Hoofdstuk 11
Haramis werd wakker. Zonlicht stroomde haar kamer binnen en over haar heen, wat raar was, omdat daar geen raam zat. Maar nu wel. O ja, dat klopt, het zonlicht viel altijd zo binnen: ik weet nog dat ik met de stofdeeltjes speelde toen ik klein was. Haar lichaam voelde vreemd aan, alsof ze verkeerd had gelegen; haar linkerarm en -been sliepen en wilden niet wakker worden. Sterker nog: ze leek ze niet te kunnen bewegen. Met moeite, omdat een heleboel spieren niet schenen te werken, keerde ze haar hoofd weg van de zon, en ze zag een jongen aan de rechterkant van haar bed zitten. Ik moet hem kennen, dacht ze, maar op dit ogenblik kon ze hem niet goed plaatsen.
'Waar is mijn moeder?' vroeg ze. 'Waar is Immu? Waar zijn mijn zusjes?' Ze merkte nauwelijks dat haar woorden er onduidelijk uit kwamen. De jongen leek er geen moeite mee te hebben om haar te begrijpen, maar hij werd bleek en slikte iets weg. 'Weet u waar u bent, Vrouwe?' 'De juiste aanspreekvorm is "prinses", niet "vrouwe"... weet je niet wie je voor je hebt?'
'Eh...' De jongen aarzelde even en flapte er toen uit: 'Wie denkt u dat u bent?'
'Ik weet dat ik prinses Haramis van Ruwenda ben, troonopvolgster,' zei ze vinnig. 'Wie ben jij en wat doe je hier als je niet eens weet wie ik ben?' Ze keek de kamer rond. Waarom was ze hier alleen met deze onwetende jongen? 'Wie heeft de gordijnen in mijn kamer veranderd? En waar is iedereen? Waar is Uzun?'
'Uzun is in de toren,' zei de jongen haastig. 'Hij is me vannacht in een droom verschenen en hij zei dat hij wist dat u ziek was en dat ik tegen u moest zeggen dat hij voor prinses Mikayla zou zorgen en haar les zou geven tot u voldoende hersteld bent om het zelf te doen.' 'Wie is Mikayla, en wie ben jij?'
'Mikayla is... Nou ja, Mikayla is een ver familielid van u. U was haar magie aan het onderwijzen voordat u ziek werd. Ik ben heer Fiolon van Var.'
'Ben je dan familie van mijn verloofde?' vroeg Haramis. Ben je met hem hierheen gekomen?'
'Prins Fiomak?' De jongen maakte nog steeds de indruk dat hij zich niet op zijn gemak voelde. 'Hij en ik zijn verre familie van elkaar, maar hij is hier nu niet.'
'Wanneer komt hij? Onze verloving zal binnenkort worden gevierd.' 'Ik weet het niet,' zei Fiolon. 'Maar ik kan hier beter niet blijven praten en u vermoeien; ik moest alleen het bericht van meester Uzun doorgeven. Rust u maar lekker uit, Vrouwe... Prinses, bedoel ik. Ik zal tegen de huishoudster zeggen dat u wakker bent.' Haramis trok een gezicht, wat vreemd aanvoelde. 'Immu zal me waarschijnlijk een van haar afgrijselijke drankjes willen toedienen. Hoe lang ben ik ziek geweest? En wat heb ik eigenlijk?' De jongen liep weg zonder haar te antwoorden; om precies te zijn vluchtte hij bijna de kamer uit.
Haramis zuchtte. Er was iets heel vreemds gaande. Maar ze was moe, heel moe... veel te moe om zich zorgen te maken. Ze viel weer in slaap, wat haar verbaasd zou hebben als ze in staat was geweest om verbaasd te zijn.
Mikayla teutte met haar ontbijt, dat ze in de studeerkamer at, zodat ze Uzun gezelschap kon houden. Ze voelde zich nog steeds vrij lusteloos, maar ze hield zichzelf voor dat iedereen moe zou zijn geworden van de gebeurtenissen van gisteren en afgelopen nacht. De gruwelijke pijn die ze had geleden door het verbreken van haar band met Fiolon was dan wel verdwenen toen de band was hersteld, maar haar lichaam was hem niet vergeten.
