5
15 oktober 2007
maandag 10:45 uur
Los Angeles, VS
(Op het moment dat Rajish Bhurgava het Queen Victoria Hospital verlaat)
Jennifer was op de terugweg van de medische faculteit naar het hoofdgebouw van het UCLA Medical Center, en verbaasde zich over wat ze allemaal had weten te bereiken ondanks haar emoties. Nadat ze iets meer dan een uur geleden haar gesprek met de zorgmanager van het Queen Victoria Hospital had beëindigd, had ze met haar nieuwe opleider gesproken, was ze naar huis gegaan, had ze naar India gebeld om haar paspoortnummer door te geven, was ze naar de medische faculteit geweest en had ze toestemming van de decaan gekregen om een week vrij te nemen, had ze vervanging geregeld voor haar goedbetaalde baantje bij de bloedbank en nu hoopte ze haar emotionele angsten, economische zorgen en het probleem van malariapreventie op te lossen. Hoewel ze haar bijna vierhonderd dollar spaargeld had opgenomen, was ze bang dat het niet genoeg zou zijn, zelfs niet met haar creditcard en Foreign Medical Solutions uit Chicago die het grootste deel van haar uitgaven betaalde. Jennifer was nooit eerder in India geweest en al helemaal niet om een lijk op te halen. De mogelijkheid dat ze een flinke som contant geld nodig zou hebben was aanwezig, vooral als cremeren of balsemen niet met een creditcard betaald kon worden.
Dat ze in het afgelopen uur zo druk was geweest had als bijkomend voordeel dat ze geen tijd had gehad om lang stil te staan bij haar grootmoeders overlijden. Zelfs het weer werkte mee, want het was net zo prachtig als de zonsopgang had voorspeld. Ze kon nog steeds de bergen in de verte zien, hoewel niet langer met dezelfde ongelooflijke helderheid. Maar nu ze bijna klaar was met alle voorbereidingen kwam de realiteit weer op haar af.
Jennifer zou Maria vreselijk missen. Zij was degene die Jennifer het meest na stond, en dat was al zo sinds haar derde. Naast haar twee broers, die ze al in geen maanden had gesproken, had ze voor zover ze wist alleen nog een paar familieleden in Colombia, en die had ze maar een keer ontmoet toen haar grootmoeder haar juist om die reden daarnaartoe meegenomen had. De familie aan moederszijde was volledig onbekend. En wat Jennifer betrof telde haar vader, Juan, niet mee.
Net toen Jennifer via de draaideur het uit rode baksteen opgetrokken hoofdgebouw van het ziekenhuis was ingelopen rinkelde haar mobiele telefoon. Met een blik op het scherm zag ze dat India haar terugbelde. Ze nam het telefoontje aan en liep weer naar buiten, het zonlicht in.
‘Ik heb goed nieuws,’ zei Kashmira. ‘Ik heb alles kunnen regelen. Hebt u pen en papier bij de hand?’
‘Ja,’ antwoordde Jennifer. Ze haalde een klein notitieboek met een harde kaft uit haar schoudertas, duwde haar telefoon onder haar kin en begon zo de vluchtinformatie op te schrijven. Toen ze hoorde dat ze die middag zou vertrekken maar pas woensdagochtend vroeg aan zou komen, schrok ze. ‘Ik had geen idee dat het zo lang zou duren.’
‘Het is een lange vlucht,’ gaf Kashmira toe. ‘Maar we zitten dan ook aan het andere eind van de wereld. Goed, als u hier in New Delhi geland bent en bij de paspoortcontrole komt, gaat u in de rij voor de diplomatieke dienst staan. Daar ligt uw visum voor u klaar. Zodra u uw bagage hebt en de douane bent gepasseerd zal er een vertegenwoordiger van het Amal Palace Hotel staan met een bordje. Hij zal voor uw bagage zorgen en u naar uw chauffeur brengen.’
