Hoofdstuk 13
Stormy krabbelde overeind. Met één hand hield ze haar schouder vast. Die voelde aan alsof er een goederentrein tegenop was gebotst.
‘Wat mankeert jou, achterlijke idioot?’ riep ze woedend.
De vrouw op de grond antwoordde niet.
Behoedzaam kwam Stormy dichterbij, al boezemde haar rivale haar weinig angst in. ‘Verdomde hinderlaag. Geen erg waardige manier om te vechten, Elisabeta.’
Nog steeds kwam er geen antwoord.
Plots zag Stormy een straaltje bloed op de steen, die op de grond naast de gevallen vrouw lag. ‘Verdorie, je hebt jezelf buiten westen geslagen met dat ding, hè?’
Met haar voet draaide ze Brookes lichaam om. Het was weer Brookes lichaam, en niet dat van Elisabeta. Beta was bewusteloos. Uit een snee in haar linkerslaap sijpelde bloed.
Waarschijnlijk zou ze er een bult krijgen ter grootte van een ganzenei, dacht Stormy. Bijna net zo groot als die stomme steen. De kloppende pijn in haar schouder maakte dat ze het kreng het liefste door elkaar had geschud en een trap had gegeven.
In plaats daarvan boog ze zich met een zucht over de vrouw heen, en ze trok de robijnen ring van diens vinger. Ze doorzocht Elisabeta zakken en vond de perkamentrol. ‘Die neem ik even mee als je het niet erg vindt,’ zei ze. ‘Je had ze sowieso al niet verdiend.’ Ze stopte de ring en de perkamentrol in haar rugzak. Toen haalde ze haar mobiele telefoon tevoorschijn. Ze toetste het nummer in van Athena House en wachtte.
Bij zonsondergang waakte Stormy aan het bed van de bewusteloze vrouw, die in Athena House in Brookes bed lag. Het was haar beurt om de wacht te houden. Lupe, Melina en zij hadden de hele dag om beurten bij de gewonde vrouw gezeten. Zonder Rhiannon konden ze het ritueel niet uitvoeren. Maar als Beta’s ziel niet snel bevrijd zou worden, zou Stormy samen met haar sterven.
Pas nu, vele uren na de vechtpartij, opende de patiënte haar ogen.
In de stoel naast het bed verstrakte Stormy. Ze fronste toen ze de mooie blauwe ogen zag. Dit waren de ogen van Brooke, niet die van Elisabeta. En die ogen keken Stormy aan, en er blonken tranen in.
Toen zei Brooke iets. Maar ze sprak zó zacht dat Stormy haar niet kon verstaan.
Stormy voelde een diep medelijden met de vrouw, ondanks het feit dat die haar situatie aan haar eigen domme daden had te danken. Ze pakte Brookes hand in de hare en boog zich naar haar toe. ‘Ik heb het niet gehoord.’
‘Ik had niet verwacht… dat het… zo zou zijn,’ fluisterde Brooke.
‘Ik weet het. Geloof me, ik weet wat je doormaakt. We zullen doen wat we kunnen om haar uit je te krijgen, Brooke. Dat beloof ik.’
Brooke sloot haar ogen. ‘Ze… Ze wil…’
‘Wat, Brooke? Wat wil ze?’
‘Ze wil je dood hebben.’
Dat wist Stormy al. Toch deden de woorden een rilling over haar rug lopen. Maar het was een ander soort rilling dan ze een moment later voelde.
Brooke verstevigde namelijk haar greep om Stormy’s hand. Met haar andere hand trok ze Stormy’s hoofd dichter naar zich toe. ‘En ik zál je doden. Dat zweer ik. Vlad is van mij.’ De ogen waarmee ze Stormy aankeek, waren gitzwart en schitterden van haat.
Stormy rukte zich los. ‘Tot nu toe lukt het je anders niet erg, hè, Elisabeta? Je probeerde me met een kei buiten westen te slaan en kreeg het voor elkaar om jezelf te verwonden. Nu ben je hier. En neem maar van mij aan dat je nergens naartoe gaat.’
‘Hij zal me redden. Hij houdt van me.’
‘Tuurlijk. En jij ook van hem, hè? Daarom heb je hem afgelopen nacht zeker geprobeerd te doden.’
‘Dat heb ik niet!’
‘O, nee? Waarom stak je dan een mes in zijn buik? Bij wijze van liefdesbeetje?’