Ze voelde de bol op haar borst warm worden op het ogenblik dat Uzun scherp zei: 'Wat is dat voor lawaai?'
Mikayla viste de bol uit haar tuniek. Hij schudde hevig en rinkelde enorm voor zo'n klein ding. 'Dat moet Fiolon zijn die probeert om me te bereiken,' legde ze uit. 'We hebben deze kleine bollen gevonden in een ruïne die we aan het verkennen waren in het Zwartmoeras... Ze zijn ongeveer zo groot als mijn duimnagel,' voegde ze eraan toe toen ze bedacht dat Uzun niet kon zien. 'Haramis had u ten minste ogen moeten geven,' klaagde ze, boos ter wille van Uzun. De harp zweeg. Mikayla zuchtte en ging door met haar beschrijving. 'De bollen die Fiolon en ik hebben meegenomen hoorden bij elkaar, en ze zijn waarschijnlijk een middel waarmee de Verdwenen Wezens over lange afstanden communiceerden. Maar ik denk dat Fiolon en ik ze voor een grotere afstand gebruiken dan waarvoor ze oorspronkelijk waren bedoeld.' De bol schudde zo mogelijk nog heviger en zwaaide heen en weer aan zijn lint, hoewel Mikayla hem niet bewoog. 'Ik kan maar beter even zien wat Fiolon wil; ik geloof dat hij van streek is.' Ze keek in de bol en Fiolon keek haar aan.
'Ben je daar eindelijk, Mika?' zei hij. 'Je bent niet bepaald vlug met antwoorden!'
'Ik was aan het ontbijten,' zei Mikayla kalm. 'Wat is er aan de hand?' 'Is Uzun daar bij je?'
'Ik ben hier,' antwoordde Uzun. 'Is er iets met Haramis? Is ze achteruitgegaan?'
'Nou, ik heb de indruk dat ze zich Mika en mij niet herinnert, wat misschien een vooruitgang genoemd kan worden,' antwoordde Fiolon, 'maar toen ik haar vertelde dat ik uit Var kwam, vroeg ze of ik met haar verloofde mee was gekomen, en waar hij was, en waar haar moeder en haar zusjes en Immu waren... Immu was toch huishoudster toen Haramis klein was? De Immu die met prinses Anigel meeging toen die haar talisman ging zoeken?'
'Ja,' zei Uzun. 'Wil je beweren dat Haramis denkt dat ze nog een jong meisje is?'
'Dat lijkt er wel op,' zei Fiolon nerveus. 'Ze vroeg wie de gordijnen in haar kamer had veranderd, dus ik denk dat ze haar in de kamer hebben gelegd die ze als meisje had. En toen ik haar "vrouwe" noemde, zei ze dat ze met "prinses" aangesproken moest worden en dat ze troonopvolgster van Ruwenda was.' Hij slaakte een zucht. 'Ik heb haar uw boodschap doorgegeven, Meester Uzun, en toen heb ik gemaakt dat ik wegkwam voordat ik haar moest uitleggen dat de meeste mensen naar wie ze vroeg bijna tweehonderd jaar dood zijn.' 'Lieve help,' zei Mikayla. 'Wat een merkwaardige toestand. Weet ze niet dat ze Oertovenares is?' Ze dacht even na. Misschien ben ik er nu vanaf. Misschien hoef ik geen... 'Als ze niet meer weet wie ik ben, moet ik dan nog voor Oertovenares studeren?' 'Jazeker,' zeiden Uzun en Fiolon tegelijk.
'Nou, als ze mij is vergeten, kiest ze misschien iemand anders,' zei Mikayla hoopvol.
'Reken daar maar niet op,' zei Fiolon. 'Op dit moment weet ze nauwelijks hoe ze zelf heet.'
