15
'Ik begrijp niet waarom ik nog steeds niet de gelegenheid heb gekregen om hem te leren kennen.'
Maureen en Sarah waren in de supermarkt en liepen door de paden om hun karretje vol te laden met alles wat ze nodig hadden. Sarah kreeg de indruk dat haar moeder van plan was enkele tientallen mensen op z'n minst een week lang vol te stoppen.
'Die kans krijg je, mam, over een paar dagen. Ik heb toch gezegd dat hij samen met Jonah bij ons komt eten.'
"Maar zou hij zich niet beter op zijn gemak voelen als hij voor die tijd langs zou komen? Zodat we elkaar tenminste vooraf een beetje beter leren kennen?'
'Je zult meer dan genoeg gelegenheid krijgen om hem te leren kennen, mam. Je weet hoe dat gaat met Thanksgiving.'
'Maar met zoveel mensen om ons heen kan ik hem niet zoveel aandacht schenken als ik graag zou willen.'
'Daar zal hij best begrip voor hebben, dat weet ik zeker.'
'En heb je niet gezegd dat hij alweer vroeg weg moest?'
'Hij moet om vier uur aan het werk.'
'Op een feestdag?'
'Hij werkt op Thanksgiving Day om met de kerst vrij te zijn. Je weet toch dat hij sheriff is. Die kunnen niet allemaal tegelijk vrij krijgen.'
'Maar wie past er dan op Jonah?'
'Ik. Ik denk dat ik hem terugbreng naar hun eigen huis. Je weet hoe pap is... die zal om zes uur waarschijnlijk al als een blok liggen te slapen en waarschijnlijk breng ik hem dan naar huis.'
'Al zo vroeg?'
'Maak je geen zorgen. We zijn er immers de hele middag.'
'Je hebt gelijk,' zei Maureen. 'Ik ben gewoon een beetje over m'n toeren door al dat gedoe.'
'Dat hoeft helemaal niet, mam. Het zal heus niet zo'n vaart lopen.'
'Komen er ook andere kinderen?' vroeg Jonah.
'Dat weet ik niet,' zei Miles. 'Maar dat zou best kunnen.'
'Jongens of meisjes?' 'Dat weet ik niet.'
'Maar... hoe oud zijn ze dan?'
Miles schudde zijn hoofd. 'Ik heb toch al gezegd dat ik het niet weet. Ik weet niet eens zeker of er wel andere kinderen bij zijn, om je de waarheid te zeggen. Ik ben het gewoon vergeten te vragen.'
Jonah fronste zijn voorhoofd. "Maar als ik het enige kind ben, wat moet ik dan doen?'
'Samen met mij naar de footballwedstrijd kijken?'
'Bah, wat saai.'
Miles stak zijn arm uit en trok zijn zoon over de voorbank naar zich toe tot hij tegen hem aan zat.
'Nou ja, ik moet werken dus we zijn er toch niet de hele dag. Maar we moeten echt wel een poosje blijven. Ik bedoel maar, ze zijn zo lief geweest om ons uit te nodigen en dan zou het niet beleefd zijn om meteen na het eten weer weg te gaan. Maar misschien kunnen we wel een eindje gaan wandelen of zo.'
'Met juf Andrews?'
'Als je graag wilt dat ze meegaat.'
'Oké.' Hij zweeg even terwijl hij opzij uit het raampje keek. Ze reden langs een dennenbosje. 'Pap... denk je dat we kalkoen krijgen?'
'Dat weet ik wel bijna zeker. Hoezo?'
'Zal die ook weer zo raar smaken? Net als vorig jaar?'
‘Wou je soms beweren dat ik niet lekker genoeg kan koken?'
'Het smaakte echt raar.'
'Niet waar.'
'Ik vond van wel.'
'Misschien kunnen zij beter koken dan ik.'
'Ik hoop van wel.'
'Moet je mij hebben?'
Jonah grinnikte. Wel een beetje. En het smaakte echt raar, hoor.'
Miles en Jonah stopten voor een uit rode baksteen opgetrokken huis
met twee verdiepingen en parkeerden de auto vlak bij de brievenbus.
