Hoofdstuk 6

Haramis was vast van plan Fiolon de volgende dag naar huis te sturen. Ze wilde hem zo snel mogelijk van Mikayla scheiden. Het meisje zou vlugger opnemen wat Haramis haar wilde leren wanneer ze niet werd afgeleid door de aanwezigheid van haar jeugdkameraad. Het werd tijd dat Mikayla opgroeide en de verantwoordelijkheden van een volwasse­ne op zich nam.

Ongelukkigerwijs had Mikayla de avond tevoren gelijk gehad toen ze zei dat Fiolon ziek was. Tegen de tijd dat de kinderen wakker werden - vrij laat in de ochtend - had hij moeite met ademhalen en klaagde hij zwakjes over pijn in zijn borst. Toen Haramis zelf naar hem kwam kij­ken, keek Mikayla haar woedend aan.

'Hij heeft longontsteking, Vrouwe,' zei ze vinnig, 'en dat is geen won­der na die lange vliegreis gisteren, door koude lucht en in doorweekte kleren. Hebt u eigenlijk wel gemerkt dat zijn kleren aan zijn lijf waren vastgevroren tegen de tijd dat we hier waren?'

In feite had Haramis zich toen zelf zo koud en ellendig gevoeld dat ze het niet had gemerkt, maar het leek haar niet verstandig om dat toe te geven. 'Maak niet zo'n drukte, meisje,' zei ze. 'Het spijt me dat hij ziek is, maar mijn huishoudster zal goed voor hem zorgen en dan is hij zo beter. En dat is maar te hopen ook, dacht ze, want ik wil hem hier zo gauw mogelijk kwijt. 'En wat jou betreft' - ze keek Mikayla streng aan - 'is zijn ziekte geen excuus om op deze tijd van de dag nog in je nachtjapon rond te lopen. Ga je onmiddellijk aankleden en kom dan naar mijn studeerkamer.' Ze zeilde de kamer uit, het gestamp van in pantoffels gehulde voeten achter haar negerend.

Het was ruim een half uur later toen Mikayla in de studeerkamer kwam opdagen, zoals haar bevolen was. Tegen die tijd was het ontbijt dat Haramis voor het kind had besteld koud. Haramis zelf had al uren daarvoor gegeten. 'Je kunt kiezen, Mikayla,' zei ze tegen het meisje. 'Of je komt op tijd voor de maaltijden, of je eet ze koud op. Vandaag heb je een koud ontbijt gekozen. Eet maar vlug, want we hebben veel te doen.'

Mikayla propte koude pap in haar mond en zei: 'Wat?' 'Niet praten met volle mond,' zei Haramis automatisch. 'Je moet met magie leren omgaan en ongetwijfeld helemaal bij het begin beginnen. Ik neem aan dat je ten minste kunt lezen.'

Mikayla knikte en ging door met pap eten. Ze leek niets te merken van de smaak of de temperatuur; het leek zelfs of ze zich niet echt bewust was dat ze at. Haramis fronste. Blijkbaar was ze niet iemand die door middel van lekker eten gemotiveerd kon worden. Waar hechtte dit meisje waarde aan, behalve aan Fiolon? Hoe kon Haramis haar berei­ken?

Mikayla nam de laatste hap en liet haar lepel rinkelend in de lege kom vallen. Haramis stuurde met een wuivend handgebaar het schaaltje te­rug naar de keuken... en Mikayla knipperde niet eens met haar ogen. Natuurlijk had ze Haramis de avond tevoren de vuile borden zien weg­toveren, dus wist ze dat het kon, maar als ze magie gewoon als iets van­zelfsprekends zou aannemen... Nou ja, misschien kwam het goed van pas bij haar opleiding: ze zou zich tenminste niet over elk kleinigheid­je verbazen en dat spaarde tijd. Maar enig gevoel van verwondering over alles was toch wel wenselijk.

Haramis nam Mikayla mee naar de bibliotheek, waar ze begon met een eenvoudige uitleg over basismagie en hoe die werkte. 'Het is duidelijk dat je heel weinig over magie weet, Mikayla. Laat dit dan je eerste les in die kunst zijn. Een magiër moet nooit iets doen als het niet strikt noodzakelijk is, ook al gaat het om iets heel eenvoudigs. Ik heb vanochtend Quasi op een lammergier naar huis gestuurd, om­dat hij anders zou zijn doodgevroren. Gisteren heb ik de lammergie­ren opgeroepen om jullie tweeën op te halen, enkel en alleen omdat er ernstig gevaar dreigde toen ik jullie uit de rivier redde. Jullie waren je boot kwijt en wisten nog niet veel over communicatie met het Skritek-volk. Dus was ik gedwongen jullie te redden uit de gevaarlijke situ­atie waarin jullie door je onbezonnenheid waren beland voordat jullie hadden geleerd je er zelf uit te redden. Begrijp je dat?' 'Nee,' zei Mikayla. 'Dat begrijp ik niet. In de eerste plaats waren we niet bepaald in gevaar. De dichtstbijzijnde Skritek was een halve dag reizen weg... met een boot, stroomafwaarts!'

