1
15 oktober 2007
maandag 7:35 uur
Los Angeles, VS
(Het moment waarop Veena werd gedwongen te braken)
Het was een fantastische dag in Los Angeles. De hitte, de smog en de rook van de onvermijdelijke bosbranden van de late zomer en de vroege herfst waren eindelijk het binnenland ingewaaid om plaats te maken voor de eerste heldere lucht in maanden. Jennifer Hernandez had niet alleen de nabijgelegen Santa Monica Mountains kunnen zien op weg naar het UCLA Medical Center, maar ze had zelfs een glimp opgevangen van de nog verder weg gelegen San Gabriel Range, prachtig uitkomend tegen de opgaande zon.
Jennifer was deze heldere ochtend heel opgewonden, en niet alleen vanwege het weer. Het was de eerste dag van haar coassistentschap algemene chirurgie. Jennifer was vierdejaarsstudent medicijnen aan de UCLA en ze had zo genoten van de derdejaars colleges chirurgie dat ze erover dacht het vak als specialiteit te kiezen, maar ze had het idee dat ze nog niet voldoende chirurgische ingrepen had bijgewoond om de beslissing te kunnen nemen. Hoewel meer vrouwen voor chirurgie kozen dan in het verleden, waren ze nog steeds in de minderheid. Het was geen makkelijke beslissing. Algemene chirurgie was erg tijdrovend, vooral voor een vrouw die zowel een carrière als een gezin wilde. Jennifer dacht dat ze wel een gezin wilde. Omdat ze meer ervaring nodig had om een goed doordachte beslissing te nemen, had ze algemene chirurgie gekozen als een van de keuzevakken in haar vierde en laatste jaar. Ze was er wel van overtuigd dat ze doortastend en goed met haar handen was, twee kwaliteiten die nodig waren voor chirurgie. En uit haar ervaring in haar derde jaar wist ze dat chirurgie zowel uitdagend als spannend was.
De eerste dag was het de bedoeling dat de aangewezen medisch studenten operatiekleding aan zouden trekken en om acht uur ’s ochtends hun respectievelijke opleiders in de hal van de afdeling chirurgie zouden ontmoeten. Jennifer was vroeg, zoals gewoonlijk. Het gevolg was dat ze zich, hoewel het nog maar vijf over halfacht was, al verkleed had en in de betreffende hal zat waar ze gedachteloos door een oud nummer van Time bladerde. Tegelijkertijd luisterde ze ook naar CNN op de televisie en keek ze naar het komen en gaan van de artsen, verpleegsters en andere personeelsleden. De afdeling chirurgie was al volop in bedrijf. Er was haar verteld dat de maandagen altijd druk waren en op het whiteboard kon ze zien dat alle drieëntwintig operatiekamers op dit moment bezet waren.
Jennifer dronk van haar koffie. De angst te laat te komen was langzaam weggezakt en ze begon zich af te vragen of ze aangenomen zou worden voor de uitstekende chirurgische opleiding van UCLA, als ze besloot om hem te kiezen als haar specialiteit. Het mooiste was dat het hele ziekenhuis binnen een jaar naar het nieuwe Ronald Reagan-gebouw aan de overkant van de straat zou verhuizen waar de ok’s ultramodern en bijzonder goed waren. Ze was een van de ijverigste studenten en dus behoorde Jennifer tot de besten van haar groep, en daarom was ze er vrij zeker van dat ze een goede kans maakte als ze solliciteerde. Maar eigenlijk was LA niet haar eerste keus. Jennifer kwam oorspronkelijk niet uit Los Angeles, en zelfs niet van de Westkust zoals het grootste deel van haar medestudenten. Ze kwam uit New York en was naar het westen gekomen dankzij een vierjarige beurs die werd verstrekt door een dankbare en rijke Mexicaan die in het UCLA Medical Center van kanker was genezen. De beurs was voor een arme vrouw van Latijns-Amerikaanse afkomst. Omdat ze aan alle drie de eisen voldeed, had Jennifer zich aangemeld en gewonnen, en zo was ze aan haar onverwachte uitstapje naar Californië begonnen. Maar nu haar medische opleiding bijna afgelopen was wilde ze terug naar het oosten. Ze hield van de stad en beschouwde zichzelf als een New Yorker. Daar was ze geboren en, hoe moeilijk het ook was geweest, daar was ze opgegroeid.
