Hoofdstuk 5

 

 

De dag was grotendeels onproductief verlopen. Stormy wist inmiddels dat de ring mogelijk door een gewone sterveling was gestolen, en niet door Vlad. Ze wist dat de politie de tape van de bewakingscamera had, maar niet of er iets op stond.

Wie weet zou de nacht meer antwoorden opleveren.

Onder het mom dat ze uitgeput was, was ze vroeg naar haar kamer gegaan. Maar ze was niet moe. Ze was opgewonden, bang en vol verlangen. Hij zou bij haar komen deze nacht. Dat wist ze. Haar angst was logisch, haar verlangen niet. Dat nooit, hield ze zichzelf voor, zich bewust van haar leugen.

Een voor een opende ze alle ramen, zodat de nachtelijke bries zachtjes suizend door haar slaapkamer waaide en de gordijnen spookachtig wapperden. Ze liet de ramen open toen ze de badkamer in ging om een uitgebreide hete douche te nemen. Nadat ze onder de douche vandaan was gestapt en zich had afgedroogd, liep ze naakt terug naar de slaapkamer.

Daar was hij. Wachtend op haar. Hij zat op een stoel, in een donkere hoek van de kamer.

Ze was niet verrast of geschrokken, en zelfs niet opgelaten om naakt voor hem te staan. Het voelde normaal, natuurlijk en verwacht.

‘Hallo, Tempest,’ zei hij zacht.

Ze pakte haar kamerjas. ‘Ik wist wel dat je zou opduiken nu de ring boven water is. Zeg me, Vlad, was dat echt, gisteravond?’

Hij stond op en liep op haar af. Voordat ze de kamerjas kon aandoen, pakte hij het kledingstuk uit haar handen.

Haar hart sloeg over, en ze voelde een knoop in haar maag. Diep vanbinnen begon de indringster zich te roeren, voelde ze.

‘Ik kijk graag naar je. Gun me tenminste dat,’ zei hij zacht.

‘Dat kan ik niet. Dat weet je, Vlad. Je weet wat het met me zou doen.’ Ze staarde hem aan, zich afvragend of hij überhaupt iets om haar gaf. ‘Zelfs nu ontwaakt ze en probeert ze me over te nemen. Alleen al door je nabijheid.’

‘Ik weet het, Tempest. Geloof me, ik weet het.’

‘Natuurlijk weet je het. Daarom ben je hier.’

Hij leek verrast, maar liet zich niet van de wijs brengen. ‘Ik ben nooit ver van je weg geweest.’

Ze was geraakt door zijn woorden. Waarheid of een uitgesproken leugen, haar hart smolt in haar borst. ‘Ik heb je zo vreselijk gemist,’ fluisterde ze. Het was een pijnlijke bekentenis.

Vlad boog zich naar haar toe en kuste haar. Hij sloeg zijn armen om haar middel en trok haar naakte lichaam tegen zich aan. Zijn tong drong haar mond binnen.

Liefdevol begroette ze zijn tong met de hare, en ze drukte zich tegen hem aan.

Maar die ander begon te ontwaken. Ze vocht zich een weg naar de oppervlakte en eiste Stormy’s lichaam op.

Stormy rukte zich los en deed een stap naar achteren.

‘Ik wil je.’ Zijn woorden kwamen bijna grommend uit zijn keel.

Hij gebruikte haar naam niet, viel haar op. Waarschijnlijk had hij het tegen Elisabeta, en niet tegen haar. Met gebroken, bevende stem zei ze: ‘Ik zou het niet zijn met wie je zou vrijen, maar Elisabeta. Je zou met mijn lichaam vrijen, maar met haar ziel.’ Ze keek hem strak aan. ‘Misschien vind je dat wel niet erg. Tenslotte is zíj degene die je echt wilt.’

‘Maakt het wat uit, Tempest? Volgens mij zou je me niet weigeren. En zij zeker niet.’