'Een verstandig iemand stelt haar eigen leven niet in de waagschaal voor een ontmoeting met de Skritek, en een verantwoordelijk iemand stelt de levens van haar metgezellen ook niet in de waagschaal.' Mikayla huiverde onwillekeurig toen ze weer aan Traneo's lot dacht. Maar ze herinnerde zich ook een paar andere dingen. 'We waren niet ver van Quasi's dorp. Toen u ons daar wegsleepte en hierheen bracht, is Quasi bijna doodgevroren en heeft Fiolon longontsteking opgelo­pen. Maar is het afgezien daarvan, Vrouwe Oertovenares, verkeerd om gebruik te maken van de lammergieren?'

'Het is niet verkeerd,' zei de Oertovenares, zorgvuldig het sarcasme van het meisje negerend. 'Het is alleen onverstandig en onnodig. Stel je voor dat er ernstig gevaar dreigt voor ons of voor het land en dat de lammergieren oververmoeid zijn wanneer ik ze het hardst nodig heb. Ik vertrouw erop dat je op een dag zult weten wat nodig is en wat niet... Die kennis zul je in geen enkel boek vinden, en zij is ook in geen enkel apparaat van de Verdwenen Wezens opgeslagen. Als die kennis niet in je eigen hart hart verankerd is, Mikayla, dan zul je het zonder moeten doen wanneer je haar het meest nodig hebt. Dat is het enige wat ik je kan leren, en als we geluk hebben, is het genoeg. Al het andere, betoveringen en zulke dingen, kun je van een Oddling-kruidenvrouw leren. Orogastus heeft dat nooit geweten... maar er zijn mensen die me dat niet graag horen zeggen.'

Mikayla was blijven nadenken over iets anders wat de Oertovenares had gezegd. 'U hebt gezegd dat we nog niet veel wisten over communicatie met het Skritek-volk. Kunt u me de taal van de Skritek-jongen leren?' De Oertovenares knikte. 'Je kunt het beter zo uitdrukken: je zult leren om in je hart met ze te communiceren. Die kennis heeft misschien niet met woorden te maken; ik weet niet of ze echt iets hebben watje een taal kunt noemen; maar je zult in staat zijn ze te begrijpen.' 'Een Skritek-jong begrijpen? Ik denk dat ik liever zou leren hoe ik ze moet doden!' Mikayla zag nog steeds voor zich hoe Traneo was ver­slonden door dat Skritek-jong.

'Dat is een heel wreed en kortzichtig standpunt. Misschien hebben zelfs de Skritek een doel in het leven, hoewel ik moet toegeven dat ik nog niet weet wat dat is.' Ze moest in zichzelf glimlachen toen ze Mikayla's verraste blik zag. 'O ja, er zijn veel dingen die zelfs ik niet weet.' Ze zag dat dat iets nieuws was voor Mikayla: dat de oude tovena­res niet alles wist.

'Je denkt zo over de Skritek, omdat ze voor jou persoonlijk geen nut hebben, is het niet?' ging Haramis door met de les. 'Ik kan me niet voorstellen dat de Skritek voor wie dan ook nut heb­ben.'

'Is dat de schuld van de Skritek, of schiet je verbeelding tekort?' vroeg de Oertovenares. 'Je kunt op z'n minst zeggen dat hun eieren enig nut hebben als voedsel voor de Oddlings.'

Mikayla vroeg zich af waarom de Oddlings in plaats daarvan niet een of ander soort pluimvee hielden; maar het was waar dat je nergens in het moeras welk pluimvee dan ook kon onderbrengen en fokken. Ze bedacht dat het voor de Oddlings ten minste één voordeel zou heb­ben om van de Skritek verlost te zijn: ze zouden op zoek kunnen gaan naar ander voedsel. Maar ze wilde geen querulante indruk maken en hield dus haar mond.

