De week na Pesach heerste er een tijdelijke, betrekkelijke rust.
Juliette verdoofde zichzelf met herhalingen van Law & Order.
Nathan bracht de meeste avonden achter zijn bureau door.
Toen werd het Pasen, een feest dat haar elke keer weer deprimeerde.
Met Pasen droegen de meisjes in Rhinebeck tafzijden jurkjes met
ruches. Ze kregen mandjes met gele dierenschuimpjes en satijnen
linten, en roze haarspeldjes met gele rozetjes. Tijdens het
avondeten zaten ze op stapels telefoonboeken en aten ze ham en
zoete aardappels. Er werden foto’s van hen gemaakt omdat ze er zo
schattig uitzagen.
Juliette had een hekel aan Pasen.
Haar ouders hadden altijd alle tradities genegeerd. Kwam dat
doordat haar vader joods was? Maar ze vierden ook nooit Pesach.
Kwam het doordat haar vader en moeder lesgaven aan Bard? Haar
moeder gaf expressieve dans, haar vader doceerde politicologie.
Waren ze daarom te intellectueel voor schuimpjes en te liberaal
voor petticoats? Op paaszondag deden haar ouders precies hetzelfde
als op iedere andere zondag, behalve dat haar moeder op de avond
voor Pasen, als Juliette sliep, een chocoladehaas op Juliettes
ladekast zette. Op paasochtend at Juliette hem helemaal op, terwijl
haar ouders uitsliepen.
Toen Lucas twee was, had Juliette een prinselijk paasmandje voor
hem gemaakt. Nathan was binnengekomen terwijl ze de laatste linten
krulde van de blauw-met-gele massa rondom het gele stro.
‘Wat vind je ervan?’ Ze hield haar meesterwerk omhoog.
Voorzichtig legde Nathan zijn vinger op de zachte, witte vacht van
een speelgoedkonijntje. Hij pakte de snorharen vast, wreef ze
uiteen en liet ze terugspringen. ‘Een paasmandje?’
‘Heb je daar soms iets op tegen?’ vroeg Juliette.
‘Schiet nou niet gelijk in de verdediging, Jules,’ zei hij.
‘Dan moet je die toon niet aanslaan.’
‘Welke toon?’ Nathan sloeg zijn armen over elkaar.
‘Die toon van: wat ben je soms schrikbarend dom.’ Juliette legde
beschermend haar hand op het blauw-met-gele mandje en deed haar
best om niet te huilen.
‘We hadden afgesproken dat we Lucas joods zouden opvoeden.’
‘Voor jouw ouders, ja. Ik denk echt niet dat hij opeens in een
christen of een communist zal veranderen als we hem een
knuffelbeestje geven. Je ouders hoeven zich geen zorgen te
maken.’
‘Je hoeft niet zo sarcastisch te doen. Ik dacht dat we het zo
hadden afgesproken.’
Maar wat had zij aan die afspraak? Wat leverde het haar op? Dat ze
niet hoefde te luisteren naar Nathans preek over hoe belangrijk de
joodse tradities voor zijn ouders waren? Ze wilde juist zo graag
dat ze hun eigen tradities zouden ontwikkelen.
Ze had het gevoel dat hun leven was uitgedraaid op een reeks
compromissen waarbij de morele balans elke keer doorsloeg naar de
kant van Nathan Soros.
Wanneer ze hem op andere gedachten probeerde te brengen, hielp hij
haar eraan herinneren dat haar eigen vader ook joods was, en dat
hun kinderen dus ook grotendeels joods waren – alsof Max en Lucas
genetische maatbekers waren.
Nu was paaszondag precies zoals toen Juliette nog klein was. De
traditie van haar familie werd voortgezet. Weer een generatie
zonder iets bijzonders. Zelfs geen chocoladehaas, hoewel ze altijd
een bijzonder toetje maakte. Iets wat in Nathans ogen op een
paastaart zou lijken. Alleen maakte ze er dan in plaats van
paaseitjes en kuikentjes op groen gras, een gele zon en een blauwe
hemel op door kleurstof aan het glazuur toe te voegen. Niets waar
hij echt bezwaar tegen kon maken, maar wel iets waar ze inwendig om
moest grinniken.
Wat een treurige vorm van rebellie. Een christelijke taart bakken
als tegenwicht voor zijn ontrouw en het feit dat hij paasmandjes
verbood.