‘Doe het dan,’ zei ze.

Hij fronste. ‘Tempest?’

‘Ja, ik ben het nog, verdomme. Doe het. Neem me maar. Kijk maar wat er gebeurt. Maar ik waarschuw je, Vlad. Als je die ring om mijn vinger doet…’

‘Ik heb de ring niet.’

Zwijgend staarde ze hem aan, trachtend te doorgronden of hij de waarheid vertelde of loog. Met de beste wil van de wereld lukte het haar niet. ‘Lieg alsjeblieft niet tegen me, Vlad. Alsjeblieft…’

‘Ik heb de ring niet, Tempest. Ik ben inderdaad hierheen gekomen om de ring te stelen. Maar iemand is me voor geweest. Tot gisternacht dacht ik dat jij dat was.’

Ze sloot haar ogen. Wat wilde ze hem graag geloven.

‘Gisternacht heb ik iets ontdekt, Tempest,’ zei hij zacht. ‘Je weet wat, hè? In je dromen kan Elisabeta niet bij je komen. Ze kan overal komen, behalve daar. Gisternacht ben ik bij je geweest, in je dromen. Toen heeft ze je niet overgenomen. Dat kon ze niet. Je dromen zijn van jou. Blijkbaar ben je daar veilig.’

Knipperend opende Stormy haar ogen. Ze staarde hem aan. ‘Ja, maar je hebt me alleen in mijn geest bezocht.’

‘Nee, Tempest. Het was echt. Ik heb je aangeraakt en gekust. Ik wilde…’ Hij sloot zijn ogen.

‘Ik wist niet dat je belang hechtte aan de toestemming van een vrouw, Vlad.’

Hij boog zijn hoofd. ‘Dat weet je nog steeds niet. Het was een symbolische poging. Ik hoorde je me vervloeken, vlak voor zonsopgang. Ik weet niet hoe oprecht dat was. Maar volgens mij weten we allebei dat ik je hoe dan ook zal nemen.’

Ze wilde er niet aan denken, niet op dit moment. ‘Ik geloof je niet.’

Hij keek haar strak aan. ‘Wijs me maar af, dan merk je het vanzelf.’

Zwijgend sloeg ze haar ogen neer. Haar lichaam schreeuwde om hem. Ze wilde ja tegen hem zeggen en hem alles met haar laten doen wat hij maar wilde. Ze wilde nee tegen hem zeggen en ervan genieten hoe hij haar met zijn wil zou overmeesteren. Ze verlangde naar hem. Ze was een en al verlangen.

‘Ik heb iets voor je meegebracht.’ Hij pakte iets van het nachtkastje dat ze daar niet eerder had zien liggen, en overhandigde het haar. Een videoband.

‘Wat is dit?’ vroeg ze.

‘Beelden van de bewakingscamera uit de nacht van de inbraak. Die heb ik gestolen van de politie.’

Ze trok haar wenkbrauwen op. ‘Staat er iets op?’

‘Dat weet ik niet. Ik heb de band niet bekeken. Dat laat ik aan jou over. En ik wil graag dat je me vertelt wat je aantreft.’

Verrast door zijn gebaar knipperde ze met haar ogen. ‘Je neemt nogal een risico door me deze band te geven. Waarom zou ik jou vertellen wat erop staat? Mijn doel is te zorgen dat je de ring niet in handen krijgt, niet je te helpen de ring te vinden.’

‘Bekijk de beelden. Dan weet je tenminste zeker dat ik de ring niet heb. Ik heb noch tijd, noch zin om uren beeldmateriaal te bekijken. Bovendien heb ik geen videoapparatuur tot mijn beschikking. Als je weigert me te vertellen wat je hebt ontdekt, kan ik je heel eenvoudig dwingen. Of ik kan je geest binnen dringen en je gedachten lezen.’

‘Je wilt dat ik de ring als eerste vind, hè?’ Met samengeknepen ogen nam ze hem op, zich afvragend wat hij in zijn schild voerde.

