22
Vlak voor tweeën kwam Charlie bij Hailey State Prison aan, met een knorrende maag, vermoeide ogen en benen die aanvoelden alsof er al een uur lang geen bloed meer door was gevloeid. Hij werd te oud om drie uur lang stil te zitten.
Eigenlijk had hij vorig jaar met pensioen moeten gaan, zoals Brenda ook tegen hem had gezegd, want dan had hij zijn tijd nu aan iets nuttigers kunnen besteden. Aan vissen bijvoorbeeld.
Tom Vernon stond bij het hek op hem te wachten.
In zijn nette pak leek hij meer op een bankier dan op de directeur van een van de strengste gevangenissen in de staat. Zijn haar zat in een keurige scheiding opzij en begon al behoorlijk grijs te worden. Hij stond stram in de houding en toen hij zijn hand uitstak, viel Charlie onwillekeurig op dat zijn nagels eruitzagen alsof ze gemanicuurd waren.
Vernon liep voor hem uit naar binnen.
Zoals in alle gevangenissen was het er somber en kil... overal beton en staal, overgoten door felle tl-lampen. Ze liepen door een lange gang, langs een kleine ontvangstruimte, tot ze het kantoor van Vernon bereikten.
Op het eerste oog leek dat even kil en somber als de rest van het gebouw. Alles was van overheidswege verstrekt, van het bureau tot de lampen en de archiefkasten in de hoek. Een klein, van tralies voorzien raam bood uitzicht op de binnenplaats. Charlie zag buiten gevangenen door elkaar krioelen; sommigen waren bezig met gewichtheffen, anderen zaten of stonden in groepjes bij elkaar. Het leek alsof één op de twee mensen rookte.
‘Waarom vond Vernon het in vredesnaam nodig om in deze omgeving zo'n net pak aan te trekken?
'Je moet wel eerst een paar formulieren invullen,' zei Vernon. 'Je weet hoe dat gaat.'
'Zeker weten.' Charlie klopte op zijn borst, op zoek naar een pen, maar hij kreeg er al een van Vernon voordat hij de zijne had gevonden.
'Heb je tegen Earl Getlin gezegd dat ik zou komen?'
'Ik ging ervan uit dat je dat niet zou willen.'
'Zit hij al op me te wachten?'
'Zodra we je in een kamer hebben geïnstalleerd wordt hij bij je gebracht.'
'Bedankt.'
'Ik wilde je nog heel even iets over de gevangene vertellen. Zodat je niet verbaasd opkijkt.'
'O?'
'Er is namelijk iets dat je moet weten.'
"Wat dan?'
'Earl raakte afgelopen lente betrokken bij een vechtpartij. Wat er precies aan de hand was, hebben we nooit kunnen ontdekken... je weet hoe dat hier gaat. Niemand ziet iets, niemand weet iets. Maar goed...'
Charlie keek op toen Vernon een zucht slaakte.
'Earl raakte een oog kwijt. Het werd uitgestoken tijdens een knokpartij op de binnenplaats. Hij heeft al een stuk of zes rechtszaken aangespannen omdat hij beweert dat wij daar op de een of andere manier verantwoordelijk voor zijn.'
Waarom zou hij me dat vertellen, vroeg Charlie zich af.
‘Waar het om gaat, is dat hij voortdurend heeft beweerd dat hij hier helemaal niet zou moeten zitten. Dat iemand hem erin geluisd heeft.' Vernon stak zijn handen op. 'Ik weet het, ik weet het... iedereen die hier zit, beweert onschuldig te zijn. Hetzelfde oude liedje, dat we allemaal al zeker duizend keer hebben gehoord. Maar wat ik dus wil zeggen, is dat als je hier bent om inlichtingen van hem los te krijgen je niet al te veel hoop moet koesteren, tenzij hij denkt dat jij hem hier weg kunt krijgen. En zelfs dan is het nog best mogelijk dat hij je leugens voorschotelt.'
Charlie kreeg ineens een heel andere kijk op Vernon. Hij mocht er dan piekfijn uitzien, maar hij scheen donders goed te weten wat er in zijn gevangenis omging. Vernon overhandigde hem de formulieren en Charlie keek ze snel door. Niets bijzonders.
'Enig idee wie hem er volgens hem heeft ingeluisd?' vroeg hij.
'Momentje,' zei Vernon terwijl hij zijn vinger opstak. 'Dat zal ik even voor je navragen.' Hij liep naar de telefoon op zijn bureau, toetste een nummer in en wachtte tot hij iemand aan de lijn kreeg. Hij stelde de vraag, luisterde en bedankte de persoon met wie hij had gesproken.
Voorzover wij hebben gehoord, zegt hij dat het een vent was, die Otis Timson heet.'
Charlie wist niet of hij moest lachen of huilen.