Jennifer nam nog een slokje van haar koffie en richtte haar volledige aandacht op de tv. De twee CNN-presentatoren hadden iets gezegd wat haar belangstelling had getrokken. Volgens hen dreigde het medisch toerisme een groeiende industrie te worden in ontwikkelingslanden, vooral in Zuidoost-Aziatische landen als India en Thailand, en niet alleen voor cosmetische en kwakzalversingrepen als ongeteste kankerbehandelingen, zoals in het verleden wel het geval was geweest. Er werden grote, moderne ingrepen als openhartoperaties en beenmergtransplantaties verricht.
Jennifer leunde naar voren en luisterde met steeds meer belangstelling. Ze had de term medisch toerisme nog nooit gehoord. Naar haar idee was het nogal tegenstrijdig. Jennifer was in elk geval nog nooit in India geweest en voor zover ze wist was het een vreselijk arm land waar het grootste deel van de bevolking broodmager was en in lompen gekleed ging, de helft van het jaar in een hete, vochtige moesson leefde en de andere helft in een hete, droge, stoffige woestijn. Hoewel ze slim genoeg was om te weten dat een dergelijk stereotype niet per se waar hoefde te zijn, dacht ze dat er toch wel een kern van waarheid in zou zitten, want anders zou het geen stereotype zijn. Ze was er in elk geval zeker van dat een dergelijk stereotype het land nauwelijks geschikt maakte voor de laatste chirurgische vaardigheden, moderne en dure technologie en technieken van de eenentwintigste eeuw.
Het was duidelijk dat beide nieuwslezers haar ongeloof deelden. ‘Het is schokkend,’ zei de man. ‘In 2005 zijn meer dan 75.000 Amerikanen naar India gereisd voor een grote chirurgische ingreep en sindsdien is het cijfer, volgens de Indiase regering, met meer dan twintig procent per jaar gestegen. Ze verwachten dat het binnen tien jaar een bedrag van twee-punt-twee miljard dollar aan buitenlandse valuta zal opleveren.’
‘Ik ben stomverbaasd, absoluut stomverbaasd!’ zei de vrouwelijke nieuwslezer. ‘Waarom gaan mensen daarnaartoe? Heeft iemand daar een idee van?’
‘De voornaamste reden is het ontbreken van een verzekering hier in de Verenigde Staten, en de tweede reden is dat de kosten daar veel lager zijn. Een operatie die hier in Atlanta misschien wel tachtigduizend dollar kost, kost daar misschien tienduizend. En daar komt nog bij dat ze op de koop toe een vakantie krijgen in een Indiaas vijfsterrenhotel.’
‘Wauw!’ antwoordde de vrouw. ‘Maar is het veilig?’
‘Daar zou ik me ook zorgen over maken,’ was de man het met haar eens, ‘en daarom is dit verhaal dat net binnengekomen is zo interessant. De Indiase regering, die het medisch toerisme met economische voordelen steunt, beweert dat de resultaten de laatste jaren net zo goed of beter zijn dan waar ook in het Westen. De reden daarvoor is volgens hen dat de chirurgen allemaal speciale examens afgelegd hebben, en dat het instrumentarium en de ziekenhuizen, waarvan sommige officieel erkend worden door de International Joint Commission, volgens de laatste standaarden zijn en splinternieuw. Maar er zijn nog nooit gegevens en statistieken verschenen in medische tijdschriften om dergelijke claims te onderbouwen. Een paar minuten geleden hoorde CNN uit bekende en betrouwbare bron dat een verder gezonde, vierenzestig jaar oude Amerikaanse vrouw uit Queens, New York, genaamd Maria Hernandez, bij wie ongeveer twaalf uur geleden zonder complicaties een heup was vervangen, maandagnacht om 22:35 uur Indiase tijd plotseling is overleden in het Queen Victoria Hospital in New Delhi, India. Interessant is dat volgens onze bron dit tragische overlijden slechts het topje van de ijsberg is.’
