18
Juliette

Juliette dacht dat ze zich geen leven zonder Nathan kon voorstellen, maar de afgelopen twee weken had ze er een voorproefje van gekregen. Als Nathan en zij gingen slapen, lagen ze zo ver uit elkaar als mogelijk was. Vervolgens werden ze in hun slaap weer één. Dan werd ze wakker en ontdekte ze dat ze tegen hem aan lag, dat ze samen een poel van warmte creëerden, dat zijn rug, zijn achterste, haar troostte. Ze dreef even omhoog uit de diepte, en terwijl ze zich tegelijkertijd omdraaiden, kromde hij zich tegen haar aan; heel even dansten ze hun gebruikelijke nachtelijke ballet. Maar opeens wist ze het weer; ze gooide zijn arm van zich af en schoof op naar de kille toendra aan de uiterste rand van het matras.
Hij zwoer dat hij niet van het bestaan van het kind op de hoogte was, maar hij wist wel iets. Maar wat? Dat was onmogelijk te beoordelen in het vacuüm van stilzwijgen. Hij wilde er niet over praten; zij drong niet aan. Ze trok zich terug in een nevel van schone schijn, gunde hem tijd en ruimte, zocht wanhopig naar manieren om zich vast te klampen aan de breekbare illusie dat er niets zou veranderen.
Juliette was blij dat ze deze zaterdag naar haar werk kon, terwijl ze er meestal een hekel aan had om op die dag van huis te zijn. Snel handelde ze de laatste klusjes af. Ruimde de vaatwasser in. Sorteerde de wankele stapel post op haar bureau. Deed nog één laagje lippenstift op.
De kans om het huis te verlaten greep ze met beide handen aan. Weg te zijn bij Nathans gesomber, zijn beloften dat hij er binnenkort over zou praten. Ze wilde weg zijn voordat hij wakker werd. Terwijl ze de stapel regenjassen en truien ophing die over de trapleuning waren gesmeten, stommelde er iemand de trap af.
‘Waar gaan we in de zomervakantie naartoe?’ Max had een opgerold stripboek in zijn hand. Lucas volgde in het kielzog van zijn broertje. De laatste tijd liepen ze als onzekere peuters achter haar aan.
Voordat ze antwoord gaf, stopte Juliette nog één dingetje in haar nu al veel te volle tas: de nieuwste editie van Allure, waarin de natuurlijke mascara van juliette&gwynne werd aangeprezen als de keuze van de redactie. Natuurlijk werd het tijdschrift ook bij de salon bezorgd, in drievoud zelfs, maar meestal raakten ze er minstens twee kwijt aan brutale klanten die er bladzijden uit scheurden, of zelfs het hele blad mee naar huis namen. Juliettes exemplaar was smetteloos en geschikt om in te lijsten.
De vermelding in Allure zou een stortvloed aan bestellingen opleveren. Juliette had opgetogen moeten zijn.
‘April is nog maar net voorbij, en je maakt je nu al zorgen over de zomervakantie?’ Juliette trok aan de rits van haar tas. Elk seizoen kocht ze een grotere tas, en elke keer werd hij weer te klein.
‘Bekijk het eens van de andere kant,’ zei Lucas. ‘De zomer begint al over twee maanden. Pap zou het een voorbeeld noemen van de relativiteitstheorie.’
‘Gaan we weer naar Rhinebeck?’ De mouwen van Max’ pyjama werden te kort. Juliette nam zich voor om een nieuwe voor hem te kopen.
‘Jongens, kunnen we het hier een andere keer over hebben? Wat is er opeens zo dringend aan de zomervakantie? We gaan elk jaar naar Rhinebeck.’
Gwynne en zij verdeelden de zaterdagen in de salon, behalve in het bruidsseizoen en rond de feestdagen, want dan waren ze er allebei. Misschien zou ze de komende paar zaterdagen wel van Gwynne overnemen.
‘Gaat pap ook mee?’ Lucas probeerde nonchalant te klinken, maar ze hoorde de spanning in zijn stem. Angst zelfs. En waarom ook niet? Nathan en Juliette passeerden elkaar op de gang als huisgenoten die ruzie hadden gekregen en elkaar verdroegen tot het academisch jaar afgelopen was. Die spanning kon de jongens toch niet ontgaan?
‘Hoor eens, ik beloof dat we het vanavond over de zomervakantie zullen hebben, over wanneer we naar Rhinebeck gaan, vakantiebaantjes, zomerkamp, de hele rimram, oké? Maar niet nu. Ik moet de salon gaan openen voordat de vrouwen tot om de hoek in de rij staan.’
‘Ja, natuurlijk,’ zei Lucas. ‘Ik zou maar gaan, mam. Noodgeval! Rimpels!’
‘Pas op! Droge huid!’ Max sprong op en neer en zwaaide met zijn armen alsof hij de aandacht van reddingswerkers probeerde te trekken. Lucas borduurde op het thema voort. ‘Puistjescrisis in Wellesley. Straks, in het journaal van elf uur.’
Hun grapjes klonken geforceerd. Alsof haar zoons uit alle macht probeerden te bewijzen dat er niets aan de hand was: kijk, mam, we kunnen gewoon nog lol maken, net als anders! Juliettes keel werd rauw.
‘Ik hou van jullie allebei. Zeg maar tegen papa dat hij met jullie naar de kapper moet gaan.’
Onverwacht gaf Max haar een stevige knuffel. ‘Ik hou van je, mam.’
‘Ik ook.’ Lucas boog naar voren en gaf haar onhandig een klopje op haar rug.
Juliette knuffelde Max te stevig terug en gaf Lucas een kus op zijn wang. ‘Kapper. Niet vergeten.’
 

