13
Juliette

De week na Pesach heerste er een tijdelijke, betrekkelijke rust. Juliette verdoofde zichzelf met herhalingen van Law & Order. Nathan bracht de meeste avonden achter zijn bureau door.
Toen werd het Pasen, een feest dat haar elke keer weer deprimeerde. Met Pasen droegen de meisjes in Rhinebeck tafzijden jurkjes met ruches. Ze kregen mandjes met gele dierenschuimpjes en satijnen linten, en roze haarspeldjes met gele rozetjes. Tijdens het avondeten zaten ze op stapels telefoonboeken en aten ze ham en zoete aardappels. Er werden foto’s van hen gemaakt omdat ze er zo schattig uitzagen.
Juliette had een hekel aan Pasen.
Haar ouders hadden altijd alle tradities genegeerd. Kwam dat doordat haar vader joods was? Maar ze vierden ook nooit Pesach. Kwam het doordat haar vader en moeder lesgaven aan Bard? Haar moeder gaf expressieve dans, haar vader doceerde politicologie. Waren ze daarom te intellectueel voor schuimpjes en te liberaal voor petticoats? Op paaszondag deden haar ouders precies hetzelfde als op iedere andere zondag, behalve dat haar moeder op de avond voor Pasen, als Juliette sliep, een chocoladehaas op Juliettes ladekast zette. Op paasochtend at Juliette hem helemaal op, terwijl haar ouders uitsliepen.
Toen Lucas twee was, had Juliette een prinselijk paasmandje voor hem gemaakt. Nathan was binnengekomen terwijl ze de laatste linten krulde van de blauw-met-gele massa rondom het gele stro.
‘Wat vind je ervan?’ Ze hield haar meesterwerk omhoog.
Voorzichtig legde Nathan zijn vinger op de zachte, witte vacht van een speelgoedkonijntje. Hij pakte de snorharen vast, wreef ze uiteen en liet ze terugspringen. ‘Een paasmandje?’
‘Heb je daar soms iets op tegen?’ vroeg Juliette.
‘Schiet nou niet gelijk in de verdediging, Jules,’ zei hij.
‘Dan moet je die toon niet aanslaan.’
‘Welke toon?’ Nathan sloeg zijn armen over elkaar.
‘Die toon van: wat ben je soms schrikbarend dom.’ Juliette legde beschermend haar hand op het blauw-met-gele mandje en deed haar best om niet te huilen.
‘We hadden afgesproken dat we Lucas joods zouden opvoeden.’
‘Voor jouw ouders, ja. Ik denk echt niet dat hij opeens in een christen of een communist zal veranderen als we hem een knuffelbeestje geven. Je ouders hoeven zich geen zorgen te maken.’
‘Je hoeft niet zo sarcastisch te doen. Ik dacht dat we het zo hadden afgesproken.’
Maar wat had zij aan die afspraak? Wat leverde het haar op? Dat ze niet hoefde te luisteren naar Nathans preek over hoe belangrijk de joodse tradities voor zijn ouders waren? Ze wilde juist zo graag dat ze hun eigen tradities zouden ontwikkelen.
Ze had het gevoel dat hun leven was uitgedraaid op een reeks compromissen waarbij de morele balans elke keer doorsloeg naar de kant van Nathan Soros.
Wanneer ze hem op andere gedachten probeerde te brengen, hielp hij haar eraan herinneren dat haar eigen vader ook joods was, en dat hun kinderen dus ook grotendeels joods waren – alsof Max en Lucas genetische maatbekers waren.
Nu was paaszondag precies zoals toen Juliette nog klein was. De traditie van haar familie werd voortgezet. Weer een generatie zonder iets bijzonders. Zelfs geen chocoladehaas, hoewel ze altijd een bijzonder toetje maakte. Iets wat in Nathans ogen op een paastaart zou lijken. Alleen maakte ze er dan in plaats van paaseitjes en kuikentjes op groen gras, een gele zon en een blauwe hemel op door kleurstof aan het glazuur toe te voegen. Niets waar hij echt bezwaar tegen kon maken, maar wel iets waar ze inwendig om moest grinniken.
Wat een treurige vorm van rebellie. Een christelijke taart bakken als tegenwicht voor zijn ontrouw en het feit dat hij paasmandjes verbood.
