Hoofdstuk 5
Het was stil in de studeerkamer van de Oertovenares; alleen het vuur maakte knisperende geluiden.
Fiolon stond op en liep naar een prachtig ingelegde harp, minstens zo groot als hij, met zilveren snaren en een frame van glanzend roodachtig hout met inlegwerk van wit been aan de bovenkant van de zuil. 'Wat een prachtige harp, Vrouwe Haramis,' zei hij. 'Mag ik erop spelen? Ik weet zeker dat hij de mooiste klank heeft van alle harpen die ik ooit heb gehoord.'
Haramis zei verrast: 'Kun jij al harp spelen, Fiolon?' 'Ja, hoewel niet echt goed. Ik heb veel instrumenten leren bespelen, maar ik geloof dat ik de harp het fijnst van allemaal vind. Je kunt op een harp bijna geen geluid maken dat niet mooi is.' 'Daar heb je gelijk in,' zei Haramis en kwam overeind. 'Maar dit is geen gewone harp; en je kunt hem ook niet bespelen, zoals een gewoon instrument. Dit is Uzun, de wijste van mijn Oddlingraadgevers.' 'Is dat meester Uzun?' vroeg Fiolon in opgewonden verbazing. 'Ik dacht dat hij allang gestorven was.'
'Toen hij ten slotte aan het eind van zijn natuurlijke leven kwam,' legde Haramis uit, 'heb ik hem met mijn eerste grote magische daad in deze harp veranderd, zodat ik altijd zou kunnen profiteren van zijn wijze raad. Ik zal je aan hem voorstellen; en als hij er zin in heeft, praat hij misschien met je, of zingt hij zelfs voor je.' Mikayla mompelde: 'Ik heb nog nooit in mijn leven zo'n onzin gehoord. Hoe kan een harp nou een raadgever zijn, wat hij ook geweest is toen hij nog leefde?'
'Ik weet het niet,' zei Fiolon zacht. 'Maar tot nog toe ben ik in elk geval bereid alles te geloven wat de vrouwe zegt; wees alsjeblieft voorzichtig, Mika.'
Haramis wierp Mikayla een scherpe blik toe, maar ze zei niets. Terwijl ze naar de harp liep, zei ze: 'Goedenavond, Uzun.' 'Goedenavond, Vrouwe Haramis.' De stem was krachtig en vol, met een zoet zingende klank, en leek inderdaad te komen van het klankbord van de grote harp die roerloos op het tapijt stond. Haramis keek uit haar ooghoeken even naar Mikayla. Het meisje maakte de indruk dat ze nog niet meteen bereid was haar eigen oren te geloven. Ze hield zichzelf kennelijk voor dat dit een of ander slim toverkunstje moest zijn.
'En wie zijn deze jonge mensen?' vroeg de stem. 'Ik geloof niet dat ik ze al eens heb ontmoet.'
Haramis zei: 'Meester Uzun, ik wil u graag twee van mijn jonge familieleden voorstellen: prinses Mikayla van Ruwenda en heer Fiolon van Var, de zoon van wijlen de zuster van de koning.'
'Het doet me bijzonder veel genoegen uw familieleden te ontmoeten, Vrouwe,' antwoordde Uzun, terwijl zijn stem over de snaren heen en weer klaterde. 'Het is goed dat er iemand is om u te helpen bij het dragen van uw vele, zware lasten. Is zij het die u hebt gekozen om uw lasten over te nemen wanneer u niet langer in staat bent ze te dragen?' 'Wat ken je me toch goed, Uzun,' zei Haramis liefdevol. Ze keek naar Mikayla en had het gevoel dat ze de gedachten door de onrijpe, ongedisciplineerde geest van het meisje hoorde tollen. De harp had geen ogen - daar zag ze tenminste niets van, maar hoe kon hij hen dan zien? In elk geval was hier iets heel vreemds gaande, en blijkbaar deed Mikayla nog steeds pogingen om te beredeneren wat het was en hoe het werkte.
Haramis zei scherp: 'Geloof je me nu, dwaas meisje?' Mikayla keek haar weifelend aan. Vrouwe, vraagt u mij echt om te geloven dat u een persoon - een dóde persoon - in een harp hebt veranderd?'
