11
17 oktober 2007
woensdag 8:45 uur
New Delhi, India
Jennifer staarde uit het raampje van de Mercedes. Ze was zo verdiept in haar eigen gedachten dat ze het verkeer niet eens opmerkte. De waarheid was dat ze al ‘pissig’ was geworden, veel eerder dan ze wilde toegeven. Het Queen Victoria Hospital hield absoluut geen rekening met haar gevoelens en omdat ze in haar relatief korte leven al te vaak slachtoffer was geweest, was ze daar helemaal niet blij mee. Ze had altijd juist haar best gedaan om uit die rol te breken. De laatste keer was op de middelbare school geweest, waar ze spijbelen en vechten tot een gewoonte had gemaakt. Ten einde raad had haar grootmoeder, die een buitengewoon trotse vrouw was geweest, iets gedaan wat voor haar heel ongebruikelijk was. Ze had iemand om hulp gevraagd. Degene die ze daarvoor inschakelde was dokter Laurie Montgomery, een lijkschouwer uit New York. Maria had haar als kindermeisje praktisch opgevoed van haar eerste tot haar dertiende.
Jennifer had het belachelijk gevonden om een vreemde te ontmoeten die haar grootmoeder ‘oma’ noemde. Maar oma was twaalf jaar lang Laurie Montgomery’s kindermeisje geweest. Het was dus niet vreemd dat dokter Montgomery van oma hield en haar als familie beschouwde. Toen Jennifers demonen haar over het randje dreigden te duwen, had oma Laurie Montgomery gevraagd een poging te doen om Jennifers neerwaartse spiraal te doorbreken.
Door haar liefde en respect voor Maria, was Laurie graag bereid te helpen. Ze nodigde de onhandelbare Jennifer uit om een week lang na schooltijd naar het pathologisch-anatomisch instituut te komen waar ze werkte en met haar mee te lopen, om te zien wat haar beroep inhield. De andere lijkschouwers hadden er sceptisch tegenover gestaan dat een twaalfjarige een week meeliep in het mortuarium, maar Laurie had haar zin gekregen en het resultaat had de verwachtingen overtroffen. Het was allemaal zo ‘raar’ en ‘walgelijk’ geweest in Jennifers eigen woorden, dat haar jeugdige verbeelding erdoor werd geprikkeld, vooral omdat het de eerste academische carrière was waarmee ze ook maar zijdelings in aanraking kwam. Jennifer was niet erg onder de indruk, tot de derde dag. Op die dag was een meisje van haar eigen leeftijd binnengebracht met een perfecte, ronde, rode vlek op haar voorhoofd. Ze was neergeschoten door een rivaliserende bende.
Gelukkig was het Jennifer beter vergaan.
Het had beter geklikt tussen Jennifer en Laurie dan een van tweeën had kunnen denken, waardoor Laurie zowel bij haar filantropische moeder als bij haar eigen privéschool informeerde naar de mogelijkheid om voor Jennifer een beurs te krijgen. Een maand later zat Jennifer in een veeleisende academische omgeving zonder connecties met bendes, en daarna was het allemaal goed gekomen.
‘Natuurlijk!’ zei Jennifer zo hard dat de chauffeur opschrok.
‘Is er iets, mevrouw?’ vroeg hij terwijl hij via het achteruitkijkspiegeltje naar haar keek.
‘Nee, nee, niets aan de hand,’ zei Jennifer terwijl ze haar schoudertas pakte en naar haar mobiele telefoon begon te zoeken. Ze had geen idee wat het zou kosten om naar New York te bellen, maar daar zou ze zich niet druk om maken. Ze ging Laurie Montgomery bellen. Laurie wist nog niet eens dat oma was overleden en dat was reden genoeg om te bellen. Daar kwamen de beslissing die ze moest nemen en het idee over de autopsie nog bij. Nu ze had bedacht om Laurie te bellen, snapte Jennifer niet waarom ze dat niet eerder had gedaan.
Terwijl ze probeerde uit te vinden hoe ze de Verenigde Staten moest bellen, bedacht ze nog iets anders. Hoe laat was het eigenlijk aan de Oostkust? Ze wist dat er een tijdsverschil van negenenhalf uur was, maar in welke richting? Ondanks haar uitputting dwong Jennifer zichzelf om zich te concentreren. Ze beredeneerde dat omdat New York voorliep, de tijd teruggerekend moest worden en hoe raar haar dat ook in de oren klonk, ze was er vrij zeker van dat het klopte. Ze liep de redenatie nog eens na en besloot toen maar aan te nemen dat het rond middernacht was in de Big Apple.