‘Het maakt me niet uit wie van ons tweeën de ring het eerste vindt. Als jij dat bent, kan ik de ring zonder veel moeite van je afpakken.’

‘Ben je zo zeker van jezelf, en van je macht?’

Zijn ogen ontmoetten de hare. Een lome glimlach verscheen op zijn gezicht, dat een kwaadaardige uitdrukking had. ‘Als het om jou gaat? Ja, Tempest, dan ben ik heel zeker van mezelf. Je zult me gehoorzamen, wat ik je ook opdraag.’ Hij wierp een blik op het bed.

Ze volgde zijn blik, wetend waaraan hij dacht. Ze dacht immers aan hetzelfde. Haar trots zei haar hem te weigeren. Naar de duivel met haar trots, dacht ze. Ze verlangde naar hem, met een vurigheid die ze niet eens probeerde te weerstaan. Was het zijn wil die haar deze begeerte oplegde? Was het Elisabeta’s verlangen dat in haar brandde? Of kon het haar eigen verlangen zijn?

Het deed er niet toe. Ze beefde van verlangen naar hem. Haar ademhaling ging met horten en stoten, en haar hart bonsde wild. Ze liep naar het bed, legde de videoband op het nachtkastje en sloeg de dekens terug. Nadat ze in bed was gaan liggen, trok ze de dekens over zich heen en sloot haar ogen. ‘Ik ga nu slapen, Vlad. Je bent van harte welkom in mijn dromen. Dat… Dat ben je altijd geweest.’

Hij liep naar het bed en ging op de rand zitten. ‘Open je ogen, Tempest.’

Ze gehoorzaamde en keek recht in zijn doordringende ogen.

‘Niet knipperen. Niet wegkijken. Kijk in mijn ogen. Lees mijn wil. Voel mijn wil. Voel je die?’

‘Ja,’ fluisterde ze.

‘Goed zo. Sluit nu je ogen en slaap. Slaap, Tempest. Wees alert en bewust, en onthou alles, maar slaap. En word pas wakker wanneer ik dat zeg.’

‘Ja.’ Ze likte langs haar lippen, terwijl ze haar laatste beetje zelfbeheersing voelde wegsmelten. ‘Laat me genieten, Vlad,’ fluisterde ze.

Ze sliep. En tegelijkertijd ook niet. Ze voelde dat Vlad de dekens terugsloeg, zich over haar heen boog en haar lichaam aanraakte. Alles voelde ze, maar met de beste wil van de wereld kon ze zich niet bewegen of op zijn aanraking reageren. Het was alsof ze een marionet was, waarvan hij de touwtjes in handen hield. Wanneer hij wilde dat ze bewoog, bewoog ze, maar uit eigen wil kon ze niets. Helemaal niets.

Strelend en masserend liet hij zijn handen over haar borsten glijden. Daarna liefkoosde hij haar met zijn lippen. Hij kuste haar borsten en zoog op haar tepels.

Ze wilde zijn hoofd vastklemmen en hem tegen zich aandrukken, maar dat kon ze niet. Ze kon haar armen niet bewegen, tenzij hij dat wilde.

Hij liet zijn hand tussen haar benen glijden. Open je voor mij, fluisterde hij haar in gedachten toe.

Plotseling kon ze haar benen bewegen, maar alleen om zijn bevel te gehoorzamen en ze te openen. Op het moment dat ze wilde stilhouden, omdat ze vond dat ze haar benen wijd genoeg had geopend, duwde hij ze met zijn wil nog verder uit elkaar, en nog verder. Daar lag ze dan, naakter dan ze ooit was geweest.

Toen raakte hij haar aan. Zijn vingers verkenden haar, drongen diep bij haar naar binnen. Zachtjes kneep hij in haar trillende knopje, en toen harder.