*

 
Juliette opende de salondeuren en liep met haar koffie naar haar kantoortje. Degene die als eerste arriveerde, zou zien dat het licht brandde en op de deurbel drukken. Tot die tijd moest ze… Ja, wat eigenlijk? Ze wist niet wat ze moest doen. Wat deed je als je leven op instorten stond?
Ze haalde alles van haar bureau en stapelde het op de lange, lage kast die tegen de muur stond. De meubelolie die ze op het nu lege bureau spoot, verspreidde een chemische sinaasappelgeur. Ze verergerde haar aanslag op het milieu door papieren doekjes te pakken in plaats van een stoffen doek, en begon verwoed te boenen. Eén doekje om de olie uit te smeren. Stom gedoe. Een tweede doekje om het bureau af te vegen. Stomme Nathan. En nog een om het droog te maken. Stom wijf.
Met een vierde doekje veegde Juliette haar telefoon schoon en zette die op het bureau. Ze zette haar nietmachine, haar plakbandhouder en haar postbakjes keurig op een rij, en verschoof ze zorgvuldig tot ze precies op hun plek stonden. Als laatste pakte ze het zilveren fotolijstje dat ze van Nathans moeder had gekregen op de dag dat de salon zijn deuren opende.
‘Familie komt op de eerste plaats,’ had Gizi Juliette gewaarschuwd. ‘Laat die nooit door je werk te overschaduwen.’
‘Te overschaduwen.’ Soms maakte Nathans moeder kleine grammaticale foutjes, maar haar Engels als tweede taal kreeg daardoor iets dichterlijks.
 
Familie komt
Op de eerste plaats
Laat die nooit
Door je werk
Te
Overschaduwen.

 
De gezinsfoto was al heel oud. Nathan hield de pasgeboren Max vast alsof hij net een Oscar had gewonnen. Hij was vanaf de allereerste dag een geweldige vader geweest. In het begin, toen Juliette het eng vond om Lucas’ minuscule babynageltjes te knippen, ervan overtuigd dat ze het topje van zijn kleine vingertje zou meenemen, had Nathan het zonder een woord voor haar gedaan, en hij was er stilletjes mee doorgegaan tot Juliette het ook aandurfde.
Ze nam de lijst door met alles wat goed was aan Nathan.
Hij was hartelijk en vriendelijk. Meestal.
Hij was intelligent.
Hij was interessant.
De fysieke kant van hun relatie was altijd erg goed geweest. Hoewel die gedachte ruimte bood voor ondraaglijke vragen.
Hij begreep waarom ze gek werd van haar ouders.
Hij wist hoeveel ze van haar ouders hield.
Hij was de vader van Max en Lucas.
Ze hield van hem.
Ze wilde hem niet missen.
Juliette zette het lijstje terug en pakte haar hygiënisch schone telefoon. Ze bekeek haar geordende bureau; de precisie bracht haar tot rust. Hoe opgeruimder haar werkplek was, hoe scherper de beslissingen die ze nam – het waren niet altijd de beste, maar het ging wel snel. Beslissingen zo snel als een kogel.
Ze haalde haar computer uit de slaapstand. Ze klikte haar adresboek open en scrolde door de lijst tot ze bij de F van Fitzgerald was aangekomen.
 

