caroline zette haar voeten stevig op het asfalt en
draaide zich om naar Juliette. ‘Maar ik heb wel gezien hoe Nathan
met Savannah omging. Hij is geen monster. Natuurlijk, als je nagaat
wat hij jou en Tia heeft aangedaan is hij niet volmaakt. Ik weet
dat hij heeft gelogen, en niet zo’n beetje ook, maar als je
weggaat, kun je dat dan allemaal op die leugen baseren?’
Caroline stak haar vinger op om Juliette te beletten antwoord te
geven. ‘Als ik het nu niet zeg, zeg ik het nooit meer. Ik heb
verschrikkelijke gedachten gehad over het moederschap. Als Peter
wist wat er allemaal door mijn hoofd was gegaan, zou hij misschien
niet eens meer bij me willen blijven. Hebben we allemaal geen
momenten die we liever zouden vergeten, en gedachten waarvan we
zouden willen dat ze nooit bij ons waren opgekomen? We zeggen soms
dingen die te vreselijk zijn om aan terug te denken.’ Caroline
streek het haar van haar voorhoofd. ‘Als we geluk hebben, komen
degenen die echt belangrijk voor ons zijn er nooit achter wat we
hebben gezegd. Wat we hebben gedacht of gedaan. Dat geluk heeft
Nathan niet gehad.’
De deurbel ging.
‘Lucas! Max! Wil een van jullie de deur opendoen?’ riep Juliette
vanuit de keuken.
‘Ik ga al!’ gilde Max. ‘Ik ga al!’
‘Nou en!’ gilde Lucas terug.
Juliette liet beslag in de koekenpan druppelen. Voorzichtig vormde
ze een ‘e’, waarna ze wachtte tot de randen begonnen te borrelen.
Het moeilijkste aan drie-in-de-pan maken was het geduld opbrengen
om te wachten tot het beslag gaar was. Als je te snel was, werd het
een zootje, want dan bleef het beslag plakken en moest je het eruit
schrapen. Als je te lang wachtte, verbrandde de onderkant.
Dat was tot haar doorgedrongen toen ze die donderdag was
teruggekomen na haar afspraak met Caroline. Ze had gezocht naar de
juiste plek en het juiste moment om haar verdriet en teleurstelling
over Nathan los te laten. Ze had het even nodig gehad om zijn
gezicht niet te zien, niet te worden herinnerd aan de Nathan die
het had verbruid, de man die beslissingen had genomen die haar diep
hadden gekrenkt.
Als ze echter te lang wachtte, zou haar huwelijk niet meer te
redden zijn. Dat geloofde ze oprecht. Dan zouden ze uit hun ritme
raken. Al het goede aan hen had te maken met dat bij elkaar horen.
In hen waren de prachtigste dingen verenigd. De jongens. Hun beider
families. Vertrouwdheid, steun, begeerte; alles lag besloten in het
gonzende snoer dat haar en Nathan met elkaar verbond.
Dat licht wilde ze niet laten doven.
Ze was bang dat het al te laat was.
Caroline, die zo perfect leek dat Juliette zich niet kon
voorstellen dat ze wat goedheid betrof ooit met haar zou kunnen
wedijveren… Hoe was het mogelijk dat zij zoveel grijstinten in het
leven kon onderscheiden? Kwam dat doordat Peter zijn vrouw nooit
had teleurgesteld, of doordat Caroline verschrikkelijke dingen had
gedaan?
Onvoorstelbaar. Juliette kon zich gewoon niet voorstellen dat
Caroline iets slechts zou doen.
Of misschien plaatste ze Caroline wel op net zo’n hoog voetstuk als
ze met Nathan had gedaan.
Juliette legde de letter op het bord naast het fornuis. Ze haalde
een schaal uit de bordenwarmer en vormde met drie-in-de-pan-letters
het woord ‘FIJNE’.
Lucas kwam binnen op het moment dat ze de j op de schaal legde.
‘Pap is er.’
‘Dat had ik al begrepen,’ zei Juliette. Ze boog zich naar Lucas toe
om hem een kus te geven. Ze moest op haar tenen gaan staan om bij
het onderste randje van zijn voorhoofd te kunnen.
Met zijn kin gebaarde hij naar de schaal. ‘Betekent dat dat hij
weer thuis komt wonen?’
Juliette legde de spatel op de lepelhouder. ‘Daar hebben we
eigenlijk nog niet over gepraat. Niet echt. Maar daar gaan we het
vandaag wel over hebben. Dat wil je toch graag?’
‘Jawel. Als jij het ook wilt.’ Lucas stak zijn hand uit naar een
aangebrand randje dat ze had afgesneden. ‘Maar het gaat toch
eigenlijk om jou? En om pap?’
Juliette schoof de spatel onder de i en tilde hem op.
‘We zijn met elkaar verbonden, of we nu in hetzelfde huis wonen of
niet. Als je eenmaal kinderen hebt, maak je deel uit van hetzelfde
gezin, waar je ook bent.’ Even moest ze slikken. ‘Ik zou graag
willen dat ons gezin ook bij elkaar blijft. Hier.’
Daarmee zei Juliette veel meer dan Lucas zich kon voorstellen. Max
en hij moesten op de hoogte worden gesteld van Savannahs bestaan.
En dat betekende dat ze hun ook over Tia moesten vertellen. Dat was
erg veel om de kinderen mee op te zadelen, maar het uiteenvallen
van hun gezin zou op een veel afschuwelijker manier erg veel zijn
om hen mee op te zadelen. En wat liegen betrof: nou, ze hadden aan
den lijve ondervonden hoe goed dat werkte.
Vanaf vandaag zouden Nathan en zij alleen nog maar eerlijk
zijn.
‘Zo,’ zei ze. ‘Geef me de poedersuiker eens aan.’
‘Mam, het ziet er zo ook al prima uit. Je hoeft niet de hele tijd
zo moeilijk te doen.’
Ze legde de spatel neer en draaide zich om naar haar zoon. ‘Lucas,
zo ben ik nu eenmaal. Soms zal ik moeilijk doen over iets
vervelends, en dan zul je me in de badkamer mijn ogen uit mijn kop
horen huilen. En andere keren zal ik gênant moeilijk doen omdat ik
ergens blij om ben. En ga nu die suiker eens pakken.’
Hij rolde met zijn ogen, wat nu gewoon lekker normaal aanvoelde, en
helemaal niet irritant.
‘Hier,’ zei hij terwijl hij haar de strooibus gaf.
‘Dank je. Ga je vader en je broertje roepen. Zeg maar dat het
ontbijt klaar is.’
Ze schoof de letters heen en weer tot FIJNE GEZINSDAG er perfect
uitzag. Voor zolang als het duurde, tenminste.
Ja, het was inderdaad een beetje suf van haar en ze deed veel te
moeilijk. Maar wat maakte het uit? In elk geval konden ze
drie-in-de-pan-letters eten die niet waren aangebrand en ook niet
klef waren. In het ergste geval had ze er iets te veel suiker op
gedaan.
Ach, er waren veel ergere dingen op de wereld.