Juliette trok aan de modebijlage van de Times, die onder Nathans benen klem lag.
‘Til eens op,’ zei ze.
Dat deed hij zonder iets te zeggen.
‘Nog een keer,’ zei ze, en ze stak haar hand uit naar het magazine.
‘Dat wilde ik zo lezen,’ zei hij.
‘Je kunt geen katernen reserveren.’ Juliette trok aan het magazine. ‘Als je het niet in je handen hebt, mag een ander het lezen.’
Nathan lachte, zonder zijn blik af te wenden van het economiekatern. ‘Sinds wanneer ben jij de koningin van de krantenetiquette?’
Juliette pakte het magazine vast en trok eraan, tot er een bladzijde losscheurde en ze alleen maar een stukje tekst in haar hand had. ‘Verdorie, Nathan, geef me dat stomme magazine gewoon.’
Nu keek hij haar aan. ‘Wat heb jij toch, Jules?’ Hij pakte het gescheurde magazine en gaf het aan haar.
‘Je hoeft al die katernen toch niet vast te houden?’ zei ze. ‘Je kunt er toch niet meer dan één tegelijk lezen.’
‘Waarom heb jij dan het magazine én de modebijlage?’ Hij glimlachte in een poging het luchtig te houden.
‘Jij leest de modebijlage verdorie toch nooit. Volgens jou is mode onzin. Jij vindt alles wat ik doe onzin, en alles wat jij doet zo ongelooflijk briljant dat God zelf er versteld van staat.’ Juliette smeet de krant neer en schoof die naar hem toe. ‘Hier. Pak maar. Neem het allemaal maar. Jij krijgt toch altijd alles wat je wilt, of niet soms?’
Juliette liep stampvoetend de kamer uit en smeet de deur van de badkamer achter zich dicht. Ze zette de kranen en de douche helemaal open, zodat hij haar niet kon horen huilen. Eikel. Waarschijnlijk zou hij straks ook nog tegen haar zeggen dat het milieuonvriendelijk was om zoveel water te verspillen.
Ze zette de kranen uit, denkend aan Lucas, Max en haar toekomstige kleinkinderen.
Nadat ze haar neus had gesnoten, begroef ze haar gezicht in een handdoek om haar verdriet en boosheid te dempen.
‘Ga weg, Nathan,’ fluisterde ze toen er op de deur werd geklopt.
‘Gaat het wel, mam?’
Lucas.
Ze kromde haar tenen. Ze spande elk spiertje aan. ‘Ja hoor, schat. Niks aan de hand.’
‘Zit je te huilen?’ vroeg hij.
‘Nee,’ zei ze.
‘Het klinkt anders wel alsof je huilt.’
O, shit. Max. Ze stonden allebei voor de deur, als waakzame zoons die hun gestoorde moeder beschermden.
Ze drukte haar handen tegen haar voorhoofd.
‘Wat is er, mam?’ vroeg Lucas.
Jullie vader is vreemdgegaan. Jullie hebben een zusje. Ik hou nog steeds van jullie vader.
‘Laat mama maar even met rust, jongens.’ Nathans stem klonk zacht en sussend. ‘Ze heeft een beetje verdriet vanochtend. Dat heeft iedereen weleens.’
‘Waarom heeft ze vanochtend verdriet?’ vroeg Max. ‘Waar is ze dan verdrietig om?’
Wat ga je daarop zeggen, Nathan?
‘Toen mama nog klein was, was Pasen nooit zo leuk voor haar. En ik geloof dat ik het er niet veel beter op heb gemaakt.’ Zo te horen klopte Nathan zachtjes op de deur, alsof het haar rug was. ‘Kom, laat haar maar even met rust.’
Ze liepen weg en Juliette haatte Nathan meer dan ooit. Als hij haar zo goed kende, waarom steunde hij haar dan niet wat vaker? Waarom kon hij dan niet altijd zo zijn?
Waarom was hij dan ooit naar die vrouw toe gegaan?
 

*

 
Juliette haalde een lading handdoeken uit de droger en wenste dat ze een nestje van het warme katoen kon maken om in weg te kruipen. Op dinsdag was het altijd rustig in de salon. Die ochtend was ze al vroeg naar haar werk gegaan, om Nathan en de vragen die haar kwelden te ontwijken.