Natuurlijk gaf Earl Otis de schuld.
Dat maakte één aspect van wat hem te doen stond een stuk gemakkelijker.
Maar de rest werd er plotseling veel moeilijker door.
Afgezien van het feit dat hij een oog had verloren, scheen het
gevangenisleven Earl Getlin minder goed te doen dan de meeste
mensen. Hier en daar leken er happen uit zijn haar te zijn geknipt,
dat op sommige plekken juist weer langer was, alsof hijzelf het met
behulp van een roestige schaar had bewerkt, en zijn huid had een
vaalbleke tint gekregen. Hij was altijd al vrij mager geweest, maar
nu was hij nog meer afgevallen en Charlie kon de botten onder de
huid van zijn handen tellen.
Maar wat hem het meest opviel, was het ooglapje. Zwart, alsof hij een piraat was, of zo'n slechterik uit een oude oorlogsfilm.
Earl was op de gebruikelijke manier geketend: zijn polsen werden door handboeien bij elkaar gehouden en met een ketting aan enkelboeien vastgemaakt. Hij kwam de kamer binnenschuifelen, bleef even staan toen hij Charlie zag en liep toen verder naar zijn stoel. Hij kwam tegenover hem te zitten, met een houten tafel tussen hen in.
Nadat hij even een woord met Charlie had gewisseld, liep de bewaker rustig achteruit de kamer uit.
Earl keek hem met zijn goede oog strak aan. Het leek alsof hij op die blik had geoefend, omdat hij wist dat de meeste mensen zich daardoor gedwongen voelden hun ogen af te wenden. Charlie deed net alsof hij het ooglapje niet zag.
‘Wat moet jij hier?' gromde Earl. Zijn lichaam mocht dan verzwakt lijken, zijn stem klonk nog even geprikkeld. Hij had een tik gekregen, maar hij was niet van plan de strijd op te geven. Charlie zou hem goed in de gaten moeten houden als hij weer vrij kwam.
'Ik wil even met je praten,' zei Charlie.
‘Waarover?'
'Over Otis Timson.'
Earl verstijfde toen hij die naam hoorde. 'Wat is er met Otis?' vroeg hij argwanend.
'Ik wil weten wat er gezegd is bij een gesprek dat je een paar jaar geleden met hem had. Je zat op hem te wachten in de Rebel en Otis kwam samen met zijn broers bij je aan tafel zitten. Kun je je dat nog herinneren?'
Kennelijk had Earl iets heel anders verwacht. Het duurde even voordat hij Charlies opmerking verwerkt had en toen knipperde hij met zijn oog.
'Help me eens even mijn geheugen op te frissen,' zei hij. 'Dat is al een tijd geleden.'
'Het ging over Missy Ryan. Weet je het nu weer?'
Earl hield zijn hoofd iets achterover en sloeg zijn oog neer. Hij keek eerst naar links en toen naar rechts.
'Dat hangt ervan af.'
"Waarvan af?' vroeg Charlie onschuldig.
'Of ik er zelf iets mee opschiet.'
‘Wat wil je dan?'
'Hou op, sheriff... doe niet zo stom. Je weet best wat ik wil.'
Dat hoefde hij inderdaad niet te zeggen. Ze wisten allebei wat hij bedoelde.
'Ik kan je niets beloven tot ik heb gehoord wat je te vertellen hebt.'
Earl leunde achterover in zijn stoel en hing de koele kikker uit. 'Dan lijkt het erop dat we niet verder komen, hè?'
Charlie keek hem aan. 'Dat zou kunnen,' zei hij. 'Maar ik heb zo'n idee dat je uiteindelijk toch wel over de brug komt.'
‘Waarom denk je dat?'
'Omdat Otis je erin heeft geluisd. Zo is het toch? Als jij me vertelt wat er destijds gezegd is, luister ik daarna wel naar jouw versie van wat er verder is gebeurd. En ik beloof je dat ik jouw verhaal zal controleren zodra ik terug ben in de stad. Als Otis je erin heeft geluisd, dan komen we daar wel achter. En misschien draait het er wel op uit dat jullie gewoon van plaats verwisselen.'
Meer had Earl niet nodig om zijn mond open te doen.
'Hij kreeg geld van me,' zei Earl. 'Maar ik zat een beetje krap,
snap je?'
'Hoeveel kwam je tekort?' vroeg Charlie.
Earl snoof. 'Een paar duizend.'
Charlie wist dat het om iets onwettigs ging, waarschijnlijk drugshandel. Maar hij knikte gewoon, alsof hij dat allang wist en zich daar niet druk over maakte.