Aan het grasveld was duidelijk te zien dat hier iemand woonde die
van tuinieren hield. Langs het pad stonden viooltjes, om de voet
van de bomen was turfmolm gestrooid en alleen de bladeren die er de
vorige avond afgevallen waren, lagen op de grond. Sarah schoof het
gordijn opzij en stond binnen naar hen te zwaaien. Even later deed
ze de voordeur open.
'Sjonge, wat zie je er fantastisch uit,' zei ze.
Miles tastte even afwezig naar zijn stropdas. "Bedankt.'
'Ik had het eigenlijk tegen Jonah,' zei ze met een knipoogje en Jonah wierp zijn vader een triomfantelijke blik toe. Hij droeg een donkerblauwe broek en een wit overhemd en hij zag er zo netjes uit dat het leek alsof hij rechtstreeks uit de kerk kwam. Hij sloeg even zijn armen om Sarah heen.
Sarah toverde een doos met Matchbox-autootjes achter haar rug vandaan en gaf die aan Jonah.
'Voor wie is dat?' vroeg hij.
'Ik wilde gewoon dat je iets zou hebben om mee te spelen als je hier bent,' zei ze. 'Vind je ze leuk?'
Hij keek met grote ogen naar de doos. 'Fantastisch! Pap... kijk.' Hij hield de doos omhoog.
'Ik zie het. Heb je al dankjewel gezegd?'
'Dank u wel, juf Andrews.'
'Graag gedaan.'
Toen Miles naar haar toe kwam, richtte Sarah zich weer op en begroette hem met een kus. 'Ik maakte maar een grapje, hoor. Jij ziet er ook geweldig uit. Ik ben er niet aan gewend om jou 's middags al in een pak met stropdas te zien.' Ze streek even over zijn revers. 'Daar zou ik best verslaafd aan kunnen raken.'
'Dank je wel, juf Andrews,' zei hij net als zijn zoon. 'Je ziet er zelf ook best leuk uit.'
En dat was ook zo. Naarmate hij haar langer kende, begon hij haar steeds aantrekkelijker te vinden, wat ze ook aanhad.
'Zullen we dan maar naar binnen gaan?' vroeg ze.
'Als jij zover bent,' antwoordde Miles.
'En wat vind jij ervan, Jonah?'
'Zijn er ook nog andere kinderen?'
'Nee. Het spijt me. Alleen een stel grote mensen. Maar die zijn allemaal heel aardig en ze verheugen zich erop om kennis met je te maken.'
Hij knikte en zijn ogen dwaalden weer naar de doos. 'Mag ik die nu al openmaken?'
'Als je dat leuk vindt. Hij is van jou, dus je mag hem openmaken wanneer je wilt.'
'Mag ik er ook buiten mee spelen?'
'Natuurlijk,' zei Sarah. 'Daarom heb ik ze ook voor je gekocht...'
'Maar eerst,' viel Miles hen in de rede, 'ga je mee naar binnen om iedereen een hand te geven. En als je daarna buiten wilt gaan spelen, wil ik niet dat je je voor het eten vies maakt.'
'Oké,' gaf Jonah meteen toe en aan zijn gezicht te zien was hij er kennelijk van overtuigd dat hij schoon zou blijven. Maar Miles had geen enkele illusie. Een zevenjarig knulletje dat buiten op de grond gaat zitten spelen? Dat kon je schudden, maar hopelijk zou hij niet al te smerig worden.
'Vooruit dan maar,' zei Sarah. *We gaan naar binnen. Maar ik wil je voor één ding waarschuwen...'
'Het gaat toch niet weer over je moeder?'
Sarah lachte. 'Hoe wist je dat?'
'Maak je nou maar geen zorgen. Ik zal me keurig gedragen en Jonah ook, hè?'
Jonah knikte zonder hen aan te kijken.
Sarah pakte Miles bij zijn hand en fluisterde hem in zijn oor: 'Ik maakte me ook helemaal niet druk over jullie beiden.'
'Daar zijn jullie dan!' riep Maureen terwijl ze de keuken uit
kwam.
Sarah stootte Miles even aan. Miles volgde haar blik en zag tot zijn verbazing dat Maureen er heel anders uitzag dan haar dochter. Terwijl Sarah blond was, kon je aan het vergrijsde haar van Maureen nog duidelijk zien dat ze vroeger zwart haar had gehad. Sarah was lang en slank, maar haar moeder had een veel gevulder figuur. Bovendien leek Sarah te glijden als ze liep, terwijl Maureen de indruk maakte dat ze stuiterde. Ze droeg een wit schort over haar blauwe japon en ze kwam met uitgestoken handen op hen toe, alsof ze een stel oude vrienden begroette. 'Ik heb al zoveel over jullie allebei gehoord.'