‘Heel interessant,’ zei de vrouw. ‘Daar zullen we vermoedelijk nog meer over gaan horen.’
‘Daar ga ik van uit,’ antwoordde de man.
‘Dan gaan we nu verder met de presidentiële campagne van 2008 waar maar geen einde aan lijkt te komen.’
Jennifer zakte in opperste verwarring onderuit. De naam bleef maar door haar hoofd spelen: Maria Hernandez uit Queens, New York. Jennifers grootmoeder van vaderskant, de belangrijkste persoon in haar leven, heette Maria Hernandez, en wat haar nog meer zorgen baarde, ze woonde in Queens. Bovendien had ze een slechte heup die steeds verder verslechterde. Nog maar een maand geleden had ze Jennifers mening gevraagd of ze er iets aan moest laten doen. Jennifer had gezegd dat alleen Maria die vraag kon beantwoorden, omdat het er in deze fase van afhing hoeveel problemen en ongemak hij veroorzaakte.
‘Maar India?’ Jennifer schudde haar hoofd. Het leek zo totaal onwaarschijnlijk dat haar grootmoeder naar India zou gaan zonder hierover met haar te praten, en dat was meteen Jennifers grootste hoop dat het verhaal toeval was en geen betrekking had op haar Maria Hernandez. Jennifer en haar grootmoeder stonden elkaar heel erg na, omdat Maria een soort tweede moeder voor Jennifer was. Jennifers echte moeder was omgekomen toen Jennifer nog maar drie was, als tragisch slachtoffer van een aanrijding in de Upper East Side van Manhattan. Jennifer, haar twee oudere broers Ramon en Diego en hun nietsnut van een vader, Juan, woonden bijna vanaf de dag van het ongeluk in Maria’s piepkleine tweekamerflat in een appartementsgebouw in Woodside, Queens.
Jennifer was het laatste kind dat het huis verliet en dat was pas gebeurd toen ze naar de medische faculteit vertrok. Wat Jennifer betreft was Maria een heilige die door haar eigen echtgenoot in de steek was gelaten. Maria had hen niet alleen allemaal bij zich laten wonen, ze had hen ook allemaal ondersteund en gevoed door te werken als kinderjuffrouw en huishoudster. Jennifer en haar broers hielpen met naschoolse baantjes toen ze ouder werden, maar Maria was de voornaamste kostwinner geweest.
Wat Juan betreft, hij had niets uitgevoerd zolang Jennifer het zich kon herinneren. Omdat hij zogenaamd invalide was door een oude rugblessure die hij had opgelopen voor Jennifer geboren was, was hij niet in staat om te werken. Voor haar dood was Jennifers moeder, Mariana, de enige geweest die een salaris verdiende, als inkoopster bij Bloomingdale’s. Nu Jennifer haar medische opleiding bijna had afgerond en iets meer wist over psychosomatische ziekten en simuleren, had ze nog meer reden om aan haar vaders zogenaamde invaliditeit te twijfelen en verachtte ze hem nog meer.
Omdat de stoel waarin ze zat laag was en hoge armleuningen had, moest Jennifer zich eruit worstelen. Ze kon hier niet blijven zitten en zich zorgen maken over haar grootmoeder. Ze wist dat zelfs maar de kleinste kans dat het nieuwsbericht wel over haar grootmoeder ging het bijna onmogelijk voor haar zou maken zich te concentreren als ze haar nieuwe opleider ontmoette. Ze moest het zeker weten, wat betekende dat ze iets moest doen waar ze een verschrikkelijke hekel aan had: haar stomme nietsnut van een vader bellen.