Juliette trok aan de modebijlage van de Times, die onder Nathans
benen klem lag.
‘Til eens op,’ zei ze.
Dat deed hij zonder iets te zeggen.
‘Nog een keer,’ zei ze, en ze stak haar hand uit naar het
magazine.
‘Dat wilde ik zo lezen,’ zei hij.
‘Je kunt geen katernen reserveren.’ Juliette trok aan het magazine.
‘Als je het niet in je handen hebt, mag een ander het lezen.’
Nathan lachte, zonder zijn blik af te wenden van het
economiekatern. ‘Sinds wanneer ben jij de koningin van de
krantenetiquette?’
Juliette pakte het magazine vast en trok eraan, tot er een
bladzijde losscheurde en ze alleen maar een stukje tekst in haar
hand had. ‘Verdorie, Nathan, geef me dat stomme magazine
gewoon.’
Nu keek hij haar aan. ‘Wat heb jij toch, Jules?’ Hij pakte het
gescheurde magazine en gaf het aan haar.
‘Je hoeft al die katernen toch niet vast te houden?’ zei ze. ‘Je
kunt er toch niet meer dan één tegelijk lezen.’
‘Waarom heb jij dan het magazine én de modebijlage?’ Hij glimlachte
in een poging het luchtig te houden.
‘Jij leest de modebijlage verdorie toch nooit. Volgens jou is mode
onzin. Jij vindt alles wat ik doe onzin, en alles wat jij doet zo
ongelooflijk briljant dat God zelf er versteld van staat.’ Juliette
smeet de krant neer en schoof die naar hem toe. ‘Hier. Pak maar.
Neem het allemaal maar. Jij krijgt toch altijd alles wat je wilt,
of niet soms?’
Juliette liep stampvoetend de kamer uit en smeet de deur van de
badkamer achter zich dicht. Ze zette de kranen en de douche
helemaal open, zodat hij haar niet kon horen huilen. Eikel.
Waarschijnlijk zou hij straks ook nog tegen haar zeggen dat het
milieuonvriendelijk was om zoveel water te verspillen.
Ze zette de kranen uit, denkend aan Lucas, Max en haar toekomstige
kleinkinderen.
Nadat ze haar neus had gesnoten, begroef ze haar gezicht in een
handdoek om haar verdriet en boosheid te dempen.
‘Ga weg, Nathan,’ fluisterde ze toen er op de deur werd
geklopt.
‘Gaat het wel, mam?’
Lucas.
Ze kromde haar tenen. Ze spande elk spiertje aan. ‘Ja hoor, schat.
Niks aan de hand.’
‘Zit je te huilen?’ vroeg hij.
‘Nee,’ zei ze.
‘Het klinkt anders wel alsof je huilt.’
O, shit. Max. Ze stonden allebei voor de deur, als waakzame zoons
die hun gestoorde moeder beschermden.
Ze drukte haar handen tegen haar voorhoofd.
‘Wat is er, mam?’ vroeg Lucas.
Jullie vader is vreemdgegaan. Jullie hebben een zusje. Ik hou nog
steeds van jullie vader.
‘Laat mama maar even met rust, jongens.’ Nathans stem klonk zacht
en sussend. ‘Ze heeft een beetje verdriet vanochtend. Dat heeft
iedereen weleens.’
‘Waarom heeft ze vanochtend verdriet?’ vroeg Max. ‘Waar is ze dan
verdrietig om?’
Wat ga je daarop zeggen, Nathan?
‘Toen mama nog klein was, was Pasen nooit zo leuk voor haar. En ik
geloof dat ik het er niet veel beter op heb gemaakt.’ Zo te horen
klopte Nathan zachtjes op de deur, alsof het haar rug was. ‘Kom,
laat haar maar even met rust.’
Ze liepen weg en Juliette haatte Nathan meer dan ooit. Als hij haar
zo goed kende, waarom steunde hij haar dan niet wat vaker? Waarom
kon hij dan niet altijd zo zijn?
Waarom was hij dan ooit naar die vrouw toe gegaan?
Juliette haalde een lading handdoeken uit de droger en wenste dat
ze een nestje van het warme katoen kon maken om in weg te kruipen.