'En je was van plan om vandaag de betovering te zoeken die ze heeft gebruikt om me in een harp te veranderen,' bracht Uzun haar in herinnering.
'Ja, dat is waar,' zei Mikayla. Haramis is me misschien vergeten, maar ik laat Uzun niet alleen. Dat verdient hij niet. 'Nu weet ik het weer; we hebben het er gisteravond over gehad.' Ze telestuurde de vuile borden naar de keuken. 'Moet ik iets voor je doen, Fiolon?'
'Als je toch naar de bibliotheek gaat, kijk dan eens of je iets kunt vinden over attaques en geheugenverlies,' zei Fiolon. 'Ik zal kijken,' beloofde Mikayla. 'Maar ik geloof niet dat Haramis zich voor medicijnen interesseert. Maar nu ze toch een tijd weg is, ga ik in de toren snuffelen om te zien wat ik kan vinden... Er is hier vast een heleboel dat ze me nooit heeft laten zien.'
'Ik zal hier in de bibliotheek kijken, voor zover die nog bestaat,' zei Fiolon. 'Daar zijn we minstens vandaag de hele dag zoet mee.' 'Fio,' zei Mikayla langzaam, 'ze is echt ziek, hè?'
'Ja, maar maak je niet ongerust, Mika; de genezers zeggen dat ze na verloop van tijd bijna helemaal zal herstellen.' 'Hoeveel tijd?'
'Ik denk dat je op minstens een aantal maanden kunt rekenen,' zei Fiolon. 'De genezers laten zich er niet precies over uit, maar dat is de indruk die ik krijg.'
'Een aantal maanden,' herhaalde Mikayla, terwijl ze haar gezicht zorgvuldig in een ernstige plooi hield. Maar ze kon het wel uitzingen. Maanden! Een tijd zonder Haramis die haar op de vingers keek, haar bespioneerde, haar boze blikken toewierp onder het eten, wilde dat ze iets werd wat ze niet was en ook niet wilde zijn... 'Nou, als ze zover komt dat ze zich mijn bestaan herinnert, doe haar dan de groeten.' 'En geef haar liefs van mij,' zei Uzun vlug.
'Dat zal ik doen,' beloofde Fiolon. 'En ze weet tenminste nog wel wie u bent, Meester Uzun. Dat is toch een goed teken?' Hij zuchtte. 'Ik ga in de bibliotheek het stof laten opwaaien. Als je gehoest van je bol hoort komen, Mika, trekje er dan niets van aan.'
Mikayla giechelde. 'Goed. Succes met je onderzoek. Als ik iets vind, hoor je het wel.'
'Graag,' antwoordde Fiolon. 'Jij ook succes.' Zijn gezicht kromp toen hij de bol er niet meer voor hield, en toen hij hem wegstopte, weerkaatste Mikayla's bol alleen haar omgeving.
Mikayla stond op. 'Ik ga naar de bibliotheek, Uzun, maar tegen lunchtijd kom ik terug. Zolang we met z'n tweeën zijn, zal ik Enya al mijn maaltijden hier laten brengen... tenzij u vaker alleen wilt zijn?' 'Beslist niet!' zei Uzun nadrukkelijk. 'Voor één leven heb ik meer dan genoeg tijd alleen doorgebracht.'
'Vast wel,' zei Mikayla. Ik begrijp nog steeds niet hoe Haramis hem dit heeft kunnen aandoen, terwijl ze beweert dat ze van hem houdt. Over egoïstisch gedrag gesproken. 'Het opzoeken van de betovering die ze voor u heeft gebruikt is mijn eerste prioriteit.'