‘Dat klinkt makkelijk genoeg,’ zei Jennifer, terwijl ze met behulp van de vertrek- en aankomsttijden probeerde uit te rekenen hoeveel uur ze in de lucht zou zijn. Ze besefte al snel dat ze dat niet zou kunnen zonder de verschillende tijdzones te weten. Wat het nog extra gecompliceerd maakte was dat ze over de internationale datumlijn zou vliegen.
‘Woensdagochtend zullen we een auto regelen die u om acht uur bij het hotel zal ophalen. Is dat goed wat u betreft?’
‘Dat denk ik wel,’ zei Jennifer, die zich afvroeg hoe ze zich zou voelen nadat ze uren in een vliegtuig had gezeten en geen idee had hoeveel slaap ze zou kunnen krijgen.
‘We zien ernaar uit u te ontmoeten.’
‘Dank u.’
‘Ik zou nog graag willen weten of u inmiddels al een besluit hebt genomen over crematie of balsemen?’
Een golf van irritatie overspoelde Jennifer, net op het moment dat ze de zorgmanager een beetje aardig begon te vinden. Snapte ze het dan niet, vroeg Jennifer zich vol verbazing af.
‘Waarom zou ik er nu anders over denken dan een paar uur geleden?’ vroeg ze boos.
‘De directie heeft me uitgelegd dat het volgens hen voor iedereen het beste zou zijn, ook voor het lichaam van uw grootmoeder, als we niet langer zouden wachten.’
‘Nou, dat spijt me dan. Mijn gevoelens zijn niet veranderd, vooral niet omdat ik zo druk geweest ben dat ik geen tijd heb gehad om ergens over na te denken. Verder wil ik niet het gevoel krijgen dat u druk op me uitoefent. Ik kom zo snel als ik kan.’
‘We willen zeker geen druk op u uitoefenen. We adviseren alleen maar wat het beste is voor iedereen.’
‘Ik geloof niet dat dit het beste voor mij is. Ik hoop dat u dat allemaal goed begrijpt, want als ik aankom en mijn grootmoeders lichaam is zonder mijn toestemming geschonden, dan ga ik enorme stennis schoppen. Ik meen dat heel serieus, want ik kan niet geloven dat uw wetten zoveel verschillen van de onze in een situatie als deze. Het lichaam is van mij als de verantwoordelijke naaste.’
‘We zullen zeker niets doen zonder uw uitdrukkelijke goedkeuring.’
‘Goed,’ zei Jennifer terwijl ze iets kalmeerde. Ze was zelf verbaasd over de felheid van haar reactie. Ze besefte heel goed dat ze waarschijnlijk door haar emoties de schuld legde bij het ziekenhuis en zelfs bij Maria. Ze was niet alleen verdrietig om haar grootmoeder, ze was ook woedend. Het was gewoon niet eerlijk dat Maria haar niet in vertrouwen had genomen over haar vertrek naar India om daar een zware operatie te ondergaan, en toen zomaar dood was gegaan.
Na het gesprek bleef Jennifer staan waar ze stond. Ze begreep dat het waarschijnlijk nog wel wat tijd en moeite zou kosten voordat ze raad wist met haar emoties. Maar toen realiseerde ze zich hoe laat het was en dat ze een vliegtuig moest halen dat over niet al te lange tijd zou vertrekken. Met die gedachte haastte ze zich weer door de draaideur en ging op weg naar de afdeling Spoedeisende Hulp.
Zoals gewoonlijk was het er een gekkenhuis. Jennifer zocht dokter Neil McCulgan, die pijlsnel van hoofdarts-assistent was opgeklommen tot assistent-hoofd, verantwoordelijk voor de planning. Jennifer had hem in haar eerste jaar ontmoet toen hij nog in opleiding was. Als een type dat aan de Oostkust onbekend was, was hij in haar ogen uniek en intrigerend. Neil was het prototype Zuid-Californische ‘surfer dude’, alleen zonder het blonde haar. Wat Jennifer het meest opviel was zijn open, vriendelijke, nonchalante houding die een compleet contrast vormde met het feit dat hij een kamergeleerde en een dwangmatige student was met een bijna fotografisch geheugen. Toen ze hem voor het eerst ontmoette kon ze niet geloven dat hij zich aangetrokken zou voelen tot een jachtig, zeer veeleisend medisch specialisme als SEH-arts.