Jennifer had vanaf haar negende nauwelijks nog met haar vader gesproken. Ze deed het liefst of hij niet bestond, wat een beetje moeilijk was omdat ze allemaal zo dicht bij elkaar woonden. Wat dat betreft was het een verademing geweest om naar LA te gaan want sindsdien had ze hem helemaal niet meer gesproken. Als hij tijdens haar eerste jaar toevallig de telefoon opnam als ze Maria belde, had ze gewoon opgehangen en later nog eens gebeld als ze zeker wist dat haar grootmoeder thuis was. Meestal liet ze haar grootmoeder bellen, wat ze regelmatig deed. En ook de telefoon was niet langer een probleem sinds Maria, op Jennifers aandringen, een mobiele telefoon had gekocht en de vaste lijn aan Jennifers vader overliet. Wat betreft de bezoekjes die Jennifer aan New York bracht, ze was er al vier jaar niet geweest. Dat was gedeeltelijk vanwege haar vader en gedeeltelijk vanwege de kosten. In plaats daarvan liet ze haar grootmoeder ongeveer elke zes maanden overkomen. Ze had Jennifer verteld dat deze reizen naar de Westkust voor haar de spannendste dingen waren die ze in haar hele leven had gedaan.
In de dameskleedkamer maakte Jennifer de veiligheidsspeld los waar de sleutel van haar kastje aan hing, opende haar kastje en pakte haar mobiele telefoon. Na enig rondlopen en zoeken vond ze gelukkig een plekje met voldoende bereik. Ze toetste het nummer in en wachtte terwijl ze het geluid hoorde overgaan met stijf op elkaar geklemde kaken tot ze haar vaders stem hoorde. Het was kwart voor acht in LA, wat betekende dat het kwart voor elf was in New York, precies het moment waarop Juan doorgaans uit zijn bed verrees.
‘Wel, wel, mijn verwaande dochter,’ sneerde Juan na de eerste begroeting. ‘Waar heb ik dit telefoontje van de arrogante aanstaande dokter aan te danken?’
Jennifer negeerde de provocatie. ‘Het gaat om oma,’ zei ze alleen maar. Ze was vast van plan om zich niet te laten verleiden het over iets anders te hebben dan waar het om ging.
‘Wat is er met oma?’
‘Waar is ze?’
‘Waarom vraag je dat?’
‘Zeg me nou maar waar ze is.’
‘Ze is in India. Ze heeft eindelijk iets aan haar heup laten doen. Je weet hoe koppig ze is. Ik heb haar al jaren gevraagd om het te doen, want ze had er echt last van bij haar werk.’
Jennifer kon zich met moeite inhouden bij de opmerking over het werk, haar vaders verleden kennend.
‘Heb je al iets gehoord van de dokter of van het ziekenhuis of zo?’
‘Nee. Waarom zou ik?’
‘Ze hebben je telefoonnummer, neem ik aan.’
‘Natuurlijk.’
‘Waarom ben je niet met haar meegegaan?’ Jennifer vond het vreselijk om te bedenken dat haar grootmoeder helemaal alleen naar India was gegaan voor zo’n grote operatie, terwijl de verste reis die ze ooit had ondernomen naar Californië was om Jennifer te bezoeken.
‘Ik kon niet mee vanwege mijn rug en alles.’
‘Wie heeft de operatie geregeld?’ vroeg Jennifer. Ze wilde het gesprek afronden. Het feit dat niemand Juan had gebeld was beslist hoopgevend.
‘Een organisatie in Chicago die Foreign Medical Solutions heet.’
‘Heb je het nummer bij de hand?’