Ze hoorde zichzelf zachtjes jammeren onder zijn ruwe aanraking en de zalige pijn van zijn tanden om haar tepel, knijpend en trekkend, net als zijn vingers. Ze wilde haar rug welven en haar borsten tegen hem aan duwen. Haar heupen meebewegen met het ritme van zijn hand. Maar ze lag roerloos. Verlamd. Hulpeloos.

Even later voelde ze hem langs haar lichaam naar beneden bewegen. Gulzig liet hij zijn lippen en tong over haar buik glijden, voordat hij ten slotte haar clitoris vond.

Het gevoel was overdonderend. Ze wilde haar benen sluiten om het in te tomen, maar het lukte haar niet. Integendeel, ze gingen alleen maar wijder open.

Hij dwong ze wijder open en liet Stormy haar heupen kantelen, zodat hij beter bij haar vagina kon met zijn mond. Hij likte haar schaamlippen, voordat hij zijn tong naar binnen liet glijden, steeds dieper en dieper.

Het was te veel. Ze wilde zich terugtrekken, zijn liefkozingen afremmen. Maar haar lichaam gehoorzaamde zijn wil, en niet de hare, zodat ze haar heupen optilde en haar venusheuvel tegen zijn mond duwde.

Hongerig likkend laafde hij zich aan haar. Met zijn handen duwde hij haar nog verder open voor zijn gulzige mond. Hij deed zich te goed aan haar, terwijl hij haar met zijn geest beval zelf haar tepels te masseren en knijpen.

Alles gebeurde enkel en alleen uit zijn wil. Ze was als een lappenpop, overspoeld door sensaties, en niet in staat zich op welke manier dan ook te verzetten. Hij kon doen wat hij wilde, en dat deed hij dan ook. Ze kon hem niet weerstaan of weigeren. En goede god, dat wilde ze ook niet.

Geef je over aan mij, fluisterde zijn geest tegen de hare. Kom klaar voor mij, Tempest. Nu.

Intussen beet en zoog hij nog harder en dwong hij haar eigen handen nog harder in haar tepels te knijpen, totdat ze klopten en gloeiden.

Op zijn bevel bereikte ze haar climax, in een explosie van sensaties, terwijl hij zich intussen bleef laven aan haar schokkende, sidderende lichaam. Het gevoel was zó overweldigend, dat ze van hem weg wilde bewegen.

Dat stond hij niet toe. Hij hield haar gevangen op bed, met haar benen wijd en totaal hulpeloos, totdat hij zijn begeerte had bevredigd en haar had veranderd in een sidderend en jammerend hoopje sensatie.

Het schokken van haar lichaam was nog niet opgehouden, toen hij omhoogkwam en zich in haar begroef. ‘Nog eens,’ fluisterde hij, terwijl hij dieper in haar drong, zich terugtrok, en weer dieper in haar drong. ‘Beweeg met me mee.’

Dat deed ze, al werd ze zó overweldigd door sensaties dat het bijna ondraaglijk was. Voordat haar climax was weggeëbd, laaide haar passie alweer op.

Hij hield haar vast en stootte steeds opnieuw in haar, zó diep dat hij haar de adem benam. En toen hij samen met haar zijn hoogtepunt bereikte, zette hij zijn tanden in haar keel en dronk hij van haar wezen en haar bloed.

Het was alsof haar lichaam uiteenspatte. Nooit eerder had ze zo’n overrompelend orgasme gehad. Alles voelde ze. Zijn harde kloppende erectie die bij haar naar binnen drong en haar vulde. Zijn tanden in haar hals, het bloed dat uit haar lichaam vloeide. Ze was de zijne, met huid en haar aan hem overgeleverd, en haar lichaam en geest explodeerden op zijn bevel. De ervaring was overdonderend.

Zó overdonderend dat ze wakker werd uit haar slaaptoestand.

Daar lag hij, boven op haar, nog altijd in haar, met zijn armen om haar heen. Hij kuste haar hals en likte aan de tandafdrukken die hij had achtergelaten. Intussen begon hij opnieuw in haar te bewegen om haar harstocht opnieuw te doen oplaaien.