'Goed, je bent tot nu toe tenminste eerlijk,' zei Haramis nuchter. 'Als je aan me twijfelt, zeg het dan altijd eerlijk; dan zal ik proberen het uit te leggen. Het is beter om met oprechte twijfel voor den dag te komen dan net te doen of je alles slikt. Het is beter om altijd de waarheid te spreken, zelfs als de waarheid me boos zal maken.' En over boosheid gesproken... 'Je bent nu boos op me, is het niet, Mikayla?' Mikayla keek haar woedend aan. 'Ja, dat ben ik.' Ze draaide zich om en keek Fiolon ook woedend aan. 'Je hoeft niet zo verschrikt te kijken, Fiolon; ze heeft het zelf gevraagd. Als je bedenkt dat ze ons tweeën in wezen heeft gekidnapt, heeft aangekondigd dat ze van plan is om me tegen mijn wil hier te houden, en me vervolgens heeft verteld dat ze een persoon zonder zijn toestemming in een harp kan veranderen, dan kun je in alle redelijkheid toch niet van me verwachten dat ik me niet op z'n minst aan haar erger.'
Fiolon keek op en slikte eens. Toen zei hij: 'Maar, Mika, lijkt het je nou echt wel verstandig om boos te worden op iemand die je in iets anders kan veranderen? Ik bedoel: zelfs als je boos bent, hoef je er niet om te jokken, je kunt gewoon je mond houden.' De stem van Uzun zong door de harp. 'Prinses Mikayla, u doet onze vrouwe Haramis onrecht aan. Er is geen sprake van dat ze me zonder mijn toestemming in een harp heeft veranderd, en ze heeft er heel hard voor gewerkt.'
Mikayla liep naar Uzun toe, stak een arm omhoog en streek aarzelend met een vinger over het benen inlegwerk van de harp. 'Hoe heeft ze het gedaan?' vroeg ze. 'Is dit been een deel geweest van uw lichaam? Heeft ze u gedood om de betovering te kunnen uitvoeren, of bent u op een natuurlijke manier gestorven en heeft ze uw lichaam toen gewoon aan stukken gehakt? En blijkbaar kunt u horen, maar kunt u ook zien? Kunt u zich uit vrije wil bewegen?'
'U moet uw honger naar ziekelijke details maar onderdrukken tot u voldoende training hebt gehad om te begrijpen waar u over praat,' antwoordde de harp. 'En wilt u er rekening mee houden dat ik liever niet word aangeraakt zonder mijn toestemming?' Uzuns volle stem klonk geïrriteerd toen die trillend tot zwijgen kwam en Haramis glimlachte.
Fiolon vroeg: 'Waar is hij heen gegaan? Zeg hem dat hij terug moet komen... Ik bedoel: vraag het hem alstublieft.'
Haramis keek ernstig. 'Zelfs ik geef Uzun geen bevelen, mijn jongen. Ik vrees dat jullie met z'n tweeën echt kans hebben gezien hem te beledigen, en het kan een hele tijd duren voordat hij weer tegen een van jullie praat... of tegen mij, omdat ik heb toegelaten dat je zo onbeleefd was om aan hem te twijfelen.'
Mikayla rolde met haar ogen. 'Waarom zou hij u verantwoordelijk stellen voor ons gedrag? U hebt ons vandaag pas voor het eerst gezien; u hebt nooit iets te maken gehad met onze opvoeding of opleiding. Hoe kan hij nou denken dat u iets aan ons gedrag kunt veranderen?' Maar Fiolon zei: 'Je moet beleefd tegen hem zijn, Mikayla... ik heb je over hem verteld, weet je nog? Hij was de hofmusicus van koning Krain, en ook amateur-musicus, en hij heeft prinses Haramis begeleid tijdens het eerste deel van haar queeste.'