Maureen trakteerde Miles op een stevige omhelzing en deed hetzelfde met Jonah nog voor Sarah hen officieel had kunnen voorstellen. 'Ik ben zo blij dat jullie konden komen! We hebben een huis vol mensen, dat zien jullie zelf ook wel, maar jullie tweetjes zijn de eregasten.' Ze leek helemaal hoteldebotel.
‘Wat betekent dat?' vroeg Jonah.
'Het betekent dat iedereen op jullie zit te wachten.'
'Echt waar?'
'Jawel, meneertje!'
"Maar ze kennen me niet eens,' zei Jonah onnozel terwijl hij om zich heen keek in de kamer en al die vreemde ogen op zich gericht voelde. Miles legde geruststellend zijn hand op zijn schouder.
'Ik vind het leuk om je te leren kennen, Maureen. En nog bedankt voor de uitnodiging.'
'O, maar het genoegen is geheel aan mijn kant.' Ze giechelde. We zijn gewoon blij dat jullie konden komen. En ik weet dat Sarah ook blij was.'
'Mam...'
'Jawel, dat was je wel. Dat hoef je echt niet te ontkennen.' Ze richtte haar aandacht weer op Miles en Jonah en bleef nog een paar minuten langer doorpraten en giechelen. Toen ze eindelijk klaar was, begon ze hen voor te stellen aan de grootouders en aan de rest van Sarahs familieleden, in totaal een stuk of tien mensen. Miles schudde handen, Jonah volgde zijn voorbeeld en Sarah kromp iedere keer in elkaar dat Maureen Miles voorstelde. 'Dit is Sarahs vriend,' zei ze dan, maar op een toon — een soort mengeling van trots en moederlijke goedkeuring — die er geen twijfel over liet bestaan wat ze werkelijk bedoelde. Toen dat achter de rug was, leek Maureen bijna uitgeput van alle inspanningen. Ze richtte haar aandacht weer op Miles. 'Goed, wat kan ik je te drinken aanbieden?'
‘Wat dacht je van een biertje?'
'Dat komt eraan. En jij, Jonah? We hebben gemberbier of Seven-up.'
'Gemberbier.'
'Ik ga wel even met je mee, mam,' zei Sarah terwijl ze haar moeders arm pakte. 'Ik geloof dat ik ook wel iets wil drinken.'
Onderweg naar de keuken liep haar moeder te stralen. 'O Sarah... ik ben zo gelukkig voor je.'
'Dank je wel.'
'Hij lijkt me echt fantastisch. En hij lacht zo leuk. Hij ziet eruit als iemand die je voor honderd procent kunt vertrouwen.'
'Ik weet het.'
'En dat joch van hem is een schat.'
'Ja, moeder...'
‘Waar is pap?' vroeg Sarah een paar minuten later. Haar moeder was
eindelijk weer zover gekalmeerd dat ze haar aandacht op het eten
kon richten.
'Ik heb hem samen met Brian een paar minuten geleden naar de supermarkt gestuurd,' antwoordde Maureen. 'Er moesten nog een paar broodjes komen en een fles wijn. Ik wist niet zeker of we wel genoeg zouden hebben.'
Sarah deed de oven open en controleerde de kalkoen. De geur trok door de hele keuken.
'Dus Brian is eindelijk opgestaan?'
'Hij was moe. Hij kwam pas na middernacht thuis. Hij had woensdagmiddag nog een tentamen, dus hij kon niet eerder weg.'
Op hetzelfde moment ging de achterdeur open en Larry en Brian stapten naar binnen met een paar tassen in hun armen die ze op het aanrecht zetten. Brian, die er magerder en op de een of andere manier ouder uitzag dan bij zijn vertrek in augustus, zag Sarah staan en ze omhelsden elkaar.
'Hoe gaat het met de studie? Ik heb het gevoel dat ik je in geen eeuwen heb gesproken.'
'Het gaat. Je weet wel wat ik bedoel. Hoe bevalt je baan?'