Op dinsdag was het altijd rustig in de salon. Die ochtend was ze al
vroeg naar haar werk gegaan, om Nathan en de vragen die haar
kwelden te ontwijken.
Er werd een sleutel omgedraaid in het slot van de voordeur. Ze
hoorde Gwynnes lichte tred haar kant op komen.
‘Wat ben jij aan het doen?’ vroeg Gwynne.
‘Handdoeken opvouwen.’
‘Is Helen er niet vandaag?’
Helen was hun schoonmaakster, handdoekenopvouwer en officiële
zeurkous. Ze probeerden haar regelmatig te sussen met cadeautjes.
(Kijk eens, Helen, fresiaparfum om de geur van teleurstelling te
verhullen! Papaverrode lippenstift om op je gerimpelde lippen te
smeren!) Iedereen werd somber van haar, maar Gwynne noch Juliette
had de moed om haar te ontslaan.
‘Die is de wc’s aan het schoonmaken.’ Juliette keek Gwynne met
opgetrokken wenkbrauwen aan.
‘En dus moet jij de handdoeken opvouwen?’
‘Ik moest ergens naartoe waar ik haar niet kon horen mompelen:
Viespeuken zijn het, allemaal.’
Gwynne keek haar sceptisch aan.
‘Oké, ik had behoefte aan een dom klusje,’ gaf Juliette toe.
‘Wat is er? Je bent al weken chagrijnig.’
‘Niks.’
‘Je doet zo rot en er is zo duidelijk iets aan de hand dat ik
eigenlijk niet eens zin heb om hier meelevend te gaan staan
doen.’
‘Echt, er is niets,’ hield Juliette vol.
Al dat ‘niets’ brandde in haar keel, zo erg deed ze haar best om te
voorkomen dat het zou overkoken en alles in hun prachtige salon zou
doen smelten. Anders zou ze waarschijnlijk een vloedgolf van ‘het
leven is klote’-uitspraken over Helens pas gedweilde vloeren
uitstorten.
‘Je weet wat ze zeggen. Huilen zorgt ervoor dat het verdriet uit je
lijf spoelt.’ Gwynnes luchtige toon kon haar bezorgdheid niet
verhullen.
‘En wat spoelt de Nathan-blues uit je lijf?’ vroeg Juliette.
‘Wat heeft hij nou weer uitgevreten?’ Gwynne was op de hoogte van
Nathans verhouding met Tia. Als Juliette het haar niet had verteld,
zou ze zijn ontploft, net als het bosbessentaartmeisje uit Sjakie
en de chocoladefabriek, alleen dan niet omdat ze te veel had
gesnoept, maar omdat zich te veel leugens en gebazel hadden
opgehoopt.
Ze begroef haar gezicht in een handdoek. Te laat. Hij was al
afgekoeld, en nu moest hij opnieuw worden gewassen, zonder goede
reden. Gaf ze Helen alweer een reden om een hekel te hebben aan
Amerikanen.
Gwynne pakte de handdoek van Juliette af en stopte hem in de
wasmand. ‘Hou op. Als je je gezicht zo bedekt, lijkt het net of je
jezelf de mond snoert.’
Juliette knipperde met haar wimpers, maar er kwamen nog steeds
tranen uit haar ogen.
‘Heeft hij weer een verhouding?’ vroeg Gwynne.
‘Nee, ik denk het niet.’ Ze pakte de handdoek die Gwynne in de
wasmand had gegooid en veegde haar ogen droog.
Gwynne liet zich op de zachte bank vallen en klopte op het plekje
naast haar. Het was niet erg elegant, dit achterkamertje met de
wasmachine, de droger, oude tijdschriften, kastjes voor het
personeel en tafels boordevol proefcosmetica waarmee de salon werd
overspoeld. Oude stoelen en gerafelde kussens gingen in dit
vertrek, waar niemand moeite deed om zijn buik in te houden, hun
laatste levensfase in.
‘Hij heeft een dochter.’
‘Hij heeft een dochter,’ echode Gwynne.
‘Nathan heeft een dochtertje. Ze is vijf.’ Juliette leunde
achterover en streek het haar uit haar gezicht. Ze had het geheim
prijsgegeven. Tastbaar gemaakt. Savannah, Honor, Tia’s baby,
Carolines kind, Nathans dochter, bestond niet meer alleen in haar
gedachten, en nu móést ze iets met haar.