Er werd een sleutel omgedraaid in het slot van de voordeur. Ze hoorde Gwynnes lichte tred haar kant op komen.
‘Wat ben jij aan het doen?’ vroeg Gwynne.
‘Handdoeken opvouwen.’
‘Is Helen er niet vandaag?’
Helen was hun schoonmaakster, handdoekenopvouwer en officiële zeurkous. Ze probeerden haar regelmatig te sussen met cadeautjes. (Kijk eens, Helen, fresiaparfum om de geur van teleurstelling te verhullen! Papaverrode lippenstift om op je gerimpelde lippen te smeren!) Iedereen werd somber van haar, maar Gwynne noch Juliette had de moed om haar te ontslaan.
‘Die is de wc’s aan het schoonmaken.’ Juliette keek Gwynne met opgetrokken wenkbrauwen aan.
‘En dus moet jij de handdoeken opvouwen?’
‘Ik moest ergens naartoe waar ik haar niet kon horen mompelen: Viespeuken zijn het, allemaal.’
Gwynne keek haar sceptisch aan.
‘Oké, ik had behoefte aan een dom klusje,’ gaf Juliette toe.
‘Wat is er? Je bent al weken chagrijnig.’
‘Niks.’
‘Je doet zo rot en er is zo duidelijk iets aan de hand dat ik eigenlijk niet eens zin heb om hier meelevend te gaan staan doen.’
‘Echt, er is niets,’ hield Juliette vol.
Al dat ‘niets’ brandde in haar keel, zo erg deed ze haar best om te voorkomen dat het zou overkoken en alles in hun prachtige salon zou doen smelten. Anders zou ze waarschijnlijk een vloedgolf van ‘het leven is klote’-uitspraken over Helens pas gedweilde vloeren uitstorten.
‘Je weet wat ze zeggen. Huilen zorgt ervoor dat het verdriet uit je lijf spoelt.’ Gwynnes luchtige toon kon haar bezorgdheid niet verhullen.
‘En wat spoelt de Nathan-blues uit je lijf?’ vroeg Juliette.
‘Wat heeft hij nou weer uitgevreten?’ Gwynne was op de hoogte van Nathans verhouding met Tia. Als Juliette het haar niet had verteld, zou ze zijn ontploft, net als het bosbessentaartmeisje uit Sjakie en de chocoladefabriek, alleen dan niet omdat ze te veel had gesnoept, maar omdat zich te veel leugens en gebazel hadden opgehoopt.
Ze begroef haar gezicht in een handdoek. Te laat. Hij was al afgekoeld, en nu moest hij opnieuw worden gewassen, zonder goede reden. Gaf ze Helen alweer een reden om een hekel te hebben aan Amerikanen.
Gwynne pakte de handdoek van Juliette af en stopte hem in de wasmand. ‘Hou op. Als je je gezicht zo bedekt, lijkt het net of je jezelf de mond snoert.’
Juliette knipperde met haar wimpers, maar er kwamen nog steeds tranen uit haar ogen.
‘Heeft hij weer een verhouding?’ vroeg Gwynne.
‘Nee, ik denk het niet.’ Ze pakte de handdoek die Gwynne in de wasmand had gegooid en veegde haar ogen droog.
Gwynne liet zich op de zachte bank vallen en klopte op het plekje naast haar. Het was niet erg elegant, dit achterkamertje met de wasmachine, de droger, oude tijdschriften, kastjes voor het personeel en tafels boordevol proefcosmetica waarmee de salon werd overspoeld. Oude stoelen en gerafelde kussens gingen in dit vertrek, waar niemand moeite deed om zijn buik in te houden, hun laatste levensfase in.
‘Hij heeft een dochter.’
‘Hij heeft een dochter,’ echode Gwynne.
‘Nathan heeft een dochtertje. Ze is vijf.’ Juliette leunde achterover en streek het haar uit haar gezicht. Ze had het geheim prijsgegeven. Tastbaar gemaakt. Savannah, Honor, Tia’s baby, Carolines kind, Nathans dochter, bestond niet meer alleen in haar gedachten, en nu móést ze iets met haar.