‘Ja, een moment.’ Jennifer kon de hoorn op de kleine bijzettafel horen vallen. Ze zag hem voor zich, bij de toegangsdeur in het deel van het appartement waar een eettafel hoorde te staan maar waar Juans bed stond. Een minuut later kwam Juan terug en ratelde het nummer in Chicago af. Zodra Jennifer het had hing ze op. Ze had geen zin in hypocriet gebabbel of zelfs maar om te groeten. Met het nummer in haar hand belde ze Foreign Medical Solutions en nadat ze de telefoniste had verteld wie ze was en waarom ze belde werd ze doorverbonden met iemand die Michelle heette en wiens functie die van zorgmanager was. De vrouw had een indrukwekkend diepe, resonerende stem met een licht zuidelijk accent. Nadat Jennifer haar verhaal had gedaan kon ze het onmiskenbare geluid horen van een computertoetsenbord terwijl Michelle het dossier van Maria Hernandez opzocht.
‘Wat zou je graag willen weten?’ vroeg Michelle, toen ze weer aan de lijn kwam. ‘Als medisch student ben je je er vast wel van bewust dat de wettelijke privacyregels ons beperken in wat we kunnen zeggen, ook al ben je wie je zegt dat je bent.’
‘Als eerste wil ik weten of het goed met haar gaat.’
‘Het gaat heel goed. Ze is geopereerd en de operatie is probleemloos verlopen. Ze is nog geen uur in de PACU geweest en is toen naar haar kamer gebracht. Er wordt aangegeven dat ze al wat heeft gedronken. Dat is de laatste informatie die we hebben binnengekregen.’
‘Was dat kortgeleden?’
‘Inderdaad. Iets meer dan een uur geleden.’
‘Dat is goed nieuws,’ zei Jennifer. Ze was nog opgeluchter dan toen Juan had gezegd dat hij niets had gehoord. ‘Gaat het over het algemeen goed met jullie patiënten in het Queen Victoria Hospital?’
‘Zeker. Het is een populair ziekenhuis. We hebben zelfs een patiënt gehad die per se weer naar het Queen Victoria wilde voor zijn andere knie.’
‘Een ooggetuigenverslag is altijd goed,’ zei Jennifer. ‘Kan ik het ziekenhuis bellen zodat ik misschien met mijn grootmoeder kan praten?’
‘Natuurlijk,’ zei Michelle en ze gaf haar het nummer.
‘Hoe laat is het nu in New Delhi?’ vroeg Jennifer.
‘Eens kijken.’ Het was even stil. ‘Ik haal dit vaak door elkaar. Het is hier nu vijf voor elf ’s ochtends, dus het is in New Delhi nu vijf voor halftien ’s avonds volgens mij. Ze lopen tien en een halfuur voor op ons hier in Chicago.’
‘Zou dit een goed tijdstip zijn om te bellen?’
‘Dat zou ik echt niet kunnen zeggen,’ antwoordde Michelle.
Jennifer bedankte haar. Even overwoog ze om haar grootmoeders mobiele telefoon te proberen maar toen liet ze het idee weer varen. In tegenstelling tot Jennifers AT&T-telefoon dacht ze niet dat haar grootmoeders telefoon in India zou werken. Ze belde het Queen Victoria Hospital. Toen de verbinding letterlijk in enkele seconden tot stand kwam was Jennifer zeer onder de indruk, vooral omdat ze geen idee had hoe mobiele of andere telefoons eigenlijk werkten. Even later was ze in het Engels in gesprek met een vrouw aan de andere kant van de wereld, met een prettig melodieus en duidelijk Indiaas accent. Het was naar Jennifers idee vergelijkbaar met een Brits accent maar dan welluidender.
‘Ik kan niet geloven dat ik met iemand in India spreek,’ zei Jennifer verwonderd.
‘Geen dank,’ zei de telefoniste van het ziekenhuis ietwat misplaatst. ‘Maar u praat vermoedelijk meer met India dan u beseft, vanwege onze vele callcenters.’
Jennifer gaf haar grootmoeders naam en vroeg of ze doorverbonden kon worden met haar kamer.