Tijdens het eten probeerde Juliette vriendelijk te blijven, voor
Lucas, voor Max, en omwille van haar plan. Samen met Gwynne had ze
een strategie bedacht om het gesprek met Nathan aan te gaan. Ze zou
kalm blijven. Nathan niet te zeer op de huid zitten. Hem de ruimte
geven voor zijn eigen gevoelens en reacties voordat zij haar zegje
deed.
Anders zou ze gaan krijsen en zou hij zich terugtrekken. Daar had
ze niets aan.
Wat was er in een huwelijk beangstigender dan de momenten waarop je
je man erop betrapte dat hij je met emotieloze ogen aankeek, waarop
hij liet merken dat hij je op dat moment helemaal niet zo aardig
vond? Daarom zette Juliette de Zweedse gehaktballen niet met een
klap op tafel. Ze schoof ze voorzichtig op hun plaats.
‘Gehaktballen?’ Max humde verwachtingsvol. Echt rundvlees was een
zeldzame traktatie.
‘Doe niet zo dom. Het is kalkoengehakt, toch, mam?’ Lucas prikte er
een aan zijn vork.
‘Wacht even tot iedereen heeft.’ Met Parmezaanse kaas had ze een
volmaakte, dikke s van Soros gestrooid op de schaal spaghetti die
ze op een koperen onderzettertje had gezet. ‘En het is geen
kalkoengehakt.’
‘Echt vlees? De wonderen zijn de wereld nog niet uit.’ Lucas
smeerde de s van kaas uit over de pasta. Juliette vroeg zich af of
een dochter in elk geval eerst iets zou zeggen over haar
voedselkunst voordat ze die vernielde.
‘Denk je echt dat je het verschil kunt proeven?’ vroeg
Juliette.
Lucas wachtte even voordat hij in zijn gehaktbal beet. ‘Dus het is
geen vlees?’
Max kauwde op zijn gehaktbal. ‘Wat het ook is, het smaakt
prima.’
‘Jij zou strontballetjes nog lekker vinden als mam er kaas en
paneermeel doorheen deed.’
‘Lucas, let op je taalgebruik,’ zei Nathan.
‘Misschien zijn het wel tofuballen,’ opperde Juliette.
Lucas rook er achterdochtig aan. ‘Dat is toch een grapje, hoop
ik?’
‘Proef maar,’ zei Juliette. ‘Kijk maar of je het lekker vindt. Dan
zal ik het je vertellen.’
Nathan draaide spaghetti om zijn vork en spietste er een kwart
gehaktbal aan. ‘Het is rundvlees,’ zei hij nadat hij er even op had
gekauwd. ‘Van Coleman.’
‘Kom op nou, pap. Hoe kun jij nou weten wat voor rundvlees het is?’
Zoals gewoonlijk strooide Lucas eerst zout over zijn eten voordat
hij een hap nam.
‘Omdat je moeder nooit iets anders zou kopen. Ze houdt te veel van
me om me géén biologisch rundvlees voor te zetten,’ zei Nathan.
‘Bedoel je niet dat ze daarvoor te veel van óns houdt?’ vroeg Max.
‘Van ons allemaal?’
‘Jawel,’ zei Nathan. ‘Maar je moeder maakt zich tegenwoordig vooral
druk om míjn hart.’
Juliette schonk een riant glas rode wijn voor zichzelf in.
Dat moest Nathan toch opvallen. Juliette dronk zelden alcohol.
Als ze het nou gewoon niet deed?
Ze keek toe terwijl Nathan zijn overhemd uittrok. Zijn borst was
bedekt met krulhaartjes, en hij had er ook een paar op zijn rug.
Lelijk, al vond zij van niet. Zij vond zijn rug juist ontwapenend.
Dat was het deel van zijn lichaam dat hij zelf niet kon zien, dus
had ze het gevoel dat het van haar was.
Voordat Juliette zich verder kon laten meeslepen door haar
sentimentele bewondering van Nathans lichaam, werd haar plezier
verdrongen door jaloezie. Tia had zijn rug ook gezien.
Waarom gingen mannen toch vreemd? Dat deuntje bleef haar maar door
het hoofd spelen. De gedachte dat ze er de rest van haar leven naar
zou moeten luisteren, maakte haar doodsbang.