Haramis gaf haar de rest van de ochtend les. Toen zocht ze een boek uit over vérzien en gaf dat aan Mikayla. 'Begin dit na de lunch te le­zen. En denk eraan dat ik je er later vragen over zal stellen, dus laat goed tot je doordringen watje leest. Onthoud altijd dat studeren het allerbelangrijkste is op de wereld. Je weet nooit wanneer een ogen­schijnlijk onbelangrijk ding van vitaal belang zal blijken te zijn. Het zijn meestal niet de grote dingen die je dood veroorzaken of je red­den, maar de kleine details. Lees dus zorgvuldig en goed.' Mikayla knikte, maar ze maakte een verveelde en opstandige indruk. Nou ja, dacht Haramis, het kan me niet schelen hoe ze me vindt, als ze maar leert. Maar ik begrijp haar niet. Ik zou alles wat ik ooit heb bezeten hebben gegeven voor de opvoeding die ze van mij krijgt... Waarom ziet zij de waarde er niet van in ?

Mikayla verdween na de lunch terwijl Haramis in de studeerkamer met Uzun praatte. Haramis had gedacht dat ze in de bibliotheek was tot ze haar ging halen voor het diner. Maar er was niemand in de bibli­otheek en ook niet in de slaapkamer die Enya had moeten klaarma­ken voor het meisje... Had iemand haar verteld dat dit nu haar kamer was? Haramis hief haar ogen ten hemel en liep de gang door naar Fiolons kamer. Ze wilde er iets om verwedden dat ze het meisje daar zou vinden.

En ja hoor, toen ze bij de kamer was, hoorde ze Mikayla's stem. Ze bleef vlak bij de deur staan om te horen wat ze zei. Het duurde maar even voordat ze zich realiseerde dat Mikayla geen conversatie voerde; ze las voor uit het boek over vérzien. Haramis stak haar hoofd om de deur. Fiolon sliep, maar Mikayla zat op een houten krukje naast zijn bed. Met haar linkerhand hield ze een van zijn handen vast, en met haar andere hield ze het boek op schoot terwijl ze hem eruit voorlas, ik denk niet dat het erg tot hem doordringt,' merkte Haramis op, 'en het is tijd om te eten.'

Mikayla stak een vinger in het boek om te onthouden waar ze was ge­bleven, draaide zich om en keek Haramis aan. 'Als u bedoelt dat hij niet elk woord dat ik voorlees in zich opneemt,' zei ze koel, 'hebt u ongetwijfeld gelijk. Hij ijlde voordat hij in slaap viel. Maar het geluid van mijn stem schijnt hem te kalmeren. Bovendien,' voegde ze eraan toe voor Haramis bezwaar kon maken tegen de plaats die ze had geko­zen om te lezen, 'onthoud ik beter wat ik lees wanneer ik hem voor­lees dan wanneer ik voor mezelf lees.'

Haramis besloot dat het niet de moeite waard was om ruzie over te maken. Ze was moe en had honger, en ze was er niet aan gewend om kinderen om zich heen te hebben. 'Kom mee eten,' zei ze, 'en ik ver­wacht van je dat je daarna naar je eigen kamer gaat.' 'Heb ik een andere kamer?' vroeg Mikayla.

'Ja,' zei Haramis beslist, 'die heb je. Na het eten zal Enya je laten zien waar hij is.'

Mikayla keek de kamer rond waar Enya haar heen had gebracht. Hij lag op dezelfde verdieping als de kamer van Fiolon, waar Mikayla blij om was. Ze was niet van plan van Fiolon gescheiden te worden als ze het maar enigszins kon voorkomen. De kamer had één stenen muur, kennelijk de buitenmuur van de toren. Er zaten twee kleine ramen met glas in, waardoor niets te zien was in het donker, maar de rest van de muur was behangen met tapijten.

Voor een kamer die aan de buitenkant van een stenen gebouw lag was hij verrassend warm, ook al waren de overblijvende wanden met hout betimmerd en was er een open haard met gekleurde tegels eromheen. Mikayla ging op onderzoek uit en vond een klein rooster in de muur naast haar bed, ongeveer op kniehoogte. De warme lucht die daar­doorheen binnenstroomde, gecombineerd met de hitte van het vuur, verklaarde waarom de kamer zo ongewoon warm was. Mikayla haalde zich de andere kamers die ze had gezien voor de geest en was er vrij zeker van dat overal precies zulke roosters zaten. Dat verklaarde waar­om de toren zo goed verwarmd was dat Haramis in dit klimaat Nyssomu-bedienden kon houden, en het was waarschijnlijk de reden waar­om de Vispi hier zulke doorzichtige draperieën droegen in plaats van gewone kleren.