‘Het spijt me heel erg,’ zei de telefoniste, ‘maar we kunnen ’s avonds na acht uur geen gesprekken meer doorverbinden. Als u het toestelnummer had gehad, had u direct kunnen bellen.’
‘Kunt u me het toestelnummer geven?’
‘Het spijt me, maar dat mag ik niet. U begrijpt wel waarom. Anders zou ik u wel doorverbinden.’
‘Ik begrijp het,’ zei Jennifer, maar ze vond dat het geen kwaad had gekund om het te vragen. ‘Kunt u me vertellen hoe het met haar gaat?’
‘Natuurlijk. We hebben hier een lijst. Wat was de achternaam ook weer?’
Jennifer herhaalde: ‘Hernandez.’
‘Hier is ze,’ zei de telefoniste. ‘Het gaat heel goed met haar, ze heeft al wat gegeten en is al naar haar kamer gebracht. De artsen zeggen dat ze heel tevreden zijn.’
‘Dat is fantastisch,’ zei Jennifer. ‘Kunt u mij zeggen of er iemand in het ziekenhuis is die haar begeleidt?’
‘O, ja, natuurlijk! Al onze buitenlandse gasten hebben per land een zorgmanager. Die van uw grootmoeder heet Kashmira Varini.’
‘Kan ik een boodschap voor haar achterlaten?’
‘Jazeker. Zal ik die aannemen of wilt u die liever op haar voicemail achterlaten? Ik kan u doorverbinden.’
‘Voicemail is prima,’ zei Jennifer. Ze was onder de indruk. Haar korte kennismaking met een Indiaas ziekenhuis deed vermoeden dat het heel ontwikkeld was en beschikte over moderne communicatiemiddelen.
Na Kashmira Varini’s vriendelijke introductie, sprak Jennifer haar naam in, haar relatie met Maria Hernandez en het verzoek om op de hoogte gehouden te worden van haar oma’s vooruitgang of, in elk geval, bericht te krijgen als er misschien problemen of complicaties op zouden treden. Voor ze ophing sprak Jennifer langzaam en duidelijk het nummer van haar mobiele telefoon in. Ze wilde er zeker van zijn dat er geen vergissingen werden gemaakt vanwege een accent. Jennifer wist dat ze een sterk New Yorks accent had.
Jennifer klapte haar telefoon dicht en wilde hem weer in het kastje leggen, maar toen aarzelde ze. Ze achtte de kans dat een andere Maria Hernandez uit Queens op bijna hetzelfde moment als haar grootmoeder in hetzelfde ziekenhuis in India werd geopereerd heel klein. Het leek zelfs compleet onmogelijk, en even speelde ze met het idee CNN te bellen en hun dat mee te delen. Jennifer was een doener en geen piekeraar en ze aarzelde niet om haar mening te geven. Ze vond dat CNN dat verdiend had vanwege het feit dat ze het verhaal niet voldoende hadden nagetrokken voor ze het uitzonden. Maar toen kreeg haar gezonde, nuchtere verstand de overhand. Wie moest ze bellen bij CNN en wat was de kans dat het haar wat op zou leveren? En daarbij, ze keek plotseling op haar horloge. Toen ze zag dat het al over achten was, liep er een rilling van bezorgdheid als een elektrisch stroompje over haar ruggengraat. Ze was te laat op de eerste dag van haar keuzevak chirurgie, ondanks alle moeite die ze genomen had dat niet te zijn.
Jennifer sloeg het kastje dicht en zette, terwijl ze naar de deur liep, haar telefoon op de trilstand voor ze hem in de zak van haar broek liet glijden samen met de veiligheidsspeld en de sleutel. Ze was echt ongerust. Te laat komen was geen manier om aan een nieuw coschap te beginnen, vooral niet met een dwangmatige chirurg, en haar ervaring tijdens haar derde jaar chirurgie had haar geleerd dat alle chirurgen dat waren.