Omdat ze uit het verleden nog wist dat Laurie een onverbeterlijk nachtdier was, dacht Jennifer dat ze wel kon bellen. Ondanks het onderwerp van het gesprek hoorde ze met enige opwinding dat de telefoon overging. Het was ongelooflijk dat ze vanaf de andere kant van de wereld op het punt stond om met Laurie te praten, terwijl dat al meer dan een jaar niet gebeurd was. De telefoon werd na het eerste gerinkel opgenomen.
‘Ik hoop dat ik niet te laat bel,’ zei Jennifer zonder inleiding.
‘Hemeltje, nee,’ antwoordde Laurie. ‘Ben jij dat, Jennifer?’
‘Ja.’
Laurie was hoorbaar blij om Jennifers stem te horen, in de veronderstelling dat ze in Californië was. Een paar minuten babbelden ze wat. Jennifer vroeg naar Jack en Laurie op haar beurt verontschuldigde zich dat ze niet gebeld had sinds haar huwelijk, waarbij ze het gedoe rond haar onvruchtbaarheid als haar voornaamste excuus gebruikte. Jennifer wenste haar succes.
‘Nou,’ zei Laurie toen er een stilte viel, ‘bel je alleen maar voor de gezelligheid? Het is natuurlijk heerlijk om je te spreken, maar is er iets waar ik je mee kan helpen? Een aanbevelingsbrief voor een opleidingsplaats bijvoorbeeld?’
‘Helaas bel ik je om een speciale reden, maar het heeft niks met mijn studie te maken,’ zei Jennifer. Ze begon uit te leggen dat ze in India was en waarom. Af en toe moest ze even wachten om zichzelf te vermannen.
‘O, nee!’ zei Laurie toen Jennifer uitgesproken was. ‘Ik had er nog niks van gehoord. O, wat vind ik dat erg!’
Jennifer kon de brok in Lauries stem horen toen ze herinneringen begon op te halen en vertelde hoeveel Maria voor haar had betekend in haar jeugd. Ze eindigde haar spontane grafrede met de vraag: ‘Ben je naar India gegaan om haar lichaam of haar as mee te nemen naar de States, of ben je van plan om haar daar te laten? India is immers misschien wel het meeste spirituele land ter wereld. Als ik doodging in India zou ik mijn as graag willen laten uitstrooien in de Ganges bij die miljarden andere zielen.’
‘Daar heb ik helemaal nog niet over nagedacht,’ gaf Jennifer toe en ze vertelde dat ze al moeite had met het beslissen tussen cremeren en balsemen en minder met wat ze daarna met de overblijfselen zou doen. ‘Vandaag probeer ik naar de Amerikaanse ambassade te gaan. Ik neem aan dat zij wel een idee hebben over de kosten en alle diplomatieke details.’
‘Dat denk ik ook wel. Goh, het spijt me dat je dit allemaal alleen moet doen. Ik wilde dat ik daar was om te helpen. Ze was als een moeder voor me, zo erg zelfs dat mijn echte moeder volgens mij soms jaloers was, maar dat was haar eigen schuld. Zij heeft me immers aan Maria’s zorgen overgelaten.’
‘Ik kan je verzekeren dat het gevoel wederzijds was,’ zei Jennifer.
‘Daar ben ik blij om, maar het verbaast me niet. Kinderen voelen zoiets.’
‘Er is nog iets anders wat ik je zou willen vragen. Heb je nog even tijd?’
‘Natuurlijk. Ik luister.’
‘De medewerkers van het ziekenhuis oefenen heel veel druk op me uit, en ik moet toegeven dat ik daar heel slecht op reageer. Maar ze hebben er reden toe. Het privéziekenhuis waar het om gaat is fantastisch en helemaal hightech. Maar toen ze het bouwden hebben ze niet aan mortuariumfaciliteiten gedacht, omdat lichamen in India door zowel hindoes als moslims, om religieuze redenen, heel snel opgeëist worden.’
‘En misschien dachten de eigenaren van het ziekenhuis dat ze in spiritueel India met alle goden op hun hand helemaal geen sterfgevallen zouden hebben.’
Jennifer grinnikte zwakjes en ging verder. ‘Oma’s lichaam staat in een inloopkoelcel, in het souterrain naast het personeelsrestaurant, waar hoofdzakelijk afgesloten voedselvoorraden staan. Kennelijk is dat de enige plaats om een lichaam te bewaren.’
‘Jakkes,’ zei Laurie.
‘Ik vertel je dit omdat ze van hun kant gezien zeker reden hebben om oma daar weg te krijgen, vooral omdat ze de overlijdensverklaring al klaar hebben.’
‘Dat kan ik me voorstellen.’
‘Maar ze hebben al geprobeerd om me tot een beslissing te dwingen voor ik hier was en sinds ik hier een paar uur geleden ben aangekomen, en nu blijven ze maar aandringen op een beslissing: cremeren of balsemen. Het lijkt wel of ze het het liefst gisteren hadden willen doen uit angst dat alles in het honderd zal lopen. In eerste instantie stribbelde ik misschien alleen maar tegen uit woede omdat ze mijn oma hadden gedood, maar nu is er nog iets anders.’