'Prima. Ik heb het naar m'n zin.' Ze keek over Brians schouder. 'Hoi, pap.'
'Ha, die lieverd van me,' zei Larry. *Wat ruikt het hier lekker.'
Terwijl ze de boodschappen opruimden, bleven ze nog even met elkaar staan praten, tot Sarah ten slotte zei dat ze hen graag aan iemand wilde voorstellen.
'Ja, mam zei al dat je kennis aan iemand had.' Brian wiebelde geheimzinnig met zijn wenkbrauwen. 'Dat doet me genoegen. Is het een aardige vent?'
'Volgens mij wel.'
'Is het serieus?'
Sarah zag onwillekeurig dat haar moeder ophield met aardappels schillen en leek te wachten tot ze antwoord zou geven.
'Dat weet ik nog niet,' zei ze ontwijkend. 'Zal ik hem aan je voorstellen?'
Brian haalde zijn schouders op. 'Mij best.'
Ze stak haar hand uit en raakte even zijn arm aan. 'Maak je geen zorgen, je vindt hem vast aardig.' Brian knikte. 'Kom je ook, pap?'
'Straks. Je moeder wil dat ik een paar van de extra dienschalen opduikel. Die staan ergens in de kelder in een doos.'
Sarah en Brian liepen de keuken uit en gingen naar de zitkamer, maar ze zag geen spoor van Miles of Jonah. Haar grootmoeder zei dat Miles even naar buiten was gegaan, maar toen ze de voordeur uit liep, zag ze hem nog steeds niet.
'Dan zal hij wel in de achtertuin zijn...'
Toen ze om het huis heen liepen, kreeg Sarah hen eindelijk in de gaten. Jonah had een hoopje zand gevonden en liet de Matchbox-autootjes over denkbeeldige wegen rijden.
°Wat doet die vent eigenlijk? Is hij ook onderwijzer?'
‘Nee, maar zo heb ik hem wel leren kennen. Zijn zoontje zit bij mij in de klas. Hij is hulpsheriff, om precies te zijn. Hé, Miles!' riep ze. 'Jonah!' Toen ze zich omdraaiden, gaf Sarah een hoofdknikje in de richting van haar broer. 'Hier is iemand aan wie ik jullie graag wil voorstellen.'
Toen Jonah van de grond opstond, zag Sarah dat hij bruine knieën in zijn broek had. Samen met Miles kwam hij naar hen toe lopen.
'Dit is mijn broer Brian. En Brian, dit is Miles en dat is zijn zoon Jonah.'
Miles stak zijn hand uit. 'Hallo. Miles Ryan. Aangenaam kennis te maken.'
Brian drukte hem stijf de hand. 'Leuk u te ontmoeten.'
'Ik heb gehoord dat je studeert.'
Brian knikte. 'Ja, meneer.'
Sarah lachte. 'Je hoeft niet zo beleefd te doen. Hij is maar een paar jaar ouder dan ik.' Brian glimlachte flauw maar hij zei niets en Jonah keek naar hem op. Brian deed een stapje achteruit, alsof hij niet goed wist wat hij tegen zo'n jong kind moest zeggen.
'Hoi,' zei Jonah.
'Hoi,' antwoordde Brian.
Den jij de broer van juf Andrews?'
Brian knikte.
'Ik zit bij haar in de klas.'
'Dat weet ik. Dat heeft ze me al verteld.'
'O...' Jonah keek plotseling verveeld en begon te prutsen aan de autootjes die hij in zijn handen had. Een tijdje zei geen van hen iets.
'Ik probeerde echt niet je familie te ontlopen,' zei Miles een paar
minuten later. 'Jonah vroeg of ik even met hem mee naar buiten
wilde komen om te zien of hij volgens mij hier wel mocht spelen. Ik
vond dat het wel kon... ik hoop dat dat in orde is.'
'Prima, hoor,' zei Sarah. 'Als hij zich maar amuseert.'
Terwijl zij met hun vieren stonden te praten, was Larry de hoek omgekomen en vroeg aan Brian om in de garage te gaan kijken of hij die dekschalen ergens zag, want hij had ze niet kunnen vinden. Brian slenterde die kant op en verdween uit het zicht.