Gwynnes theorie was dat Nathans vader en moeder hem te veel hadden
verwend. ‘Je weet wel,’ zei ze, ‘het kostbare enig kind van een
immigrantenechtpaar. Eerst stimuleren ze hem om het beste uit
zichzelf te halen, en ze verzekeren hem doorlopend dat hij briljant
is! Zo knap! Uniek! Dan heeft hij het gemaakt, en roepen ze de hele
tijd: O, Nathan! Universitair docent! Briljant! En je kinderen! Zo
knap! Je vrouw! Uniek!’
Aan zulke verwachtingen kon toch niemand voldoen? Moest Juliette
een man die boerde, zichzelf krabde en een spoor van vuile
koffiekopjes achterliet keer op keer verzekeren dat hij een
godsgeschenk was voor de wereld in het algemeen en voor haar in het
bijzonder?
Toch was Juliette bang dat de verhouding haar schuld was. Ze was
saai geworden. Ze praatte alleen nog maar over vochtinbrengende
crème en make-overs in plaats van over het Israëlisch-Palestijnse
conflict. Misschien was ze op seksueel gebied wel in een robot
veranderd, die altijd dezelfde paden volgde die Nathan en zij in
het begin hadden uitgezet: dit aanraken, hierop kloppen, daarover
wrijven.
Nathan trok zijn ochtendjas aan.
‘Heb ik je er een aanleiding voor gegeven?’ De woorden sproeiden
zomaar uit haar mond, helemaal niet zo koel als ze van plan was
geweest. Ze liet zich achterover op het bed vallen, pakte een
kussen en hield dat eerst voor haar gezicht en vervolgens voor haar
buik.
Hij draaide zich naar haar om met een mengeling van bezorgdheid en
verbaasdheid op zijn gezicht.
‘Een aanleiding? Waarvoor?’ vroeg hij langzaam en nadrukkelijk.
‘Je weet wel.’ Ze gooide het kussen weg, trok haar benen op en
sloeg haar armen eromheen. ‘Voor haar,’ zei ze tegen haar
knieën.
Ze moest het Nathan nageven: hij deed niet alsof hij geen idee had
waar ze het over had. Hij ging naast haar zitten. ‘Zij weer? Zij
bestaat niet meer,’ zei hij. ‘Ik heb woord gehouden. Ik ben zelfs
nooit meer in de verleiding gekomen.’
Ze tilde haar gezicht net ver genoeg op om zijn mondhoeken te
kunnen zien, waar de leugens het eerst zichtbaar werden.
Hij loog niet.
Lekker belangrijk.
Ja, wel natuurlijk.
Maar ze hadden iets te bespreken. Ze had er geen zin in. Het liefst
wilde ze hem naar zich toe trekken en vrijen op een manier die niet
routine was, of juist wel, maar het maakte eigenlijk niets uit,
want het vrijen op zich zou alles uit haar hoofd wegschrobben. Ze
wilde laveloos worden van de seks.
Nou, da’s dan verdomme jammer voor je, Juliette. Helaas voor jou
drentelt ergens het verleden rond op Max’ beentjes en met Nathans
haar.
‘Je hebt een dochter, Nate.’
Zijn hand verstijfde.
‘Ze is vijf.’
Hij trok zijn hand terug.
‘Maar misschien wist je dat al,’ zei ze. ‘Wist je al van haar
bestaan?’
‘Of ik het wist?’
Hij probeerde tijd te winnen. Ze kon de radertjes zien draaien.
‘Wist je dat Honor bestond?’ vroeg Juliette.
‘Honor?’ Nu klonk hij oprecht verbaasd.
Oké, dus de stomme naam die Tia haar had gegeven kende hij
niet.
‘Savannah?’ vroeg Juliette. ‘Wist je dat Savannah bestond?’
‘Savannah? Honor? Echt, ik heb geen idee waar je het over
hebt.’
‘Zeggen de namen je niets, of het onderwerp?’
‘Geen van beide,’ zei hij.
Nu loog hij. Zijn lippen trilden een heel klein beetje, op de
manier die ze kende.
‘Leugenaar,’ zei Juliette. ‘Ik weet het.’
‘Wat weet je?’
Ze wist dat hij het liefst uit het raam wilde springen. ‘Ik weet
dat je wist dat Tia zwanger was. Dat weet ik.’