 

*

 
Tijdens het eten probeerde Juliette vriendelijk te blijven, voor Lucas, voor Max, en omwille van haar plan. Samen met Gwynne had ze een strategie bedacht om het gesprek met Nathan aan te gaan. Ze zou kalm blijven. Nathan niet te zeer op de huid zitten. Hem de ruimte geven voor zijn eigen gevoelens en reacties voordat zij haar zegje deed.
Anders zou ze gaan krijsen en zou hij zich terugtrekken. Daar had ze niets aan.
Wat was er in een huwelijk beangstigender dan de momenten waarop je je man erop betrapte dat hij je met emotieloze ogen aankeek, waarop hij liet merken dat hij je op dat moment helemaal niet zo aardig vond? Daarom zette Juliette de Zweedse gehaktballen niet met een klap op tafel. Ze schoof ze voorzichtig op hun plaats.
‘Gehaktballen?’ Max humde verwachtingsvol. Echt rundvlees was een zeldzame traktatie.
‘Doe niet zo dom. Het is kalkoengehakt, toch, mam?’ Lucas prikte er een aan zijn vork.
‘Wacht even tot iedereen heeft.’ Met Parmezaanse kaas had ze een volmaakte, dikke s van Soros gestrooid op de schaal spaghetti die ze op een koperen onderzettertje had gezet. ‘En het is geen kalkoengehakt.’
‘Echt vlees? De wonderen zijn de wereld nog niet uit.’ Lucas smeerde de s van kaas uit over de pasta. Juliette vroeg zich af of een dochter in elk geval eerst iets zou zeggen over haar voedselkunst voordat ze die vernielde.
‘Denk je echt dat je het verschil kunt proeven?’ vroeg Juliette.
Lucas wachtte even voordat hij in zijn gehaktbal beet. ‘Dus het is geen vlees?’
Max kauwde op zijn gehaktbal. ‘Wat het ook is, het smaakt prima.’
‘Jij zou strontballetjes nog lekker vinden als mam er kaas en paneermeel doorheen deed.’
‘Lucas, let op je taalgebruik,’ zei Nathan.
‘Misschien zijn het wel tofuballen,’ opperde Juliette.
Lucas rook er achterdochtig aan. ‘Dat is toch een grapje, hoop ik?’
‘Proef maar,’ zei Juliette. ‘Kijk maar of je het lekker vindt. Dan zal ik het je vertellen.’
Nathan draaide spaghetti om zijn vork en spietste er een kwart gehaktbal aan. ‘Het is rundvlees,’ zei hij nadat hij er even op had gekauwd. ‘Van Coleman.’
‘Kom op nou, pap. Hoe kun jij nou weten wat voor rundvlees het is?’ Zoals gewoonlijk strooide Lucas eerst zout over zijn eten voordat hij een hap nam.
‘Omdat je moeder nooit iets anders zou kopen. Ze houdt te veel van me om me géén biologisch rundvlees voor te zetten,’ zei Nathan.
‘Bedoel je niet dat ze daarvoor te veel van óns houdt?’ vroeg Max. ‘Van ons allemaal?’
‘Jawel,’ zei Nathan. ‘Maar je moeder maakt zich tegenwoordig vooral druk om míjn hart.’
Juliette schonk een riant glas rode wijn voor zichzelf in.
Dat moest Nathan toch opvallen. Juliette dronk zelden alcohol.
 

*

 
Als ze het nou gewoon niet deed?
Ze keek toe terwijl Nathan zijn overhemd uittrok. Zijn borst was bedekt met krulhaartjes, en hij had er ook een paar op zijn rug. Lelijk, al vond zij van niet. Zij vond zijn rug juist ontwapenend. Dat was het deel van zijn lichaam dat hij zelf niet kon zien, dus had ze het gevoel dat het van haar was.
Voordat Juliette zich verder kon laten meeslepen door haar sentimentele bewondering van Nathans lichaam, werd haar plezier verdrongen door jaloezie. Tia had zijn rug ook gezien.
Waarom gingen mannen toch vreemd? Dat deuntje bleef haar maar door het hoofd spelen. De gedachte dat ze er de rest van haar leven naar zou moeten luisteren, maakte haar doodsbang.