Larry was ook vrij ingetogen, maar op een wat bedachtzamere manier dan Brian. Hij leek Miles aandachtig te bestuderen, alsof hij uit zijn gelaatsuitdrukking meer zou kunnen opmaken dan uit de woorden die Miles gebruikte terwijl ze zich aan elkaar voorstelden. Dat gevoel ging al snel voorbij toen ze onderwerpen vonden waarvoor ze allebei belangstelling hadden, zoals de komende American footballwedstrijd tussen de Dallas Cowboys en de Miami Dolphins. Binnen een paar minuten stonden ze gezellig met elkaar te praten. Larry liep uiteindelijk terug naar het huis en liet Sarah alleen achter met Miles en Jonah. Jonah ging weer terug naar zijn zandhoop.
'Je vader is wel een type. Toen we kennis met elkaar maakten, had ik het rare gevoel dat hij probeerde uit te vissen of we al met elkaar naar bed waren geweest.'
Sarah schoot in de lach. 'Dat was waarschijnlijk ook zo. Ik ben zijn kleine meid, zie je.'
'Ja, dat weet ik. Hoe lang is hij al met je moeder getrouwd?'
'Bijna vijfendertig jaar.'
'Dat is een hele tijd.'
'Af en toe heb ik het gevoel dat hij het verdient om heilig verklaard te worden.'
‘Nou, nou... wees niet zo hard voor je moeder. Ik vond haar ook aardig.'
Volgens mij was dat wederzijds. Ik dacht zelfs even dat ze zou aanbieden om je te adopteren.'
'Je hebt zelf al gezegd dat ze alleen maar wil dat je gelukkig wordt.'
'Zeg dat niet tegen haar, want dan laat ze je nooit meer gaan. Ze heeft iemand nodig om voor te zorgen, nu Brian is gaan studeren. O, tussen twee haakjes... je moet die verlegenheid van Brian niet persoonlijk opvatten. Hij is ontzettend gereserveerd tegenover nieuwe mensen. Als hij je wat beter heeft leren kennen, kruipt hij wel uit zijn schulp.'
Miles schudde zijn hoofd en wuifde haar bezorgdheid weg. 'Hij deed het prima. Bovendien deed hij me denken aan hoe ik zelf op die leeftijd was. Je kunt me geloven of niet, maar af en toe zit ik ook om woorden verlegen.'
Sarah zette grote ogen op. 'Nee... echt waar? Goh, en ik maar denken dat je de snelste babbel had die ik ooit heb gehoord. Per slot van rekening heb je me min of meer overdonderd.'
"Vind je nou echt dat zo'n sarcastisch toontje past bij een dag als vandaag? Een dag waarop je bij je familie hoort te zijn en de hemel moet danken voor al je zegeningen?'
'Ja, natuurlijk.'
Hij sloeg zijn armen om haar heen. 'Nou, mag ik dan ter verdediging aanvoeren dat mijn aanpak op de een of andere manier toch succes heeft gehad?'
Ze zuchtte. 'Ik denk het wel.'
'Denk je dat?'
‘Wat wil je eigenlijk? Een medaille?'
'Om te beginnen. Een trofee zou ook wel leuk zijn.'
Ze lachte. 'Wat heb je volgens jou dan in je armen?'
De rest van de middag ging voorbij zonder dat er iets bijzonders
gebeurde. Nadat de tafel was afgeruimd ging een deel van de familie
naar de wedstrijd kijken, terwijl de anderen naar de keuken gingen
om te helpen met het wegzetten van de enorme hoeveelheden eten die
waren overgebleven. De middag sukkelde rustig voorbij en nadat hij
twee stukken taart had weggewerkt scheen zelfs Jonah zich op zijn
gemak te voelen. Larry en Miles zaten over New Bern te praten,
waarbij Larry Miles het hemd van het lijf vroeg over de historie
van de stad. Sarah liep heen en weer tussen de keuken, waar haar
moeder haar (keer op keer) vertelde dat Miles zo'n fantastische
jongeman leek, en de huiskamer om ervoor te zorgen dat Miles en
Jonah niet het gevoel kregen dat ze hen aan hun lot overliet. Brian
was braaf en stond de meeste tijd in de keuken om het serviesgoed
dat zijn moeder bij het diner had gebruikt af te wassen en te
drogen.