‘Hij is vampir. Hij is onsterfelijk.’
‘Onsterfelijk bestaat niet, Beta. Alles wat leeft, kan sterven. Bij vampiers gaat het alleen wat moeilijker dan bij ons.’ Ze rukte zich los uit Elisabeta’s klemmende greep, draaide haar hand en pakte ruw haar pols beet. ‘Als je hem nog eenmaal pijn doet, vermoord ik je. Begrepen? Ik vermóórd je, wat de gevolgen ook zijn.’
Beta knipperde met haar ogen, en haar gezicht vertrok van pijn. Met plots wijd open ogen en een kinderlijke uitdrukking op haar gezicht staarde ze Stormy aan. Een en al onschuld en angst. ‘Zou je me echt… doden?’
‘Reken maar. Ik had die steen moeten pakken en je schedel moeten inslaan. De enige reden dat ik het niet heb gedaan, is –’
‘Omdat Melina erbij kwam en je tegenhield,’ zei Beta, op de toon van een bang klein kind. Ineens rolden er tranen over haar wangen. ‘Mijn pols. Je doet me pijn.’
Te laat begonnen bij Stormy de alarmbellen te rinkelen. Dat was beslist niet hoe het was gegaan. Ze had Melina gebeld en haar gevraagd met de auto te komen, zodat ze Elisabeta naar Athena House konden brengen. Waarom zou Beta haar van iets beschuldigen wat niet was gebeurd, als ze de enige twee personen in de kamer waren?
Het volgende moment begreep ze waarom.
‘Laat haar los, Tempest,’ klonk Vlads stem achter haar.
Daar was ze net mee bezig geweest. Ze stond op uit haar stoel en draaide zich naar hem om.
Hij ontmoette haar blik, voordat zijn ogen naar de andere vrouw gleden.
Op dat moment zei Beta: ‘Goddank dat je bent gekomen, Vlad.’
Geweldig. Hij had daar lang genoeg gestaan om getuige te zijn van Stormy’s dreigende woorden. Wellicht zelfs van haar schijnbare bekentenis van een poging tot moord.
‘Ze heeft me geprobeerd te vermoorden,’ riep het kreng in bed huilend uit. ‘Nadat ze je vanochtend alleen had gelaten, heb ik haar onderweg aangesproken, Vlad. Toen heeft ze me aangevallen. Ze heeft me verwond.’ De kleine aanstelster tilde een bevende hand op naar het witte verband waarmee Melina haar slaap had verbonden. Haar krokodillentranen stroomden als een waterval.
Stormy boog haar hoofd, totdat haar kin bijna haar borst raakte. Ze slaakte een langgerekte zucht.
Vlad liep langs haar heen, recht op de actrice in het bed af. Hij boog zich over haar heen, tilde het verband op en keek eronder. Toen kwam hij overeind en keek hij Stormy aan. ‘Tempest? Is dat waar?’
Ze opende haar mond om de beschuldiging in alle toonaarden te ontkennen en een uitgebreide uitleg te geven. Toen weerhield ze zichzelf. Met schuin gehouden hoofd keek ze hem aan. ‘Waarom zou ik de moeite nemen? Je zult toch die geschifte heks geloven. Zelfs nadat ze een mes in je buik heeft gestoken en je heeft achtergelaten om te sterven. Zelfs nadat ik mijn eigen bloed heb gegeven om je te redden. Dus waarom zou ik de moeite doen?’
‘Tempest…’
Ze hief haar hand, met de handpalm naar hem toegedraaid. De ironie van de situatie deed haar lippen krullen in een bittere glimlach. ‘Ik ben het zat. Val dood, Vlad.’
Ze draaide zich om en liep de kamer uit, de deur met een klap achter zich dichtslaand. Laat hem zelf die pathetische moordenares van hem verzorgen, dacht ze. Uiteindelijk zou ze hem kapotmaken, en het zou zijn verdiende loon zijn.
Onderweg in de hal kwam Stormy Rhiannon tegen. Haar negerend liep ze door.
‘Wacht!’ riep Rhiannon.
Stormy wachtte niet.
Rhiannon maakte rechtsomkeert en haalde Stormy in. ‘Stormy, waar ga je heen?’