Mikayla keek hem hoofdschuddend aan. 'Werkelijk, Fio, onthoud je alles van elk liedje dat je ooit hebt gehoord?' Fiolon dacht er even over na. 'Ja, ik geloof het wel,' zei hij toen. Mikayla zuchtte. 'Nou, probeer te onthouden dat dat bij mij niet zo is. Een heleboel van je lievelingsliedjes zijn bijna tweehonderd jaar oud, en voor mij klinken ze allemaal hetzelfde. En wie was koning Krain?' 'Mijn vader,' antwoordde Haramis, 'en hij is op een gruwelijke manier vermoord toen het leger van Labornok binnenviel... Ik zal je de afgrijselijke details besparen. Het is tijd dat jullie naar bed gaan, en ik wil je geen nachtmerries bezorgen.' Ze trok abrupt aan het bellekoord en hulde zich toen in een stilzwijgen dat niemand durfde te verbreken tot Enya verscheen. Toen gaf ze Enya opdracht ervoor te zorgen dat de kinderen en Quasi naar bed gingen en schreed de kamer uit zonder zelfs te wachten op Enya's bevestiging van haar bevelen. Achter haar verdwijnende rug fluisterde Fiolon tegen Mikayla: 'Volgens mij had je beter niet over haar vader kunnen beginnen. Sterker nog: als ik jou was, zou ik helemaal niet over haar familie praten.'
Een tijdje later werden de kinderen naar bed gebracht in de logeerkamer van de Oertovenares, in twee smalle bedden naast elkaar. Haramis ging naar haar kamer en bracht haar beeldkom in gereedheid. 'Laten we eens zien wat die twee uitvoeren wanneer ze alleen zijn,' mompelde ze bij zichzelf.
In het begin was er niets interessants te zien. Mikayla, die tenslotte een lange, vermoeiende dag achter de rug had, sliep al gauw. Maar Fiolon maakte een rusteloze indruk en leek niet in slaap te kunnen komen. Hij draaide zich voortdurend om in bed, ging zo nu en dan rechtop zitten, om vervolgens weer te gaan liggen en zonder succes te proberen in slaap te komen.
Haramis vermoedde dat hij piekerde over de woordenwisseling met Uzun in de studeerkamer, en dat hij weer naar beneden wilde om voor het slapengaan vrede te sluiten met meester Uzun. De jongen was blijkbaar zo verstandig om zich te realiseren dat meester Uzun als vijand wel het laatste was waar Mikayla behoefte aan had. En hij heeft gelijk, dacht Haramis, Mikayla zou ervoor moeten zorgen dat ze op goede voet staat met Uzun; zelfs in zijn tegenwoordige vorm is hij mijn enige raadgever die nog in leven is. Behalve een paar Oddling-bedienden, voornamelijk Vispi, woont er niemand anders in de toren dan Uzun en ik. Toen Fiolon uit bed stapte en naar beneden ging, deed Haramis niets om hem tegen te houden. Ze zat rustig toe te kijken, van plan om zich zoveel mogelijk te amuseren bij de op handen zijnde confrontatie. Uzun was altijd ongemeen koppig geweest; het zou interessant zijn om te zien hoe Fiolon met hem omsprong.
Er was niemand in de studeerkamer; het flikkerende licht van de kolen in de haard speelde over de grote harp, waarvan het hout rossig opgloeide in de weerschijn van het vuur. Fiolon knielde op het haardkleed voor de harp en fluisterde: 'Meester Uzun, ik smeek u mijn nichtje Mika te vergeven; ze bedoelt echt niets kwaads. Ze is gewoon zo; ze gelooft nooit iets voordat ze het kan zien en beoordelen. Ze is iemand die het leuk vindt om dingen uit elkaar te halen om te kijken hoe ze werken; ze heeft er moeite mee om iets op goed geloof aan te nemen of om te geloven in magie waar ze geen regels voor kan beredeneren.'
Meester Uzun bleef koppig zwijgen. Haramis wachtte af en keek toe. Toen kwam bij Fiolon blijkbaar de gedachte op - uit hemzelf of op de een of andere manier ingegeven door de zwijgende tovenaar tegenover hem - dat meester Uzun Mikayla alleen kon vergeven als ze zelf om vergiffenis voor haar ondoordachte woorden kwam smeken. Hij krabbelde overeind en liep naar de trap. Haramis bleef zijn gangen volgen in de beeldkom.
Fiolon verspilde geen tijd. Hij sloop stilletjes naar de logeerkamer boven, waar Mika lag te slapen. Van zijn nichtje was alleen een rode krul boven het kussen te zien. Fiolon trok eraan en Mikayla kwam onder de dekens uit en deed haar ogen open.