Natuurlijk had dat mens de baby als pressiemiddel gebruikt om hem
over te halen bij Juliette weg te gaan. Een obsessieve stalker die
Hallmark-kaarten verstuurde was tot alles in staat.
Nathan schoof bij haar vandaan en ging voorovergebogen met zijn
hoofd in zijn handen op de rand van het bed zitten.
‘Wat ga je nu doen?’ vroeg Juliette.
‘Doen? Waaraan? Ik weet niet eens waar je het over hebt. Hoe weet
je eigenlijk…’
Juliette sloeg haar armen over elkaar. ‘Ik heb de brief opengemaakt
die ze je heeft gestuurd.’
‘Welke brief?’ Er klonk een vleugje woede door in zijn woorden. Je
kunt de pot op, Nathan. Wat nou, ben je opeens boos dat ik je
privacy heb geschonden?
Juliette maakte het bovenste laatje van haar nachtkastje open. De
envelop zag eruit alsof hij tien felle regenbuien had doorstaan.
‘Hier. Lees maar. Kijk maar.’
Hij haalde de brief en de foto’s uit de envelop. Eerst keek hij
naar de foto’s. Was Nathan nieuwsgieriger naar het kind dan naar
Tia? En zo ja, was dat dan positief of negatief?
Minutenlang staarde hij naar het meisje. Zijn dochter. Juliette
wist dat hij zijn gezicht neutraal probeerde te houden. Ze kon zijn
emoties wel zien, ze kon ze alleen niet zo goed duiden.
Hij vouwde de brief open. Juliette kneedde met beide handen de
sprei, maar boog toen over zijn schouder.
Toen hij genoeg tijd had gehad om de brief een keer of vijfhonderd
te lezen, flapte Juliette eruit: ‘Wat ga je nu doen?’
‘Waaraan?’
‘Hoezo, waaraan?’ Juliette sprong van het bed. ‘Wat gaat er door je
heen? Wat voel je voor dat kind? Voor haar?’
‘Juliette, ik wist niets over dat kind tot ik deze envelop
openmaakte. Ik heb… haar al niet meer gesproken sinds…’
‘Sinds wanneer? Sinds je met je hand op je hart beloofde dat het
voorbij was? Sinds ze je vertelde dat ze zwanger was?’
Nathan deed er het zwijgen toe.
‘Nou? Hoe zit het? Geef antwoord!’
Hij liet zijn hoofd weer in zijn handen zakken.
‘Hang nou niet de geslagen hond uit.’
‘Jules, geef me even een paar tellen.’
‘Het kost geen tijd om de waarheid te spreken. Die paar tellen heb
je niet nodig. Vertel op.’
Hij schudde zijn hoofd. ‘Dat kan ik niet. Nog niet. Ik moet dit
eerst laten bezinken.’
‘We moeten alles samen plannen, hoe je op Tia reageert, op het
nieuws over Savannah, anders zal het ons uit elkaar drijven.
Nathan, toe.’
‘Genoeg. Je hebt gelijk, je hebt gelijk. Maar jij hebt hier al een
poosje over nagedacht, erover gepiekerd. Ik heb het net pas
ontdekt. Dat begrijp je toch zeker wel?’
Ze ijsbeerde door de kamer, raapte een ketting op die op haar
ladekast lag, stopte hem in haar sieradenkistje en vouwde
vervolgens met stijve, schokkerige beweging een handdoek op die
boven op een mand vol was lag. ‘Verdomme, zeg nou iets. Vertel me
wat je denkt.’
‘Nog niet.’ Hij schudde zijn hoofd alsof hij zich maar nauwelijks
van haar aanwezigheid bewust was. ‘Ik moet eerst alles op een
rijtje krijgen.’
Een poosje kneep ze zo stevig in de witte handdoek dat haar hand er
pijn van deed, en toen smeet ze het ding naar zijn hoofd. ‘Wat voel
je?’ schreeuwde ze. ‘Heb je nu het gevoel dat je een dochter hebt?
Voel je je daardoor verbonden met Tia? En wat doen we met Max en
Lucas? Moeten we het hun vertellen?’
Hij stond op en pakte haar bij haar schouders. ‘Geef me even de
tijd,’ zei hij met zijn kaken op elkaar. ‘Ik meen het. Ik kan jou
er nu even niet bij hebben. Zeker niet als je zo doet.’