‘Wat dan? Waar denk je aan?’
‘Ik vroeg hun waar Maria aan overleden was en ze zeiden een hartaanval. Ik heb toen gevraagd wat die hartaanval veroorzaakt kon hebben, omdat ze me namelijk nog niet zo lang geleden heeft bezocht in LA en toen uitgebreid lichamelijk onderzocht is in het UCLA Medical Center. Daar werd me verteld dat haar cardiovasculaire systeem een tien plus kreeg. Hoe kan iemand met een tien plus nu een paar maanden later, twaalf uur na een operatie, opeens een nul hebben? Ik bedoel, het zou tijdens de ingreep kunnen vanwege een idiosyncratische reactie op een medicijn, maar niet twaalf uur later. Tenminste, dat denk ik niet.’
‘Daar ben ik het mee eens,’ zei Laurie. ‘Zonder duidelijke risicofactoren kun je je dat afvragen.’
‘En daarom heb ik dat gevraagd, maar ik kreeg geen echt antwoord, tenminste niet van de zorgmanager. Ze zei me alleen dat ze geen dokter was en beschouwde dat kennelijk als voldoende. Toen heb ik een autopsie voorgesteld.’
‘Goed van je,’ reageerde Laurie. ‘Dat is precies wat er moet gebeuren als je vragen hebt.’
‘Weinig kans,’ smaalde Jennifer. ‘De zorgmanager, Kashmira Varini, zei dat de beslissing over een autopsie niet afhangt van de doktoren of de naaste familie maar van de politie of de rechterlijke macht. Ze vertelde ook nog dat er geen autopsie zou komen omdat er al een overlijdensverklaring was afgegeven na oma’s dood. De zaak is gesloten!’
‘Ik heb gehoord dat het Indiase pathologische systeem hopeloos achterloopt. Dat is heel vervelend. Daardoor ontstaat de situatie dat het recht niet altijd zijn loop heeft. In veel ontwikkelingslanden zijn de politie en de rechterlijke macht bijna zonder uitzondering corrupt en maken ze vaak deel uit van bondgenootschappen.’
‘En er is nog meer,’ zei Jennifer. ‘Voor de tweede achtereenvolgende nacht is er in hetzelfde ziekenhuis een vergelijkbaar sterfgeval geweest. Eerst was het mijn oma, en vannacht een man die Herbert Benfatti heette. Beiden kregen kennelijk een hartaanval in de nacht na de operatie en net als bij mijn oma, was er ook bij meneer Benfatti voorafgaand aan de operatie sprake van een volkomen normaal angiogram.’
‘Hebben ze autopsie verricht op de tweede patiënt?’
‘Ik heb geen idee. Toen ik ernaar vroeg bij de zorgmanager die de zaak met oma regelt, zei ze dat ze niets wist over een overlijden gisteravond, maar ik geloofde haar niet.’
‘Waarom niet?’
‘Dat is vooral intuïtie, denk ik, wat natuurlijk niet erg wetenschappelijk klinkt. Ze komt gewoon niet erg betrouwbaar op me over. Ze wilde alleen maar dat ik een beslissing nam over het weghalen van mijn grootmoeders lichaam en daar mocht niks tussen komen. Ik weet het niet.’
‘Denk je dat je ze nog langer tegen kunt houden?’
‘Ik weet het echt niet. Hoe geïrriteerd ik ook ben, ik weet dat zij het ook zijn, in elk geval de zorgmanager. Waarom vraag je dat?’
‘Omdat ik daar zo snel als ik kan naartoe kom om je te helpen. Ik denk niet dat ik het mezelf ooit zou vergeven als ik niet kwam. Vergeet niet dat ze net zoveel moeder voor mij was als voor jou en je broers. Luister, ik kom tenzij je denkt dat je niet in staat zult zijn om te gaan met een door hormonen bezeten, gekke vrouw.’
Jennifer was verbluft. Dat Laurie bereid zou zijn om helemaal naar India te komen was niet in haar opgekomen. ‘Hormonen of geen hormonen, het zou geen snars uitmaken, maar het is een afschuwelijk lange vlucht,’ waarschuwde ze. ‘Ik bedoel, ik zou het heerlijk vinden om je hulp en steun te krijgen. Begrijp me niet verkeerd!’
‘Ik twijfel er niet aan dat het een heel lange vlucht is,’ zei Laurie, ‘maar wat maakt het uit? Ik heb net gelezen dat Air India non-stop vluchten heeft tussen New York en Delhi.’
‘Ik neem aan dat dat beter is dan twee keer te moeten overstappen, zoals ik heb gedaan.’
‘Waar logeer je?’