‘Mijn spullen pakken. Ik ben het zat. Ik heb haar hierheen gebracht, oké? En die verdomde ring en perkamentrol gevonden.’ Ze draaide zich om, haalde beide voorwerpen uit haar zak en drukte ze Rhiannon in de hand. ‘Nu mag jij je ding doen en haar uitdrijven. Voor mijn part stuur je haar naar de hel. En je mag Vlad onder handen nemen. Die gaat haar niet zonder slag of stoot opgeven, dat geef ik je op een briefje. Voor mij is er geen reden meer om te blijven. Het is mijn probleem niet meer. Als ik morgenochtend wakker word, weet ik dat het je gelukt is. Zo niet, nou, dan niet. Ik ga de laatste uren van mijn leven echt niet toekijken hoe hij kwijlend over die bloeddorstige gek heen hangt.’
‘Stormy, niet doen.’
Voor haar slaapkamerdeur hield Stormy stil. Ze dwong zichzelf haar ogen op te slaan en Rhiannon aan te kijken. Zelfs al zou Rhiannon daardoor de tranen in haar ogen zien. ‘Bedankt dat je hebt geprobeerd me te helpen. Ik sta bij je in het krijt.’
‘Bedank me maar als het voorbij is, en het me gelukt is.’
‘Ik hoop dat ik die kans krijg, Rhiannon.’ Haar tranen weg knipperend, wendde zich af ‘Dit wordt een walgelijk sentimentele toestand. Vooruit, ga naar Brookes kamer, voordat Vlad de kans heeft er met die van zelfmedelijden vervulde bruid van hem vandoor te gaan.’
‘Ze doet behoorlijk zielig, hè?’
‘Ze is bloeddorstig, egoïstisch, gewelddadig en gestoord. Maar het allerergste is dat ze een huilebalk is.’ Ze keek Rhiannon aan en zag een flauwe glimlach om haar lippen verschijnen.
‘Dat was ook mijn eerste indruk. Blijkbaar is ze niets veranderd. Tot ziens, Stormy.’ Toen draaide Rhiannon zich om, en ze haastte zich terug de hal door, naar Brookes kamer.
Vlad zat naast Beta. Haar aanblik zoals ze daar in bed lag, haar tranen, smeekbeden en de pijnlijke wond onder het verband, raakten hem diep. Hij wilde haar zó graag genezen, helpen en beter maken. Het maakte hem diep ongelukkig om haar zo te zien lijden.
Rhiannon kwam de kamer in. In een stoel aan de andere kant van het bed nam ze plaats. ‘Dag, Vlad. Het verbaast me dat de Athena-vrouwen je hebben binnengelaten.’
Hij keek Rhiannon aan. Het ontging hem niet dat Beta bij haar binnenkomst direct gespannen en op haar hoede was geworden. ‘De vrouw die Lupe heet, probeerde me te verbieden binnen te komen.’
‘O? Leeft ze nog?’
Hij zag Rhiannons glimlach en registreerde de humor in haar stem. Ondanks zichzelf moest hij glimlachen. ‘Uiteraard.’ Hij stond op en liep naar haar toe om haar te omhelzen, half en half een koele reactie verwachtend. Dat was niet het geval.
Rhiannon omhelsde hem eveneens.
Wat er ook tussen hen gebeurd was, hun band was sterk. Dat was altijd zo geweest en zou altijd zo blijven.
‘Het is lang geleden,’ zei hij.
‘Te lang. En ik vrees dat deze omhelzing van korte duur zal zijn, Vlad. Het is niet onwaarschijnlijk dat we in deze kwestie tegenover elkaar zullen komen te staan.’
‘Ik zou willen dat het anders was,’ zei hij. Hij deed een stap naar achteren om haar aan te kijken. ‘Wat ik op dat moment ook tegen je zal zeggen, Rhiannon, weet dat ik van je hou. Zelfs als ik me gedwongen zou zien je te vernietigen.’
‘En ik hou van jou. Zelfs als ik je zou moeten doden, Vlad.’
Hij knikte. ‘Begrepen.’
Rhiannon keek naar Beta. ‘Volgens Melina is die hoofdwond niet ernstig.’
‘Vertrouw ze niet, Vlad!’ zei Elisabeta smekend. ‘Ze liegen. Ze willen me dood hebben.’