Het kostte haar een aantal dagen, maar eindelijk had ze een boek te pakken dat het volgens haar wel kon zijn. Ze nam het mee toen ze ging eten, maar ze wachtte tot Enya de kamer uit was voordat ze het opensloeg. De lunch was ongewoon magertjes: alleen brood en kaas, en een ladu-vrucht in schijQes als dessert; blijkbaar was het huishoudelijk personeel van streek door het nieuws van Haramis' ziekte. Mikayla had het aan Uzun overgelaten om het aan Enya te vertellen, met de gedachte dat hij het waarschijnlijk beter kon laten klinken dan zij, maar Uzun was in een van zijn pessimistische buien. Als het eten over een paar dagen niet beter wordt, dacht Mikayla, ga ik naar de keuken om zelf met de kok te praten. Intussen zal een dieet van brood en kaas me geen kwaad doen.
'Uzun,' zei ze, om de harp heen lopend om hem goed te bekijken, 'komt het been boven aan de zuil van de top van uw schedel?' 'Dat geloof ik wel, Prinses,' antwoordde de harp, 'maar tijdens dat gedeelte van de betovering was ik niet bij bewustzijn.' 'Vindt u het goed als ik u een beetje naar me laat overhellen, zodat ik het beter kan bekijken?' vroeg Mikayla. 'U bent ongeveer net zo groot als ik, dus kan ik het alleen zien als ik u laat overhellen of op een stoel ga staan en me over u heen buig... en de stoelen hier zijn niet goed om op te staan; ze zijn te zacht.'
'Je mag me laten overhellen,' zei Uzun, maar doe het voorzichtig.
ik zal voorzichtig zijn,' beloofde Mikayla. Ze pakte de harp stevig beet met de ene hand op de zuil en de andere op de achterkant van het frame en ze liet de bovenkant van de lijst tegen haar borst leunen. Dan komt hij tenminste op mij terecht als hij valt. Ze bestudeerde het stuk been nauwkeurig en draaide haar hoofd steeds om het te vergelijken met de tekening in het boek dat naast haar op tafel lag. Toen zette ze Uzun behoedzaam weer overeind en hield hem vast tot ze zeker wist dat hij stevig stond.
'Het ziet er inderdaad uit als de top van een schedel; de strepen op het been zijn hetzelfde als de strepen op de tekening in het boek. En volgens dit boek was er ook bloed van iemand - waarschijnlijk van Haramis - nodig om een smal kanaal midden in de zuil te vullen.' 'Dat klopt wel, denk ik,' zei Uzun. 'Ik herinner me dat gedeelte. Ik was stervende, en Haramis stond vlak bij de handwerksman die de harp aan het bouwen was en zei tegen hem dat hij moest opschieten. En toen hij klaar was, zat er nog een holte boven in de zuil. Ik weet nog dat ik naar Haramis keek toen ze in haar arm sneed en die zo hield dat haar bloed in het gat liep... In feite is dat het laatste wat ik me herinner. De harp had toen nog niet eens snaren.'
'Ze heeft hem waarschijnlijk bespannen terwijl ze zat te wachten tot de insekten het vlees van uw beenderen hadden gegeten,' zei Mikayla terwijl ze op een schijfje ladu-vrucht kauwde, insekten?' Uzun klonk geschokt.
'Ja, blijkbaar doen die het werk veel vlugger en netter dan wanneer een mens of een Oddling probeert het vlees te verwijderen zonder het been te beschadigen. Je begraaft het lijk gewoon in een tobbe met aarde en het juiste mengsel van insekten, en binnen een paar dagen heb je een mooi schoon skelet.'
'Haramis is altijd heel praktisch geweest,' zei Uzun zwakjes. 'En als jij nog aan het lunchen bent terwijl je hierover praat, neem ik aan dat je haar gebrek aan overgevoeligheid in dit soort zaken deelt.' 'Nou ja, u was toen niet bij bewustzijn,' merkte Mikayla op. 'Of zelfs maar in leven.'
'De Heren der Lucht zij dank!' zei Uzun vurig.