Plotseling kwam Elisabeta in alle hevigheid tot leven.

Stormy had nog net tijd om ‘nee’ te fluisteren. Het volgende moment was ze er niet meer, en was haar tijd met Vlad voorbij.

De indringster had haar verjaagd.

 

Toen haar nagels klauwend over zijn rug gingen, besefte Vlad dat Tempest was veranderd.

Ze gehoorzaamde de bevelen van zijn geest niet meer, maar bewoog uit zichzelf. Uitzinnig van begeerte bewoog ze onder hem, haar wensen onuitgesproken, maar dwingend en niet mis te verstaan.

Hij trok zich terug. Zich afvragend hoe ze zich aan de macht van zijn geest had weten te ontworstelen, staarde hij haar aan. Toen zag hij dat haar fel schitterende ogen wijd open waren, en… gitzwart. ‘Tempest…’

‘Ze is weg. En ik laat haar niet meer terugkomen. Dit keer niet, Vlad. Dit lichaam is van mij.’ Elisabeta sloeg haar armen om zijn nek en trok hem dieper in zich.

Hij stootte, en stootte nog eens. Toen sloot hij zijn ogen en gaf zich over aan de passie die in hem oplaaide. Hij beefde van verlangen en lust. Het deed er niet toe van wie het lichaam was dat hij begeerde, of van wie het bloed was dat hij nodig had om in leven te blijven. Hij nam wat hij wilde, van wie hij maar wilde. Dat had hij altijd gedaan. En dat was dit keer niet anders.

Dus nam hij haar. Nam hij hen allebei. Elisabeta en Tempest. Geen van beiden zou hem geweigerd hebben. Al zou het hem koud laten als dat wel zo was geweest.

Steeds harder bereed hij haar, totdat ze hijgend en naar adem happend onder hem lag. Zijn huid schrijnde waar haar nagels in zijn rug hadden geklauwd. Het vergrootte slechts zijn genot. Met elke stoot waarmee hij in haar bewoog, bonkte het bed tegen de muur. Hij stootte nog harder. Het kon hem niet schelen of hij haar pijn deed.

‘Elisabeta!’ Als een laag grommen steeg haar naam op uit zijn keel. Hij klemde haar vast en stootte nog dieper in haar, terwijl hij sidderend en schokkend zijn zaad in haar uitstortte.

Ze kreunde. Misschien van pijn, of misschien wel van genot.

Hij wist het niet. Het deed er niet toe, hield hij zichzelf voor. Langzaam trok hij zich uit haar terug. Hij bleef niet op bed liggen en nam haar ook niet in zijn armen. In plaats daarvan stond hij op van het bed en pakte zijn kleren.

‘Ik ben bij je teruggekomen, Vlad,’ fluisterde Elisabeta. Als een tevreden kat rekte ze zich uit. Ze drukte het kussen tegen zich aan en wikkelde zich in het laken. ‘Dit keer voorgoed.’

‘Is ze dood dan? Is het je toch gelukt om haar zonder mijn hulp te verdrijven?’

Beta ging overeind zitten en trok een pruillip. ‘Wat kan het je schelen? Ik ben degene van wie je houdt. Degene die voorbestemd is om bij je te zijn. Ik ben je vrouw, Vlad. Je echtgenote.’

‘Daar hoef je me echt niet aan te helpen herinneren. Ik zoek al naar je sinds je gestorven bent, Elisabeta.’

‘Maar ik ben niet gestorven,’ zei ze. ‘Niet helemaal. Dat hebben die magiërs van je verhinderd. Ze hebben mijn ziel gevangen in een toestand tussen dood en leven, en vastgeketend aan de ring. Zelfs als ik had gewild, had ik niet naar gene zijde gekund. Maar dat wilde ik niet, Vlad. Ik wilde jou niet achterlaten. En dat heb ik niet gedaan.’