*

 
De daaropvolgende zaterdag was Juliette er als eerste voor haar afspraak met Caroline. Het sjofele aanzien van het koffiezaakje in Newton kalmeerde haar. De gecapitonneerde stoelen en oude houten tafels pasten bij het schemerige licht. Hoewel het al lunchtijd was, was Juliette te zenuwachtig om iets te eten. Ze had alleen tegen Caroline gezegd dat ze iets belangrijks met haar te bespreken had en dat het om Savannah ging. Nu besefte ze dat ze geen plan had uitgewerkt voor deze ontmoeting.
Caroline kwam binnen en keek met een uitdrukkingsloos gezicht om zich heen. Toen Juliette haar wenkte, stak ze aarzelend haar hand op ter begroeting.
‘Hoi. Leuk je weer te zien.’ Caroline legde een krant op het tafeltje en wees naar Juliettes koffiekopje. ‘Ik ga koffie voor mezelf halen. Wil jij ook nog?’
‘Nee, dank je.’
Juliette keek Caroline na toen die wegliep. Ze droeg geen make-up. Zelfs niet de bruine mascara waarvan Juliette had beloofd dat die haar zou laten sprankelen, ook als ze zich verder niet opmaakte.
Was dat wat er aan haar mankeerde: dat ze aan mascara dacht terwijl haar leven dreigde in te storten? Was Nathan bij Tia terechtgekomen omdat hij behoefte had aan een minder oppervlakkige vrouw?
Caroline kwam terug met een kop koffie met een heel klein scheutje melk. ‘Ik moet toegeven dat ik erg benieuwd ben waar je over wilt praten. Je klinkt zenuwachtig.’
Juliette probeerde haar gedachten op een rijtje te zetten. Hoe vertelde je zo’n verhaal? Uiteindelijk stak ze maar gewoon van wal. Caroline luisterde, zwijgend en gespannen, zonder commentaar, terwijl Juliette uiteenzette hoe ze allemaal met elkaar verbonden waren. Toen ze uitgesproken was, deed Caroline er heel lang – pijnlijk lang – het zwijgen toe. Toen ze eindelijk iets zei, klonk haar stem ijl en schril.
‘Dit is te gek voor woorden,’ zei ze.
‘Ik besef dat het krankzinnig klinkt.’
‘Dus daarom stuurde je me die uitnodiging.’ Caroline omklemde het verkreukelde servetje dat ze in haar handen had. ‘En ik trapte er met beide benen in. Je zult me wel een dom wicht hebben gevonden.’
Caroline nam weer haar toevlucht tot stilzwijgen. Juliette probeerde de emoties achter haar woorden te peilen. Op dat moment wist ze niet of Caroline haar wilde vermoorden, haar nieuwsgierigheid wilde bevredigen of gewoon vol afkeer wilde weglopen. Als Juliette in haar schoenen had gestaan, had ze nooit rustig kunnen blijven.
‘Blijf bij mij en mijn gezin uit de buurt!’ zou Juliette hebben geschreeuwd. ‘Wat moet je van me? Als je me iets te zeggen hebt, praat je maar met mijn advocaat.’
‘Meende je ook maar iets van wat je zei,’ vroeg Caroline, ‘toen ik bij je in de salon was? Sprak je de waarheid toen je zei dat je een vriendin had die haar kinderen had geadopteerd?’
‘Dat was echt waar. Ik heb inderdaad een vriendin met geadopteerde kinderen, en ze vond het echt moeilijk om toe te geven dat ze soms helemaal niet van het moederschap genoot.’
Er sprak weinig overtuiging uit het knikje waarmee Caroline Juliettes antwoord aanvaardde.
‘Wat wil je precies?’ vroeg Caroline. ‘Heeft je man je gestuurd?’
Juliette probeerde zich voor te stellen dat Nathan haar met een dergelijke missie op pad zou sturen. ‘Nee. Toen jij naar de salon kwam, wist hij nog niet eens van het bestaan van je dochter.’