Gwynnes theorie was dat Nathans vader en moeder hem te veel hadden verwend. ‘Je weet wel,’ zei ze, ‘het kostbare enig kind van een immigrantenechtpaar. Eerst stimuleren ze hem om het beste uit zichzelf te halen, en ze verzekeren hem doorlopend dat hij briljant is! Zo knap! Uniek! Dan heeft hij het gemaakt, en roepen ze de hele tijd: O, Nathan! Universitair docent! Briljant! En je kinderen! Zo knap! Je vrouw! Uniek!’
Aan zulke verwachtingen kon toch niemand voldoen? Moest Juliette een man die boerde, zichzelf krabde en een spoor van vuile koffiekopjes achterliet keer op keer verzekeren dat hij een godsgeschenk was voor de wereld in het algemeen en voor haar in het bijzonder?
Toch was Juliette bang dat de verhouding haar schuld was. Ze was saai geworden. Ze praatte alleen nog maar over vochtinbrengende crème en make-overs in plaats van over het Israëlisch-Palestijnse conflict. Misschien was ze op seksueel gebied wel in een robot veranderd, die altijd dezelfde paden volgde die Nathan en zij in het begin hadden uitgezet: dit aanraken, hierop kloppen, daarover wrijven.
Nathan trok zijn ochtendjas aan.
‘Heb ik je er een aanleiding voor gegeven?’ De woorden sproeiden zomaar uit haar mond, helemaal niet zo koel als ze van plan was geweest. Ze liet zich achterover op het bed vallen, pakte een kussen en hield dat eerst voor haar gezicht en vervolgens voor haar buik.
Hij draaide zich naar haar om met een mengeling van bezorgdheid en verbaasdheid op zijn gezicht.
‘Een aanleiding? Waarvoor?’ vroeg hij langzaam en nadrukkelijk.
‘Je weet wel.’ Ze gooide het kussen weg, trok haar benen op en sloeg haar armen eromheen. ‘Voor haar,’ zei ze tegen haar knieën.
Ze moest het Nathan nageven: hij deed niet alsof hij geen idee had waar ze het over had. Hij ging naast haar zitten. ‘Zij weer? Zij bestaat niet meer,’ zei hij. ‘Ik heb woord gehouden. Ik ben zelfs nooit meer in de verleiding gekomen.’
Ze tilde haar gezicht net ver genoeg op om zijn mondhoeken te kunnen zien, waar de leugens het eerst zichtbaar werden.
Hij loog niet.
Lekker belangrijk.
Ja, wel natuurlijk.
Maar ze hadden iets te bespreken. Ze had er geen zin in. Het liefst wilde ze hem naar zich toe trekken en vrijen op een manier die niet routine was, of juist wel, maar het maakte eigenlijk niets uit, want het vrijen op zich zou alles uit haar hoofd wegschrobben. Ze wilde laveloos worden van de seks.
Nou, da’s dan verdomme jammer voor je, Juliette. Helaas voor jou drentelt ergens het verleden rond op Max’ beentjes en met Nathans haar.
‘Je hebt een dochter, Nate.’
Zijn hand verstijfde.
‘Ze is vijf.’
Hij trok zijn hand terug.
‘Maar misschien wist je dat al,’ zei ze. ‘Wist je al van haar bestaan?’
‘Of ik het wist?’
Hij probeerde tijd te winnen. Ze kon de radertjes zien draaien.
‘Wist je dat Honor bestond?’ vroeg Juliette.
‘Honor?’ Nu klonk hij oprecht verbaasd.
Oké, dus de stomme naam die Tia haar had gegeven kende hij niet.
‘Savannah?’ vroeg Juliette. ‘Wist je dat Savannah bestond?’
‘Savannah? Honor? Echt, ik heb geen idee waar je het over hebt.’
‘Zeggen de namen je niets, of het onderwerp?’
‘Geen van beide,’ zei hij.
Nu loog hij. Zijn lippen trilden een heel klein beetje, op de manier die ze kende.
‘Leugenaar,’ zei Juliette. ‘Ik weet het.’
‘Wat weet je?’
Ze wist dat hij het liefst uit het raam wilde springen. ‘Ik weet dat je wist dat Tia zwanger was. Dat weet ik.’