Rhiannon wierp haar een minachtende blik toe, voordat ze haar ogen weer op Vlad richtte. ‘Ze heeft gelijk. We willen haar inderdaad dood hebben. Maar we willen niet dat Tempest sterft. En we hebben ook het recht niet om Brooke ter dood te brengen, ook al zullen die zogenaamde zusters van haar dat waarschijnlijk toch wel doen.’
‘Je kunt Brooke niet redden,’ siste Beta haar toe. ‘Dit is míjn lichaam nu.’
Zuchtend rolde Rhiannon met haar ogen. ‘Zullen we op de gang met elkaar praten, Vlad? Dit begint vermoeiend te worden. Mijn geduld met deze dievegge raakt uitgeput.’
Knikkend stond hij op.
Beta greep zijn hand. ‘Nee, Vlad! Laat me niet alleen!’
‘Er zal je niets gebeuren,’ zei hij geruststellend. Zich losmakend uit haar greep gaf hij een klopje op haar hand. ‘Je bent hier al de hele dag, Beta. Als iemand je kwaad had willen doen, was dat al gebeurd. Ik ben er nu toch? Je weet toch dat ik zal zorgen dat niemand je pijn doet? Of niet?’
Onderzoekend keek ze hem aan. Toen knikte ze.
‘Rust nu. Ik bescherm je.’
Hij liep naar de deur, stapte de gang in en trok de deur achter zich dicht.
‘Heeft Stormy je verteld wat er is gebeurd?’ vroeg Rhiannon.
‘Nee, maar Beta wel.’
‘O, heeft ze dat?’ Haar stem droop van sarcasme. ‘En welk verhaaltje heeft die leugenaarster je op de mouw gespeld?’
Hij wierp haar een boze blik toe. ‘Ze heeft verteld dat ze Tempest onderweg heeft aangesproken, en dat Tempest haar toen heeft aangevallen. Als Melina niet op tijd was geweest, had Tempest haar vermoord.’
Rhiannon staarde hem aan. In haar ogen stond te lezen dat ze hem een idioot vond. ‘En dat geloof je?’
‘Tempest voelt zich al zestien jaar door Beta in het nauw gedreven. Maar dat is nog geen excuus –’
‘Doe me een lol, Vlad. Als je helder kon nadenken, zou je zelf één en één bij elkaar kunnen optellen. Melina heeft me het hele verhaal verteld. Stormy is tot zonsopgang bij je in dat huis gebleven. Ze heeft over je gewaakt, totdat de messteek die je toegewijde vrouwtje je had toegebracht, was geheeld. Daarna is ze weggegaan. Ze was op de terugweg naar Athena House, toen Elisabeta haar vanuit een hinderlaag aanviel. Met een grote steen. Als Stormy haar schaduw niet net op tijd had gezien en zich had omgedraaid, zou ze Stormy’s schedel hebben ingeslagen. Gelukkig heeft Stormy de klap weten te ontwijken, en heeft de steen alleen haar schouder geraakt.’
Hij vertrok geen spier. ‘Hoe erg is het?’
‘Ik mocht haar schouder niet zien, maar volgens Lupe ziet die eruit alsof iemand er blauwe en zwarte inkt overheen heeft gegooid. Maar ze dacht niet dat er iets gebroken was.’
Peinzend knikte hij. ‘Dus Tempest heeft Elisabeta uit zelfverdediging met die kei geslagen?’
Rhiannon fronste. ‘Ze heeft Elisabeta überhaupt niet geslagen. Ze heeft die gek alleen onderuit geschopt, toen die haar opnieuw aanviel. Beta is gevallen en met haar hoofd geland op de steen waarmee ze Stormy’s schedel had willen inslaan.’
Hij sloot zijn ogen.
Verderop in de gang kwamen de twee andere vrouwen aanlopen. Ze voegden zich bij Vlad en Rhiannon, zodat ze met zijn vieren voor de slaapkamerdeur stonden.
‘In elk geval zijn ze allebei in orde,’ zei hij, een blik op de deur werpend en met zijn zintuigen de kamer erachter aftastend.
‘Ze zijn niet in orde,’ zei Melina zacht. ‘Brooke loopt het risico te sterven, en Elisabeta… Ze is ziek. Het komt niet door die hoofdwond, maar door… iets anders.’
Vlad zuchtte. Hij boog zijn hoofd. ‘Ja. Ik ben bang dat ik weet wat het is.’
‘Ik ook,’ zei Rhiannon. ‘Ik kan het vanaf hier voelen. Het anti-gen. Belladonna. Het zal haar doden.’