'Fio? Waarom slaapje niet? Het is toch nog geen ochtend? Het is nog donker! Wat is er?'
'Mikayla, je moet onmiddellijk meekomen naar de studeerkamer en meester Uzun om vergiffenis vragen.'
'Ben je niet goed snik, Fio? Het is midden in de nacht! Hij slaapt waarschijnlijk... aangenomen dat hij ooit slaapt.' Ze keek hem fronsend aan. 'En je stem klinkt raar. Ben je ziek aan het worden? We hebben het allemaal ontzettend koud gehad onderweg hierheen, en jij had het waarschijnlijk nog kouder dan ik. Ik zat tenminste tussen Haramis en de vogel in, zodat ik een beetje beschut was, maar jij moet pal in de wind hebben gezeten.' Ze stak een hand uit, streek over zijn voorhoofd en slaakte een kreet. 'Fiolon, je bent gloeiend heet van de koorts. Ga onmiddellijk weer in bed!'
Fiolon keek haar dreigend aan en zei: 'Niet voordat je je excuses aanbiedt aan meester Uzun.'
Mikayla zuchtte. 'Vooruit dan maar. Alles om een eind te maken aan dat idiote gedrag van je. Je bent ziek, Fiolon; je zou in bed moeten liggen.' Ze kwam haar bed uit, bleef even staan om haar blote voeten in een paar warme pantoffels te steken, en liep achter hem de trap af. De rode kolen van het vuur waren gedoofd tot een doffe gloed. Fiolon rakelde het vuur op en blies het aan tot het weer een beetje vlamde, terwijl Mikayla voor de glanzende harp neerknielde. 'Meester Uzun,' zei ze berouwvol, en ze stond op en maakte een diepe buiging.
'Ik smeek u me te vergeven, Meester Uzun,' mompelde ze plechtig. 'Als de vrouwe Oertovenares me inderdaad als haar opvolgster kiest, zal ik hier vrienden nodig hebben. Ik vraag u nederig om vergeving en ik verzeker u dat ik niet de bedoeling heb gehad u te beledigen of aan u te twijfelen.' Ze zweeg even. 'Vergeef me alstublieft, Meneer,' fluisterde ze even later weer.
Het was stil in de kamer. Toen kabbelde, als een lange zucht, muziek over de snaren van Uzun en fluisterde hij: 'Ik vergeef je van ganser harte, kleine Meesteres... Prinses Mikayla. Van nu af aan zullen we vrienden zijn, hoop ik. En wij ook, jonge Meester Fiolon. Het was heel netjes van je dat je dit misverstand uit de weg wilde ruimen.' Wat hij niet zei - maar wat Haramis, die vanuit haar kamer toekeek, even duidelijk hoorde als wanneer Uzun hardop had gesproken - was dat hij Fiolon graag beter wilde leren kennen. Maar Uzun vermoedde waarschijnlijk dat Fiolon hier niet niet lang meer zou blijven. 'Je moet jezelf niet als een gevangene in deze toren beschouwen, Prinses,' zei Uzun, bijna alsof hij Mikayla's gedachten kon lezen. 'Het is een grote eer om als Oertovenares gekozen te worden, en ik weet zeker dat je het goed zult doen wanneer het zover is. En je hebt het voordeel dat je behoorlijk wordt opgeleid, een luxe die vrouwe Haramis niet heeft gekend.'
'Waarom heeft ze mij uitgekozen?' vroeg Mikayla. 'Ik ben echt helemaal geen magisch type.' Naast haar liet Fiolon een zacht snuivend lachje horen. Hij was het blijkbaar eens met haar karakterbeoordeling. 'De Oertovenares kiest haar opvolgster niet uit,' verklaarde Uzun. 'Om je de waarheid te zeggen geloof ik dat het land zelf de keus maakt. Maar wanneer de tijd daar is, weet de Oertovenares wie haar opvolgster is, zodat ze haar functie kan overdragen.' 'Hoe is vrouwe Haramis gekozen?' vroeg Fiolon nieuwsgierig. 'Dat heb ik uit uw ballades nooit helemaal kunnen opmaken.' 'Helaas heeft mijn zwakte me parten gespeeld,' zuchtte Uzun. 'Ik was toen niet bij haar. Ik moest afscheid van haar nemen toen ze deze bergen in reisde om haar talisman te zoeken.'