Natuurlijk had dat mens de baby als pressiemiddel gebruikt om hem over te halen bij Juliette weg te gaan. Een obsessieve stalker die Hallmark-kaarten verstuurde was tot alles in staat.
Nathan schoof bij haar vandaan en ging voorovergebogen met zijn hoofd in zijn handen op de rand van het bed zitten.
‘Wat ga je nu doen?’ vroeg Juliette.
‘Doen? Waaraan? Ik weet niet eens waar je het over hebt. Hoe weet je eigenlijk…’
Juliette sloeg haar armen over elkaar. ‘Ik heb de brief opengemaakt die ze je heeft gestuurd.’
‘Welke brief?’ Er klonk een vleugje woede door in zijn woorden. Je kunt de pot op, Nathan. Wat nou, ben je opeens boos dat ik je privacy heb geschonden?
Juliette maakte het bovenste laatje van haar nachtkastje open. De envelop zag eruit alsof hij tien felle regenbuien had doorstaan. ‘Hier. Lees maar. Kijk maar.’
Hij haalde de brief en de foto’s uit de envelop. Eerst keek hij naar de foto’s. Was Nathan nieuwsgieriger naar het kind dan naar Tia? En zo ja, was dat dan positief of negatief?
Minutenlang staarde hij naar het meisje. Zijn dochter. Juliette wist dat hij zijn gezicht neutraal probeerde te houden. Ze kon zijn emoties wel zien, ze kon ze alleen niet zo goed duiden.
Hij vouwde de brief open. Juliette kneedde met beide handen de sprei, maar boog toen over zijn schouder.
Toen hij genoeg tijd had gehad om de brief een keer of vijfhonderd te lezen, flapte Juliette eruit: ‘Wat ga je nu doen?’
‘Waaraan?’
‘Hoezo, waaraan?’ Juliette sprong van het bed. ‘Wat gaat er door je heen? Wat voel je voor dat kind? Voor haar?’
‘Juliette, ik wist niets over dat kind tot ik deze envelop openmaakte. Ik heb… haar al niet meer gesproken sinds…’
‘Sinds wanneer? Sinds je met je hand op je hart beloofde dat het voorbij was? Sinds ze je vertelde dat ze zwanger was?’
Nathan deed er het zwijgen toe.
‘Nou? Hoe zit het? Geef antwoord!’
Hij liet zijn hoofd weer in zijn handen zakken.
‘Hang nou niet de geslagen hond uit.’
‘Jules, geef me even een paar tellen.’
‘Het kost geen tijd om de waarheid te spreken. Die paar tellen heb je niet nodig. Vertel op.’
Hij schudde zijn hoofd. ‘Dat kan ik niet. Nog niet. Ik moet dit eerst laten bezinken.’
‘We moeten alles samen plannen, hoe je op Tia reageert, op het nieuws over Savannah, anders zal het ons uit elkaar drijven. Nathan, toe.’
‘Genoeg. Je hebt gelijk, je hebt gelijk. Maar jij hebt hier al een poosje over nagedacht, erover gepiekerd. Ik heb het net pas ontdekt. Dat begrijp je toch zeker wel?’
Ze ijsbeerde door de kamer, raapte een ketting op die op haar ladekast lag, stopte hem in haar sieradenkistje en vouwde vervolgens met stijve, schokkerige beweging een handdoek op die boven op een mand vol was lag. ‘Verdomme, zeg nou iets. Vertel me wat je denkt.’
‘Nog niet.’ Hij schudde zijn hoofd alsof hij zich maar nauwelijks van haar aanwezigheid bewust was. ‘Ik moet eerst alles op een rijtje krijgen.’
Een poosje kneep ze zo stevig in de witte handdoek dat haar hand er pijn van deed, en toen smeet ze het ding naar zijn hoofd. ‘Wat voel je?’ schreeuwde ze. ‘Heb je nu het gevoel dat je een dochter hebt? Voel je je daardoor verbonden met Tia? En wat doen we met Max en Lucas? Moeten we het hun vertellen?’
Hij stond op en pakte haar bij haar schouders. ‘Geef me even de tijd,’ zei hij met zijn kaken op elkaar. ‘Ik meen het. Ik kan jou er nu even niet bij hebben. Zeker niet als je zo doet.’