Ze knipperde met haar enorme, donkere ogen, die zich vulden met tranen. ‘Vlad, waarom ben je niet blij? Is dit niet wat je wilde?’

‘Het is alles wat ik ooit heb gewild,’ antwoordde hij, zijn kleren aanschietend. Toen ze bleef huilen, had hij het hart niet haar koel te behandelen. Hoewel hij niet gewend was genegenheid te tonen, kon hij niet onverschillig blijven. Niet tegen haar. Niet tegen zijn Elisabeta. Hij liet zich op bed zakken, en vol tederheid nam hij haar in zijn armen. ‘Ik ben altijd van je blijven houden, Beta. En altijd blijven hopen dat je terug zou komen. Maar ik móét het weten. Is ze dood?’

Ze staarde hem aan.

Nog voor ze iets had gezegd, voelde hij dat ze zou liegen. Dus drukte hij zijn lippen op de hare om haar het zwijgen op te leggen. Terwijl ze week en ontvankelijk in zijn armen lag, drong hij met het grootste gemak haar geest binnen om die te doorgronden. Hij trof echter geen specifieke gedachten of antwoorden aan. Slechts felheid, haat en woede, die hem diep schokten.

Hij deinsde terug voor haar kus, als voor een verzengend vuur. Hij voelde Tempests aanwezigheid. Ze leefde nog, maar zat opgesloten. Als een gevangene in haar eigen lichaam.

‘Mijn liefste?’ fluisterde Elisabeta. ‘Kun je niet bij me blijven? Nog heel eventjes?’

‘Nee, Beta. Ik moet gaan. En jij ook. Binnenkort komen Tempests vrienden haar halen. Als jij je niet terugtrekt, zullen ze merken wat je gedaan hebt. Keer terug naar je sluimertoestand en wacht tot de tijd rijp is.’

Haar mond verstrakte. ‘Dat doe ik niet. Het is te moeilijk om de macht over haar te krijgen. Als ik die opgeef, krijg ik die misschien nooit meer terug.’

‘Heus wel. Ik zal je helpen,’ beloofde hij haar. ‘Vertrouw je me niet?’ Hij legde zijn handpalm tegen haar wang. ‘Alsjeblieft, Beta. Laat haar weer terugkeren. Alleen voor nu.’

Ze keek hem aan. In de donkere diepte van haar ogen schitterde woede. Ze knipperde die weg, wendde haar gezicht af en knikte. ‘Goed dan. Ik zal doen wat je me vraagt. Voor nu dan.’

Ze ging in bed liggen, trok de dekens over zich heen en sloot haar ogen. Even later werd haar ademhaling langzaam en regelmatig.

Pas toen hij er zeker van was dat ze sliep, raakt Vlad haar gezicht en haren aan. ‘Tempest?’

Ze antwoordde niet en werd ook niet wakker.

Hij probeerde haar geest te doorgronden, maar die had ze voor hem afgesloten. Ze had zich verstopt en een barrière voor hem opgeworpen. Jarenlang met en voor vampiers werken, hadden haar vast geleerd hoe ze dat moest doen.

Elisabeta… Ze was niet langer de vrouw die hij zich herinnerde. Wie of wat ze ook was geworden, hij besefte dat het zijn schuld was. Honderden jaren van opsluiting, van gevangenschap. Hoe kon het ook anders dan dat ze verteerd was geraakt door woede, razernij en misschien zelfs… krankzinnigheid?

‘Het spijt me, Beta. Het spijt me wat ik je heb aangedaan. Ik zal het goedmaken, dat beloof ik je. Wat ik er ook voor nodig is.’

Nadat hij een kus op haar voorhoofd had gedrukt, stond hij op van het bed. Hij liep naar het raam en sprong naar buiten. Maar in plaats van te landen op de grond veranderde hij in een nachtvogel, die wegvloog over de muren van het Athena House.