'Toen kwamen de Timsons binnen. Het hele stel. En ze begonnen met te zeggen dat ik moest betalen, dat zij anders een figuur sloegen en dat ze me niet konden blijven onderhouden. En ik bleef maar zeggen dat ze het geld zouden krijgen zodra ik het had. Tijdens al dat gedonder had Otis zich koest gehouden, je weet wel, alsof hij echt luisterde naar wat ik te zeggen had. Hij zat een beetje koel rond te kijken, maar hij was de enige die zich iets scheen aan te trekken van wat ik zei. Dus ik begon hem de toestand zo'n beetje uit te leggen en hij zat maar wat te knikken terwijl de anderen zich koest hielden. Toen ik klaar was met mijn verhaal wachtte ik tot hij iets zou zeggen, maar hij bleef nog een hele tijd zijn mond houden. Daarna boog hij zich voorover en zei dat als ik niet betaalde met mij hetzelfde zou gebeuren als Missy Ryan was overkomen. Behalve dat ze dan nog een keer over me heen zouden rijden.'
Bingo.
Dus Sims sprak de waarheid. Interessant.
Maar op Charlies gezicht stond niets te lezen.
Hij wist dat dit hoe dan ook het gemakkelijkste deel was geweest. Hij had er eigenlijk nooit aan getwijfeld dat hij hem aan het praten zou krijgen. Maar hij wist dat het moeilijkste nog kwam.
"Wanneer is dit gebeurd?'
Daar moest Earl even over nadenken. 'In januari, denk ik. Het was koud buiten.'
'Dus je zat daar tegenover hem en toen kreeg je dat van hem te horen. Hoe heb je daarop gereageerd?'
'Ik wist niet wat ik ervan moest denken. Ik weet zeker dat ik niks heb gezegd.'
'Geloofde je hem?'
'Natuurlijk.' Heftig knikkend, alsof hij dat nog eens extra wilde benadrukken.
Te heftig?
Charlie keek op zijn handen neer en bestudeerde zijn nagels. "Waarom?'
Earl boog zich voorover, waardoor de ketting rammelend tegen de tafel stootte. "Waarom zou hij dat anders zeggen? En trouwens, je weet best wat voor soort vent hij is. Hij zou zoiets doen zonder zelfs maar met zijn ogen te knipperen.'
Misschien. Misschien ook niet.
'Goed, voor de tweede keer: waarom denk je dat?'
'Jij bent de sheriff... vertel jij mij dat maar.'
"Wat ik denk, is niet belangrijk. Het gaat om wat jij denkt.'
'Ik heb je al verteld wat ik dacht.'
'Jij geloofde hem.'
'Ja,' zei hij.
'En je dacht echt dat hij hetzelfde met jou zou doen?'
'Dat heeft hij toch gezegd? Of niet soms?'
'Dus je was echt bang?'
'Ja,' snauwde hij.
Begon hij ongeduldig te worden?
"Wanneer ben je gearresteerd? Voor die autodiefstal, bedoel ik.'
Earl raakte even van zijn stuk toen hij plotseling over iets anders begon.
'Eind juni.'
Charlie knikte alsof dat ergens op sloeg, alsof hij dat van te voren al had gecontroleerd. "Wat drink je het liefst? Als je niet in de gevangenis zit, bedoel ik.'
‘Wat maakt dat nou uit?'
'Bier, wijn of sterke drank? Daar ben ik gewoon nieuwsgierig naar.'
Voornamelijk bier.'
'Had je die avond ook gedronken?'
'Een paar biertjes. Niet genoeg om dronken te worden.'
Voordat je daar naartoe ging? Misschien was je toch een beetje aangeschoten...'
Earl schudde zijn hoofd. 'Nee, die heb ik daar gedronken.'
'Hoe lang heb je met de Timsons aan die tafel gezeten?'
‘Wat bedoel je?'
‘Dat lijkt me toch een gemakkelijke vraag. Heb je daar vijf minuten gezeten? Tien? Een halfuur?'
'Dat weet ik niet meer.'
'Maar lang genoeg om een paar biertjes achterover te slaan.'
'Terwijl je toch bang was.'
Hij begreep eindelijk waar Charlie naartoe wilde. Charlie zat geduldig te wachten, met een uitdrukkingsloos gezicht.
'Ja,' zei Earl. *Bij dat soort mensen loop je niet zomaar weg.'
'O,' zei Charlie. Hij scheen het antwoord te accepteren en wreef met zijn vingers over zijn kin. 'Goed... ik wil even zeker weten dat ik je goed heb begrepen. Otis heeft tegen jou gezegd... of liever, hij suggereerde dat zij Missy hebben vermoord en jij dacht dat ze met jou hetzelfde zouden doen, omdat jij hun zoveel geld schuldig was. Tot zo ver klopt het toch, hè?'
Earl knikte behoedzaam. Charlie deed hem denken aan die .verdomde aanklager die hem achter slot en grendel had laten zetten.
'En jij wist meteen waar ze het over hadden, hè? Dat met Missy, bedoel ik. Je wist dat ze dood was, hè?'