Het bed sloeg alles waarin Mikayla ooit had geslapen. Het had een bal­dakijn van gebeeldhouwd gonda-hout dat was behangen met brokaat, en de matras lag ter hoogte van haar schouders. Er lagen zachte lakens, een groot donzen dekbed en drie donzen kussens op. Mikayla kwam tot de conclusie dat ze hier geen gevaar zou lopen om kou te vatten, maar ze was er absoluut niet zeker van dat ze niet zou stikken. Iemand had een nachtjapon voor haar neergelegd op een bank bij het bed, naast de kast. Ze liet het boek over vérzien, dat niet helemaal zo saai was geble­ken als ze had gevreesd, op een tafel vallen die met twee roodleren stoe­len voor de haard stond, trok de nachtjapon aan, klom de drie treden op van het minuscule houten trapje dat naast haar bed stond, en kroop weg onder het dek. Het was inderdaad een beetje verstikkend, maar Mi­kayla viel zo vlug in slaap dat het haar niet kon schelen.

In de daaropvolgende paar dagen leerde ze een heleboel interessante dingen, maar ze miste haar huis wel. Toen ze het boek over vérzien uit had, leerde Haramis haar het Groenmoeras, het zuidelijke deel van het Doolhofmoeras, te observeren. Omdat het, gezien vanuit de toren op de Brom, aan de andere kant van het land lag, bleek daar tenmin­ste uit dat Mikayla kon leren om het hele land te zien. Haramis liet haar het moeras tot in details observeren, tot en met de piepkleine stekende insekten, en Mikayla was blij dat ze in de toren naar ze zat te kijken en niet in het moeras door ze gestoken werd. 'Ik neem aan dat je voor hun bestaan ook geen reden kunt beden­ken?' vroeg Haramis met een uitdagende blik op Mikayla. Mikayla keek naar de lelijke kleine beestjes en zei knorrig dat zij per­soonlijk geen speciale reden voor hun bestaan zag; maar dat ze, nu ze een beetje wist hoe de geest van Haramis werkte, ervan overtuigd was dat er een reden moest zijn, ook al kende ze die zelf nog niet. In elk geval nam ze aan dat de vissen in het moeras het leuk vonden om ze te vangen, en dat ze dus hun nut hadden, al was het alleen maar als visvoer.

'Goed zo,' zei de Oertovenares, 'je begint iets van dit land te begrij­pen.'

Mikayla kon zich niet voorstellen wat ze aan die kennis had, maar ze nam aan dat de Oertovenares haar dat op een dag zou vertellen... als het tenminste iets was wat ze moest weten. En zo niet, dan zou er wel geen reden zijn om haar hersens ermee te belasten.

Ze zat elke middag in Fiolons kamer, waar ze hem voorlas uit het boek dat ze moest doornemen, en hem vertelde over haar lessen. Maar ze merkte dat Haramis blijkbaar vastbesloten was dat Fiolon en zij niet met z'n tweeën alleen moesten zijn; na die eerste dag, zelfs toen hij nog ziek was en ijlde, zat er altijd een bediende bij. Na verloop van een paar weken zakte Fiolons koorts en werd zijn geest weer helder. Mikayla was erg opgelucht toen hij weer begrijpelijke gesprekken kon voeren. Maar nog altijd zat er een bediende bij hen, zodat Mikayla er­van overtuigd was dat de bezorgdheid van Haramis niets met Fiolons gezondheid te maken had.

In feite had Haramis een zeer levendige belangstelling voor Fiolons gezondheid; ze verlangde erg naar het ogenblik dat hij voldoende aan­gesterkt zou zijn om te vertrekken. Maar hij was heel ziek geweest, en hoewel zijn geest zich snel herstelde, was dat met zijn lichaam niet het geval. Hij bleef mager en bleek, en alleen met de gezamenlijke hulp van Mikayla en een bediende kon hij zich van zijn bed naar een stoel verplaatsen.

In het begin van de zomer ging Haramis zelfs zover dat ze een lam­mergier naar het dorp Movis op de Rotolo stuurde om een Vispi-genezer te halen, omdat ze bang was dat Fiolon naast de longontsteking nog een ziekte had.