Mikayla keek fronsend in het boek. 'Goed, nu weet ik hoe ze u in een harp heeft veranderd. Hoe lang is dat trouwens geleden? Als ik me goed herinner, heeft ze gezegd dat het haar eerste grote magische daad was.' Uzun dacht er een paar minuten over na. 'Ze was toen ongeveer twintig jaar Oertovenares, dus lijkt het me niet dat het haar eerste grote betovering was. Maar ik denk dat het de eerste keer was dat ze haar toverkracht gebruikte om er zelf beter van te worden,' zei hij langzaam. 'Prinses, als je me geen nieuw lichaam kunt geven, wil je me dan uit deze gedaante bevrijden wanneer Haramis doodgaat?' 'Makkelijk genoeg,' zei Mikayla. 'Om u te laten verhuizen naar de volgende fase van het bestaan, welke die ook is, hoef ik alleen maar het stuk been uit de harp te halen, het tot poeder te vermalen en het op de wind weg te laten zweven. En,' voegde ze er heftig aan toe, 'ik ben Haramis niet. Ik zal u vrijmaken zodra u dat vraagt, ook al zal ik uw gezelschap ontzettend missen!'
Tot haar verrassing barstte ze in tranen uit, en ze kon niet ophouden met huilen. 'Neem me niet kwalijk, Uzun,' snikte ze. 'Ik weet niet wat er met me aan de hand is.'
'Ik vermoed dat je je meer zorgen maakt om vrouwe Haramis dan je jezelf toegeeft,' zei Uzun zacht.
'Maar ik vind haar niet eens aardig,' snikte Mikayla, 'en zij haat mij! Ze heeft altijd kritiek op me. Nooit is het goed wat ik doe... en wanneer ik iets beter doe dan ze had verwacht, is ze razend. Ze heeft me weggehaald van mijn huis en mijn familie, ze heeft me hier al meer dan twee jaar vastgehouden... Ik kan niet eens naar buiten omdat ik alleen maar lichtgewicht tunieken heb om binnenshuis te dragen en een paar nachtjaponnen! Ze heeft mijn beste vriend weggestuurd; ze heeft geprobeerd de band tussen ons te verbreken en ons allebei ontzettend pijn gedaan... En weet u wat het ergste is? Ze verwacht van me dat ik haar dankbaar ben! Dat begrijp ik helemaal niet! Waarom zou iemand dankbaar zijn voor wat ze me heeft aangedaan?' Uzun zuchtte. 'Ze geeft je datgene waarvan ze denkt dat ze het zelf had willen hebben toen ze zo oud was als jij; daarom verwacht ze van je dat je dankbaar bent.'
Mikayla zweeg een tijdje en dacht daarover na. 'Weet u, Uzun, u hebt helemaal gelijk. Ze heeft het zelfs gezegd, schiet me nu te binnen: dat ze een moord zou hebben begaan voor de kansen die ze mij geeft... en dat zou ze waarschijnlijk gedaan hebben ook. Volgens mij is ze de koelbloedigste persoon die ik ooit heb ontmoet.' Ze pakte het laatste schijfje ladu-vrucht en propte het in haar mond. 'Vindt ze ook dat u haar dankbaar moet zijn dat ze u in een harp heeft veranderd?' 'Ik geloof dat ze zich daar nu een tikkeltje schuldig over voelt, vooral sinds Fiolon en jij hier zijn gekomen en duidelijk hebben gemaakt hoe jullie erover denken. Ik denk dat ze er spijt van heeft dat ze me blind heeft gemaakt.'
Mikayla snoof. 'Ik wil wedden dat het haar veel meer spijt dat u door haar toedoen immobiel bent en niet kunt reizen. Natuurlijk weet ze nog wie u bent, maar uit Fiolons beschrijving maak ik op dat ze is vergeten dat u een harp bent. Hoe lang denkt u dat het duurt voordat ze uw aanwezigheid bij haar ziekbed eist?'
Uzun zuchtte. 'Als ze niet meer weet dat ik een harp ben, zal ze de volgende keer dat ze wakker wordt wel naar me vragen.' 'En als ze nog wel weet dat u een harp bent,' vulde Mikayla aan, 'gaat ze waarschijnlijk proberen uit te puzzelen hoe ze u moet verpakken om u naar de Citadel te verschepen.'