Melina fronste. ‘Dat kan niet. Brooke was geen uitverkorene.’
‘Nee,’ zei Vlad. ‘Maar Beta wel.’
‘En dus?’ vroeg Melina. ‘Heeft ze het anti-gen meegenomen? Naar een ander lichaam? Kan dat überhaupt?’
Vlad begon iets te zeggen. Toen kneep hij zijn ogen samen en keek Rhiannon aan. ‘Waarom bespreken we dit met hen?’
‘Geloof me, als het anders kon zou ik het niet doen. Maar hoe verblind deze twee ook zijn, ik ben ervan overtuigd geraakt dat ze in hun hart fatsoenlijk zijn. Al ben ik zekerder van Lupe dan van Melina.’
Melina hapte naar adem.
‘Het bevalt me niets. Je weet dat we deze organisatie niet kunnen vertrouwen.’
Ze haalde haar schouders op. ‘Wat kunnen ze ons doen, Vlad? Als we zouden willen, zouden we hen vernietigen voordat ze ook maar met hun ogen konden knipperen.’
‘Wacht eens even,’ viel Lupe hen in de rede. ‘Wat is jullie probleem met de Sisterhood of Athena?’
Rhiannon draaide zich naar haar om. ‘Als je dat echt wilt weten, zoek je het maar op in dat uitgebreide archief van jullie. Zoek maar op Egypte en op mijn oorspronkelijke naam. Rianikki, dochter van de farao en priesteres van Isis. Een groep die ooit nauwe banden onderhield met die van jullie.’ Ze haalde haar schouders op. ‘Als je een keertje tijd hebt. Maar dat is voor later. Laten we ons nu op de kwestie vóór ons concentreren. Hoe heeft Beta het anti-gen kunnen meenemen naar een lichaam dat het niet bezat?’
‘Dat weet ik niet, maar het is gebeurd,’ zei Vlad. ‘Het hoe of waarom doet er wellicht niet eens toe. Maar het anti-gen is op een of andere manier veranderd.’
Rhiannon knikte. ‘Het circuleert in een lichaam dat er niet voor is bestemd,’ zei ze. ‘In de oude teksten heb ik gelezen dat degene die het anti-gen bezitten allemaal dezelfde voorvader hebben. Dat zou jij zijn, Vlad. Al vermoed ik dat de lijn verder teruggaat.’
‘Naar Utnapishtim,’ zei Vlad zacht. ‘De eerste onsterfelijke. Ik was zijn dienaar, en een verre bloedverwant.’
‘Ik weet niet of bloedverwantschap een vereiste is,’ vervolgde Rhiannon.
‘Wat voor andere verwantschap kan er dan zijn?’ vroeg Melina.
Rhiannon ontmoette haar blik. ‘Die met een toekomstige incarnatie van dezelfde ziel,’ antwoordde ze. ‘Iedereen heeft een oerziel. Beschouw het als je hogere zelf. Bij de totstandkoming van elk nieuw leven splitst deze ziel een deel van zichzelf af. Als mensen sterven, versmelt dit deel weer met het hogere zelf, om alle wijsheid en ervaring te delen dat het in het sterfelijke leven heeft vergaard. Wijzer, sterker en verlichter, splitst het een nieuw deel van zichzelf af, voor een volgend leven.’
‘Rhiannon, wat gebeurt er als de afgesplitste ziel niet met de oerziel kan samensmelten?’ vroeg Vlad.
Rhiannon haalde haar schouders op. ‘Ik denk dat iedere afgesplitste ziel erna op een of andere manier incompleet zal zijn. Er ontbreekt immers een onderdeel van de oerziel, die deze compleet zou maken.’
Een diepe frons verscheen op zijn gezicht. ‘Wat zou dat voor onze ziel betekenen, Rhiannon? Die versmelt immers… nooit.’
‘Daar heb ik zo mijn theorie over,’ fluisterde ze. ‘Maar volgens mij moet iedere vampier op eigen houtje tot die conclusie komen.’
Langzaam schudde hij zijn hoofd. ‘Wat moeten we doen om Elisabeta te helpen?’
‘Volgens mij weet je het antwoord al, Vlad.’ Rhiannon legde haar handen op zijn schouders. ‘We moeten haar ziel uitdrijven en bevrijden van de betovering van de ring. Zodat ze naar gene zijde kan oversteken en met haar hogere zelf kan versmelten, zoals de bedoeling is.’