De Rotolo was de meest westelijke van de drie bergtoppen waarvan de Brom, waar de toren lag, de oostelijke was. De middelste bergtop, de Gidris, was heilig; daar woonde niemand. Haramis zelf was er maar één keer geweest, toen ze op zoek was naar haar talisman. Die had in een ijsgrot op de zuidelijke flank gelegen, en de grot was rond haar in­gestort toen ze de talisman had gepakt. Haar lammergier had haar net op tijd in veiligheid gebracht en sindsdien was Haramis niet meer naar de Gidris geweest. Ze was ook niet van plan er weer heen te gaan. De genezer onderzocht Fiolon nauwgezet, praatte een hele tijd met hem alleen, richtte enkele geruststellende woorden tot Mikayla en zei tegen Haramis dat ze geduld moest hebben. 'Ik heb het gevoel dat hij nog wel een paar maanden bij u blijft,' zei ze, 'maar te zijner tijd zal hij volledig herstellen. Daar ben ik van overtuigd.' Dus bleef Haramis 's morgens lesgeven aan Mikayla, vroeg ze haar niet hoe ze de middagen doorbracht en zorgde ze ervoor dat er altijd een bediende in Fiolons kamer zat wanneer Mikayla niet bij haar was. Het meisje maakte tenminste vorderingen. Terwijl de maanden voorbijgin­gen, kreeg ze het vérzien onder de knie, evenals het eenvoudige telezenden waarvan de Oertovenares zich bediende om de tafel af te rui­men of een boek uit de bibliotheek te halen. Maar Haramis liet Mikay­la zelf boeken halen, zodat ze zou leren waar elk boek thuishoorde en om ze op de juiste plaats terug te zetten. 'Denk er altijd aan dat een boek op de verkeerde plank gelijkstaat met verloren gegane kennis.' Mikayla zuchtte, knikte, en leerde de juiste plaats van elk boek in de bibliotheek uit haar hoofd.

Ze leerde ook communiceren met de lammergieren, maar Haramis wilde haar er niet op laten vliegen. Ze had nu kleren die geschikt wa­ren om binnenshuis te dragen, maar er was nooit iets in haar kast te vinden wat dik genoeg was om in naar buiten te gaan. Mikayla was van plan daar te zijner tijd iets aan te doen, maar ze leerde ook wanneer en hoe ze zich tegen Haramis kon verzetten en in hoeverre ze haar gang kon gaan. Zolang ze Fiolon elke dag mocht zien, probeerde ze Haramis niet te veel te ergeren.

Ze kon er niets aan doen dat Haramis op een middag binnenkwam en Fiolon en haar midden in een spelletje telezenden en vangen aantrof. Ze hadden het spel zelf ontwikkeld; het werd gespeeld met een klein, liefst onbreekbaar voorwerp. Vandaag deden ze het met een laduvrucht. Het ging erom dat je het voorwerp telestuurde naar een plek binnen handbereik van de ander, die het dan moest opvangen zonder dat het de vloer of het bed raakte en vervolgens terug telezenden. Omdat het voorwerp overal kon opduiken in de halve cirkel voor en naast je, was het een toer om het zo tijdig te ontdekken dat je het kon vangen... tenzij je natuurlijk een beetje vals speelde en er met behulp van telepathie achter kwam waar de ander het voorwerp heen stuurde, wat niet werkte wanneer de afzender afschermingen tegen telepathie gebruikte...

Ze hadden verschillende variaties op de regels uitgewerkt en het spel had een sterk wedstrijdelement gekregen. Vandaag schermden ze alle­bei hun geest af, wat een behoorlijke dosis concentratie vereiste. Hara­mis had al een hele tijd in de deuropening staan kijken voor ze in de gaten hadden dat ze er was. Ze had lang genoeg gekeken om te mer­ken dat Mikayla weliswaar bedreven in het spel was, maar dat Fiolon het oneindig veel beter deed.

De volgende dag liet Haramis de genezer weer komen en begon Fio­lon met intensieve fysiotherapie. Binnen een week liep hij rond, zij het schoorvoetend, en twee weken daarna besloot Haramis dat hij vol­doende hersteld was om naar de Citadel terug te gaan. Ze trok zich niets aan van Mikayla's protest dat Fiolon te ziek was - of te ziek was geweest - om midden in de winter naar huis te worden gestuurd. 'Niet dat het klimaat hier in de zomer beter is,' voegde ze eraan toe. 'Het volgende onderwerp dat we gaan bestuderen is weer- en landbesef,' deelde Haramis haar mee. 'Ik verzeker je dat je binnenkort het verschil in seizoenen - zelfs hier - zult kunnen opmerken.'