'Dat wist iedereen.'
'Had je het in de krant gelezen?'
'Jawel.'
Charlie spreidde zijn handen. "Waarom heb je dat dan niet aan de politie verteld?'
‘Wel ja,' zei hij spottend. 'Alsof jullie me geloofd hadden.'
'Maar nu moeten we je wel geloven.'
'Hij heeft het echt gezegd. Ik was er zelf bij. Hij zei dat hij Missy had vermoord.'
"Ben je bereid om dat voor de rechtbank te herhalen?'
'Dat hangt af van wat ik ervoor terugkrijg.'
Charlie schraapte zijn keel. 'Goed, laten we maar eens even terugschakelen. Jij werd op heterdaad betrapt met een gestolen auto, hè?'
Earl knikte opnieuw.
'En Otis heeft ervoor gezorgd - dat zeg jij, tenminste - dat je betrapt werd.'
'Ja. We hadden met elkaar afgesproken bij de oude Falls Mill, maar ze kwamen niet opdagen. Daardoor was ik de pineut.'
Charlie knikte. Dat had hij bij het proces ook al gehoord.
‘Was je hem nog steeds geld schuldig?'
'Ja'
'Hoeveel?'
Earl ging even verzitten. 'Een paar duizend.'
'Net zoveel als hij eerder ook al van je kreeg?'
'Ongeveer hetzelfde bedrag.'
‘Was je nog steeds bang dat ze je zouden vermoorden? Zes maanden later?'
'Ik kon nergens anders aan denken.'
'En je was hier nooit terechtgekomen, als het niet aan hem had gelegen, hè?'
'Dat heb ik je al verteld.'
Charlie boog zich voorover. Waarom,' vroeg hij, 'heb je dan niet eens geprobeerd om met behulp van die inlichtingen een lichtere straf te versieren? Of Otis achter de tralies te krijgen? En waarom heb je al die tijd dat je hier hebt lopen klagen dat Otis je erin geluisd heeft dan nooit verteld dat hij Missy Ryan had vermoord?'
Earl snoof opnieuw en richtte zijn blik op de muur.
'Dat had toch niemand geloofd,' antwoordde hij ten slotte.
Dat zou me niets verbazen.
In de auto liet Charlie de inlichtingen in gedachten nog een keer
passeren.
Sims had de waarheid gesproken over wat hij had gehoord. Maar Sims stond bekend als alcoholist en had die avond zitten drinken.
Hij had de woorden wel verstaan, maar had hij ook gehoord op welke toon ze werden uitgesproken?
Had Otis een grapje gemaakt? Of had hij het echt gemeend?
Of had hij gelogen?'
En waar hadden de Timsons en Earl een halfuur lang over zitten praten?
Op dat soort vragen was Earl eigenlijk het antwoord schuldig gebleven. Bovendien leek het erop alsof hij zich het hele gesprek pas herinnerde toen Charlie erover was begonnen en daarna bleef er van zijn verhaal niet veel over. Hij dacht dat ze hem zouden vermoorden, maar hij was gewoon blijven zitten om nog een paar biertjes te drinken. Hij was maandenlang doodsbang geweest, maar niet bang genoeg om het geld dat hij hun schuldig was bij elkaar te schrapen, ook al jatte hij auto's en had hij dat bedrag best bij elkaar kunnen krijgen. Hij had niets gezegd toen hij gearresteerd werd. Hij verweet Otis dat hij hem erin had geluisd en vertelde dat in de gevangenis aan iedereen die het horen wilde, maar hij hield zijn mond over het feit dat Otis iemand had vermoord. Hij was een oog kwijtgeraakt, maar hij had er met geen woord over gerept. De beloning had hem niet kunnen verleiden.
Een zuipende alcoholist die met inlichtingen op de proppen kwam om zichzelf vrij te kopen. Een haatdragende bajesklant, die zich plotseling herinnerde dat hij over vitale inlichtingen beschikte, maar met een verhaal kwam dat vol gaten zat.
Een strafpleiter die zijn zaakjes voor elkaar had, zou gehakt maken van zowel Sims Addison als Earl Getlin. En Thurman Jones was goed. Heel goed.
Charlie had vanaf het moment dat hij weer in de auto was gestapt constant zitten fronsen.
Het beviel hem niet.
Helemaal niet.
Maar het stond vast dat Otis inderdaad had gezegd 'dan gebeurt met jou hetzelfde als Missy Ryan is overkomen'. Twee mensen hadden hem dat horen zeggen en dat betekende wel iets. Misschien zelfs wel genoeg om hem nog een tijdje vast te houden. In ieder geval voorlopig. Maar was het voldoende voor een officiële aanklacht? En wat nog belangrijker was, kon je dat allemaal echt als het bewijs beschouwen dat Otis de dader was?