Hoewel Jennifer zich ervan bewust was dat ze zijn sociale vaardigheden niet deelde, deelde ze wel zijn algemene belangstelling voor kennis om de kennis en zijn studiegewoonten, en ze vond hem een vruchtbare bron voor allerlei informatie. In de loop van dat jaar werd Neil de eerste man bij wie ze het gevoel had dat ze echt met hem kon praten, en niet alleen maar over geneeskunde. Het gevolg was dat ze zeer goede vrienden werden. In feite was Neil haar eerste echte vriendje geworden. Ze dacht dat ze eerder vriendjes had gehad, maar na haar ontmoeting met Neil besefte ze dat dat niet helemaal waar was. Neil was de eerste geweest tegenover wie Jennifer bereid was haar intiemste geheimen prijs te geven.
‘Neem me niet kwalijk!’ riep Jennifer tegen een van de gehaaste verplegers in de chaotische centrale post. De verpleger had net iets tegen een collega geschreeuwd die een paar kamers verder in de hoofdgang zijn hoofd uit een deuropening stak. ‘Kunt u me zeggen waar dokter McCulgan is?’
‘Ik heb geen flauw idee,’ zei de man. Om de een of andere reden had hij niet een, maar twee stethoscopen om zijn nek gedrapeerd. ‘Heb je in zijn kamer gekeken?’
Na die suggestie haastte Jennifer zich naar de triageruimte waar zijn kamer was. Ze keek naar binnen en zag dat ze geluk had. Hij zat aan zijn bureau met zijn rug naar haar toe, gekleed in een gesteven witte jas over groene operatiekleding. Jennifer plofte neer in de stoel die tussen het bureau en de muur geklemd stond. Geschrokken keek hij op.
‘Druk?’ wist Jennifer uit te brengen met stokkende stem. De enige reactie op haar vraag was een spottend lachje van de man wiens aandacht was teruggekeerd naar het uitgebreide schema voor de maand november dat hij zat te bestuderen.
Neil had prettige gelaatstrekken, intelligente ogen en enkele voortijdig grijze haren op zijn slapen. Hij had ook de brede schouders en uitzonderlijk smalle heupen van een surfer. Aan zijn voeten droeg hij witleren klompen. ‘Kan ik je even spreken?’ vroeg ze, terwijl ze haar tranen moest terugdringen.
Als je het kort houdt,’ zei hij, maar met een glimlach. ‘Ik moet dit schema over een uur klaar hebben voor de printer.’ Hij keek weer op en merkte toen pas dat ze zat te worstelen met haar emoties. ‘Wat is er aan de hand?’ vroeg hij plotseling bezorgd. Hij legde zijn pen neer en boog zich naar haar over.
‘Ik heb vanmorgen afschuwelijk nieuws gekregen.’
‘Wat rot voor je,’ zei hij terwijl hij haar arm vastpakte. Hij vroeg niet waar het over ging. Hij kende haar goed genoeg om te weten dat ze het hem zou vertellen als ze dat wilde, en niet als ze dat niet wilde, hoezeer hij haar ook zou proberen over te halen.
‘Dank je. Het ging over mijn grootmoeder.’ Jennifer trok haar arm los en reikte over Neils bureau om een tissue te pakken.
‘Die herinner ik me. Maria, klopt dat?’
‘Ja. Ze is een paar uur geleden overleden. Het werd zelfs uitgezonden door CNN.’
‘O, nee! Jee, dat spijt me heel erg. Ik weet wat ze voor je betekende. Wat is er gebeurd?’
‘Ze hebben me verteld dat het een hartaanval was, wat ik nauwelijks kan geloven.’
‘Dat kan ik begrijpen. Heeft onze medische afdeling niet onlangs een opvallend goede gezondheidsverklaring voor haar afgegeven?’
‘Ja, dat klopt. Ze hebben zelfs een stresstest afgenomen.’
‘Ga je naar huis, of is dat een probleem? Ik bedoel, ben je niet net vandaag met je coschap chirurgie begonnen?’