‘Maar nu weet hij het wel?’
‘Ja. Nu weet hij het wel.’
‘En hij wist niets van Savannah?’
‘Hij was op de hoogte van de zwangerschap, maar verder wist hij niets. Tenminste, dat zegt hij.’
‘Wanneer heeft hij dat dan gezegd?’
Bizar genoeg was het voor Juliette een opluchting om met Caroline te praten; er spookten te veel geheimen door haar hoofd. Op een dag zou Max zeggen dat hij zin had in geroosterd brood, en dan zou Juliette uitvallen: ‘Je hebt een halfzusje, Max, dus hou alsjeblieft op met dat gezeur over geroosterd brood!’
Ze vertelde bijna alles en liet alleen de dingen weg die de indruk konden wekken dat ze gestoord was. Zoals dat ze Tia had achtervolgd en dat ze altijd een foto van Savannah bij zich had.
‘Dus je hebt hier niet meer met je man over gepraat sinds je hem ermee hebt geconfronteerd?’ vroeg Caroline toen er eindelijk een eind kwam aan Juliettes woordenstroom.
‘Nee.’
‘Wat doe je hier? Wat wil je van me?’
‘Dit klinkt vast gelogen, onoprecht, maar eerlijk gezegd weet ik dat niet zo goed.’
‘Ik heb altijd gedacht dat iemand die “eerlijk gezegd” in een zin gebruikt, zit te liegen. Ik vind het op z’n minst verdacht. Is dat zo?’
‘Dat ik lieg of dat het verdacht is?’ vroeg Juliette.
‘Allebei.’
‘Ik lieg niet. Ik weet niet wat ik wil. Maar misschien is het inderdaad verdacht, want er spoken allerlei dingen door mijn hoofd die jij waarschijnlijk niet leuk zou vinden.’
‘Zoals?’
‘Zoals dat Savannah op de een of andere manier met mijn gezin zou moeten kennismaken. Ze heeft geweldige grootouders, die er heel wat voor over zouden hebben om haar te kunnen vasthouden. Nathan is hun enig kind en ze hebben al het mogelijke gedaan voor onze zoons, al vanaf de dag dat ze geboren werden. Daar moet ik telkens aan denken als ik haar foto zie.’
Caroline zat zo stijf rechtop dat het leek of ze een ijzeren staaf in haar rug had. ‘Savannah heeft al geweldige grootouders die van haar houden.’
‘Natuurlijk.’ Juliette besefte dat ze te ver was gegaan. ‘Geloof me alsjeblieft als ik zeg dat ik absoluut niets van jou of je familie verwacht.’
Caroline verstrengelde haar vingers tot één vuist en bracht die naar haar borst. ‘Iets heeft je hiernaartoe gedreven. Net zoals iets je ertoe heeft gedreven om Savannah en mij te leren kennen. Of je weet niet goed wat het is, of je vertelt me niet de waarheid. Welke van de twee is het?’
Juliette had spijt dat ze was gekomen.
‘Proberen jullie Savannah soms van ons af te pakken?’ Caroline boog naar voren als een havik die een kolibrie bestudeert. ‘Jij en je man?’
‘Jemig, nee! Nathan zou gek worden als hij wist dat ik hier was.’
‘Wat wil je dan?’
‘Ik…’ Juliette vroeg zich af wat ze moest zeggen. Wat was haar waarheid? ‘Ik hou van mijn man,’ zei ze.
‘En die liefde brengt je hier?’ Caroline sloeg haar armen over elkaar.
‘Nee. Natuurlijk niet. Dat slaat nergens op.’
Caroline hield haar hoofd scheef. ‘Je wilt met haar verbonden zijn.’ Ze sprak langzaam en bestudeerde Juliette dusdanig dat die het liefst zou wegrennen. ‘Waar ben je naar op zoek?’
Vermoeidheid overweldigde Juliette. Ze moest naar huis. Naar bed. ‘Heel eerlijk? Ik weet het gewoon niet.’