‘Het lijkt de enige manier,’ fluisterde Melina.
‘Het ís de enige manier,’ viel Lupe haar bij. ‘Vooral aangezien ze hoe dan ook zal sterven.’
‘En als ze sterft, zal ze Brooke met zich meenemen,’ haastte Melina zich te zeggen.
Vlad bleef stoïcijns. ‘We zouden Elisabeta kunnen transformeren.’
‘Dan nog zou Brooke ten dode opgeschreven zijn,’ zei Rhiannon. ‘Als Beta in haar lichaam blijft, zal Brooke sterven. Ik weet niet of dat lot haar überhaupt bespaard zal blijven, maar het is niet aan ons om haar het leven te benemen, Vlad.’
‘Ze heeft er zelf om gevraagd. Ze heeft Elisabeta zelf in haar lichaam toegelaten.’ Hij sloot zijn ogen, in een poging zijn gevoelens te verbergen.
‘Vlad, je weet net als ik dat Beta krankzinnig is. Ga me niet vertellen dat je overweegt haar de macht van een ondode te geven en los te laten in de wereld. Ze zou een misdadiger worden. En een gevaarlijke. Uiteindelijk zouden we haar alsnog moeten vernietigen.’
Ze zuchtte. Toen hij niet reageerde, vervolgde ze: ‘En dan is er nog iets om rekening mee te houden. Tenzij Beta wordt bevrijd, zullen al haar spirituele nakomelingen sterven. Zo hebben je magiërs hun bezwering geformuleerd. En je weet wat dat betekent, Vlad. Stormy, de enige echte onschuldige in deze situatie, zal ook sterven. Vannacht, Vlad. Om middernacht.’
Hij sloeg zijn ogen op en opende zijn mond om iets te zeggen. Toen bedacht hij zich. Het leek alsof hij zijn woorden heroverwoog. ‘Dan moet ik een manier vinden om Beta voor die tijd te redden.’
‘Vlad? Wat… Wat mankeert jou in ’s hemelsnaam?’ Rhiannon staarde hem aan alsof ze hem voor het eerst zag.
Hij kon niet met haar praten, zelfs niet via zijn gedachten. Het was te gevaarlijk. In plaats daarvan zei hij: ‘Ik wil nu met Tempest praten. Waar is ze?’
Lupe, die tot op dat moment weinig had gezegd, keek hem met bezorgde ogen aan. ‘Eh, ik dacht dat je dat wel wist. Ze is weg.’
Verbaasd knipperde hij met zijn ogen. ‘Weg?’
‘Ze zei dat het haar probleem niet meer was, Vlad,’ zei Rhiannon. ‘Ze was boos. Woedend. Op jou, vermoed ik.’
‘Ik heb haar gezien toen ze in haar kamer haar spullen aan het pakken was,’ voegde Lupe eraan toe.
Vlad draaide zich om en rende de gang door naar Tempests kamer. Hij gooide de deur open. Het vertrek was leeg. Hij opende de linnenkast en de badkamerdeur. Allebei waren ze leeg. Nergens was nog een spoor van haar aanwezigheid te bekennen. Op haar geur na, die nog in de ruimte hing.
Hij liep de trap af en beende naar de voordeur.
Tempests auto stond er niet meer. Een stofwolk hing in de lucht. Waarschijnlijk was ze net weggereden.
‘Vlad!’ riep Rhiannon.
Hij liep terug de gang in. Brookes slaapkamerdeur stond open. Rhiannon, Melina en Lupe stonden in de kamer.
Hij zei: ‘Je had gelijk, Lupe. Tempest is weg.’
‘Nou, dat kan nog wel eens voor ernstige problemen zorgen,’ zei Rhiannon. Ze stapte opzij, zodat hij het lege bed kon zien. ‘Want Elisabeta is ook weg.’ Handenwringend sloot ze haar ogen.
Vlad ontplofte. ‘Daarnet stond ze nog aan de deur te luisteren!’
Met opgetrokken wenkbrauwen keek Rhiannon hem aan. ‘Was dat het? Was dat waarom je –’
‘Niet nu, Rhiannon.’ Hij sloot zijn ogen. ‘We moeten ze vinden. En we hebben niet veel tijd.’