‘Nee en ja,’ zei Jennifer cryptisch. ‘De situatie is nog een beetje gecompliceerder.’ Daarna vertelde ze Neil het hele verhaal over India, over de druk die werd uitgeoefend over crematie of balseming, over het krijgen van een week verlof van de decaan, over een medische organisatie die haar kosten betaalde en over haar vertrek binnen een paar uur.
‘Wauw!’ zei Neil. ‘Je hebt wel een ochtend achter de rug. Jammer dat je om zo’n droevige reden naar India gaat. Ik heb je afgelopen mei nadat ik terugkwam al verteld dat het een fascinerend land is, vol ongelooflijke contrasten. Maar dit is natuurlijk geen plezierreisje.’ Neil was vijf maanden eerder naar India geweest om te spreken op een medisch congres in New Delhi.
‘Ik kan me niets prettigs voorstellen bij deze reis, en dan zit je ook nog met malaria. Wat moet ik doen volgens jou?’
‘Poeh,’ zei Neil zuchtend. ‘Het spijt me, maar daar had je dan al ongeveer een week geleden mee moeten beginnen.’
‘Ja, maar ik had dit natuurlijk absoluut niet kunnen voorzien. De rest is wel in orde, zelfs tyfus, van die toestand vorig jaar met mijn patiënt op interne.’
Neil haalde een receptenblok uit zijn la, schreef er snel iets op en gaf het recept aan Jennifer.
‘Doxycycline?’ las ze hardop.
‘Het is niet de eerste keus maar je bent wel direct beschermd. Gelukkig heb je het vermoedelijk niet nodig. Alleen in Zuid-India is malaria echt een probleem.’
Jennifer knikte en stopte het recept in haar schoudertas.
‘Waarom is je grootmoeder naar India gegaan voor haar operatie?’
‘Vanwege de kosten, neem ik aan. Ze had geen ziektekostenverzekering. En ik weet zeker dat die rotzak van een vader van mij het enorm gestimuleerd heeft.’
‘Ik heb wel iets gelezen over medisch toerisme naar India, maar ik heb nooit iemand ontmoet die het ook gedaan heeft.’
‘Ik wist niet eens dat het bestond.’
‘Waar hebben ze je ondergebracht?’
‘In het Amal Palace Hotel.’
‘Wauw!’ zei Neil. ‘Dat heeft volgens mij vijf sterren.’ Hij grinnikte en voegde eraan toe: ‘Pas maar op, misschien proberen ze je wel om te kopen. Ik maak natuurlijk maar een grapje. Ze hoeven je niet om te kopen. Een van de negatieve kanten van medisch toerisme is dat je geen verhaal kunt halen. Medische fouten worden niet erkend. Zelfs als ze er een gigantische puinhoop van maken, zoals het verwijderen van het verkeerde oog of als er iemand overlijdt door een vergissing of incompetentie, kun je er helemaal niks aan doen.’
‘Ik vermoed dat ze een soort deal hebben met het Amal Palace. Daar brengen ze mensen onder. Ik bedoel, ik krijg geen speciale behandeling. Kennelijk betalen ze het ticket en het hotel voor een familielid. Daarom krijg ik deze reis. Mijn luie vader beweerde dat hij niet kon gaan.’
‘Nou, ik hoop dat er iets positiefs uit deze reis komt,’ zei Neil. Hij kneep Jennifer nog een laatste keer in haar pols. ‘En hou me op de hoogte. Je kunt me altijd bellen, ’s morgens, ’s middags of ’s nachts. Het spijt me heel erg van je grootmoeder.’ Hij pakte zijn pen op ten teken dat hij weer aan het werk moest.
‘Ik wil je nog wat vragen,’ zei Jennifer terwijl ze bleef zitten.
‘Natuurlijk. Wat dan?’