‘Het heet het Amal Palace en het is het beste hotel waar ik ooit gelogeerd heb. Maar ik heb natuurlijk nog maar in weinig hotels gelogeerd.’
‘Wacht even!’ riep Laurie plotseling met afschuw uit. ‘Wat denk ik wel? Ik kan niet naar India vliegen. Ik zit midden in een vruchtbaarheidscyclus.’
‘Natuurlijk! Dat heb je me verteld en ik was het ook vergeten,’ zei Jennifer. Heel onaardig, maar ze voelde zich een beetje in de steek gelaten. Het zou heerlijk geweest zijn om Laurie bij zich te hebben.
‘Maar misschien,’ zei Laurie, ‘kan het nog steeds wel, als ik mijn spermafabriekje mee kan nemen. Zo noemt Jack zichzelf de laatste paar maanden. Dat betekent dat het af zal hangen van dokter Calvin Washington, mijn baas. Ik weet dat hij mij zal laten gaan, maar of hij ons beiden zal laten gaan zonder voorafgaande waarschuwing vraag ik me af. Ik heb geen idee. Maar we kunnen het proberen. Dus we komen allebei of geen van tweeën. Het spijt me. Kun je met die onzekerheid leven?’
‘Natuurlijk,’ zei Jennifer. ‘Zeg maar tegen dokter Washington dat ik hem heel lief vraag om jullie te laten gaan.’
‘Goeie truc. Hij is nooit over jouw aanwezigheid veertien jaar geleden heen gekomen.’
‘Ik ook niet, maar ik word in juni eindelijk beloond met mijn diploma.’
‘En ik zal er zijn als je het in ontvangst neemt,’ zei Laurie. ‘Nou, laten we het even over het tijdschema hebben. Hoe snel kunnen we daar zijn, ervan uitgaande dat we komen. Heb je daar een idee van?’
‘Ja,’ zei Jennifer. ‘Klopt het dat het nog dinsdag is bij jullie?’
‘Ja. Iets na middernacht.’
‘Als je morgenavond vertrekt, op woensdag dus, dan ben je hier donderdagavond laat.’
‘Denk je dat je ze tegen kunt houden tot we er zijn? We willen niet dat oma gecremeerd of gebalsemd wordt als we een autopsie overwegen.’
‘Ik zal zeker mijn best doen. Hé, ik zal zelfs naar het vliegveld komen om jullie op te halen.’
‘Daar kunnen we het over hebben als we zeker weten dat we komen.’
‘Laurie,’ zei Jennifer vlak voor het gesprek werd beëindigd, ‘kan ik je een persoonlijke vraag stellen?’
‘Natuurlijk.’
‘Denk je slechter over me omdat ik me vooral druk maak over deze ongetwijfeld onnodige toestanden, ondanks het verdriet dat ik voel om Maria? Ik bedoel, de meeste mensen zouden zo overmand zijn door emoties dat ze niet in staat zouden zijn om zich zorgen te maken of hun geliefde een autopsie zou moeten krijgen of niet. Is dat raar?’
Absoluut en voor honderd procent nee! Ik zou precies zo gereageerd hebben. Normale mensen houden van de persoon, niet van het lichaam. Het lichaam is slechts een omhulsel, dat zonder twijfel zal verouderen en sterven. Het feit dat je zoveel van je grootmoeder hield dat je gevoelig bent voor dingen die verder gaan dan de details van de begrafenis is, naar mijn mening, een eerbewijs.’
‘Ik hoop het.’
‘Ik weet het zeker,’ zei Laurie. ‘Als lijkschouwer heb ik een heleboel lichamen en de reacties van heel veel familieleden gezien.’
Een paar minuten later, na een passend afscheid, verbrak Jennifer de verbinding. Ondanks het feit dat ze niet bijgelovig was, dankte ze haar gesternte dat ze eraan gedacht had Laurie Montgomery te bellen. Ze was opgetogen dat Laurie misschien kwam, en het feit dat ze daartoe bereid was benadrukte nog maar weer eens wat voor een slapjanus haar eigen onbetrouwbare vriend Neil McCulgan was gebleken. Jennifer kruiste even haar vingers en zwaaide ermee door de lucht, hopend dat Laurie en Jack vrij zouden krijgen.
‘We zijn bijna bij uw hotel,’ kondigde de chauffeur aan. ‘Moet ik op u wachten?’
De gedachte was niet bij haar opgekomen, maar omdat de organisatie die haar grootmoeder had gedood toch betaalde, waarom niet? Ze moest uiteindelijk toch terug naar het ziekenhuis. ‘U kunt wachten of over een paar uur terugkomen naar het hotel. Hoe dan ook, ik zal u bellen als ik weer terug moet naar het Queen Victoria Hospital.’
‘Heel goed, mevrouw,’ antwoordde de chauffeur.