Er voer een huivering door de harpsnaren. 'Het was al griezelig genoeg om op een lammergier te vliegen toen ik nog handen had om me mee vast te klampen. En ik denk niet dat mijn frame de wisselingen in temperatuur en vochtigheid zou overleven.' 'Niemand stuurt u ergens heen als ik er iets aan kan doen,' beloofde
Mikayla. Maar kan ik wel ergens iets aan doen ? 'Uzun, wie heeft de leiding nu Haramis weg is, en ziek?'
'Dat weet ik niet,' zei Uzun. 'Het probleem heeft zich nog nooit voorgedaan.'
'Het pakt misschien het best voor ons uit wanneer we de bedienden ervan overtuigen dat ik op het ogenblik de leiding heb,' zei Mikayla. 'Als u het daarmee eens bent, natuurlijk, want u gaat me voorlopig training geven in magie.' En misschien kan ik een paar warme, kleren bestellen, zodat ik zo nu en dan eens naar buiten kan.
'Dat klinkt redelijk,' zei Uzun. 'Haramis heeft je tenslotte als haar opvolgster aangewezen.'
'Goed,' zei Mikayla beslist. 'Ik doe gewoon of ik de leiding heb, u staat achter me, en als we een beetje geluk hebben maakt niemand er een punt van. Wanneer iedereen er eenmaal aan gewend is om mij te gehoorzamen, is er een rechtstreeks bevel van Haramis zelf nodig om iets te doen wat u niet wilt.
En wat betreft uw gedaanteverandering,' ging ze door, alsof haar plotseling iets te binnen was geschoten, 'u zei dat Haramis twintig jaar Oertovenares was geweest toen ze u in een harp veranderde.' 'Ja,' zei Uzun. 'Is dat belangrijk?'
'Is Haramis altijd zo dol geweest op boeken als ze nu is?' 'Ja, vanaf de dag dat ze kon lezen was ze altijd aan het studeren. Tegen de tijd dat ze veertien was, had ze elk boek in de bibliotheek van de Citadel ten minste één keer gelezen.'
En ik heb maar ongeveer een kwart gelezen, dacht Mikayla. Geen wonder dat Haramis schijnt te denken dat ik dom en lui ben. Maar ik heb ook andere interessen, en ik heb de indruk dat zij die niet heeft.
'En heeft ze hier in de toren gewoond sinds ze Oertovenares werd?' 'Meteen nadat Anigel tot koningin was gekroond is Haramis hierheen verhuisd, en ze was toen ongeveer een maand Oertovenares, denk ik. Maar tijdens haar zoektocht naar haar talisman had ze hier al enige tijd met Orogastus doorgebracht.'
'Dus,' zei Mikayla, 'tegen de tijd dat ze u in een harp veranderde, had ze vast alle boeken in de bibliotheek hier gelezen.' Na enkele ogenblikken van verbijsterde stilte trilden Uzuns snaren met de wanhopigste klank die Mikayla ooit had gehoord. De rillingen liepen haar over de rug. 'Ja,' fluisterde de harp. 'Ze had ze allemaal gelezen. Dus is er geen andere betovering.'
'Dat hoeft niet zo te zijn,' zei Mikayla met alle zekerheid die ze kon opbrengen. 'Maar in de bibliotheek is die waarschijnlijk niet te vinden. Ik begin vanmiddag de rest van de toren te verkennen. Er zijn een heleboel dingen waar Haramis geen belangstelling voor heeft, en daar zijn de antwoorden die we zoeken ongetwijfeld te vinden.' Uzun zuchtte. 'Als het geen boek of muziekinstrument is, heeft Haramis er waarschijnlijk geen belangstelling voor, dat is waar. Maar, Mikayla, wees ontzettend voorzichtig als je gaat rondsnuffelen. Orogastus heeft heel veel dingen verzameld, en sommige daarvan zijn dodelijk.'