Een halfuur voordat Miles naar huis moest om zijn uniform aan te trekken gingen Miles, Sarah en Jonah een eindje wandelen, precies zoals Miles had beloofd. Ze liepen de straat uit en het bos in dat achter de nieuwe wijk lag. Jonah greep Sarahs hand vast en sleepte haar lachend mee door het bos en terwijl hij toekeek hoe zij tussen de bomen door slingerden, begon het langzaam tot Miles door te dringen waar dit toe zou kunnen leiden. Hij wist weliswaar dat hij van Sarah hield, maar hij was toch ontroerd geweest dat ze haar familie met hem had willen delen. Hij had genoten van het gevoel om erbij te horen, de feestelijke sfeer en de nonchalante manier waarop haar familieleden met hem waren omgesprongen en hij hoopte absoluut dat het niet bij deze ene keer zou blijven.
Dat was het moment waarop hij voor het eerst overwoog om Sarah te vragen of ze met hem wilde trouwen en zodra dat idee bij hem was opgekomen, bleef het hardnekkig door zijn hoofd spelen.
Voor hem stonden Sarah en Jonah om de beurt steentjes in een beekje te gooien. Daarna sprong Jonah erover heen en Sarah volgde zijn voorbeeld.
'Kom op!' riep ze. We gaan op onderzoek uit!'
'Ja, pap, schiet op!'
'Ik kom eraan... wacht maar niet op me; ik haal jullie wel in.'
Maar daar maakte hij geen haast mee. In plaats daarvan liep hij verzonken in gedachten door, terwijl zij steeds verder vooruit holden en uiteindelijk achter een dichte groep bomen verdwenen. Miles propte zijn handen in zijn zakken.
Trouwen.
Hun relatie was natuurlijk nog heel vers en hij was echt niet van plan om hier ter plekke op zijn knieën te vallen en haar ten huwelijk te vragen. Maar tegelijkertijd wist hij plotseling heel zeker dat het daar uiteindelijk wel van zou komen. Ze was de juiste voor hem, daar was hij van overtuigd. En ze was fantastisch met Jonah. Jonah hield kennelijk van haar en dat was ook heel belangrijk, want als Jonah haar niet aardig had gevonden, zou hij geen moment nadenken over wat een toekomst met Sarah hem te bieden had.
En zo werd er vanbinnen een knop omgezet en viel alles keurig op zijn plaats. Hoewel hij zich dat nauwelijks realiseerde, was het geen kwestie van 'als' meer, maar van 'wanneer'.
Toen hij zijn besluit had genomen, ontspande hij onbewust. Hij sprong over de beek en zag Sarah en Jonah nergens meer, maar hij liep verder in de richting waarin hij hen weg had zien lopen. Een minuut later kreeg hij het stel weer in het oog en terwijl hij snel naar hen toe liep, drong het tot hem door dat hij zich in jaren niet zo gelukkig had gevoeld.
Tussen Thanksgiving Day en half december groeiden Miles en Sarah
nog meer naar elkaar toe, niet alleen als minnaars maar ook als
vrienden. Het ging uitstekend met hun relatie die steeds inniger en
vaster werd.
Miles begon ook af en toe een opmerking te laten vallen over een eventuele toekomst samen. Sarah begreep heel goed wat hij daarmee bedoelde en deed er op haar beurt zelfs aan mee. Onbelangrijke dingetjes... Als ze bijvoorbeeld in bed lagen, merkte hij op dat de muren eigenlijk geschilderd moesten worden. En dan antwoordde Sarah dat lichtgeel wel een vrolijke kleur zou zijn. Vervolgens gingen ze samen de kleur uitzoeken. Of Miles maakte een opmerking over de tuin die wel wat kleuriger zou mogen zijn, waarop zij vertelde dat ze altijd dol was geweest op camelia's en dat ze die er vast in zou zetten als zij hier woonde. Het weekend daarna zette Miles vijf van dat soort struiken langs de voorkant van het huis.
Het dossier bleef in de kast liggen en voor het eerst sinds tijden leek er voor Miles meer leven in het heden te zitten dan in het verleden. Maar wat Sarah en Miles geen van beiden konden weten was dat er, ook al waren zij inmiddels zover dat ze een punt achter het verleden konden zetten, gebeurtenissen op komst waren die dat onmogelijk zouden maken.