'U zou doodgevroren zijn als u had geprobeerd haar te volgen,' merkte Mikayla vriendelijk op. Het deed Haramis plezier dat het kind tenminste een beetje begrip had voor de gevoelens van andere mensen. 'Quasi is vandaag bevroren en hij moest ontdooid worden; weet u nog hoe loom hij tijdens het eten was?'
'Quasi?' vroeg de harp. 'Hadden jullie een Nyssomu bij je? Niemand heeft hem aan me voorgesteld.'
Mikayla staarde de harp een tijdje aandachtig aan. 'U bent blind,' zei ze met overtuiging. 'En u kunt u niet bewegen, hè? U bent een persoon die in een harp gevangenzit en kan horen en praten, maar dat is alles. Hoe heeft ze u dit aan kunnen doen?' 'Ze wilde me in leven houden,' zei Uzun rustig.
'U hebt haar magie bijgebracht toen ze nog klein was,' zei Fiolon, haastig op een ander onderwerp overstappend. 'Dat staat in een van de kronieken. Is ze daarom gekozen, omdat ze al kon toveren?' 'Dat kan niet,' sprak Mikayla hem tegen voordat Uzun kon antwoorden. Haramis onderdrukte een zucht. Het was duidelijk dat Mikayla uitermate grillig omsprong met haar goede manieren. 'Want dan zou ik niet zijn gekozen. Ik weet niet veel van magie, Fio... jij bent degene die kan toveren.'
Fiolon werd zo rood dat het zelfs in het flakkerende licht van het vuur te zien was. 'Alleen maar kleine kunstjes, niet te vergelijken met meester Uzun of de vrouwe Oertovenares. Maar de drielingzusters konden allemaal toveren, Mika, dus kun jij het vast ook leren. Je hebt nooit serieus geprobeerd om magie te bedrijven, en je weet dus helemaal niet of je aanleg hebt of niet.' Hij dacht even na en voegde eraan toe: 'Volgens mij heb je best een beetje aanleg voor magie... Weet je nog dat je zei dat er iets mis was, net voordat de Skritek uit hun eieren begonnen te kruipen?'
'Ik weet wél dat ik geen belangstelling voor magie heb,' mompelde Mikayla. 'Het is jammer dat ze jou niet heeft gekozen.' Uzun zei zacht: 'Dit is ongetwijfeld een hele schok voor je, kind, dat weet ik, maar alles zal op z'n pootjes terechtkomen. Dat zul je zien.' Mikayla zuchtte. 'Het enige wat ik ooit heb gewild, was trouwen met Fiolon en het Doolhofmoeras verkennen.'
'Dan heb je meer gemeen met vrouwe Haramis dan je je realiseert,' zei Uzun. 'Ze was verloofd met prins Fiomaki van Var. Vijftig dagen voor het huwelijk viel het leger van koning Voltrik Ruwenda binnen. En ze was troonopvolgster. Geloof me, prinses Haramis had een heleboel plannen en daar hoorde Oertovenares-zijn niet bij.' Een grinnikend geluid ruiste langs de snaren. 'En ik ben er dan wel niet bij geweest, maar ik weet zeker dat ze behoorlijk heeft geprotesteerd tegen Oertovenares Binah.'
Dat heb ik zeker geprobeerd, dacht Haramis, maar toen ze zo plotseling stierf, was de discussie gesloten.
'Jullie moeten weer naar bed, jongelui,' zei Uzun. 'Ik wens jullie een heel goede nacht en aangename dromen.'
Uit zijn toon maakten ze allebei duidelijk op dat het gesprek was afgelopen, alsof ze op audiëntie waren geweest bij een hoveling. De kinderen maakten een buiging voor hem, liepen naar boven en stapten in bed. Zodra ze sliepen, goot Haramis de beeldkom leeg en ging ook - ietwat stijf - naar bed; het had haar lichaam geen goed gedaan om steeds in dezelfde houding over de kom gebogen te zitten. Bij het inslapen bedacht ze dat Uzun haar waarschijnlijk heel goed kon helpen bij de opleiding van Mikayla. De Heren der Lucht wisten dat ze alle hulp nodig had die ze kon krijgen!