‘Zou je willen overwegen met me mee te gaan? Ik denk dat ik je nodig heb. Ik bedoel, ik zal helemaal uit mijn doen zijn. Behalve een reis naar Colombia toen ik negen was, ben ik nooit het land uit geweest, en al helemaal niet naar een exotische plek als India. Omdat je daar net bent geweest heb je al een visum. Het zou zo ontzettend veel prettiger voor me zijn. Ik weet dat ik veel van je vraag maar ik voel me zo’n provinciaal. Zelfs naar New Jersey gaan maakte me al bang. Dat is een grapje natuurlijk, maar ik ben absoluut geen reiziger. En ik weet dat een van de voordelen van het werk als SEH-arts is dat je vrij kunt nemen, vooral omdat je een paar weken geleden dienst hebt gedaan voor Clarence en je dus nog wat van hem tegoed hebt.’
Met een zucht schudde Neil zijn hoofd. Het laatste wat hij wilde was naar India vliegen, zelfs als hij vrij kon krijgen. Eerlijk gezegd had zijn rooster ook meegespeeld bij zijn motivatie voor deze specialiteit. Hij had zelfs speciaal een vierentwintig uur op-, en vierentwintig uur af-schema voor zichzelf gemaakt, zodat als hij zijn werkweek op maandagochtend om zeven uur begon hij eigenlijk op donderdagochtend om zeven uur al klaar was, tenzij hij wilde overwerken. De overige vier dagen van de week waren dan beschikbaar voor zijn echte grote liefde, surfen. En op dit moment had hij zijn zinnen gezet op een surfbijeenkomst aankomend weekend in San Diego. Het was inderdaad waar dat hij nog iets te goed had van zijn vriend en medesurfer Clarence Hodges voor een reisje naar Hawaï dat hij had gemaakt. Maar dat deed er allemaal niet toe. Neil wilde niet naar India vanwege een dode grootmoeder. Misschien als het Jennifers moeder was geweest, maar niet haar grootmoeder.
Ik kan niet,’ zei Neil na even gezwegen te hebben alsof hij serieus over het idee had nagedacht. ‘Het spijt me, maar ik kan niet. Niet nu, in elk geval. Als je een week kunt wachten, misschien, maar dit is geen goed moment.’ Hij hief zijn handen vaag in de richting van het schema waar hij aan zat te werken alsof dat het probleem was.
Jennifer was verbaasd en teleurgesteld. Ze had er lang over nagedacht of ze het hem zou vragen en of ze hem echt nodig had. Ze had het gedaan omdat ze realistisch genoeg was om zich af te vragen of ze de situatie echt aan zou kunnen als ze naar India ging. Het was haar duidelijk geworden dat ze na de eerste schok over Maria’s dood een heleboel horden had genomen, waaronder al het geregel, het maken van plannen voor de tocht, en wat psychiaters ‘blokkeren’ noemden. Tot dusver was alles redelijk goed gegaan en ze functioneerde nog steeds. Maar omdat haar grootmoeder haar zo na had gestaan vreesde ze dat het mis zou gaan zodra de realiteit van het verlies tot haar door zou dringen. Ze was heel bang dat ze naar India zou reizen en daar zou veranderen in een emotioneel wrak. Jennifer keek Neil woedend aan. Verrassing en teleurstelling waren onmiddellijk omgeslagen in boosheid. Jennifer was er zeker van geweest dat als ze het hem rechtstreeks vroeg en toegaf dat ze hem nodig had, hij zeker toe zou stemmen vanwege de vertrouwelijkheden die ze hadden uitgewisseld. Het feit dat hij haar verzoek zo snel weigerde en om zo’n stomme flutreden, iets wat zij nooit zou hebben gedaan als de situatie andersom was geweest, kon alleen maar betekenen dat hun relatie niet was wat zij dacht. Kort gezegd, hiermee was maar weer eens bewezen dat je op de meeste mannen niet hoefde te rekenen.
Jennifer stond abrupt op en liep zonder iets te zeggen de kleine kamer uit, terug naar de volle Spoedeisende Hulp. Ze hoorde dat Neil haar naam riep maar ze wachtte of reageerde niet. Ze vond het vreselijk om te weten dat het een vergissing was geweest om hem haar vertrouwen te schenken. En wat betreft het verzoek om wat geld te mogen lenen, daar zou ze nu zelfs niet eens meer over piekeren.